AKTEN & REGESTEN &
CIJNSREGISTERS BETREFFENDE LIEMPDE UIT DE VEERTIENDE en VIJFTIENDE EEUW
Geactualiseerd:
8 november 2023
1293 Oorkondenboek Meierij door dr. H.P.H. Camps, pag. 602-603 & L.
Galesloot, Le livre des feudataires
de Jean III, dus de Brabant, pag. 283, noot 1 & ARA Brussel, Rekenkamer 8,
fol. 335, 9 juli 1293
Jan I, hertog van Brabant, oorkondt dat
Willem van Boxtel evenveel recht op de grond als op de bomen van het bos van
Elde.
“par lesquelles il reconnaît que son cher et féal Guillaume, sire de Boucstelle, a le même droit
sur le terrain
de la forêt d'Eldt que sur les arbres qui y croissent” waarmee hij erkent dat Willem, heer van
Boxtel, hetzelfde recht heeft op het land van het bos van Eldt
als op de bomen die daar groeien
1309, Oorkondenboek Meierij door dr. H.P.H. Camps, datum: 30
november 1309
Jan II, hertog van Brabant, verkoopt de lieden van Sint-Oedenrode
gemene gronden binnen nader omschreven grenzen voor een som van 160 piond en een jaarlijkse erfcijns van 3 pond, en stelt
verder regels voor het gebruik van deze gronden. O.a. in deze oorkonde "en
vervolgens tot aan de grenzen van de gemeenschappelijke gronden van die van Liemde [Liempde], in de volksmond geheten geweylde [Gewelt,
gheweilt= gebruiksrecht] en van deze
plaats tot aan de plaats in de volksmond geheten Ten Hulse [Den Hulst]".
De hertog van Brabant was eigenaar van o.a. de Liempdse
bossen. Hij kon het gebruiksrecht daarop, het zogenaamde ‘gheweilt’,
aan zijn leenmannen schenken.
1311, Oorkondenboek Meierij door dr. H.P.H. Camps, datum: 12
januari 1311
Jan II, hertog van Brabant, verklaart dat Willem die Cruudener het goed Jekschot van
hem te leen houdt en dat deze het op zijn beurt bij gedeelten te leen en te
cijns gegeven heeft aan een aantal mannen; voorts schenkt de hertog Willem die Cruudener diverse goederen, rechten en inkomsten in Jekschot, Liempde en Sint-Oedenrode, en regelt de
rechten en verplichtingen tussen hemzelf en Willem die Cruudener
en tussen laatstgenoemde en diens mannen. O.a. in deze oorkonde "Dit sijn die tsinsen die wij hem
bekennen in onse gemeente van Liempde: aan 35 boenre die Aart Ijsebrandt onse portre van den Bossche gecregt jegens den voorgenoemde Willemen
met onsen willen......"; "Voorts bekennen
wij den voorseide Willem 6 boenre
in onse gewelt (geweylde, zie bovem) van Limde [Liempde]"; "Dit zijn de pale van Yecscot: van Jans huijs van Soute velt op Rudebroek, van Rudebroek op
Michiels huijs, van Michiels huijs
op de Vogel hutte, van de Vogel hutte
op dende van Brestert op de
side te Lieshout waart, ende van dien eende van Bremstert op den eerste grave Jans van Zoutvelt
sijn huis regt jegens onsen
bosch van Lint [Liempde]"
1314, Bodem van Elde
13 juni 1314 (in dr. D. Th. Enklaar, Gemeene Gronden in Noord-Brabant in de Middeleeuwen, 1941,
pag. 77)
46. Hertog Wenzel en hertogin Johanna bevestigen den
brief d.d. 1314, juni 13, waarmede Hendrik Lambrechts, rentmeester van Brabant,
namens den hertog een gemeente tussen Herlaer en
Boxtel aan eenige met name genoemde lieden (Gerarden van der Aa van Boxtel; Lodewijckx,
geheyten van der Alsbake,
Jan die Heffge Wouterssen, geheyten Lange Wouterssen, Nenneken van Abrugge), ten
behoeve van hezelf en van anderen, die gebruik ervan
willen maken, tegen een jaarlijkschen tijns uitgeeft en hen machtigt, met den schout van
’s-Hertogenbosch keuren ter bescherming van de gemeente te maken.
1320 CIJNSBOEK VAN DE HEER VAN
HELMOND
CIJNSBOEK VAN DE
HEER VAN HELMOND (door Jan Toirkens uit Heerlijkheidsarchief
Helmond 12063-282 Liempde 282 (deel van het cijnsboek Peelland), anno
1320-ca.1381 Census
in Liemde. ======================3-v====================== 1320.001. Primo Aleijdis de Vrelickhoven [Vrilkhoven].. liberi, de novo VII den.
(bijgeschreven : 19 ?) 1320.002A. Arnoldus Puerorum [der
Kinderen] de bonarium de fine, de novo VII stuf. V den. (bijgeschreven fol. 3 de bonarium sitam ut decit die Rekendonck) 1320.002B. Idem de novo X den. 1320.002C. Idem de novo III obool 1320.002D. Idem de novo VIII den. 1320. 002E. Idem de veteri VII ½ den 1329. 003. Arnoldus Hondertpont de
boni Goswini de Reghemortel
de novi VI den. 1320.004A. Arnoldi Noude
de novi XIIII den 1320.004B. Idem de boni Elye de Vrilechoven de novo II ½ den. 1320.004C. Idem de vet. III den. 1320.005A. Aelbertus filius Everardi de Larscot, de vet. VI den. 1320.005B. Idem de novo III obool 1320.006. Aelbertus van Hoemborch, de novi III den. 1320.007A. Aleijt van den Velde de novi III den. de orto 1320.007B. Eadem de orto de vet. Ii deb, de domo 1320.008A. Arnoldus van
den Perre de novi II den.
(bijgeschreven 25 en 37) 1320.008B. Idem de veteri III den. 1320.008C. Idem de novo III den. ======================4-r====================== 1320.009
Baudewinus de Boecstel de
hereditate Clinkardi II
sol. VI den. de novo (bijgeschreven 93) 1320.010A.
Bodekinus filius Bodekini de Campo, de bonarium Joh, de Hoemborch de novi III den. 1320.010B.
Idem de novo XIIII den. 1320.010C.
Idem de novo III sol. III den. de palude Gherardi de Aa 1320.010D.
Idem de veteris IX den. de domo
et domistatio Ghevardi 1320.011.
Daniel filius Henrick
Stempels de novo III den. de bonis quondam Elisabeth de Perre ======================4-v====================== 1320.012.Everardus
de Laerscot de novi III
den. 1320.013.
Elyzabeth Moerkens van der Braken de novo XIII den. 1320.014.
Elyzabeth fil. Iutte de Vrilchoven [Vrilkhoven] de novi XIII den. 1320.015.
Elyzabeth de Perre de
nov. III den. 1320.016A.
Elyzabeth Puerorum [der
Kinderen] de novi V½ den. 1320.016B.
Eadem de utvande.. de
nov. 1 den. 1320.017.
Elyzabeth van den Brucsken
de novi II den. 1320.018.
Enghelbertina de Vriclech
de novi V den. 1320.018.
Everardus de ...cjte de
bonis Leithen de Savendons
[Savendonk] de novi VI den. 1320.019.
Enghelbertus de Donc, de novi IX den. de orto Jo. Hondertpont 1320.020.
Elyzabeth uxor Ywabei de Grt... de nov. II
half sol. ( bijgeschreven : 56 en 62
II ½ stuiver) 1320.021.
Geraerdus filius Ghiselberta de Casteren de veteris
VI den. de colonus mortalis
[sterfman] presbiteri de Boxsele
[priesters van Boxtel] de orto in Casteren
[Kasteren] 1320.022.
Ghevart van den Venne de veteris III ½ den. 1320.023.
Gerardus filius dominus Aelberti de novo XIII den. de hereditate iuxta Vlaspreijde 1320.024.
Ghevaerdus I..man (?) de novi II sol. (bijgeschreven ... filius
Henrici de Aghel 69 en
137 II st.) 1320.025A.
Godefridus de Woensel, de boni Nijch.
.... de novi III obool 1320.025B.
Idem de novi VI den. de hereditate
de Vlasspreid (bijgeschreven : 7) 1320.026A.Goswijn
Steenwech de novi XV den. 1320.026B.Idem
III sol. van Clinkards buunre
(bijgeschreven : 31) ======================5-r====================== 1320.027
Henricus dictus Rufus de Boextel et Conegundis soror eius de nov. III stuf.
... Clynckaerts buenre in
Eylle [Elde] quondam Baudewini 1320.028A.
Hermanus Cleynaele de nov. VII ½ den. (bijgeschreven : Jacobus de Monte .....) 1320.028B.
Idem de hereditate dictam
Laerscot de novo II ½
den. 1320.029A.
Henricus Menneken de domo
et. domistadio de novi
VII den. 1320.029B.
Idem de novi I st. (bijgeschreven : 122, 2 st.) 1320.029A.
Idem de boni Gherardi de Platea
de nov. II st. (bijgeschreven 106, 2 st) 1320.029B.
Idem de novi III st.... de palude
quondam Ghevardi de Aa
(bijgeschreven 13, 47, 79, 106. 107, 128, 3 st) 1320.030.
Heila fil. Aleydis de Vlasspreiden
de novi VI den. 1320.031A.
Heyla de Collenbergh de
vet. VII den. de domistado ... Collebergh 1320.031B.
Idem de nov. III st. (bijgeschreven 20, 64, 5, 30 ) 1320.031C.
Idem de vet. IIII den. (bijgeschreven 118) 1320.031D.
Eadem van Loect van Wijldonc de nov. IX den (bijgeschreven 29) 1320.032.
Herbertus fil. Mette de nov. III den. de parte quondam Elye de Vrilechoven 1320.033A.
Henrici Collart de novi VI den. de domo 1320.033B.
Idem de vet. III den. 1320.034C.
Idem de novo V den. de hereditate
Lamberti Cortroc 1320.035.
H. Bie, de novi I den. 1320.036A.
Hilla uxor Nych. de Meghen, de vet. IX
den. (bijgeschreven : Eva dicta Effken) 1320.036B.
Eadem de novi XXI den.
(bijgeschreven : 46) 1320.037A.
H. fil. Ghevardus de Biechlare
[nu Biggelaar] de novi XXX den. (bijgeschreven
: Gevardi Sporbosch) 1320.037B.
Idem de nov. III den. 1320.038.
H. Scutken de nov. IX sol. (bijgeschreven : fol. 1) 1320.039.
Hennekinus fil. Cone. de novi V den. 1320.040A.
Heilwigis de Collenberch dw ..... sw vet, IX den. de hereditate Johannis Teijer 1320.040B.
Eadem de novo IX .. den. 1320.041.
Heyla van der Braken de hereditate
Willhelmi de Campo, de novi III den. ======================5-v====================== 1320.
042. Hennekinus fil. Arnoldi
Teyen (Tayen) de novi XI den. 1320.043.
H. relicta Wilhelmus Spruits
de novi VI den. 1320.044.
H. de Beken de bonis Sprong de novo XXII den. 1320.045.
H. de Loe de novo II den. de domo
et orto sito .... 1320.046.
Hereditate Mette fil. .... dictum Monachus (?) de novo VI den.
de orto 1320.047.
Henricken filius Monachi de nov. VII den. de Vrilkichoven
[Vrilkhoven] Loeckt 1320.048.
Heijlwigis uxor Boudekini de Agua de novo XV den. 1 ort van der
Hoender domo 1320.049.
Jo. filius Rutgheri de
nov. IIi den. de parte quondam Elye de Vrilichoven 1320.050.
Jacob Lichtweghe de hereditate
Gherard Sarratoris (?),
de novo VI den. 1320.051.
Jo. de Brucella van de Broeclochte
de vet. XXII den. 1320.052.
Jo. de Perre fil. .... de novo
V den. 1320.053A.
Yda fil. Walteri de vet. X den. (bijgeschreven Jo. Troestken) 1320.053B.
Eadem de boni Theodericus
de Vrilech de novo VIII
den. 1320.053C.
Eadem de bonis Pauli
Textor [Wever] de novo III den. 1320.054A.
Iohannes Monachi de novo III den. 1320.054B.
Idem de novo IIII den. 1320.054C.
Idem de novo IIII den. 1320.054D. Idem de vet. VII den. 1320.054E. Idem de nov. VII den. (bijgeschreven : van Rewriter Gheloec 124 ) 1320.054F. Idem de novo VII½
den. van den Gheloec dat Zeben
was (bijgeschreven 7 en 1) 1320.055A.
Jo. de Collenberch de novo
VI den. 1 ort de domo et orto dictum Collenbergh 1320.055B.
Idem V den. de novo pro Tuernhout ======================6-r====================== 1320.056A. Joh. filius Heilwigis de vet. VII ½ (bijgeschreven 100, is deel va
100?) 1320.056B.
Idem de novo XII (bijgeschreven 100, is deel van
100?) 1320.057A.
Johannis filius Arnoldi de Perre de vet. V ½
den. 1320.057B.
Idem de novo III den. de domistadus 1320.058A.
Jacob gener Ghevardi de Liemde [Liempde] textoris
[wever] de vet. IX den. 1320.058B.
Idem de novo III den. 1320.059.
Jordanus Codse de vet. II
den. (bijgeschreven 65) 1320.060.
Jo. te Casteren de bonis Everardi Clinckart de novo III sol. V
den. (bijgeschreven 18) 1320.061.
Jo. Scolastic de piscaria,
I den. 1320.062.
Jo. fil. Walteri de bonis Mette Iosephs
de vet. X ½ den. 1320.063
Jo. de Atrio de hereditate
Aelberti de novo XV den. ute Reghenmortel (bijgeschreven
21) 1320.064
Jo. van Hondertpont, de vet. VI den. de hereditate Nenne de Rilant 1320.065
Liberi dominus Jacobi de domo et orto de de Vrilichoven de vet. VIII
den. 1320.066
Liberi Aleijdis de Vrilichoven [Vrilkhoven] de novo VII den. 1320.067
Jo. filius Goeswini Textoris [Wever] de orto Mole de novo VI den. 1320.068
Johannis Roetart XV den. novo de bonis in Lijemde
[Liempde] 1320.069A.
Lambertus filius Odevardi
de bonis Ar. Molleken de novo
III den. 1320.069B.
Idem de novo VII den. de hereditate
sua. 1320.069C. Idem de orto Monacho de nov. VII den. ======================6-v====================== 1320.070.
Margareta uxor Lamberti
de Acker de vet. IIII ½ den. 1320.071.
Metta de Bijchlare de
boni Jo. Johann .. de novi V den. 1320.072.Meus
de Meghen et Matteus eis
.. de bonarium scolastica
de novi IX stuf. (24) 1320.073.
Nenna de Rielant de vet.
III den. (bijgeschreven Jan Hondertpont) 1320.074.Nicolaus
de Meghen van den Culen
de novi XIIII den.(6 en 63) 1320.075.
Petrus Hille de boni Walterus ... (?) de novi III
den. (bijgeschreven Engelberta soror
Gijselberti de Campo) 1320.076.
relicta H. fil. Willemi
:... (?) de novi VII den. (bijgeschreven Lambertus) 1320.077.
relicta Wilhelmi de Bistervelt de novi VIII ... de Rekendonc (bijgeschreven Gerart
Vosken fol. 1) 1320.078.
Roetaert, de veteri VI
den. de hereditatem Elijzabeth
de Perre (bijgeschreven : item de novi XVI den.) 1320.079A.
relicta Elizabeth et filii
Willelmi de ... de novi V
stuf. XVII den. (bijgeschreven Gerardus Vosken
fol.4 ) 1320.079B.
eadem de novo III stuf.
XIIII½ den. ======================7-r====================== 1320.080.
Sigerus filius Jo.
Luttel, de novi III den. de domistadio 1320.081.
Spiritus Sanctus de Boextel, de veteris
IX den. 1320.082A.
Sele de Broke de novi 1 den. (bijgeschreven de Oedenboschelken) 1320.082B.
Idem de novi XV den. 1 ort
van der Hoendersdunc (bijgeschreven 36 en 60 XV den
1 ort.) 1320.082C.
idem de novo II den. de bonarium
aen Hamsvoert 1320.083.
Sebertus de Collenberch
van Ludenvelswinkel de novo
XII den. (bijgeschreven idem de nov. XII den 4-87-122, II st.) 1320.084.
Truda Kesers de novo 1
den. Theodericus de Heselaer
[Hezelaar] de novum III den. 1320.085.
Theodericus de Heselaer
[Hezelaar], de nov. III den. 1320.086.
Willelmus filius Conegundis de novo III den. de domistadio Elizabeth de Perre 1320.087.
Willelmus fil. Arnoldi de
Perre de bonis Mette Iosephs
de vet. X½ den. 1320.088.Willelmus
filius Mathie Moli...(?) V½ den. 1320.089A.
Walterus Coleberre de boni Mette de Rodenborch, de novo II den. 1320.089B.
Idem XV den. novo pro Aelberto
filius 1320.090.
Wilhelmus filius Rodolph
de Collenberghe de novo
III den. 1320.091A.
Uxor Jacob de Monte [van den Bergh] de vet III ob..
... (?) 1320.091B.
Eadem de novo 1 den. 1320.
091C. ... III sol. et IX den. de palude quondam Gevardi de Aa (bijgeschreven
53, 86, 89, III st. IX den) 1320.
092. Willemus de Bijchlaer
[nu Biggelaar], V½ den. de veteris 1320.093A.
Willemus filius Everardi de Laercot de veteris VI den. 1320.093B.
Idem de novo III ob. 1320.094.
Uxor Willem de Loe, de veteris
IIII den. 1320.095.
Vicini de Liemde de novo XXXIII sol. et IX den. de palude
quondam Jo. de Beke [uitgifte gemeijnt door Johan van Beek] |
1326, Uitgifte gemeijnt d.d. 7 mei 1326 (BHIC-8 Leen en
Tolkamer, inv. nr. 158a, fol. 276)
De Brabantse hertog schenkt in 1326 aan
de bewoners van Liempde een gemeijnt (grond voor gemeenschappelijk gebruik) van
68 bunder wildernis die eerder door de
hertog in leen uitgegeven was aan
Jacobus Johannes Van Woluwe.
1337, Uitgifte gemeijnt 8 december (BHIC-8
Leen en Tolkamer, inv. nr. 158a, fol. 276v)
Liempde. Uitgifte van de gemeijnt met het recht om aldaar een schutter aan te
stellen en schutgeld te vorderen.
1337,
Uitgifte gemeijnt 9 december 1337 (ARA Chartes
de Brabant et de Limbourg et des Pays
d’Outre Meuse, cartulaire XXII, fol. 61)
Tilman van Zonne, receveur
du duc en la mairie de
Bois-le-Duc, déclare avoir aus
nom de duc affermé à perpetuité aux habitants de Liempde, au prix de quinze
vieux gros monnaie du roi
de France par an, les terres
vagues que le duc possède dans cette localité et qui touchent aux
terres du seigneur de Bokstel. / Tilman
van Zonne, ontvanger van de hertog in ’s-Hertogenbosch verklaart de naam van
hertog voor eeuwig vast te houden aan de inwoners van Liempde, voor de prijs
van vijftien oude grote munten van de koning van Frankrijk per jaar, de
wildernis dat de hertog bezit in deze plaats en die grenst aan het land van de
heer van Boxtel.
1340 CIJNSBOEK
VAN DE HERTOG VAN BRABANT
CIJNSBOEK VAN DE
HERTOG VAN BRABANT (door Martien van Asseldonk uit Algemeen
Rijksarchief te Brussel, Archief van de Rekenkamer, inventaris nummer 45038) fol. 23v Lymde cijnzen in Lymde 1. 3 hoenderen, aan
een zekere aldaar, genaamd Boudewinus, zoon van Boudekinus van den Lande (de Rure) doorgestreept, en
weer bijgeschreven: 3 hoenderen betaald: 1340 t/m 1351 2. Aelbertus van Hoemberch, van
het erfgoed van Jutte Weyers, 3 penningen doorgestreept,
laatste betaling in 1342 bijschrift: Engelbergha bijschrift fol. 23v:
Enghelbergha van den Velden (de Campo), van het erfgoed van Aelbertus van Hoemborch, 3 penningen betaald: 1340 t/m 1351 3. Arnoldus Hondertpont, 1 penning payment betaald: 1340 t/m 1351 4. Aleidis van den Loe, 1 nieuwe penning betaald: 1340 t/m 1351 5. Aleidis, dochter van Metta? van
der Velde, 2 nieuwe penningen doorgestreept,
laatste betaling in 1342 bijschrift: Johannes bijschrift fol. 24:
Johannes, zoon van Monachi, 2 nieuwe penningen van
een hof bij Aben betaald: 1340 t/m 1351 6. de heer van Boecstel van Mesvenne, voor het
deel van de hertog (pro parte ducis), 12 nieuwe penningen betaald: 1340 t/m 1348, overleden fol . 24 7. Enghel van Vrilichoven, 2
nieuwe penningen later: Henricus,
zoon van Enghele van Wrilichoven betaald: 1340 t/m 1351 8. dezelfde, van vtefanc, 4 nieuwe penningen betaald: 1340 t/m 1351 9. Everardus Lichweighe, 3 nieuwe
obolen betaald: 1340 t/m 1351 10. Godfridus van Hynsberch, 2
penningen payment later: - zijn vrouw - Joannes, zoon van Ghodefridus van Heinsberghe betaald: 1340 t/m 1351,
behalve in 1349 en 1350 11. Godefridus van Zonne, 1 penning payment betaald: 1340 t/m 1351 12. Goeswinus de Wever (Textor), 1 penning payment later: Joannes, zijn
zoon betaald: 1340 t/m 1351 13. Elisabeth,
dochter van Metta Wolterus,
1 penning payment betaald: 1340 t/m 1351 14. de heer (dominus) van Boecstel,
12 nieuwe penningen van den Torfvenne bijschrift: vacat opmerking: volgens de aantekeningen
in de marge is deze cijns in de periode 1340-1351 niet betaald 15. Heilwigis, dochter van Aleidis,
1 nieuwe penning betaald: 1340 t/m 1351 16. Henricus Collart, 3 nieuwe obolen betaald: 1340 t/m 1351 17. dezelfde, van de
heide, 6 penningen payment betaald: 1340 t/m 1351 18. dezelfde, 1
nieuwe penning betaald: 1340 t/m 1351 19. Henricus Turnout, 2 penningen payment betaald: 1340 t/m 1351 20. Henricus Spoerbosch, 2 penningen payment betaald: 1340 t/m 1351 21. Henricus Nenneken, 3 nieuwe penningen van de heide daarnaast later: zijn kinderen betaald: 1340 t/m 1351 22. Henricus van den
Loe, 1 penning payment van Reghenmortel betaald: 1340 t/m 1351 23. Henricus, zoon
van Aelbertus, van het goed ane
Laerscot, 6 nieuwe schellingen bijschrift: schuld
van een jaar (debet de uno anno) betaald: 1340 t/m 1351 24. Joannes Teye, 1 penning payment betaald: 1340 t/m 1351 25. Joannes Lysen sone, van een deel, 3
nieuwe penningen betaald: 1340 t/m 1351 26. Joannes van der Weetgosceidinc, 3 nieuwe penningen betaald: 1340 t/m 1351 27. Joannes, zoon
van Heilewigus, 2 penningen payment betaald: 1340 t/m 1351 28. Joannes, zoon
van Conen, 1 penning payment betaald: 1340 t/m 1351 29. Jacobus Lichwegghe, van het erfgoed van Gerardus de Zeger (Sarratorus), 2 penningen payment betaald: 1340 t/m 1351 30. Jacobus
schoonzoon (gener) van Ghevardus van de plaats Messenstat,
1 penning payment betaald: 1340 t/m 1349 31. Lambertus Oderen soen, 1 penning payment betaald: 1340 t/m 1351,
behalve in 1345 32. Theodoricus van Vrilichoven, 1
penning payment doorgestreept,
laatste betaling in 1341 bijschrift: Joannes Teye bijschrift fol. 24:
dezelfde (Joannes Teye), 1 penning payment van het erfgoed van Theodoricus
van Wrilichoven betaald: 1340 t/m 1351 33. Renerus, zoon van Elye van Vrillychoven, 3 nieuwe obolen betaald: 1340 t/m 1351 34. de geburen van Lymde, van het goed van wijlen Henricus van
Casteren (de Castro), 20 schellingen payment betaald: 1340 t/m 1351 35. dezelfde geburen
van de gemeint, 10 schellingen payment,
voor Ludingus van den Dijck (de Aggere) betaald: 1340 t/m 1351 36. dezelfden, van de gemeine
heide, van nieuwe uitgifte, 20 schellingen payment betaald: 1340 t/m 1351 |
1336 BHIC 200, Familie van Landschot, inv.
nr. 1481, nr. 8 d.d. 23 juni 1336
1336 juni 23 in vigilia
nativitatis beati Johan baptisti
Daniël, schoonzoon wijlen Everard Clinkart (Clynkardi?), heeft
verkocht, voor schepenen van 's-Hertogenbosch, aan Goswin
Steenweg:
goed wijlen Everard Tutelaar
(Tuijtelaar?) in Eilde
[Bodem van Elde]
Met zegel Gerard van Neynsel, dat van Arnold Ysebout is verloren
1336 BHIC 200, Familie van Landschot, inv. nr. 1482, nr. 1482, nr. 9. d.d. 27 juni 1336
1336 juni 27 feria quinta
post festum nativitatis beati Johannis Baptiste
Wilhelm Kortrok de Casterle
[Kasteren] heeft overgedragen, voor schepenen van 's-Hertogenbosch, aan Goswin Steenweg:
deel moeras in Eilde [Bodem van Elde]
Zegels van Gerard van Neynsel en Arnold Ysebout zijn verloren
1342, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel, datum: december 29
Johannes Basyn en Rodolphus
de Zulikem, schepenen van 's-Hertogenbosch,
verklaren, dat Thomas Scouthendensone de Maelstrem en Arnoldus, Godefridus
en Christina, kinderen van wijlen Jutta, vrouw van
Gerardus de Zuetbake de Orthen,
verkocht hebben aan Herbord, zoon van Mette de Vrilichoven [Vrilkhoven], de
helft van een erve, gelegen in Liempde, met het hout daarop groeiende en
alle rechten.
1346, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: februari 2.
Gylys die Wever, Henric van
der Laer, Bauden Heylen Lemkenssoen, Lambrecht van den Achten, Gherart
Cartellaer, Gheraer Scunde en Heynen van Lennenshovel,
schepenen van Boxtel, verklaren, dat Lodewich, bastart van Buxstelle, als momber
van zijn vrouw Kathelyne Vermertendochter
van Vrilichove [Vrilkhoven,
Liempde] beloofd heeft geen aanspraken te doen gelden op de erfenis van Herbrecht Vermertensoen, maar dat
het goed zal toevallen aan Jan, Jacop en Herbertken, kinderen van Lambert van Vrilichoven,
Henken en Aernd Heynen Manskinderen,
alsmede aan Jan en Lemken, kinderen van Jan Tsimoens van Vrilichoven,
uitgezonderd het roerend goed dat hem is toegezegd.
1350, Sint-Jan Bouwloods 's-Hertogenbosch nr. 42 (2673). Datum
10-01-1350
Emondus Stardenborgh en
Johannes Coppelman, schepenen in Bucstelle,
oorkonden dat de heer Gerardus de Bucstelle, kannunik van de hoofdkerk van Munster en investiet van de kerk van Bucstelle
[Boxtel], aan Gerardus, zijn natuurlijke zoon, heeft overgedragen de hierna
volgende erfgoederen:
1) 6 nieuwe bunder in Die Wedehage [Liempde] met hun afhankelijkheden
2) de hoeve welke was van Henricus Oemkens met diens
afhankelijke goederen, 1 met 2 nieuwe bunders bij de genoemde hoeve, 1 met zijn
afhankelijkheden tegenover het huis van de heer Gerardus bij Hoghestrate.
3) de goederen en erfgoederen Bleexlant met hun
afhankelijkheden die waren van Martinus de Bleke en Gerardus, natuurlijke zoon
van heet Willelmus de Mulsel,
priester, achter het huis van Gerardus , 1 met een akker achter het huis van
Gerardus tegenover de openbare weg waarop de sluitboom staat nabij de goederen
van Arnoldus, de zadelmaker,
4) de Voeseckerm die was van Lambertus Scoenvoets bij de Molengrave
1350, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: augustus 24.
Machgiel van Gheet doet ten
behoeve van Herbrecht van Vrilichoven
[Vrilkhoven, Liempde] afstand van zijn gerechtigheid
aan 5 bunder broekland, gelegen bij de Odoncsvoert,
welke 5 bunder met nog 4 bunder door Willem de Zadelere waren opgedragen aan
Johan den Hoveschen van Boxtel, Henric
Stempel en Jacop van den Berghe, onder voorwaarde,
dat Herbrecht aan Ghysbrecht,
die men heet Beertken van den Velde, de erfcijns van
1 grote tournooise per bunder zal betalen.
1350, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: september 1.
Jorden Lysbettenzoen en Ghysbrecht
Minnart, schepenen van Sint-Oedenrode, verklaren, dat
Machghyel van Gheet ten
behoeve van Herbrecht van Vrilichoven
[Vrilkhoven, Liempde] afstand heeft gedaan van
zijn recht op 5 bunder broekland, gelegen in Odendoncsvoert
[Odendonksvoort] , welke 5 bunder Willem de Zadelere
met nog 4 bunder gegeven heeft aan Johan den Hoveschen
van Boxtel, Henric Stempel en Jacop
van den Berghe Ghysbrecht die men heet Boertken van den Velde heeft van elke bunder 1 grote tournooise.
1350 Stootboek (1350-1374) (BHIC 360-274, scan 95)
Heer Willem, heer van Boucstele, sine woeninghe in
Stapel, ghelijc dat si daer
leegt, sine molen in Lyemde. Ende in beternessen van desen leene gaf de hertoghe sinen vorderen dat sine
lieden in negheene vriheit
in Brabant poerteren worden en moghen dan ten Bosche, ende die moeten dan buicvast
daer bliven woenende, ende en doen si des niet, soe
heeft hi alrehande dienste van hen, ghelijc dat hi heeft van sinen
anderen lieden
1355, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: februari 1.
Johan Mathyssoen, Johan die Tay,
Johan Hondertpont, Johan van Bychlaer,
Jacop Mariensoen, Boudewyn die Rademeker en Willem Willemssoen van der Velde, schepenen van Liempde,
verklaren, dat Lodewych bastart
van Bocxtel, momber van Katherine zijn vrouw, beloofd
heeft geen aanspraken te doen gelden op de boedel van Herbrecht
ver Metthensoen van Vrilichoven,
maar dat de volgende personen het goed zullen delen: Johan en Jacop, zonen van Lambrecht, die een broeder was van Herbrecht voornoemd; Henric Henric Manssoen, man van Mechteld, dochter van Lambrecht; Lysbeth,
natuurlijke dochter van Lambrecht; Johan en Lambrecht, kinderen van Johan Monic, broeder van Herbrecht; Arnt Henric Manssoen,
man van Mette, dochter van Johan Monics voornoemd; Godevart Boudewynssoen, man van
Mette, natuurlijke dochter van Henric Byes, broeder van Herbrecht.
1355, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel, datum 15 februari 1355
Boudewyn die Rademeker, Ghevart van den Venne, Daneel Gritensoen, Johan van Bychlaer, Johan Hondertpont,
Willem Willemssoen van den Velde en Johan Mathyssoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat
Loye Mariensoen al zijn goed heeft opgedragen aan de
erfgenamen van Herbrecht ver Mechtelden
van Vrilichoven [Vrilkhoven],
genoemd in voorgaand regest.
1355, BHIC, 221 Provinciaal Genootschap.
datum 16 februari 1355
Akte van verklaring. Boudewijn die Rademeker, Jan
Mathijszoon, Jan die Tay, Jan Hondertpont,
Jan van Bychlaer, Jan Marienzoon
en Willem Willemszoon van den Velde, schepenen van Lijmde [Liempde]
verklaren, dat in hun gheseten ghedinghe Henric Henric Manszoon en Jan de
bastaardzoon van Jan Monicx, ter voldoening van eener schuld van 4.000 pond, die na te noemen Herbrecht had schuldig belden aan: Jan en Jacob,
zonen van Lambrecht, den broeder van dien Herbrecht; Henric Henric Manszoon
als momboir over zijne vrouw Mechteld,
de dochter van genoemden Lambrecht; Jan Rutgerszoon als man en momboir van Lysbeth, de
natuurlijke dochter van meergenoemden Lambrecht; Jan
eerstgenoemd en zijnen broeder Lambrecht, kinderen van genoemden Jan Monicx, den broeder van denzelfden
Herbrecht; Arnd Henric Manszoon als momboir over zijne vrouw Mechteld,
de dochter van meergenoemden Jan Monicx
en Godevarde Boudewijnszoon
als momboir over zijne vrouw Mechteld,
de bastaarddochter van Henric Bies, den broeder van
dienzelfden Herbrecht, en welke schuldvordering zij
hadden overgedragen aan Henric Henric
Manszoon en Jan, den zoon van Jan Monicx
voornoemd - het goed van Herbrecht, ver Mechtelden soens van Vrilichoven [Vrilkhoven],
overgedragen hebben aan Loyen Marienzoon
van den Berghe. [Akte van verklaring, verleden voor Boudewijn die Rademeker / Jan Mathijszn / Jan
die Tay / Jan Hondertpont /
Jan van Bychlaer / Jacob Marienzn
/ Willem Willemszn van den Velde, schepenen van Liempde,
dat Henrik Manszn en Jan Janszn
Monicx, ter voldoening schuld van 4.000 pond die Herbrecht Mechteldenzn van Vrilichoven schuldig is aan diverse personen, het goed van Herbrecht overgedragen hebben aan Loyen
Marienzn van den Berghe]
1359, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: april 15
Boudewyn die Rademeker, Ghevart van den Venne, Daneel van den Ecker, Johan Mathyssone,
Johan Tay, Johan van Bychlaer
en Willem van den Velde, schepenen van Liempde, verklaren, dat Mechtelt Woutersdochter van Stroetbollen al haar goed heeft
opgedragen aan Arnt en Ghodevart,
zonen van Henrick Mans van Liempde, Johan Rutgherssone van der Haseldonc, Ghodevart Boudewynssone, Johan Lambrechtssone en Willem ver Mertensone
van Vrilichoven [Vrilkhoven].
1363 Boerenopstand Jekschot.
Rekening namen en bedragen
genoemd in de rekening "van den ghelde ...gheset ... op onsculdighe lude van Rode van der sake van Jecscot"
door Hein Vera
Dit
is innemen Costkens Claes Emonts
soene ende Willem van Eyke
van den ghelde dat sy gheset hebben op onsculdighe lude van Rode van der sake van Jecscot
(circa 1363) Casteren
(inkomsten vanuit Casteren) In den irsten Gheen
van Leemputten I mottoen Item Deenken Clinkarts
V mottoen Item Peters kinder van Herentham III mott Item Jan van Casteren II mott Item Lysbetten Ghenen
laet I 1/2 mott Item Ghiben Hoesen kinderen V mott Item Jan Cortrot ende Josef VII mott Item Heynen Kroden laet
I mott summa XXV mott Rode Etc. etc. bron: |
1360, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: mei 2
Gheryt van den Loe, Arnt Lybenssoen, Loye van den Berghe en Jan Gheenkenssoen,
schepenen van Liempde, verklaren, dat Baudewyn
die Padenacker, Johan Sporbossche
en Henric Heynenmanssoen,
hun medeschepenen, aan Jan van den Ors bij vonnis
hebben toegewezen het erve die Bracke [Braak],
gelegen te Vrilichoven [Vrilkhoven]
tussen de gemene straat en Geertrude Wouters Coelberresdochter, strekkende van Arnt
Heynenmanssoen nieuwe huis tot aan de beek, wegens
een erfpacht van 36 lopen rogge, welke hem daaruit toekwam.
1367 / SA Vonnisboeken VB 1799 f 015v 06. ma 11-01-1367.
Item die selve Willem Loijer
was ghericht in orconde der
selver scepenen voers aen allen goeden Margrieten
Enghelen dochter die dochter was wilner
Enghelberen van Lusel so waer dat si gheleghen sijn ende aen een stuc (dg:
lands) #beems# Gherijts van Lusel
gheheiten dat Roet gheleghen
in die prochi van Bucstel
tot Liemde [Liempde] ende aen
twe delen van tween hoijhoven gheleghen tot Liemde voers overmids
ghebrec van erftijns ende
van erfpacht ende dese heeft hi nu verboden irstwerven.
1367 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 35, door
S.J.M.M. Ketelaars
Henricus genaamd Coelborner zoon van wijlen Johannes
genaamd Coelborner de Crumvoirt
man van Margareta dochter van wijlen Stephanus van der Steghen
droeg over aan Johannes zoon van wijlen Mathias de Liemde
[Liempde] 1/3 deel in stukken land, die eertijds waren van voornoemde wijlen
Stephanus, in Haaren, achter de kerk, (1) Kromland, (2) die Poelakkers, belast
met 1 cijnspenning en 1 vierdevat mout.
1367 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, okt. 1367 door
S.J.M.M. Ketelaars, pag 111, regesten
.... dochter van Petrus de Pettelaer droeg over aan
haar broer Everardus de Pettelaer
het recht, dat zij kreeg na overlijden van haar broer Petrus, resp. dat ze zal
krijgen na overlijden van Hilla wijlen vrouw van haar
broer, in een huis en erf in Bunde Boxtel ter plaatse Liemde
[Liempde] tussen Johannes (?) Priker enerzijds en
Johannes Baten zoen junior anderzijds
1367 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 1v, 1367 door
S.J.M.M. Ketelaars, pag. 139 regesten
Godefridus genaamd van den Molengrave de Bucstel [Boxtel] verkocht aan Willelmus
Loijer een erfcijns van 3 pond, met Allerheiligen te
's-Hertogenbosch te betalen, gaande uit 1 bunder beemd, 6 vrachten hooi
omvattend, in Boxtel, ter plaatse Wijchmans
Broek [Liempde] , tussen Lambertus van Hoelt
enerzijds en Johannes zoon van Lambertus anderzijds, belast met de cijns aan de
Heer van Boxtel
1367 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 60, 28-12-1367 door S.J.M.M.
Ketelaars
Eligius, zoon van wijlen Alardus genaamd de Monte
(Berg?) de Liemde [Liempde] verkocht aan Winricus Screijnmaker een
erfcijns van ?40 schelling, met Sint-Andreas te betalen, gaande uit 3,5 bunder
beemd die eertijds waren van Johannes van den Scadecker
(?), in Boxtel, genaamd Liempde, tussen Theodoricus
zoon van wijlen Bartholomeus enerzijds en de gemeint
anderzijds, reeds belast met 3,5 oude groot een erfcijns van 3 pond.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 9v, door Jan
Toirkens
Land in
"Lyemder
gheweilde" [Liempde] tussen de gemeynt van Rode en land van de hertog van Brabant. (gheweilt= gebruiksrecht) De hertog van Brabant was eigenaar van o.a. de
Liempdse bossen. Hij kon het gebruiksrecht daarop,
het zogenaamde ‘ghewelt’, aan zijn leenmannen
schenken.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL (Bossche protocollen) BP
1175, f 033v 09 do 30-03-1368 door S.J.M.M. Ketelaars
Gerardus genaamd Collaert de Leijmde
[Liempde] verkocht aan Johannes Vijscher de Esche een erfcijns van 40 schelling, met Lichtmis in Liemde te betalen, gaande uit een huis en tuin waarin de
verkoper tegenwoordig woont, in Liemde, achter
goederen genaamd Ten Velde, tussen de gemeint
enerzijds en Arnoldus Collaert anderzijds, reeds
belast met de hertogencijns.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 33, door Jan
Toirkens
Parochie Bucstel, ter plaatse
Casterle [Kasteren]
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 019v 09 do 16-03-1368,
door S.J.M.M. Ketelaars
Johannes en Yda, kinderen van wijlen Arnoldus genaamd
Vos, timmerman van Bucstul, en Jacobus zoon van Godefridus .... man van Elizabeth dochter van voornoemde
Arnoldus voor zich en voor Willelmus broer van
voornoemde Arnoldus maakten een erfdeling van goederen die voornoemde wijlen Anoldus naliet, gelegen in Gemonde en Boxtel. Voornoemde
Johannes en Willelmus kregen (1) een beemd genaamd
Hulselaar met opgaand hout in Liemde
[Liempde], naast Godefridus genaamd Grieten zoen, (2)
een stuk land genaamd die Wierik, in Gemonden, tussen Heilwigis Aben enerzijds en Gerardus van der Braben
anderzijds, (3) een huis genaamd Boer aldaar met een stuk land daar vlak bij,
tussen Johannes Tector de Ghemonden
enerzijds en voornoemde Jacobus anderzijds, (4) een erfcijns van 8 schellin en 1/2 hoen, die Metta
genaamd de Mechelen met Sint Maarten betaalt, gaande uit een huis en tuin
waarin zij tegenwoordig woont, in Gemonden, (5) een
stuk land op de plaats genaamd Rullen, tussen Katerina
genaamd Ghenen dochter enerzijds en Johannes zoon van
Leijta anderzijds, (6) een stuk land in Gemonden, tussen Johannes genaamd Pape Jan enerzijds en
Johannes de Waubraken anderzijds, (7) een stuk land
in Gemonden op de plaats genaamd Baseldonk,
tusen Heila de Berslaer
enerzijds en de goederen genaamd Te Wiel anderzijds. Voornoemde Johannes en Willelmus betalen de helft van de cijnzen die voornoemde
wijlen Arnoldus uit zijn huis, schuuren, huis genaamd
Boer betaalde. Voorts waarschijnlijk ook onderhoud van dijken. Voornoemde
Jacobus kreeg een huis, tuin en schuur met ondergrond, een akker aldaar
afgepaald, en 1/4 deel van het hoen. Voornoemde Jacobus beloofde dat voornoemde
Willelmus met deze indeling zal instemmen. Voornoemde
Jacobus zal de helft van de cijnzen betalen die voornoemde wijlen Arnoldus uit
zijn huis, schuur en goederen betaalde.
Yda kreeg een erfcijns van 28 schelling. Zij zal 1/8
deel van het hek dat hangt bij goederen van Elizabeth Aben
onderhouden. Verder (vervolg staat op 1175 mf2 D. 04 fol
59) kreeg Yda (1) 1/4 deel van voornoemd hoen en een
erfcijns van 28 schelling, met Lichtmis te betalen, gaande uit de goederen die
aan voornoemde Jacobus ten deel vielen, (2) een stuk land genaamd die
Rijtakker, in Gemonden, (3) 2 stukjes land in Gemonden nabij de kerk van Gemonden,
(4) een vracht hooi gelegen ter plaatse genaamd Merle, (5) een erfcijns van 20
schelling die Ermgardis B... met Kerstmis betaalt,
gaande uit een huis en tuin, waarin zij tegenwoordig woont, (6) een erfcijns
van 20 schelling die Johannes zoon van Gherburgis met
Lichtmis betaalt.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, datum: 24-02-1368. / door S.J.M.M.
Ketelaars
Ghibo zoon van Oda de Vucht verkoopt aan Jacobus zoon
van Jacobus genaamd Lichtwegghe 1/8 deel in een huis,
tuin en schuur met ondergrond, die waren van Heilwigis
de Collenberch, in Liemde
[Liempde] nabij Hamsvoort, tussen Elizabeth
genaamd Aerts der Kijnder enerzijds en de plaats
genaamd Hamsvoort anderzijds, welke 1/8 deel
voornoemde wijlen Heilwigis aan voornoemde Ghibo had vermaakt, belast met de hertogencijns. Jacobus
zoon van Oda zag af van zijn recht van vernaderen.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 33v, datum:
29-03-1368. pag 202, regesten / door S.J.M.M.
Ketelaars
Ghevardus, Wautgherus en
Eligius genaamd Loij, kinderen van wijlen Johannes de
Casterle, verkochten aan hun broer Johannes de Casterle de helft van een stuk land van 1/2 mudzaad, in Boxtel ter plaatse gemaand Kasterle
[Kasteren, Liempde] tussen voornoemde Johannes de Casterle
beiderzijds, belast met grondcijnzen.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, pag
350, regesten / door S.J.M.M. Ketelaars
Ghevardus, Wautgherus en
Eligius genaamd Loij, broers, kinderen van wijlen
Johannes de Casterle, verkochten aan hun broer
Johannes de Casterle de helft in 2 stukken land die
waren van wijlen genoemde genoemde Johannes, in
Boxtel ter plaatse Kasterle [Kasteren,
Liempde] nabij de watermolle, (1) tussen Everardus broer van voernoemde broers enerzijds en
voornoemde Johannes de Casterle anderzijds, (2)
tussen heer Arnoldus de Palude priester enerzijds en
voornoemde Johannes de Casterle anderzijds.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, mf1 F 01 fol. 31v,
datum: 30-06-1368. pag 374, regesten / door S.J.M.M.
Ketelaars
Eligius genaamd Loij zoon van wijlen Alandus van den Berghe en Jacobus zoon van wijlen Lambertus
de Vrilichoven [Liempde, Vrilkhoven]
beloofden aan Gerardus Br..... .... genaamd Vosse ten behoeve van
Johannes de Globo 19 mottoon
met St. Remigius aanstaande te betalen.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, mf1 F 01 fol. 31v,
datum: 30-06-1368, pag. 375 regesten / door S.J.M.M. Ketelaars
Jacobus zoon van wijlen Lambertus de Vrilichoven
verkocht aan zijn broer Johannes een erfpacht van 1 mud rogge, Bossche maat,
met Lichtmis in 's-Hertogenbosch te leveren gaande uit een akker genaamd Schoer Akker in Boxtel ter plaats Liemde
[Liempde] op de akkers van Vrilikhoven [Vrilkhoven], tussen voornoemde Johannes koper en Oderadis wv Johannes Mathei anderzijds.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175 f 097r 06 do 24-02-1368,
door S.J.M.M. Ketelaars
Johannes zvw Willelmus gnd Coertroc van Bucstel en Joseph zv Baudewinus gnd van den Molengrave
ev Aleidis dvw voornoemde Willelmus maakten
een erfdeling. Voornoemde Johannes kreeg ¼ deel van de korenmolens gnd te Casterle [Kasteren] en Aucsel? en van de oliemolen; voorts kreeg hij alle
erfgoederen die hij tegenwoordig bezit.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 010r 11 do 27-01-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Jacobus van den Berghe van Liemde verkocht aan Petrus
gnd Stempel een erfpacht van 1 mud rogge, Bossche
maat, met Lichtmis in Den Bosch te leveren, voor het eerst over 1 jaar, gaande
uit (1) een huis, tuin en schuur in Groot Liemde
(Liempde], in Boxtel, tussen Eligius van den Berghe enerzijds en Willelmus van Laerscot
anderzijds, (2) een akker, ½ mud rogge groot, aldaar gelegen achter voornoemd
huis en tuin; de onderpanden waren reeds belast met een erfpacht van ½ mud
rogge.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 101r 12 ma
06-03-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Aleidis wv Wolterus gnd Coelborne
van Liemde [Liempde] droeg al haar goederen over aan
haar dochter Ghertrudis.##
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 161r 09 do
25-05-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Johannes gnd Kesselman van Heze
beloofde aan Johannes gnd van Liemde
[Liempde] een lijfpacht van 1 mud rogge,
Bossche maat, met Lichtmis in Den Bosch te leveren, gaande uit al zijn
goederen.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 031v 04 ±do 29-06-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Jacobus zvw Lambertus van Vrilichoven
verkocht aan zijn broer Johannes een erfpacht van 1 mud rogge, Bossche maat,
met Lichtmis in Den Bosch te leveren, gaande uit een akker gnd
Schoerakker, in Boxtel ter plaatse gnd Liemde [Liempde], op de
akkers van Vrilikhoven, tussen voornoemde Johannes
koper enerzijds en Oderadis wv
Johannes Mathei anderzijds.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 095r 03 ±do
17-02-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Wautgherus zvw Johannes van
Casterle [Kasteren] verkocht aan Reijnerus
gnd Willems een n-erfcijns van 40 schelling geld, met
Lichtmis in Den Bosch te betalen, gaande uit (1) 2 bunder broek in Eilde [Bodem van Elde], in Sint-Oedenrode, tussen Elizabeth
gnd Ghenen enerzijds en kv Ghibo gnd
Heze anderzijds, (2) 2 bunder broek in Boxtel, ter
plaatse gnd Wedehage, tussen Eligius bv verkoper
enerzijds en Everardus bv verkoper anderzijds, reeds
belast met 4 oude groot 1 penning b-erfcijns.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 033r 11 do 30-03-1368, door S.J.M.M.
Ketelaars
dg: Ghevardus, Wautgherus
en Eligius gnd Loij,
broers, kvw Johannes van Casterle
[Kasteren] een stuk land / de helft.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 005v 02 za 15-01-1368, door S.J.M.M.
Ketelaars
Denkinus gnd Clinkaert wonend in Casterle
[Kasteren] droeg over aan zijn zoon Johannes alle goederen die aan hem gekomen
waren na overlijden van Mechtildis gnd Pilters evw
Theodericus Water.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, BP 1175 f 033r 14 do 30-03-1368, door
S.J.M.M. Ketelaars
Ghevardus, Wautgherus en
Eligius gnd Loij, kvw Johannes van Casterle
[Kasteren], verkochten aan hun broer Johannes van Casterle
de helft van een stuk land van ½ mudzaad, in Boxtel,
ter plaatse gnd Kasterle
[Kasteren], beiderzijds tussen voornoemde Johannes van Casterle,
belast met grondcijnzen.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 029r 08 do 15-06-1368, door S.J.M.M.
Ketelaars
De broers Ghevardus, Wautgherus
en Eligidius gnd Loij, kvw Johannes van Casterle, verkochten aan hun broer Johannes van Casterle de helft in 2 stukken land die waren van wijlen
voornoemde Johannes, in Boxtel, ter plaatse gnd Kasterle [Kasteren], bij de watermolen, (1) tussen Everardus bv voornoemde broers enerzijds en voornoemde
Johannes van Casterle anderzijds, (2) tussen hr Arnoldus van de Broek priester enerzijds en voornoemde
Johannes van Casterle anderzijds.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 069v 06 ±do
06-07-1368., door S.J.M.M. Ketelaars
Godefridus zv Baudewinus gnd van den Molengreve droeg over aan zijn zoon Johannes een erfpacht
van 9 lopen rogge, maat van Boxtel, met Lichtmis in Boxtel te leveren, gaande
uit een stuk land van 7 lopen rogge, gnd die Lange Strepe, in Boxtel, ter plaatse gnd
Groot Liemde [Liempde], tussen Heijlwigis
gnd van Collenberch
enerzijds en Johannes zv Lijsa
gnd Tielen anderzijds, aan voornoemde Godefridus verkocht door Lambertus zvw
Johannes gnd Monic van Vrilichoven.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 016v 02 vr 10-03-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Hr Arnoldus Nouden kanunnik
van Den Bosch gaf uit aan Zebertus zvw Zebertus gnd
van Collenberch een stuk land gnd
Land van den Berge, in Boxtel, ter plaatse gnd Groot Liemde, tussen een gemene weg enerzijds en Nijcolaus gnd Coel
Wautghers zoen en Baudewinus
zv Heijlwigis Lemkens zoen
anderzijds; de uitgifte geschiedde voor de cijnzen die eruit gaan en thans voor
een erfpacht van 1 mud rogge, Bossche maat, met Sint-Andreas in Den Bosch te
leveren.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 073r 10 do 13-04-1368., door S.J.M.M.
Ketelaars
Johannes zv Theodericus van
der Heijden verkocht aan Jacobus zv Jacobus gnd Lith....ghe 1/5 deel in een
huis en tuin, eertijds van wijlen Heilwigis gnd van Collenberch, in Boxtel,
ter plaatse gnd Liemde
[Liempde], bij de plaats gnd Hamsvoert
enerzijds en Elizabeth gnd Aerts anderzijds, welk 1/5
deel voornoemde wijlen Heilwigis aan voornoemde
Johannes vermaakt had, belast met grondcijnzen.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 104r 10 vr
28-04-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Arnoldus gnd Liben zoen van
Lijemde verkocht aan Willelmus
Loijer een n-erfcijns van 40 schelling geld, met
Pasen te betalen, gaande uit een beemd gnd die Prange, in Boxtel, ter plaatse gnd
Liemde [Liempde], tussen Henricus gnd
Heijnmans zoen enerzijds en Johannes gnd Rutghers zoen anderzijds.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 017v 05 za
11-03-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Godestodis dvw Henricus Spruijts van Liemde droeg over
aan haar broer Willelmus Spruijt
alle goederen die aan haar gekomen waren na overlijden van haar ouders, gelegen
ter plaatse gnd Liemde
[Liempde]
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 033r 10 do
30-03-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Wellinus van den Stadeacker
verkocht aan zijn broer Rutgherus van Stadeacker een stuk beemd in Boxtel, ter plaatse gnd Liemde [Liempde], tussen
Bartholomeus Theoderici enerzijds en de gemeint anderzijds, strekkend met een eind aan voornoemde Rutgherus van Stadeacker en met
het andere eind aan Eligius gnd Loij
Lutens zoen, belast met de grondcijnzen.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 014v 02 ma
07-02-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Gerardus gnd van Heze
verkocht aan mr Johannes van Liemde
[Liempde], tbv het ziekenhuis van Den Bosch, de helft
in 3 stukken land van 10 lopen rogge Bossche maat, in Hintham, (1) in die Erten, tussen erfgoed van Sint-Clara enerzijds en Tielmannus metter Hant anderzijds, (2+3) de beide andere op de plaats gnd Straetgrave, tussen Henricus
van Enghelant, zoals de stukken behoorden aan wijlen
Henricus gnd van Heze,
belast met 8 penning paijment.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 009v 06 wo 26-01-1368,
door S.J.M.M. Ketelaars
Gerardus Hacke bakker verkocht aan Willelmus gnd Coelner
(1) de goederen gnd Bobbelaar
in Sint-Oedenrode, naast goederen gnd Bobbenagel, met de gebouwen, (2) een hofstad in
Sint-Oedenrode, ter plaatse gnd Kremselaar,
(3) 8½ bunder land ter plaatse gnd Liemder Geweilde [Liempde],
tussen de gemeint van Sint-Oedenrode enerzijds en de
hertog van Brabant anderzijds. De goederen gnd Bobbelaar en de hofstad waren belast met 9 oude groot 10
schelling 8 penning gemeen paijment, en 4 pond oude
cijns. De 8½ bunder waren belast met 6 oude groten b-erfcijns per bunder.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 33 door Jan Toirnkens
parochie Bucstel, ter plaatse Casterle
[Kasteren]
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, door S.J.M.M. Ketelaars
Johannes zoon van Willemus genaamd Coertroc de Buctel en Joseph zoon
van Baudewinus genaamd Van den Molengrave, man van Aleidis dochter van wijlen voornoemde Willelmus
maakten een erfdeling. Voornoemde Johannes kreeg 1-4 deel van de korenmolens
genaamd te Casterle [Kasteren, Liempde] en Aucsel [Antsel, Liempde] en van
de oliemolen; voorts kreeg hij alle erven die hij tegenwoordig bezit.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 093r 04 do
10-02-1368, door S.J.M.M. Ketelaars, pag. 98 regesten
Ghevardus de Casterle
[Kasteren] verkocht aan Reinerus Willems bakker een
erfcijns van 30 schelling, met Lichtmis te betalen, gaande uit 4,5 bunder broek
in Boxtel, ter plaatse Liemde [Liempde]
genaamd Wijchmans Broek, tussen Johannes
Houbben enerzijds en en
voornoemde Johannes Houbben en Johannes Teij anderzijds, reeds belast met 1 oude groot
erfcijns per bunder.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 97, datum
23-02-1368 door Jan Toirkens
Jan Willemssn. Cortroc en Joseph
Boudewijns vanden Molengrave man van Aleit Willem Cortroc, krijgen bij een deling ieder ¼ e deel der
waterkorenmolens te Casterle
[Kasteren] en van een oliemolen aldaar en alle erven, die zij al in bezit
hebben.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 102v door
S.J.M.M. Ketelaars
Ghevardus zoon van wijlen Johannes de Casterle verkocht aan Reinerus
genaamd Willems bakker een erfcijns van 30 schelling, met Lichtmis te betalen,
gaande uit 4,5 bunder broek in Boxtel, ter plaatse genaamd Wijchmans
Broek, ter plaatse Liempder Woud, tussen
Johannes Houbraken enerzijds en Johannes Teij
anderzijds, reeds belast met een erfcijns van 30 schelling aan de koper en 1
oude groot erfcijns per 1/2 bunder broek.
1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 104, door Jan
Toirkens
Lyemde:
beemd "die Pranke"
1369 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 179. d.d.
15-03-1369 door S.J.M.M. Ketelaars
Daniel genaamd Luwe zoon van wijlen Danijel genaamd
Luwe de Vlimen, man van Hilla
deden iets met een aandeel in (1) een huis en tuin in Boxtel ter plaatse Kasteren,
tussen Danile genaamd ... kart enerzijds en Erardus de Casteren en Johannes (?) ...... anderzijds, (2)
..... ...... tussen Yoseph enerzijds en Johannes Cortroc anderzijds (rest onleesbaar).
1369 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, mf6 D 13. fol.
191v. d.d. 20-06-1369 door S.J.M.M. Ketelaars
Willelmus zoon van Johannes de Berze,
bakker droeg over aan zijn broer Nijcholaus (1) de
Veldakker, in Boxtel ter plaatse Liemde
[Liempde], 7,5 lopen rogge groot tussen Elizabeth Arnoldi
enerzijds en die Heuvelstraat anderzijds, (2) 6 lopen roggeland aldaar in de
akker genaamd die Westakker, tussen een weg ter Hazeldonk enerzijds en Johannes genaamd Teije anderzijds,
(3) 3 lopen roggeland aldaar in de akker genaamd die Veldakker, in het
achterste einde daarvan gelegen, tussen een sloot die reikt af van een zijde
van voornoemde Veldakker enerzijds en Henricus genaamd de Lenenshoevel
[Lennisheuvel] anderzijds, (4) 1 lopen roggeland
gelegen aan de plaats genaamd Aan Gene Hoek, tussen twee sloten beiderzijds,
(5) de helft van 1 lopen roggeland gelegen ter plaatse genaamd Op die Pul,
welke erven voornoemde Willelmus kreeg na overlijden
van zijn ouders.
1369 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 197v. d.d.
16-06-1369 door S.J.M.M. Ketelaars, pag. 250 regesten.
Johannes de Casteren beloofde aan Johannes Luttelman 24 pond, 1 Vlaams groot
voor 16 penning, na maning te betalen.
1369 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 197v. d.d.
16-06-1369 door S.J.M.M. Ketelaars, pag. 251 regesten.
Johannes de Casteren verkocht aan Godefridus zooon van wijlen Andreas de Berlicum een erfcijns van 4
pond, een helft te betalen met Kerstmis en de andere helft met St. Jan gaan de
uit (1) 2,5 bunder broek in Boxtel, ter plaatse Kasteren, tussen Wautgherus Eligii (?) zwager van
verkoper enerzijds en Everardus broer van verkoper
anderzijds, (2) 6 lopen gerstland in Boxtel, ter plaatse Kasteren, naast Everardus broer van verkoper beiderzijds, (3) 6 lopen
gerstland aldaar, tussen Henricus die Hoessche
enerzijds en heer Arnoldus de Palude priester
anderzijds; de 2,5 bunder waren reeds belast met een erfcijns van 40 schelling.
...... zoon (?) van wijlenm Alardus
van den Berghe zag af van zijn recht van vernaderen.
1370 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, pag. 55 regesten. febr.
1370 / door S.J.M.M. Ketelaars
Arnoldus Lijben soon de Lijempde verkocht aan Willelmus Loijer een erfcijns van 40 schelling, met Kerstmis te
betalen, gaande uit een beemd in Boxtel, ter plaatse genaamd Liemde [Liempde] tussen Henricus genaamd Heijnmans soen enerzijds en Johannes Rutghers
soen anderzijds, belast met een halve vracht hooitiende om het jaar.
1370 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, pag. 205 regesten. febr.
1370 / door S.J.M.M. Ketelaars
Arnoldus Lijben soen
verkocht aan Willelmus Loijen
een erfpacht van een halve mud rogge, Bossche maat, met Lichtmis in
's-Hertogenbosch te leveren, gaande uit 4 lopen roggeland in Boxtel, ter
plaatse genaamd Liemde [Liempde] tussen
Johannes Rutghers soen
enerzijds en Johannes de Meijelsfort anderzijds.
1370 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, pag. 274 regesten. okt. 1370
/ door S.J.M.M. Ketelaars
Lambertus zoon van wijlen Ioannes Monic
verkocht aan Johannes Noijde een erfpacht van 1 mud
rogge, Bossche maat, met Kerstmis in 's-Hertogenbosch te leveren gaande uit (1)
een stuk land genaamd die Braak, in Boxtel ter plaatse genaamd Liemde [Liempde], tussenJohannes
(?) zoon van Rutgherus Beiderzijds, (2) een beemd
achter voornoemd stuk land gelegen, (3) een stuk land genaamd Vier Hornok Stuk, aldaar tussen erf behorend aan de H. Geest van
Boxtel enerzijds en de gemeint anderzijds, (4) een
tuin genaamd Reiners Hof, 1 lopen rogge groot, belast met de grondcijns en een
tiend vracht hooi om het jaar.
1370 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, mf8 A 05. fol. 246v;
pag. 303 regesten. 02-12-1370 / door S.J.M.M. Ketelaars
Eligius Loij zoon van wijlen Alandus
genaamd Alant van den Berge verkocht aan Henricus genaamd Coele
en Nijcolaus genaamnd Coel zoon van wijlen Wautgherus
de Lijemde een erfpacht van 1 mud rogge, Bossche
maat, met Lichtmis in 's-Hertogenbosch te leveren, gaande uit 1 mudzaad roggeland in Boxtel, ter plaatse Liemde [Liempde] nabij de plaats Berg, tussen
kinderen van wijlen Johannes de Berze beiderzijds,
reeds belast met grondcijnzen.
1370 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, mf8 A 09. fol. 248v;
pag. 319 regesten. 19-12-1370 / door S.J.M.M. Ketelaars
Johannes zoon van wijlen Jordanus genaamd Codse verkocht aan Arnoldus Hoernken
ten behoeve van Johannes Spiker zoon van wijlen Theodoricus Spiker een erfpacht
van een halve mud rogge, Bossche maat, met Kerstmis in 's-Hertogenbosch te
leveren, voor het eerst over 1 jaar, gaande uit 2 stukken land, 4 lopen groot,
in Boxtel ter plaatse Liemde [Liempde],
(1) tussen Henricus zoon van Henricus Mans soen enerzijds
en wijlen Heijlwigis de Collenbergh
anderzijds, (2) nabij de watermolen van Alsen [Antsel], tussen Theodoricus Meus soen enerzijds en Metta de Leemputten anderzijds, reeds belast met de cijns
aan de Heer van Boxtel.
1371 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, pag. 26, regesten.
datum: 13-02-1371 / door S.J.M.M. Ketelaars
Johanens van der Laerscot
verkocht aan Henricus genaamd die Hoessche een
erfpacht van 1,5 mud rogge, Bossche maat, met Lichtmis in 's-Hertogenbosch te
leveren, gaande uit de navolgende erven gelegen in Boxtel ter plaatse Groot Liemde [Liempde], (1) een stuk land tussen Everardus zoon van Everardus Lichtwegghe enerzijds en beemden aldaar, (2) een stuk land
tussen Wilhelmus de Laerscot enerzijds en Ghibo de Laerscot anderzijds, (3)
een stuk land, tussen voornoemde Ghibo beiderzijds,
(4) een stuk land aldaar ter plaatse het Gelookt,
tussen voornoemde Everardus enerzijds en voornoemde
Wilhelmus anderzijds, (5) 1/4 in 8 vrachten hooiland ter plaatse genaamd Breukerbeemd, eertijds van voornoemde wijlen Everardus Lichtwegghe, (6) 1/4
van 2 bunder heide aldaar, tussen Theodoricus zoon
van wijlen Bartholomeus zoon van Theodoricus
enerzijds en de gemeint anderzijds, reeds belast met
grondcijnzen.
1371 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 248v, door Jan Toirnkens
Groter Lyemde, bij de
watermolen van Alsen (watermolen huidige Meulekensweg).
1371 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 251v, door Jan Toirnkens
Lyemde, die Zeeltacker
1371 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 263v / door
S.J.M.M. Ketelaars
Antonius zoon van wijlen Johannes genaamd Laet van
der Donc verkocht aan Wolterus
Rijt (1) 1/8 bdeel in 1,5 bunder beemd, in Schijndel,
ter plaatse Eilde [Bodem van Elde], tussen de gemeint enerzijds en Wautgherus
de Casteren anderzijds, (2) de helft in een tuin te Boxtel, ter plaatse Kasteren
[in Liempde], tussen voornoemde Walterus Rijt enerzijds en Willelmus
Sniders ter plaatse Kasteren, tussen voornomede Willemus Sniders enerzijds en Henricus Roden anderzijds,
voornoemde 1/8 deel belast met grondcijnzen.
1371 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, mf8 C 13, fol. 264v / datum: 24-04-1371
door S.J.M.M. Ketelaars
...kinus Luwe de Vlimen
droeg over aan Everardus zoon van wijlen de Casteren
1/7 deel in (1) een voertke, in Boxtel ter plaatse Kasteren
[in Liempde], tussen Johannes de Casteren beiderzijds, (2) een stuk land in
Boxtel ter plaatse Kasteren, tussen hr. Arnoldus de Palude
enerzijds en voornoemde Johannes de Casteren anderzijds, (3) in een stukje land
genaamd Die Brake, aldaar, tussen voornoemde Johannes
enerzijds en een gemene steeg anderzijds, (4) een streep land, aldaar, ter
plaatse die Nieuwe Bunder, tussen voornoemde Johannes enerzijds en voornoemde Everardus zoon van wijlen Johannes de Casteren anderzijds,
(5) 1/2 bunder beemd aldaar ter plaats Nieuwe Bunder, tussen voornoemde
Johannes enerzijds en voornoemde Everardus
anderzijds, (6) een stuk erf, deels beemd, deels heide, genaamd Sassen Bunder,
ter plaatse Eilde [Bodem van Elde], tussen Wautgherus de Casteren enerzijds en voornoemde Johannes
anderzijds.
1371 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, mf9 A 2, fol. 285 / door S.J.M.M.
Ketelaars
Aleijdis dochter van Godefridus
Dunnecop weduwe van ?. droeg over aan Theodoricus Zoetmelc een erfpacht
van tien zester rogge minus 1 spint, uit(?) een
erfpacht van vier mud rogge, met Lichtmis te leveren, gaande uit goederen
genaamd(?) Ten Velde. [te Liempde] Theodericus
zoon van wijlen Theodoricus genaamd Zoetmelc beloofde aan voornoemde Aleijdis
ten behoeve van haar en ten behoeve van haar zoon Godefridus,
verwerkt door voornoemde wijlen Godefridus, een
erfpacht van drie lopen, ? spint rogge, Bossche maat, met Lichtmis in Den Bosch
te leveren, gaande uit de helft in de goederen genaamd Sweenslaken,
die waren van voornoemde wijlen Gerardus, gelegen deels in Erp en deels in
Veghel.
1371 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 285 / door dr. Geertrui van Syngel
Dirk (Theodoricus), zoon van wijlen Dirck (Theodoricus ) Zoetmelc, zoon van wijlen Rudolf (Rodolfus)
genaamd Bruijlant, heeft erfelijk verkocht aan Arnold
Hoernken ten behoeve van Margareta genaamd (onleesbaar,
Ketelaars veronderstelt Spiker) een erfpacht van
10 sester rogge minus 1 spint (Bossche maat), te
leveren met Lichtmis (2 februari) in Den Bosch uit de goederen genaamd Ten
Velde gelegen in Liempde, welke erfpacht toekwam aan (wijlen) Rudolf Bruijlant ? die hem toekwam door de dood van wijlen Gerard Mostart en zijn vrouw Jutta.
Datum (vlgs S.J.M.M. Ketelaars:)
29 oktober 1371
1372 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, april, 1372, pag. 58 regesten /
door S.J.M.M. Ketelaars
......Faber zoon van wijlen Jacobus de Halle en Johannes Postken
verkochten hun deel in een erf (?) in Boxtel ter plaatse genaamd Kasteren
[in Liempde], tussen Wolterus genaamd ....lie beiderzijds.
1372 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 252, vrijdag na
Driekoningen door Jan Toirnkens
Joseph
Boudewijns vanden Molengrave koopt ¼ van
de waterkorenmolen van Casteren [Kasteren], van de wateroliemolen van Casteren [Kasteren] en van de
watermolen van Autsel (watermolen huidige Meulekensweg) in Lyemde van Jan Buckinc (?)
1373, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: februari 6
Ghevart van den Venne, Loy
van den Berghe, Henric Heynenmanssoen,
Coel Wantghers, Jan Meydensvoert, Joseph die Moelner,
Godevart Jans Crommensoen,
schepenen van Liempde, verklaren, dat Arnt Janssoen van Gunterslaer verkocht
heeft aan Jan geheten Rotart, zijn natuurlijke
broeder, een akker land, geheten Heerlaersche Ecker [Hezelaarse akker?] , gelegen te Liempde tussen Mette Sporbosche en Jan heer Aelbrechtssoen.
1377 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, pag. 32 regesten / door
S.J.M.M. Ketelaars
.... zoon van Ghislebertus genaamd de Berselaer (?) gaf uit aan Mathijas
....... 1/4 deel in 4 stukken land in Boxtel ter plaatse genaamd Vrilikhoven [Vrilkhoven,
Liempde], (1) tussen Jacobus Lambrechts soen de Vrlichoven enerzijds en Jacobus .uijsken
anderzijds, (2) genaamnd dat ..... tussen kinderen
van Johannes ...... enerzijds en ...... de Meijelsfoert
anderzijds, (3) onleesbaar, (4) onleesbaar; de uitgifte geschiedde voor de grondcijnzen
en thans voor een erfpacht van een half mud rogge, Bossche maat. Er is een
bepaling met betrekking tot de wegen die over deze goederen lopen. ..... Rutgherus (?) man van Oda ...... gaf aan voornoemde Mathijas zijn 1/4 deel uit. ...... ....... dochter van
wijlen (?) Theodoricus van der Heijden gaf aan
voornoemde Mathijas haar 1/4 deel uit. ....... ......
zoon van wijlen Adam van der Heijden (?) man van ..... ......gaf aan voornoemde
Mathijas zijn 1/4 deel uit.
1377
BP 1175, fol.150r. door dr. Geertrui van Syngel
Willem van Meyelsvoert en Jacob, zijn broer, kinderen
van Jan van Meylsvoert, verkopen erfelijk aan Walter Delyensoen een erfcijns van 10 pond uit 3 bunder in de
jurisdictie van Liempde … en uit 2 bunder weiland naast de plaats genaamd Vellaer.
1379 BP 1181, fol. 21, door dr. Geertrui van Syngel
Wilhelmus zoon van wijlen Willem xxx heeft zijn vijfde deel dat hem toegekomen
was door de dood van Willem xxx in de goederen genaamd Goed Ten Assche, als mede in drie bunder gelegen xxx in genoemde xxx
op de plaats genaamd Vellaer tussen het
erfgoed van de Heer van Boxtel enerzijds en het erfgoed van Jacob xxx die
eertijds van Jan van Achel waren, gelegen xxx.
Wilhelmus zoon van wijlen Willem heeft zijn vijfde deel erfelijk verkocht aan
Arnout zijn broer.
1379 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 116, door Jan Toirnkens
Lyemde, de plaatse "Laerscot"
1379, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: april 17 .
Willem van den Velde, Jonghe Ghevart
van den Venne, Pauwels Heynemanssoen,
Jan van den Assche, Laurens van Autmolen
en Zebrecht van Collenberch,
schepenen van Liempde, verklaren, dat Oude Jan Meyensvoert
verkocht heeft aan Jan Roetart, de landen die hij
heeft in Smaelwarteest [Smalder?],
Diepeneest en Droghen onder Liempde.
1380, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: augustus 9.
Johannes Scrage en Johannes de Wynsel,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, zoon van wijlen
Henricus de Luyssel, en Nycholaus
de Luyssel verkocht hebben aan Johannes Roetart, twee stukken weiland, gelegen in de parochie
Boxtel in Groter Liempde in de Pranghe
[Prangen], tussen Bartholomeus, zoon van Johannes Rutgherssoen,
en Heylkinus Enghelen.
ARA
Brussel Rekenkamers toegang I 008. Inv. nr. 45086
Jaar 1380
Bartolomeus filius Joannis Rutgeri habet Primo Arnoldus filius Heynmans pro Reynkino filio Elye III ob nov item idem de communitate VI den nov item Arnoldus van den Per
pro Joanne den Monic I den nov item Aleydis relicta
Eligii de Monte de communitate
nunce vicinorum de [ mogelijk is hier de nuntius mortalis
of sterfelijk laat van de gemeynt bedoeld] Liemde
de novo receptur XX sol nigris item Arnoldus filius Liben[?] pro Wilhelmo Luttelman
de communitate
XII den nov Johannes Merke et Henricus Piper habent item Boudewinus filius
Elisabet de Rielant pro Arnoldo Hondertpont VI den nov item idem I ob pag item Bertholomeus filius
Johannis filii Rutgeri de hereditate quondam Reynkini filii Elie II 1/2 ob nov item idem de communitate VI den nov item dominus de Boxstel
de Mosvenne XII den nov pro parte
ducis item idem vanden Tofvenne XI 1/2 den
nov P1210739 item Delia relicta
Gevardi filii Johannis de Casterle de domo ten Bleke II den pag item Elisabeth filia Alberti de Hoenberch III den nov item Elisabeth Boudekini de parte orti prope
Aben I den nov item eadem pro Jacobo
gener Gevardi de loco Nussenstat 1 den pag item Elisabeth filia Godefridi de Zonne I den pag item eadem de communitate
XI 1/2 den nov item Gerardus filius Hessels pro Boudekino de Rure II pull Gertrudis relicta et liberi item Giselbertus filius
Everardi de Laerscot III
ob nov Elisabeth soror Godefridi item Godefridus filius
Henrici van den Loe de Regenmortel I den pag item Godefridus filius
Lamberti consanguineus Boudekini de Liemde I pull item Henrick Collart
III ob nov relictus est
post mortem Mechtildis uxoris item idem de merica VI den pag item Idem adhuc I den nov item Henricus filius Alberti de bonis
ante Laerscot VI
sol nov item Heylwigis van den Per de communitate III sol nov P1210740 item Henricus de Maren de communitate
VII den nov item Henricus gener Arnoldi Hondertpont de hereditate quondam Arnoldi predicti
II den nov I ort pag item Henricus filius Henrici filii Engule de Vrilichoven II den
nov item Idem de vytfangh IIII den nov
Item de communitate VI sol nov item Johannes filius Sporbossche I den nov item idem ex parte Lamberti
Odenen I den pag item Johannes Troestken pro Elisabeth filia Mette Wouteri I den pag item Johannes filius Mette de Wonsel pro Johanne filio Goeswini textoris i den pag Heiliwigis filia item Johannes Tye I den pag item idem de hereditate Theodorici de Vrilichoven I den
pag item idem pro Johanne filio Heylwigis II den pag Boudewinus filius Gerardi domini Alberti item Jacobus Lichtwegge de hereditate Gerardi sarratoris II den pag item Johannes Merke de hereditate quondom Arnoldi Hondertpont IIII den
nov 1 ort pag item Katerina de Hoenberch
III den nov P1201741 item liberi Mette Spoerbosch
II den nov Wilhelmus van
den Velde item liberi Henrici
Mennekini de merica III
den nov item liberi Johannis
filii Heynmans pro Heylwige
filie Aleydis I den nov heredes item Metta relicta
Henric van den Scoet de
agro dicto Scoet- acker
I den nov Relicta et Jacobus eius filius item Paulus filius Heynmans de communitate XII den Henricus filius habet item relicta Henricus filii Engule de Vrilichoven et Henricus filius
II den nov item eadem de vytfangh
IIII den nov item eadem de communitate
VI sol nov item Rutgerus filius
Joannis pro Henrico Turnout II den pag item idem de communitate VI den
nov P1210742 item Thomas filius Boudekine
de Rure I pull item Truda filia
Johannis dicti Corverzoen
[Conenzoen/Correnoen?] I
den pag item Wilhelmus filius Arnoldi van den Per III den nov Arnoldus filius Liben habet item Wilhelmus Luttelman de communitate
XII den nov item vicini de Liemde
de communitate per
Ludingum de Aggere
X sol nov item Wilhelmus van den Velde pro liberis
Henrici Mennekens de merica Zonne |
1381 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 19v, door Jan Toirnkens
woensdag na
't oktaaf van Petrus en Paulus
Eligius,
genaamd Loy vanden Berge Alardszoon draagt op aan
zijn natuurlijke dochter Elizabeth een huis en hof ( vroeger van Lodewijck Kelner) in Lutterlyemde
onder Bucstel tussen Jan vander
Velde en Jan Proest van Bucstel, een stuk land aldaar
tussen Jan Proest en Jan vander Velde, een stuk land
aldaar tussen Gerit Wolfs en Willem Spruyt, een stuk
land "in die Brake" aldaar tussen Jan vander Velde en Joseph Grietensoen,
een stuk land in een veld, dat vroeger was van Jan vanden Stadeacker
in Groter Lyemde
tussen Henrick van Uden en de gemeynt.
1381 Helmondse
cijnsregisters Liempde 1381-1396
(RHCe 12063-283 cijnsregisters Liempde 1381-1396)
12063
Heerlijkheid Helmond, cijnsregisters Liempde 1381 -1396 (door
Hein Vera)
Census in Lyemde solvendis prima die post festo
remigii mane [ in de marge aantekeningen betreffende de hoogte van de
cijns 2 oude d en 2 nieuwe] Primo Arnoldus filius Arnoldus de Piro de hereditate Henrici Sporbossche de no II d
Wilhelmus de Campo Item Arnoldus filius Joannis de Meyelsvoert de no
XI d de hereditate quondam
Henrici Sporbossche Item Arnoldus filius Jutte dicta[?] Puer[orum] de no II d de bonis quondam
Henrici Meijlsvoert Item Arnoldus et Heinricus Viri de no I d de domo et orto Barth Idem de no V d et de vet I d de hereditate
quondam Joannis Item Agnes de Collenberch de vet IIII
d de hereditate
Henrici Collenberch eadem de no VI d de bonis prope
de Hamsvort suo Elisabet
filia Laurentii filii Joannis de Oudemolen eadem
XII d de hereditate Zeberti
de Collenberch de Hamsvort item Arnoldus filius Henrici Viri de no VII d de domistadio Aleijdis de Vrielichhove Idem
de no VI d de [hereditate] [quondam] Arnoldi
van den Orse Nondonis quondam Heile de Vrielichove marge: liberi IIIIor
Henrici item Arnoldus filius [Henrici ??] Scutken iunior de no IX s
de Rekendonc Boudewinus
filius Govardi item Baldewinus filius [Godefridus] de
no IIII d de ortalo [Arnoldi Ollen] item de no ... Jacob ... quondam
Ge[vardi?] item Baldewinus filius
Elisabeth de Rielant de no III d de hereditate Goswini de Re[genmortel] item Boudewinus filius
Elizabeth de Rielant de no IIII d de hereditate
liberi Henrici de Loe Fol.
13v (scan 0028) Census in Liemde Relicta
et liberi Godefridus
de Geldrop item dominus Johannes scolasticus miles de no I
d de piscatura Liberi liberi marge: VI d no van de uytfang item Elisabeth filia Alberti de Hoernken de no
IIII d de orto? de hereditate Laurentii
predicti Item Ghiselbertus Wlling
filius Theodorici Wlling de no II
1/2 s de hereditate
quondam .... item Godefridus Schenkel et Ghiselbertus Schenkel de Buscho
de npvo II? d de hereditate Everardi de [Acht] item Gerardus filius domini Alberti de no XIIII d de hereditate
sua iuxta Vlaspreide Item Goswinus de Via Lapidea de Buscho de no XV d Relicta de Meyensvort et Aleydis
de Bieclaer Fol.
14 (scan 0029) Census in Lyemde Item Gerardus dictus Vosken die louwer de Buscho de no
VIII s de Rekendonc marge V d no I d vet
magister Jacobus Item Ghyselbertus de Laerscot de vet VI d de no III ob Item Heilwigis filia
Stevens de no XVI de hereditate relicta
en liberorum Arnoldus Puerorum
[ der Kinderen], Arnoldus filius Ottonis Fol.
14v (scan 0030) Census in Liemde (83-134) Item Johannes filius Tvoestken de vet X d de hereditate
sua in Vrielichove. Heijlwigis Teijen filia Johannes Teijen Idem de bonis Theodorici de Vrielichoven de nov VIII den (97) Item Jutta filia johannis
Coenen sone ad opum heredii de no I de orto (28) Item Johannes filius Arnoldi Teyen de no XI d item Johannes filius Ghibonis de Collenberch de vet
IIII d de hereditate Henrici
Reghenberch item de no VI de bonariis
prope Hamsvort sito Idem de no XII d de hereditate
Zeberti de Collenberch de bonariis in Hamsvoort quondam Zeberti [of Henrici?] de Collenberch (65) Item Johannes filius Jordani dicti Gods de vet II d (58) Item Jacobus de Manso de no VII
1/2 d Item Jacobus de Hamsvort de hereditate Alberti dicti Reghenmortel, de no XV d Petrus filius Aleydis Item Jacobus filius Lamberti de Vrielichoven de no
V d de vet I d de hereditate Joannis Item Johannes filius Ghevardi de Vonne [staat er] de vet IIII 1 /2 d de hereditate liberi Ghevardi de Venne Item Johannes van de Hoertt de no V d Item Johannes filius Delien de no XXI
1/2 d de hereditate pueri Mechtelde de
Leemputten Item Johannes filius Merte de Woencel de no VII d de
orto Mole Item ohannes filius
Merte de Woencel Idem de vet II d de hereditate Aleide de Campo Fol.
15 (scan 0031) Census in Liemde (65) Item Jacobus filius Jacobi de Vlasspreide, de vet IIII d. de domo
et orto suis
in Vrielichove Fol.
15v (scan 0032) Census in Liemde (122) II s idem III d idem 1 d
1 d vet Fol.
16 (scan 0033) Census in Liemde (136 VI de vet) Item relicta Woltheri Duutis et liberi eius de vet V 1/2 d de hereditate Wilhelmi Mathye (10 lot III s IIII) Item relicta
et libri Arnoldi Puererorum de no VII s
1 d de bonis Heinrici de Fine ( Joh Lobken X d f 75 X d relicta et libri 70 Xperini/Xperiani II s III)
Iidem de no X d (Heijlwig fi
Stevers 37) Iidem de no
III ob (Johannes Rotarts XI d) Iidem de no VIII d (Johannes Lobken IIII d) Iidem de vet VII 1/2 d (Petrus fol
100 [ is ws nieuwe blz]
III d [komt na de volgende ws zoon]; Johannes
Roetarts III 1/2 d 100 [ is ws nieuwe bladzijde] IIII d vet’ III / suo? X s VI 1/2 d de no) Johannes Lobken VI d) Iidem de no XII d de orto de Valle (Johanns Rotarts VI d f
38 I 1/2 d f: 100 1 d no f: 75 II d 76 I 1/2 d) [overgeslagen] Relicta Pauli fillli Henrici Viri et Jacobus filius eius de novo 1111 d de hereditate
Petri Hille quondam Pauli
predicti Elizabeth
filia (F vet Vz 14 III d) Item relicta et liberi Johannis filii Arnoldi de Piro de vet V 1/2 d Iidem
de no III d de domistadio suo
Item relicta et libri
Henrici filii Henrici Scutkens de no III? s
de Rekendonc quondam Henrici predicti (L: 10 de no vd dominus Heijmeric de Campo) Item relicta Heymerici filii Heymerici de Boect de no V d de domistadio
Mette Roveri yep Item relicta et liberi
Ghiselberti de Laerscot
de vet VI d de no III ob de hereditate Ghiselberti de Laerscot (43 IIIII d) Item relicta et liberi Ghevardi de Venne de vet IIII 1/2 d Item relicta et liberi
Wilhelmi filii Mali Abi de ver II d (III d III d) Item relicta et liberi Gerardi de Loe de no III
d de hereditate Arnoldi Molleken et de no III de hereditate
Spruets Item relicta et liberi
Ghevardi filii Johannis de Casteren de IIII d et de vet II d de heriditate
Johannes filii Merte de
Woensel (13) Item relicta et liberi Henrici Rufi de Boextel et Conengundis soror eius de no II 1/2 de bonariis Clinecardi in Elde Item Rutgerus filius
Henrici Voskens [
invoeging: generi Loyen]
de no III de heriditate Godefridi
Schenkel, quondam Everardi
de Vucht. (29) Item Rutgherus filius Johannis de no II d I ortde domo & orto te Collenberch (III)(29) Idem de no III d de hereditate
Wilhelmi de Campo Item relicta Katharina Johannis de Piro filii Lyze de no V d (88 III d 89 IIId) Item relicta et liberi
Wautgherie filii Johannis de Casteren de no II 1/2 s et I d de hereditate quondam [Woltherie Ghiben
?] (115 I d ) Item relicta Johannis filii Zeberti de no I d de Oden Boschelken
91 IIIII 49 IIIII (7 IIII ) Item relicta et liberi Joannis de Bijchlaer de vet XI d de hereditate
Joannis de Bruxella Iidem
de vet XI d de earum heriditate (44 I S xx ) Item relicta Eligii de Monte de vet I d de no I d de hereditate Marie matris sue 2 liberi Arnoldi Coppelman (59 III d) Item relicta Arnoldi Coppelman et liberi eius de no III d de quarta parte VIII bonariorum siti juxta altam platheam
(Hoogstraat) (24) Item relicta Bartholomei
de Meghe van den cule de
no IX s de bonariis suis Item relicta et liebri
Chrispiani/Chrispiniani filii Arnoldi der Kynderen de no II
s VIII d de hereditate Chrsipini/Chrispiani predicti Item relicta Boudewini
filii Elisabeth de Rielant
de no IIII d de hereditate Baldewini
de Rielant quondam Goeswini [de Reghenmortel] Idem de no III de de hereditate liberi Gerardi de Loe Fol.
16v (scan 0034) Census in Liemde Item relicta Jacobi de Monte de vet II
1/2 d (77 III d vet) marge: liberi Jacobi de Monte videlicet Jacobus Maria et Fissia
solverunt eadem
de no III s IX d de palude quandom
Gerardi de Aa (53 I s I d / 86 II s I d / 89 I s I
d) eadem
pro Hermano Cloyale de no
VII 1/2 d (74 X d no) eadem
de hereditate in Laerscot
de no II 1/2 d Item Severinus filii Laurencii Candelitor et Mechtildis filia Johannes Nonde (noudonis? Nederlandse
vorm) de vet IIII d de hereditate Johannis Ghibonis de Collenberch, no
VI d de bonariis Item Symonis filius
Johannis Moens de no III 1/2 d de domo et orto Johannis maritis [ doorgehaald predicti] Mechtilde quondam Johannis de Collenberch (92 IXX d vet) Item Spirtus sanctus [
klassieke afkorting, zie Cappelli 'Abbreviature blz 346] de Boextel de vet IX d Item Sacharyas filius
Rotarte de no V d de hereditate
Lamberti Monchi et de no
V d et de vet I d de hereditate Henrici
filii Henrici dicti de Vrilchoven (de no III 51) Item Theodoricus de Hezelaer, de no
III d (120 VI d vet) Item Theodoricus filius Roetarts de vet VI d de hereditate
Elizabethe de Piro (91 XVI d no; 120 III d no) Idem de no XVI d de Huenredonc Idem de no III d de hereditate
Wilhelmi filii Conegundis (lib?
T: 26 I d / T: 113 XVII d) Item Thomas filius
Boudekini de Liemde, de
no I d de bonis Johannis de Hoemborch.
et de no XVII d de palude Gerardi
de Aa. (T:34 V de I ort / 54 V d I ort) Item Wilhelmus filius Arnoldi de Piro de vet X 1/2 d
de bonis Mette Josephs Item Wilhelmus filius Aleydis de Bijchlaer de no XI d
de hereditate quondam Henrici Sporbossche (123 VI d no) Item Wilhelmus filius Heinrici Spruit de no VI d de hereditate
patris sui (T: 1 III s I d 120) Item Wautgher filius Johannes de Casteren de no III s I d de hereditate Joannis de Casteren ( de ves II de 102) Item Wilhelmus filius Rodolphi de no I d dimidio prato iuxta Hamsvort quondam Zeberti de Collenberch Relicta Item Wilhelmius filius Mali Abi de vet II d Item Wilhelmus de Campo de no II d et
de vet II d et de no I 1/2 d de hereditate Arnoldi filii Arnoldi de Piro, (vet IIII 101) Item Woltcherus maritus Heilwichis de Piro de vet IIII [III 1/2]d uten
Cromme Strepe tot Vrielichoven (II d no / VI d VI d /
III d) Item Woltherus Coelborner
iunior de no II d de hereditate
Mette de Rodenborch Idem de no XV d pro Alberto filio quondam
Alberti filii Idem de no XII d de hereditate Johannis filii Henrici de Achel Item Wilhelmus filius Johannis de Meyelsvort de Reghenmortel, de no XV de hereditate
Wolteri Coelborner junior
Item Woltherus filius
Arnoldi de Essche de no
VI d de hereditate liberorum
Joannis filii Arnoldi van den Ors, quondam Heile de Vrilichoven (XXXIII s IX d) Item vicini de Lyemde de no XXXIII s IX d de palude
quondam Joannis de Beke Item Chrispinus/Chrispinianus
filius Arnoldi der Kijnderen de no II s IIII d de hereditate
relicte et liberorum Arnoldi Puerorum Item Zebertus de Collenberch
de no XII d van Luden Velswinkel
( Wilhelmus filius Rodulphi) Idem de no XII d de eadem hereditate. Idem de no {doorgehaald II] I d de prato sito juxta
Hemsvort Idem de vet VI d de domistadio ten Collenberch Item Zebertus filius
Heinrici de Collenberch
de no VI d de dimidio bonario
prope Hemsvort |
1381 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 208, 2 mei, door
Jan Toirnkens
Henrick Henrics
die Man van Lyempde geeft aan zijn broer Arnt een stuk beemd in Lyemde
tegen een cijns op St Maarten van 6 pond en 8 schilling ( en de lasten).
1381 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 218v, door Jan Toirnkens
donderdag na
St Gielis? Lyemde, beemd "Breuckelwinckel"
aan de Dommel bij de moelen "Audsel".
1381 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 218v, door Jan Toirnkens
donderdag na
St Gielis?
Lyemde, Voertbeemd
voor de molen van Audsel aan de loop "Runne" (nu Grote Waterloop).
1381 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 220v, door Jan Toirnkens
donderdag na
Lambrecht
Henrick Henrick
Mans soen verpacht aan Lambrecht die Monic 5 buunder hei voor 't
"Perrie" in de parochie Bucstel,
tussen Claes Coelbornre en de gemeynt,
voor 1 ½ mud rog, op Lichtmis in Den Bosch te leveren. ( last: 3 oude groten
aan de heer van Bucstel) Lambrecht zet als pand: een
stuk beemd in Lyemde.
1381, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781,
inv. 283 Sint-Oedenrode (283-5, blz. 1, folio 12 v)
Cijnsregister 1381-1406
Waltherus de Risinghen de veteri
XV denarii de hereditate
Arnoldus filius Arnoldus de Casteren
1381, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781,
inv. 283 Sint-Oedenrode (283-4, blz. 11, folio 11 v)
Cijnsregister 1381-1406
Liberi Elisabeth relicta
Gerardus Cornets de veteri
IIII denarii de hereditate
Hermannus Pellisitis de veteri
IIII denarii de hereditate liberi Ermgardis de Dumo dicta 't Fossenhoel
Liberi Arnoldus filius
Arnoldus de Casteren de veteri XV denarii
1381, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781,
inv. 283 Sint-Oedenrode (283-4, blz. 11, folio 11 v)
Cijnsregister 1381-1406
Johannes vander March? de bonario juxta Cranendonc
de novi II stuivers quondam
Petrus Gertrudis? cum suis attinentiis
Johannes filius Wolterus de
Villenbraken de veteri VIII denarii
de hereditate Eligius de Spanct
de domistadio Ada de Casteren quondam Margareta de Beke IJda filia Johannes de Espendonc et Heilwigis filia Rosemonts de novi XI denarii et ort de bonis De Goude
1381, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781,
inv. 283 Sint-Oedenrode (283-4, blz. 9, folio 10 v)
Cijnsregister 1381-1406
Eligius filius Eligius de Spanct
de veteri II denarii de hereditate Margareta filia dominus Thomas Eligius de Spanct
de veteri VIII denarii de domistadio Ada de
Casteren quondam Margareta de Beke
1381, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781,
inv. 283 Sint-Oedenrode (283-3, blz. 12, folio 6)
Cijnsregister 1381-1406
Liberi Gerardus filius Ghibonis de Casteren
de novi XVIII denarii de hereditate in Elde
1381, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781,
inv. 283 Sint-Oedenrode (283-3, blz. 12, folio 6)
Cijnsregister 1381-1406
Liberi Arnoldus filius
Arnoldus de Casteren de novi II denarii de hereditate Waltherus Sartoris
1382 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 236v, door Jan Toirnkens
zaterdag na
't oktaaf van Driekoningen
Leunis van Langvelt verkoopt aan Willem Waerloes
een korentiend in Lyemde,
welke jaarlijks rijdt tegen een tiend van heer Henrick
van Mordrecht, ridder, aldaar.(Leunis had een tiend
gekocht van heer Diederick van Huerne, heer van Pereweis en van Cranendonck, ridder (en heer van Herlaer-Gestel).
1382 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 238v, door Jan Toirnkens
donderdag na
Paulus' bekering
Jacob Jan Jordenssoen van Bucstel verkoopt
aan Claes van Luysel een cijns van 4 pond, te betalen
op Kerstmis, uit de akker "die Pasche" in Lyemde.
1382 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 262, door Jan Toirnkens
donderdag na
't oktaaf van Sacramentsdag
Hilla, weduwe van Henrick
Wert, en haar zoon Steven verkopen aan Ghijbrecht Vullinc 't goed
"die Haseldonc" in Lyemde. Dat goed was vroeger van Elizabeth Yuwijns,
grootmoeder van voornoemde Steven. (last: grondcijnzen)
1382 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 265v, door Jan Toirnkens
donderdag na
Margriet
Jan Henrics van Achel draagt op aan
jonkvrouw Henrick, weduwe van Willem Bastart van Bucstel, een cijns
van 1 oude grote, welke Jan Jansz van Meyelsfoert
beloofd had aan Jan van Achel te betalen op St. Remeys, alsmede 3 ½ brabants dobbel, welke Jan van Meyelsfoert
beloofd had aan Jan van Achel te betalen op Andries
uit de helft van een veld "Priemsbuenre" in Groterlyemde.
1383, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: januari 27
Pauwels Heynemanssoen, Coel
Wantgerrsoen, Jan van den Assche,
Ghevart van den Venne, Zebrecht van Collenbergh, Rutgher Janssoen en Mathys Libenssoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat
Loye, zoon van wijlen Jan van Casteren, verkocht heeft aan de kinderen van
wijlen Ghevart zijn broeder, zijn deel van een kamp
land, geheten de Heydekamp, gelegen te Liempde in Dyentvelt
[Dienstveld?], tussen Lambrecht Monycs en Lysbethen Arnt der Kynderen wyf.
1383, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: juli 21.
Jan van den Assche, Ghovart
van den Venne, Zebrecht van
Collenberch, Coel Wantgherssoen, Rutgher Janssoen en Mathys Lybensoen,
schepenen van Liempde, verklaren, dat Pauwel Heynemanssoen
verkocht heeft aan Jan Roetart van Liempde, een stuk
land, gelegen te Liempde tussen Willem van den Velde en Johan Aleyttensoen van de Laerschot.
1383, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: juli 26
Ghevart van den Venne, Jan
van den Assche, Coel Wantgherssoen, Pauwels Heynemanssoen,
Zebrecht van Collenberch, Rutgher Janssoen en Mathys Libensoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Willem van
den Velde verkocht heeft aan Jan geheten Roetart van
Liempde, een stuk land, gelegen onder Liempde, tussen de koper en Yde
Jansdochter van Bychghelaer.
1383 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 302, door Jan Toirnkens
maandag na Jubilate
Engbrecht van Baex draagt op aan Henrick,
natuurlijke zoon van wijlen heer Henrick van Baex, zoon van voornoemde Engbrecht,
een pacht van 1 mud rog uit land "die Hoevelacker"
in Luttellyemde onder Bucstel,
en uit die "Laeracker"aldaar. ( Wouter Mariensoen van Lyemde had die stukken verkocht aan Engbrecht.)
1383 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 320v, door Jan Toirnkens
parochie Bucstel, ter plaatse "Wedehage" bij "die Hogestrate"
1383 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 320v, 27-08-1381
door Jan Toirnkens
Gerit nat.
zoon wijlen heer Gerit van Bucstel koopt een pacht in Wedehage, Bucstel.
1383 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 322, door Jan Toirnkens
Leymde,
" 't goet ten Acker"
(de pachter
Jan van Vinckenscoet moet elk jaar uit een veld in Eilde [Bodem van
Elde] 15 "boenre-royen pleckenlinck
"steken" en die turven moeten een "hamervoet" dik zijn)
1383 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 330v, door Jan Toirnkens
donderdag na
Ontvangenis
Jan Jan Moenszoon verkoopt aan Henrick
Wellenssoen van Wetten een pacht van ½ mud rog op
Lichtmis te leveren in Den Bosch, uit 5 lopense land
in Onrade onder Bucstel
tussen Goeswijn de Wever en Loy van
Casteren [Kasteren].
1383 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1177, fol. 45, door Jan Toirnkens
Eligius geheijten Loij
van Casteren
[Kasteren], schoonbroer van wijlen
Jacop sn. Jacops Coster.
1384 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 336, 14-01-1384
door Jan Toirnkens
Gerit nat.
zoon wijlen heer Gerit van Bucstel koopt land op Zavendonc in Eilde
[Bodem van Elde].
1384 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1177, mf3 E 05 fol. 110v. /
website Jan Toirkens / Donderdag 17-03-1384.
Voornoemde Gertrudis dochter van wijlen Walterus
genaamd Coelborner, wv Rodolphus zoon van Henricus genaamd Priems
en haar zoon Walterus gaven uit aan Engbertus zoon
van wijlen Lambertus de Ertbruggen een stuk beemd in
Boxtel, ter plaatse genaamd Liempde, ter plaatse genaamd Vellaar, tussen heer van Boxtel enerzijds en Nijcholaus genaamd Coelborner
anderzijds; de uitgifte geschiedde voor 2? oude groot, aan de heer van Boxtel,
en thans voor een erfcijns van 4 gulden hellingen en 6 Holland plakken, te
betalen met St. Maarten. Ter meerdere zekerheid stelde voornoemde Engbertus tot onderpand een erfpacht van ? mud rogge, maat
van Oirschot, die Johannes de Helmont hem met
lichtmis levert, gaande uit erfgoederen in Oirschot, ter plaatse genaamd Best,
nabij Godefridus van der Hoeven.
1384 / BOSSCHE ENCYCLOPEDIE (zie ook Inventaris van het Oud-Archief van het
"Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door
J.M. van Rooij, pag. 127)
Vestiging
erfcijns land en beemden Boxtel-Casteren
Wautgerus van Casteren
t.b.v.
Arnoldus Hoernken
van:
erfcijns 20 schelling
uit:
een stuk land gend. DIE PUTACKER in Boxtel in de
jurisdictie van Liempde
OP SAVENDONC [Savendonk] en twee stukken in
CASTEREN [Kasteren] achter de watermolen aan de DOMMEL
lasten:
één OPPER hooi afwisselend uit beide beemden te leveren aan N.N.
Nr
944 | 30 juni 1384
1385 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1177, fol. 254 door Jan Toirnkens
Ghevart ... (onleesbaar).. moet jaarlijks in de 4 pachtjaren van
de verpachter Jan Gerits
Vos een roede moer in Huysvenne steken en drogen en naar Den Bosch brengen in verpachters huis ofwel in plaats daarvan een keer per jaar
met kar en paard een vracht voor verpachter brengen van Den Bosch naar Luik. (de verpachters hoeve lag in Lyemde)
1386, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: december 13
Pauwels Heynemanssoen, Ghevart
van den Venne, Willem van den Velde, Jan van den Assche, Zebrecht van Collenbergh, Rutgher Janssoen en Mathys Lybenzoen,
schepenen van Liempde, verklaren, dat Jan, zoon van wijlen Gherart van den Loe, verkocht heeft aan Jan (Roetart), natuurlijke zoon van wijlen Jan van Ghunterslaer, de goederen, welke hem aanbestorven zijn van Beele zijn moeder, gelegen te Liempde in Ghevarts beemden van den Venne.
1386
/ SCHOUTSREKENINGEN ARA BRUSSEL, inv. nr. 3015b door Henk Beijers
in Lyemde GHEERTIE JAN AELBERTS SOENS
dochter van erftalen gheyffent xlv s.
1387/ BOSCH’ PROTOCOL BP 1178 f73v / door
dr. Geertrui van Syngel
Dirck Buc, zoon van wijlen
Godeschalk van der Sporct, man en wettig voogd
van Eesse, zijn vrouw, en Hendrik Buc,
zoon van Dirck Buc, man en
wettig voogd van Elisabeth, zijn echtgenote, dochters van Hendrik van Uden,
verwekt door Hendrik en Hadewich, hebben een hoeve
genaamd t Goet te Velde (afkomstig) van
wijlen Bartholomeus, gelegen in de parochie van Boxtel in de plaats Liempde,
samen met alle aangehorigheden van het genoemde goed,
alsmede uit (op de fotocopie niet duidelijk of
hier het woord de staat, wat uit betekent, of dat het doorgestreept is. Dit is
van belang voor de interpretatie: in het ene geval wordt de hoeve met 18 bunder
in erfpacht gegeven, in het andere geval bestaat de hoeve uit 18 bunder) 18
bunder land in dezelfde plaats genaamd Liempde gelegen en
grenzend [mogelijk staat hierna nog een onleesbaar woordje] aan Hendrik Pauli, zoon van Hendrik genaamd @ en Hendrik Boudekenssoen en Fyssia van den Berze, zoals daar de 18 bunder gelegen zijn. Zij (Dirck Buc, Henrik Buc, Eesse en Elisabeth)
hebben de hoeve genaamd 't Goet te
Velde in erfpacht gegeven aan Arnold/Arnoud van den Dike
en Wellinus Wellenssoen van
Acht, door hen erfelijk te bezitten voor alle onraet,
die wijlen Bartholomeus en Berthold, zijn broer (of zijn zoon, moeilijk te
lezen op fotocopie), jaarlijks rechtens gewoon
waren te betalen, alsmede voor een erfpacht van zestien en een halve mud rogge
Bossche maat, erfelijk op Lichtmis te geven. Genoemde Dirk en Hendrik Buc hebben zeven bunder van wijlen Bartholomeus, zoon van
Dirk, gelegen in de parochie van Boxtel op de plaats genaamd Liempde, tussen
het erfgoed van Willem van de Velde enerzijds en het weiland van Arnold
van den Perre anderzijds (hierna staat nog iets bovengeschreven dat ik op de fotocopie
niet kan lezen), tegen een erfcijns gegeven aan Wellinus
Wellenssoen van Acht, door hem erfelijk te bezitten
voor alle onraad daaruit jaarlijks te voldoen alsmede voor een erfpacht van 4
mud rogge Bossche maat, erfelijk te geven op Lichtmis.
1388, / BOSCH’ PROTOCOL BP 1178 fol. 217v / door dr. Geertrui van Syngel
Henrick Buc, zoon van Dirck Buc, zoon van wijlen Dirck Buc heeft de helft
die hem toekomt in een erfpacht van vier mud rogge (Bossche maat) erfelijk
te voldoen uit 7 bunder die van Bartholomeus was, zoon van wijlen Dirck, gelegen in de parochie van Boxtel op de plaats
Liempde, tussen het erfgoed van Willem van den Velden enerzijds
en tussen het erfgoed van Arnold Van der Perre
anderzijds, Welke 7 bunder Henrick Buc en Dirck Buc,
zoon van wijlen Godfried van der Sporct, in
erfpacht gegeven hadden aan Willem Willemszoon van Acht, namelijk voor alle
lasten daaruit jaarlijks te voldoen alsmede voor de voornoemde erfpacht van
vier mud rogge.
1388, / BOSCH’ PROTOCOL BP 1178 fol. 225v / door dr. Geertrui
van Syngel
Henrick, zoon van Willem van de Velden heeft drie
bunder weiland in de parochie van Boxtel onder de jurisdictie van Liempde op
de plaats genaamd in Wychmansbroeck [Wichmansbroek] overgedragen aan Jan, zijn broer.
1389 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1178 f254 / door dr. Geertrui
van Syngel
Gertrudis, dochter van wijlen Walter genaamd Coelborner, weduwe van Hendrik Priem, met haar voogd, en
haar zoon Walter, hebben een erfcijns van vier gouden penningen genaamd gulden
hellingen en zes penningen genaamd oude plakken ook hellingen, die Engelbertus, zoon van wijlen Lambert van Eertbruggen gewoon was aan Gertrudis
en haar zoon Walter te betalen op Sint-Maarten uit een stuk weiland/beemd,
gelegen in de parochie Boxtel op de plaats genaamd Liempde op de
plaats genaamd Vellaer, gelegen tussen het erfgoed
van de heer (met kleine letter) van Boxtel een de ene zijde en Nicolaas Coelborner aan de andere zijde, welk stuk land Gertrudis en Walter in erfcijns gegeven hadden aan
genoemde Engelbert (zoon van Walter van Eertbruggen)
voor twee oude groten en voor een kwart van een oude groot aan de heer van
Boxtel daaruit te betalen, alsmede voor een erfcijns van 4 gulden en 6
plakken nieuw daaruit te betalen, alsook uit een erfpacht van 1 mud rogge Oirschotse maat die Jan van Helmond gehouden was erfelijk
te betalen op Lichtmis aan genoemde Engelbert (zoon van Walter van Eertbruggen) uit erfgoederen in de parochie Oirschot op
de plaats genaamd Best, naast het erfgoed van Godfried van der Hoeven, welke
pacht van 1 mud rogge genoemde Engelbertus samen met
het genoemde stuk weiland voor de aflossing van de cijns als onderpand had
gesteld, zoals in de schepenoorkonde staat, verkocht aan Nicolaas van Beerze en
overgedragen met schepenoorkonden en het recht. Zij (Gertrudis
en Walter) hebben de erfcijns (van vier gouden penningen genaamd
gulden hellingen en zes oude penningen genaamd oude plakken ook genaamd
hellingen die Engelbrecht zoon van Walter van Eertbruggen
gewoon was aan Gertrudis en haar zoon Walter te
betalen) verkocht aan Nicolaas van Beerze
1389 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1178 f279v / door dr. Geertrui van Syngel
Elisabeth, dochter van wijlen Arnoud van Westfalen, met haar voogd, heeft een
erfcijns van 10 pond en 1 oude Tourse groot uit een erfcijns
van 32 pond, welke cijns van 32 pond de heer Willem van Boxtel, ridder, zoon
van wijlen heer Hendrik van Boxtel, ridder, op Sint-Maarten moest voldoen uit
de bunders land genaamd De Weijboenre [weibunder zie boek Frits Beelen], gelegen in
de parochie van Boxtel op de plaats genaamd Lyemderwout,
tussen de gemeint van Sint-Oedenrode richting het
oosten aan de ene kant, achter de kerk van Oirschot richting het westen aan de
andere kant, grenzend met het ene eind aan de gemeint
van Liempde, welke cijns van 10 pond Elisabeth verworven had van Jan Janszoon
van Hees, schoonzoon van Willem van Mynnemeer,
overgedragen aan Mette Vilt, zoon van wijlen Hendrik Vilt.
1389, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel
datum: mei 30
Gheryt Hesselsoen, Joseph
van Casteren, Coel Wantgerssoen,
Lambrecht van den Ecker, Jan van der Laerscot en Jan Lobken, schepenen van Liempde, verklaren, dat Jan Claessoen van der Laerscot
verkocht heeft aan Jan Roetart, natuurlijke zoon van
wijlen Jan van Gunterslaer, alle beemden en groes,
die hij heeft onder de dingbank van Liempde.
1390 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1178 f270
/ door dr. Geertrui van Syngel
Hendrik Buc, zoon van Dirk Buc,
zoon van wijlen Dirk Buc, man en wettig voogd van
Elisabeth, zijn vrouw, en Hendrik van Uden, door diezelfde Hendrik van Uden en Hadewich, wijlen zijn vrouw, dochter van wijlen
Bartholomeus, zoon van Dirk, verwekt, hebben een erfpacht van 4 mud en 1 sester rogge Bossche maat uit de helft die hem toekomt in
een erfpacht van 16,5 mud rogge, erfelijk op Lichtmis te betalen uit een hoeve
genaamd 't Goet te Velde van wijlen Bartholomeus,
gelegen in de parochie van Boxtel in de plaats Liempde, en uit
alle aangehorigheden van die hoeve, alsmede uit
18 bunders land in dezelfde plaats Liempde geheten gelegen, naast het erfgoed
van Paulus, zoon van [niet leesbaar in zwart van de fotocopie]
genaamd die Man, Thomas genaamd Boudekenszoen en Fyssia genaamd van den Berge, [***] , welke hoeve
met haar aangehorigheden en 18 bunder land genoemde
Hendrik Buc en Dirk Buc,
zoon van wijlen Godschalk, [zwart op fotocopie],
man en wettig voogd van Eesse, zijn vrouw, dochter
van Hendrik van Uden en wijlen Hadewich, in erfpacht
hebben gegeven aan Arnoud van den Dijke en aan Wellinus
genaamd Wellenssoen van Acht voor de lasten genaamd onraet, die Bartholomeus en [zwart], zijn broer,
jaarlijks uit die hoeve met haar aangehorigheden en
uit de 18 bunder land rechtens gewoon waren te betalen, erfelijk verkocht aan Rodolf van den Perre.
1390 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1178 f279
/ door Jan Toirnkens
Heer Willem van Bucstel, ridder, zoon van wijlen heer Henrick van Bucstel, ridder, beurde een cijns van 32 pond uit die Weijboenre in Lijemderwout. (dus NIET vergeldt zoals ik vroeger heb
opgegeven!)
1390 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f10
/ door Jan Toirnkens
Lyemde, een stuk land "die Zitart" (daaruit: 5 ½ penning cijns aan de heer van Pereweys)
1390
/ SCHOUTSREKENINGEN ARA BRUSSEL, inv. nr. 2790 door Henk Beijers
LYEMDE
item LIJSBET EMONS van eenre dore die hare ontwildicht/ont-weldicht was die
si weder nam sonder orlof
van den here gheyffent om vii gulden
1390
/ Dorpsbestuur Sint-Oedenrode
BHIC 7633 Dorpsbestuur Sint-Oedenrode, inv. nr. 16
(of 899), datum 11 augustus 1390
De gebroeders Willelmus en Theodoricus,
kinderen van wijlen Gerardus van den Leemputten, hebben gekocht voor Gerardus
van Vladeracken en Willelmus
Scilder, schepenen van 's-Hertogenbosch, van Everardus, zoon van wijlen Johannes van der Vallen: een
erfpacht uit een huis, erf en tuin en erfgoederen in Sint-Oedenrode op Holaer en uit een kamp in dezelfde parochie op Elde en uit
een wei in Boxtel op Wedehuse. Deze erfpacht hebben
zij doorverkocht aan Johannes van Bladel, bakker. De gebroeders hebben een
vierde deel van de erfenis van hun beide nog levende ouders in onderpand
gegeven, bestaande uit een huis en hofstad genaamd ten Leemputte,
met toebehoren en gelegen in Boxtel op Casteren
[Kasteren].
1391 Spechtboek (1374-1440) 16 mei 1391 (RA
BrusseT I 333 nr. 625)
Ende vrouwe Jehanne, de
hertoghinne van Brabant, gaf den vorzegde
heren Willem de hoge herlichheit tot Liemde
in beternisse syns leens, sijne leefdage
lang ende niet langer. Des heeft hi brieven.
Inv. des chartes
et cartul. des Duches de
Brabant et de Limb. et des pays
d'Outre-Meuse. Troisieme partie. Chartes origin. et cartul. T I
(1383-1396) / A. Verkooren (inleiding en tafels door
A. Grunzweig) 625
Du
mardj es festes de la pentecouste M CCC IIIIxx et XI. Mention des lettres patentes de cette date, par lesquelles la duchesse Jeanne de Brabant donna à Guillaume de Meerhem, seigneur de Boxtel, en récompense
de ses services et en augmentation
du fief qu'il tenait d'elle à hommage, la haute
et basse justice de Liempde
en, en la mairie de Bois-le-Duc, pour en jouir sa vie durant. Henri de Ranst,
seigneur de Boxtel en eut la jouissance
plus tard. 1391, 16 mai.
1391 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f33 5
januari / door Jan Toirnkens
broeder Jan
van Arkel, prediker (O.P.) zoon van wijlen Henrick
Rode van Bucstel, verpacht aan Jan Moerken een stuk beemd in die Rubeemt
(Rauwbeemd?) in de parochie Bucstel
voor 14 lopen rog. Willem en Baudewijn doen afstand
daarvan ten bate van hun broer Jan.
1391 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f107
op Severijnsdag / door Jan Toirnkens
Henrick Janz die Moelner
van Bucstel verkoopt aan Henrick
die Wit, schoonzoon van wijlen Jan Wilgeman, een
pacht van 2 mud rog uit een stuk land "dat Berckerot"
op Onrode in Bucstel tussen
Willem Mijnnemeer en Aelbrecht
vanden Dijc; uit een beemd in 't Hilsbroec
aldaar tussen Willem Mijnnemeer aan beide zijden; uit
een stuk land, een hof en een wei aldaar aan elkaar gelegen tussen Willem
Mijnemeer en Elisabeth vanden Everbossche; en uit een
akker op Zelissel tussen Hozen-kijnderen
van Casteren [Kasteren] en de
kinderen van Lambrecht van Hoelt. ( de panden zijn
belast met een grondcijns, ¼ meyeverken, een maatje wijn en 1 zester gerst).
1391 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f111
op 2 november / door Jan Toirnkens
Goosewijn Moedel zoon van wijlen Bertout
Dircssoen verkoopt aan Ghijsbrecht
Wouters vanden Berghe, Zebrecht Laureijnsz
vander Hamsvoert en Jan Bathen soen vander
Laerscot al het hout genaamd "doefhout"
(behalve het wilgenhout) staande binnen het hek van een veld behorende
bij 't goed "te Bychelaer" in Lyemde. Voor begin mei moeten zij "te was"
hakken en voor eind mei dat hout verwijderen.
1391 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f224
op donderdag na Letare / door Jan Toirnkens
Wautgher van Casteren [Kasteren] verkoopt
aan Jan van Holaer een cijns van 50 schillingen uit
12 lopense
gerstland op Zavendonc in de parochie Bucstel.
1392, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: januari 31
Gherart Kesselssoen, Ghevart van den Venne, Coel Wantgherssoen, Willem van Bichgelaer, Jan Meydensvoert, Henric Mutssart en Laurens van Autmolen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Arnt Janssoen van den Orsse heeft opgedragen aan Lambrecht den Monyc Jan Monycssoen, Arnt Heymanssoen, Wouter Arntssoen van Essche en Beerten,
dochter van Willem Henrics van der Vlasvoert, het goed die Brake,
breder omschreven in de gevidimeerde schepenbrief van
2 mei 1360.
1392, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: maart 31.
Jan Meydensvoert, Ghevart
van den Venne, Gherart Hesselssoen, Coel Wantgherssoen, Willem van Bychghelaer,
Henric Mutsart en Laurens
van Autmolen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Gheertruyt, dochter van wijlen Jan heer Aelbrechtssoen,
verkocht heeft aan Jan Roetart van Liempde, de
helft van een stuk land, gelegen in de Heerlaersche eckere { Hezelaarse akker?]
achter het ven, tussen de koper en Heyne van Bychghelaer.
1392 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f377
5 januari / door Jan Toirnkens
Henrick Godevaerts
Dicbier verkoopt aan Mechtelt
Gerits Berwout een cijns
van 7 aude scilde, half op
St. Remeys, half op Pasen, uit een hoeve van verkoper
in Essche en uit huis en hof in Den Bosch aan de Zile; alsmede uit een pacht van 16 mud rog, welke hij beurt
uit "'t goet ten Acker" in Lyemde en uit een
veld in Eilde [Bodem van Elde]. ( Jan van Derentheren, Jan, Willem en Geryt
zonen van voornoemde Jan van Derentheren, Wouter
vanden Stoel en de voornoemde Henrick Dicbier hadden het voorschreven goed verpacht aan Reyner Jansz van Vinckenscoet
voor 16 rog..), verder uit "die Hezeacker" in Vechel en uit 3
stukken beemd in Vechel. De hoeve in Essche is belast met een grondcijns en met 2 mud rog pacht.
1392 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f391
donderdag na Misericordia / door Jan Toirnkens
Jan,
natuurlijke zoon van wijlen heer Eligius genaamd Loy vanden Aker, priester; Henrick Machielssoen, Godevaert Godevaert Vos, Corstiaen Pauwels van Lyemde en Jan Godevaerts van Broechoven
verkopen aan Ghijsbrecht Jan Ghibensoen
een stuk land in Essche tussen de straat en Jan Arnts
Buckinc. Wouter Mathessen keurt deze verkoping goed.
1392 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f393
donderdag na Jubilate / door Jan Toirnkens
Henrick Machielssoen,
Corstiaen Pauwelssoen van Lyemde, Jan
natuurlijke zoon van wijlen heer Eligius genoemd Loy vanden Aker, priester, Jan
Godevaert van Broechoven en Godevaert
Godevaert Vos verpachten aan Loy Alautssoen
vanden Berghe voor 7 jaar na kerstmis
eerstkomend alle erfenissen van voornoemde Eligius in Lyemde voor een pacht van 6 oude groten
en 3 ½ mud rog. Deze brief worde overhandigd aan Henrick
Machielssoen.
1392 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f487
/ door Jan Toirnkens
Lyemde, in Alsenre beemde
1393, BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 fol. 532 / door dr.
Geertrui van Syngel
Arnold/Arnoud van den Dijke heeft de helft (erfpacht: staat er niet) die
hem toekomt in een zekere hoeve genaamd t
Goet te Velde van wijlen Bartholomeus, zoon van
Dirk, gelegen in de parochie van Boxtel op de plaats genaamd Liempde met de
aanhorigheden van die hoeve op welke plaats dan ook gelegen, alsmede de helft
die hem toekomt in 18 bunder land gelegen in de plaats genaamd Liempde,
grenzend naast het erfgoed van Paulus, zoon van Hendrik die Man, Thomas Boudekenszoen en Fyssia genaamd
van den Berge, welke hoeve met haar aangehorigheden
en 18 bunder land Arnoud en Wellinus genaamd
Wellenszoen van Acht van Dirk Buc, zoon van wijlen
Godschalk van der Sporct en Hendrik Buc, zoon van Dirk Buc in pacht
verworven hadden, zoals in schepenoorkonden, erfelijk verkocht aan Jan
genaamd Zaest. Jan van Zaest
de koper, heeft beloofd 4x 50 Hollandse gulden aan Arnold/Arnoud van den Dijke,
de verkoper, te betalen.
1393, BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 fol. 635 / door dr. Geertrui van Syngel
[*] Van Uden heeft een jaarlijkse erfpacht van vier mud rogge en 1 sister rogge
Bossche maat uit de helft die toekomt aan Henrick en Dirck Buc, in een erfpacht van 16
mud op te brengen uit een zekere hoeve genaamd t Goet
te Velde, van wijlen Bartholomeus, gelegen in de parochie van
Boxtel in de plaats genaamd Liempde, en uit de aanhorigheden van die
hoeve, alsmede uit [gevlekt] bunder land in Liempde onmiddellijk naast het
erfgoed van Paulus, zoon van [gevlekt],
Van Uden heeft/hebben dat in erfpacht gegeven aan Arnout van den Dijke en aan Wellinus genaamd [gevlekt]
[De transactie is hier moeilijk te bepalen, omdat de tekst gevlekt is. Als
Van Uden in erfpacht geeft, dan zou er niet dedissent
kunnen staan. Dus mogelijk ontbreekt hier de eigenlijke rechtshandeling door de
vlekken of loopt de tekst nog door op de volgende folio.]
1394??, BOSCH’ PROTOCOL BP 1175 fol. 52v/ door Jan Toirkens
Groetlyemde,
ter plaatse Vlassprey
1394??, BOSCH’ PROTOCOL BP 1175 fol. 150 / door Jan Toirkens
Lyemde
rogland, dat "Huffelt"
1394, BOSCH’ PROTOCOL BP 1180 fol. 252 / door Jan Toirkens
Groter Liemde,
land “Hezenroet”
1394, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
3r, d.d. 7 februari 1394
36 Jan Wasmoet en diens zwager Henrick
zoon van Philips van Helmont, verhuren aan Jan Merc een stuk land gelegen te Liempde, genoemd de Westacker, belendend Heijlwigen Roefs, Jacop van der Hamsvoert. Hieruit jaarlijks een halve Coelsche
en een oort aan de heer van Boxtel te betalen op St. Maartensdag, verder 6 lopen rogge per jaar, maat van Den
Bosch op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per
a.s. Maria Lichtmisdag. Datum 7 februari, getuigen A. van Hal en Art van den Ors. (1394)
1394, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
6v, d.d. 1394
94 Peter van Casteren zwager van Joseph van
Casteren verkoopt (=belooft) aan Aernt van den Ors onze medeschepen een jaarlijkse pacht van een mud
rogge, maat van Boxtel binnen de bruggen te leveren, steeds op Maria Lichtmisdag, op onderpand van al zijn bezit. De schuldenaar
belooft het onderpand in goede staat te houden voor de pacht. Datum op het
feest van St. Jan, getuigen Arnoldus van Hal en Jan Andriessen. (1394)
1394, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
6v, d.d. 1394
95 Genoemde Peter (van Casteren) mag
de pacht altijd aflossen op St. Jans Baptistdag over
3 jaar tegen betaling van 20 goede oude guldens of ander goed geld. Actum als voor. (1394)
1394, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
7r, d.d. 12 juli 1394
97 Bouden Joseph van
Casteren en diens zuster Belen, samen en
hoofdelijk, verder Lambrecht de Bont, Peter van Casteren zwager van Joseph van
Casteren en verder Jan Wautgarts verkopen (=beloven)
aan Jan Andriessen onze medeschepen een jaarlijkse pacht van 2 mud rogge maat
van Boxtel, steeds te leveren op Maria Lichtmisdag in
het huis van Jan Andriessen. De schuldenaars beloven zulks na te komen. Datum
12 juli, getuigen Ghiben Sartor
en Gerit de Wolf. (1394)
1394, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
8v, d.d. 1394
123 Coel Hannen verkoopt aan Aernt
van de Beerselaer al zijn rechten en delen van een
beemd genoemd die Rubent gelegen nabij Casteren bij de molen, zoals wordt gewisseld met Laureijs van
den Hamsvoert en met Jan Vos. De verkoper belooft
alle lasten daarin af te handelen, behalve 3 oude zwarten aan de heer van
Boxtel. Datum op St. Judas en Simonsdag anno 1393
(attentie jaartal!, 28 oktober), getuigen Giben Sartor en Gerit de Wolf.
1395, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
9r, d.d. 1395
125 Willem genoemd Wautgaerts van Casteren verkoopt aan Peter Jan Scuermans
zoon van Hal een ploegrecht op de gemeijntes van Campinne en van Elle die wijlen Jacob die Cuester eerder in eigendom had. Willem belooft alle lasten
van zijn kant af te handelen. Datum op St. Pauwelsavond anno 1395. (attentie
jaartal!, St. Paulusdag= 25 januari )
1395, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
10r, d.d. 7 maart 1395
141 Henrick van Tuijthese
en diens zoons Robbrecht en Willem verkopen aan onze
lieve heer van Boxtel (=Willem van Meerhem) een huis
met alle toebehoren, gelegen te Boxtel aan de Strijpt,
belendend het huis van Heijlen Lemkens, het huis van
Minnemeers, de kinderen van heer Jacob, welk huis Henrick
had gekocht van de heer van Boxtel voor 15 oude groten jaarlijks en 10
hoenderen volgens de schepenbrief van Boxtel. Nog verkoopt hij de helft van een
beemdje gelegen achter dit huis van hiervoor, belendend de kinderen van heer
Jacob, zoals de verkoper dat had verkregen van de kinderen van heer Jacob
Custers zoon van Jan van Boxtel (?), verder van Loij
Janszoon van Casteren als man van Lijsbeth en van Lieveraerden
dochter van Jacob Cuesters, alles volgens de
schepenbrief van Boxtel. Genoemde Henrick, Robbrecht en Willem doen er afstand van en dragen de twee
schepenbrieven daarvan over en beloven alle lasten af te handelen. Datum 7
maart, getuigen Aert van den Ors, Gerit de Wolf en Dirck Scut. (1395)
1395, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: juni 6
Ghevart van den Venne, Gheryt Hesselssoen, Heynryc Mutsart, Lauwerens van Autmolen, Willem
van Bychghelaer, Jan Tay en
Willem van Meyensvoert, schepenen van Liempde,
verklaren, dat Lambrecht den Monyc aan Aleyt, weduwe van Jan Scyman, en
aan Katheryne en Mechtelt
haar dochters, heeft afgelost een vierendeel van een voeder tiendhooi, dat hij
jaarlijks uit zijn erve te Liempde placht te geven.
1395, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: juni 29
Ghevart van den Venne, Gheret Hesselssoen, Heynric Mutsart, Lauwerens van Anemolen, Willem van Bychgelaer,
Jan Tay en Willem van Meyensvoort,
schepenen van Liempde, verklaren, dat Heynryc
en Peter, zonen van wijlen Henryc die men hiet van Scoet, en Mathys, zoon
van wijlen Heynric Vyjans,
hun zwager, verkocht hebben aan Jan Roetart van
Liempde, een stuk land, gelegen op Vrillekover acker onder Liempde, tussen Willem van den Velde en Aleyt van den Berghe.
1396 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1180, f428 / door dr. Geertrui
van Syngel
Dirck Buc, zoon van wijlen
Godschalk van der Sporct, man en wettig voogd
van Eesse, zijn vrouw, dochter van wijlen Hendrik van
Uden, door Hendrik van Uden en Hadewich, dochter van
wijlen Bartholomeus, zoon van Dirk, verwekt, heeft een erfpacht van 4
mud rogge en 1 sester rogge die Dirk toekomt
uit een erfpacht van 16,5 mud rogge, welke pacht van 16,5 mud rogge genoemde
Dirk Buc en Hendrik Buc,
zoon van Dirk, zoon van wijlen Dirck Buc, gewoon waren te betalen op Lichtmis en in Den Bosch te
leveren uit een hoeve genaamd t Goet te Velde van
wijlen Bartholomeus, gelegen in de parochie van Boxtel in de plaats
Liempde en uit de aangehorigheden van die hoeve
waar dan ook gelegen alsmede uit 18 bunder gelegen in Liempde, gelegen tussen
het erfgoed van [Paulus], zoon van wijlen Hendrik die Manne, en Thomas Baudekenszoen en Fyssia van den
Berge, welke 18 bunder Dirk Buc en Hendrik Buc in erfpacht gegeven hadden aan Arnoud van den
Dyke en Wellinus Wellenssoen
van Acht, alsmede voor de onraet die genoemde wijlen
Bartholomeus, zoon van Dirk, en Bartholomeus jaarlijks uit die hoeve met aangehorigheden en uit de genoemde 18 bunders moesten
betalen, erfelijk overgedragen aan Ludolf, zoon van
wijlen Ludolf van Boemel.
1396, Sint-Jan Bouwloods 's-Hertogenbosch nr. 1205 (2318). Datum
18-12-1396
Gerardus de Wiel en Arnoldus Heyme, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Ghevardus Castoren, aan Johannes, zoon van Johannes Hoester de Luyssel, verkocht
heeft een erfpacht van een halve mud rogge, waarvan de eerste betalingstermijn
zal zijn vanaf het eerstvolgende feest van Kerstmis na het verstrijken van het
jaar uit:
1) halve bunder beemd in de parochie Bucstel in het
rechtsgebied van Lyemde [Liempde] op de plaats
Die Vloet [De Vleut] op de plaats Die Hamsvoert
tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Laurentius van der Hamsvoert aan de andere zijde,
2) huis en erf op de plaats Die Vloet, tussen het erfgoed van die kinderen van
wijlen Laurentius aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
3) 1,5 lopenzaat rogge in het rechtsgebied van Lyemde tussen het erfgoed van wijlen Gerardus Vosse aan een
zijde en het erfgoed van Willelmus de Byechaelaer aan de andere zijde.
1396, BOSCH’ PROTOCOL BP 1180 fol. 573 / door Jan Toirkens
Groet Lyemde op Beeclake
1396, BOSCH’ PROTOCOL BP 1180 fol. 587, maandag na Maria-
Geboorte / door Jan Toirkens
Gerit Baliart en zijn zoon Gerit dragen op aan Jacob van Berze van der Horst alle beesten op de hoeve in Bychelaer, Liemde, voor 3 jaar.
1396, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
14r, d.d. 1396
184 Jan natuurlijke zoon van Willem Jacobs belooft aan Henrick
en Jan als zoons van Wouter van de Vlasvoert en aan Heijlwig dochter van Wouter van de Vlasvoert,
dat de jaarlijkse pacht van 4 lopen gerst die steeds aan genoemde kinderen werd
betaald op onderpand van een stuk land gelegen onder Liempde, belendend Katarina dochter
van wijlen Jan Rutgers, verder belendend Mees zijnde de broer van Katerina, dat hij daarin zo zal handelen dat er geen lasten
voor hen ontstaan en als hij zonder wettig nageslacht sterft, dat die
gerstpacht dan versterft op genoemde Henrick, Jan en Heijlwig.
1396, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
19v, d.d. 1396
247 Aert Ruelen Biederinnen(?),
verkoopt aan Jan van Leemputte een stuk land gelegen te Casteren, belendend Aleijten Wautgerts, heer Henrick Cuesters, Jan de Clinckaert, genoemde Aleijt. De
verkoper belooft alle lasten af te handelen. Datum op het feest van ... (?),
getuigen Giben Sartor en
Johannes Rijckes.
1396 BOSCH’
PROTOCOL door Stan Ketelaars BP 1180 p 650v 08 za
23-12-1396
Godefridus zvw Henricus Posteels, gemachtigd door zijn moeder Gertrudis
Posteels, en Ywanus van Gravia, gemachtigd door Beatrix gnd
Loden wv Matheus Posteels,
maanden 3 achterstallige jaren van een erfcijns van 5 pond geld, die Johannes
van Casteren timmerman beloofd had aan Godefridus Posteel, een helft te betalen met Sint-Jan en de andere
helft met Kerstmis, gaande uit een erfgoed, 21 voet lang en 22 voet breed, in
Den Bosch, over de Visbrug, tussen erfgoed van Ghibo Scape visser enerzijds en
erfgoed van voornoemde wijlen Godefridus Posteel anderzijds, welke cijns nu aan voornoemde Gertrudis en Beatrix behoort.
1396, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
23r, d.d. 3 oktober 1396
284 Lambrecht zoon van Gijsbrecht die Bont belooft aan Willem van de Velde ten
behoeve van diens broer Johannes van de Velde, een pacht van 2 mud rogge per
jaar, maat van Boxtel, steeds te betalen onder Lutger
Lijempde op het goed van Johannes genoemd ten Eende (=Ten Eijnde). steeds te betalen op St. Remiusdag, op onderpand van 14 lopenzaad land gelegen te Casteren, belendend Gijsbrecht
Snijders, Jan zoon van Wautgaerts van Casteren. Nog
op onderpand van anderhalve bunder broekland gelegen in Eelde in een veld
genoemd den Hueschen Camp, verder uit ander bezit van
Lambrecht uit de molen van Casteren. Nog uit een huis, tuin en hofstad etc. van
Lambrecht gelegen onder Casteren, belendend de kinderen van Joseph van
Casteren, de gemeenschappelijke straat. De schuldenaar belooft de onderpanden
on goede staat te houden voor de pacht en alle lasten daarin af te handelen,
behalve een pacht van 5 en een half mud rog en 3 en een half mud gerst. Datum 3
oktober (1396?), getuigen Giben Sartor
en Johannes Rijkens (of Cijkens?).
1397, SA
Vonnisboeken (door Stan
Ketelaars) VB 1799 f 116r 14, d.d. 05-02-1397
Item Art Hoernken gelijc
als hi verboden heet anderwerf huijs ende hof ende
enen camp gelegen in die prochi van Bucstel ter stat geheijten Liemde heet hi nu verboden derdewerf.
1397, SA Vonnisboeken (door Stan Ketelaars) VB
1799 f 116v 03. ma 05-02-1397.
Item Reijner van Mechelen gelijc
als hi verboden heet anderwerf enen beemt geheijten die Beren Beemt gelegen
in die prochi van Bucstel
in den gericht van Lijemde bi die sluijze
van Casteren [Kasteren] heet hi nu verboden derdewerf.
1397, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
46r, d.d. 4 mei 1397
519 Bauden Gevarts van Casteren die men ook wel noemt van
den Dueren (?) belooft als schuldenaar op onderpand
van zijn persoon en bezit aan Didderick Jan Diddericks van Lucel en Bauden Janssen onze medeschepen ten behoeve van Didderick zoon van genoemde Didderick,
16 en een halve Wilhelmus Hollandse guldens of ander goed geld te betalen op de
laatste dag van mei over 3 jaar. Omdat Bauden geen
eigen bezit heeft in de dingbank van Boxtel, belooft hij hierbij dat hij geen
verzet zal plegen tegen deze betalingsbelofte en zal handelen zoals iemand die
hier wel *buikvast* is. Datum 4 mei anno 1397,
getuigen Bauden Janssen en Jan van Lucel.
1397, BOSCH’ PROTOCOL BP 1180 fol. 726 / door Jan Toirkens
Lyemde land "dat Broecloect" neven de erfenis der kinderen genoemd "hondert pondert ponts kijnderen"
1397, BOSCH’ PROTOCOL BP 1181 fol. 21, 09-08-1397 / door Jan
Toirkens
Willem zoon
van wijlen Willem Mijnnemeer verkoopt aan zijn broer Arnt 1/5e deel geerfd van zijn
vader en te erven van zijn moeder Katherijn, in ´t goet " Ten Assche", Bucstel en in 3 buunder beemd die
Zijldonc in Vellaer en in een beemd bij Hoggendonc.
Lasten : o.a. 1 mud rog aan Dirck van den Valchuze.
1397, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
25v, d.d. 11 april 1397
310 Jan van Leemputten belooft aan Aert van den Ors
een jaarlijkse pacht van een mud rogge, maat van Boxtel, steeds te Boxtel
binnen te betalen op Kerstavond, op onderpand van bezit in het Smaelbroeck, zoals hij heeft verkregen van Johannes Rijkens (of Tijkens?). Verder nog
uit een zesterzaad land gelegen te Casteren aan het Winckel, belendend
heer Henrick Cuesters,
wijlen Woutgers van Casteren, genoemde Art zelf. De
schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van
de pacht en alle lasten daarvoor af te handelen. Datum 11 april, getuigen Aert
van Hal en Jan Andriessen. (1397?)
1397, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
27v, d.d. 1397
328 Bauden Josephs van
Casteren, Lambrecht de Bont, Aert Minnemeer, Willem van Broeckhoven en Jan Wautgers, beloven samen aan Gerit zoon van heer Gerits van Boxtel ten behoeve van de heer van Boxtel 40 mud
roge en 50 mud gerst en 24 Bossche ponden te betalen
en wel 3 jaar lang vanwege de korenmolen die ze hebben gepacht, de helft ervan
te betalen op St. Mathijsdag en de andere helft met
St. Bartholomeusdag en het eerste jaar ervan zal zijn
St. Bartholomeusdag anno 1396. Als men deze rog etc.
niet betaalt en er daardoor schade voor de heer ontstaat, dan zijn ze daarvoor
aansprakelijk. Datum de dag na St. Jans Onthoofding (30 augustus, 1397?),
getuigen Gerit Wolf en Giben Sartor.
1397, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
27v, d.d. 1397
329 Bauden (van Casteren),
Lambrecht (de Bont) en Aert (Minnemeer)van hiervoor beloven aan Willem van
Broeckhoven en aan Jan Wautgers dat ze die zullen
vrijwaren voor de belofte uit de vorige akte. Datum op St. Jans Onthoofdingsdag, getuigen als voor. (St. Jan Onthoofding =
29 augustus, 1397)
1397, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
28r, d.d. 1397
338
Gijsbrecht Snijder vererfpacht aan Henrick Voet zoon
van Giben Voet een half huis met toebehoren zoals
Gijsbert is toebedeeld van zijn zwager Wautgher van Casteren, gelegen te Boxtel aan de
straat, belendend Aleijt Wautgerts
en haar kinderen, Henrick Moleners,
een gang daar zoals is afgepaald. De pacht bedraagt een half mud rogge per
jaar, maat van Boxtel steeds op Maria Lichtmisdag te
Boxtel binnen de bruggen te leveren ten huize van Gijsbrecht,verder
een chijns van 2 en een halve schilling aan de Broederschap
van O.L. Vrouw in de kerk van Boxtel, jaarlijks aan de kapelaan van Boxtel,
verder jaarlijks 12 deniers te voldoen. Henrick Voet
mag die helft van dat huis niet afbreken van het andere huis. Afspraak is ook
dat Jan, Gijben en Willem als zoons van Wautgart (van
Casteren) en Hillen, Lisbeth en Aleijt
als dochters van Wautgart die de andere helft van dat
huis hebben, die helft niet af zullen breken zonder toestemming van Henrick. De verkoper belooft alle lasten af te handelen,
behalve de genoemde 2 en een halve schilling per jaar en het malder rogge en de 12 penningen. ( de akte is
doorgestreept)
1397, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
28v, d.d. 1397
340 Gijsbrecht Snijder verpacht aan Henrick Voet zoon
van Giben Voet een half huis met toebehoren zoals
Gijsbert is toebedeeld van zijn zwager Wautger van Casteren, gelegen te Boxtel binnen
aan de straat, belendend Aleijt Wautgerts
en haar kinderen, Henrick Moleners,
een gang daar zoals is afgepaald.De pacht bedraagt
jaarlijks 2 en een halve schilling te betalen aan de broederschap van de O.L.
Vrouw in de kerk van Boxtel, steeds op Maria Lichtmisdag,
zoals eerder Willem Snijder die heeft vermaakt, verder 12 penningen aan de
kapelaans in de kerk van Boxtel op Maria Lichtmisdag
en tegen een half mud rogge per jaar, maat van Boxtel steeds op Maria Lichtmisdag te Boxtel binnen de bruggen te leveren ten
huize van Gijsbrecht. Verder krijgt Henrick een pad
van 4 voet breed naast de genoemde gang van Aleijt Wautgerts en haar kinderen tot aan de sloot daar achter. De
verkoper belooft alle eerdere lasten af te handelen. Henrick
als koper belooft die helft van dat huis niet af te zullen breken tenzij met
goedkeuring van Aleijt Wautgherts
en haar kinderen. Afspraak is ook dat Jan, Gijben en Willem als zoons van Wautgart (van Casteren) en Hillen, Lisbeth
en Aleijt als dochters van Wautgart
die de andere helft van dat huis hebben, hun helft niet af zullen breken,
zonder toestemming van Henrick.Actum als voor. (1397)
1398, BHIC, 221 Provinciaal Genootschap.
datum 18 april februari 1398
Akte van verlening, verleden voor Arnoldus van Vladeracken
en Engelbertus Ludinc
Pijnappel, schepenen van 's-Hertogenbosch, door Johannes Henricuszn
Hencenszn van Rode Sint-Ode, aan Andries van Ouderichem, van grondrente uit land onder Boxtel "Borselaer" [Bordelaar,
Liempde?], en uit huis met erf, in Sint-Oedenrode "Onlant".
1398,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
28v, d.d. 2 januari 1398
343 Jan en Gijsbrecht kinderen van wijlen Wautgerts
van Casteren en hun zwager Dirck van de Beerselaer beloven aan Jan zoon van Jan Coliemans
een jaarlijkse pacht van 10 lopen rogge, maat van Boxtel binnen de bruggen te
leveren op Kerstavond op onderpand van een perceel genoemd de Weedehaghe, gelegen te Casteren op de Hoogstraat
daar, belendend heer Henrick Cuesters,
Wouter Colen. De schuldenaars beloven het onderpand in goede staat te houden en
alle lasten af te handelen, behalve 40 schillingen Bosch geld, verder de
genoemde 10 lopen rogge per jaar. Datum 2 januari 1398 getuigen Giben Sartor en Jan Andriessen.
(jaartal 1398 is hier duidelijk genoemd)
1398,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
29v, d.d. 21 januari 1398
354 De schuldenaars (van Casteren)
mogen de pacht aflossen per de dertiende dag (6 januari) in de komende 2 jaar
tegen betaling van 25 gouden peters of ander goed geld. Datum de dag na St Fabiaen en Sebastiaen, getuigen
als voor. (St. Fabiaen =20 januari, 1398)
1398,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
29v, d.d. 1398
353 Wouter zoon Wouter Gijsbrechts van Casteren, verder Bauden
zoon van wijlen Gevaerts van Casteren beloven aan
Willem van de Velde ten behoeve van diens broer Jan een jaarlijkse pacht van 2
mud rogge maat van Boxtel, steeds te betale te Lutgher Lijempde op het goed van
deze Johannes, op onderpand van een akker genoemd de Zeept waar men 6 lopen
gerst op pleegt te zaaien, gelegen op Zavendonck,
belendend Jan Wautgerts, Jan van Leemputten. Nog op
onderpand van een stuk land gelegen onder
Casteren ter plaatse genoemd dat Nu lant,
belendend heer Henrick Cuesters,
de kinderen van Willem Josephs. Nog op onderpand van een stuk land genoemd de Dorenacker en uit een beemd genoemd Put gelegen aan de
gemeenschappelijke pad daar te Casteren, belendend Matheeus
van de Maede, de pad, genoemde Johannes. De
schuldenaars beloven de onderpanden in goede staat te houden voor de betaling
van de pacht en alle lasten af te handelen behalve jaarlijks een oude grote op
St. Maartensdag uit de genoemde Doerenacker
en behalve de vermelde 2 mud rogge. Datum op St. Sebastiaen
en Fabiaensdag, getuigen Giben
Sartor en Dirck Scuts.(1398)
1398, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
30r, d.d. 1398
357 Bauden zoon van Gevaerts
van Casteren draagt aan Wouter zoon van Gijsbrechts van Casteren een vordering over van 25 hollandse
guldens, die genoemde Wouter en diens broers Gijsbrecht en Jan en hun zuster Lisbeth nog aan Bauden schuldig
waren vanwege diens huwelijk. Bauden doet er afstand
van en zal alle lasten daarin afhandelen. Datum in het vigilie van Sebastiaen en Fabiaen, getuigen Giben Sartor en Dirck Scuts. (1398)
1398, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
32v, d.d. 1398
382 Genoemde
Gijsbrecht en Jan (van Casteren)
mogen het mud rogge aflossen per a.s. Maria Lichtmisdag
over 2 jaar tegen betaling van 25 Gelderse guldens die men Strampraetsche
guldens noemt, samen met de rogpacht zelf. Datum op
het feest van St. Joris, getuigen als voor.
1398, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
32v, d.d. 1398
381 Gijsbrecht en Jan zoons van Gerit Gijsbrechts van Casteren
beloven samen aan Peter zoon van Gerit Heijlen een
mud rogge per jaar, maat van Boxtel en te Boxtel binnen de bruggen te leveren
op Maria Lichtmisdag, op onderpand van een bunder
broekland gelegen te Casteren in de Wedehaghen, belendend Matheeus
broer zijnde van genoemde Jan. Heijlwig Joden en haar
kinderen. De schuldenaars beloven het onderpand in goede staat te houden voor
de pacht en alle lasten daarin af te handelen behalve een oude grote als grondchijns aan de heer van Boxtel en het genoemde mud
rogge zelf. Datum in het vigilie van St. Joris, getuigen Giben
Sartor en Jan Andriessen.
1398, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
33v, d.d. 3 mei 1398
396 Aernt van den Berselaer
draagt aan Alijt zijnde de wettige vrouw van Wautgarts van
Casteren al zijn rechten en deel over van bezit dat Aert had verkregen in
een schepenbrief van Boxtel inzake een pacht van een mud rogge dat Aert en
Willem Gobbelens van de Wiele
hadden gekocht van Wouter zoon van Wouter Gijsbrchts
van Casteren volgens die schepenbrief. Aert belooft de overdracht gestand te
doen en alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 3 mei (1398) , getuigen
Aert van Hal, Didderick Scuts
en Jan van Lucel.
1398, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 53, pag.
48r, d.d. 1398
441 Wouter zoon wijlen Wouter Gijsbrechts van Casteren verkoopt aan Aleijt wettige
dochter van Wautgart van Casteren een half mud rogge
per jaar, maat van Boxtel, steeds te Boxtel binnen de bruggen te leveren met
Kerstavond, op onderpand van een bunder broekland genoemd de Braken gelegen te
Casteren, belendend de kinderen van Willem Josephs, Henrick
Henrick Cuesters, de
gemeenschappelijke straat. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat
te houden voor de betaling van de pacht en alle lasten af te handelen, behalve
twee oude groten aan de heer van Duffel. Datum in het vigilie van (Kerstmis?),
getuigen ...., Dirck Scuts.(1398)
1398, BOSCH’ PROTOCOL BP 1181 fol. 100, 14-10-1398 / door Jan
Toirkens
Broeder
Herman van Porta Celi en
Willem. zonen van wijlen Willem Mynnemeer, Jan Janssn. van Hees man van Lijsbeth
Willem Mynnemeer en Jan Wauterssn.
van Brakel man van Margriet Willem Mynnemeer, hebben
opgedragen aan hun broer Arnt Willem Mynnemeer 1/5e deel dat Mechtelt
Willem Mynnemeer geerfd had
van haar vader Willem en zou erven van haar moeder Katherijn
in de hoeve ´t goet "Ten Assche",
Bucstel, Cleijn Lijemde en in een buunder broekland
"die Zijldonc" bij Vellaer en in een beemd bij de Hoge
Vonder.
1399, BOSCH’ PROTOCOL BP 1181 fol. 89, 03-01-1397 / door Jan
Toirkens
Jan nat. zoon
van wijlen heer Willem heer van Bucstel, geeft in
erfpacht aan Willem van Dormalen een beemd in Groter Lyemde
met de helft van de oude sloot of gracht, om ½ mud rog Bossche maat op Lichtmis
en 2 aude groten grondchijns.
Lambrecht van Luyssel ziet af van vernadering.
1399-1400
STADSREKENING ‘SHERTOGENBOSCH,
inventarisnummer 1349 (door S.J.M.M. Ketelaars)
Item des donredagen na sinte
Katelinen dach (do
27-11-1399) gecoft tegen Kerstiaen
Pauwels soen van Liemde
[Liempde] een voeder houts om XLV pl
...,. sc 45 pl
14.., BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: december 16.
Akte van .. voor schepenen van 's-Hertogenbosch, waaarbij
Arnoldus Deris van den Cloet
en zijn vrouw Sophia aan .... opdragen (?) het vierdedeel
in een beemd 'op den Run' onder de parochie Boxtel, maar de jrusidictie
van Liempde, loco dicti Munsel,
en een wei geheten 'die Voertbeemd'
1400 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1186 fol. 88v / door dr.
Geertrui van Syngel
Ludolf, zoon van wijlen Ludolf
van Boemel, heeft een erfpacht van vier mud rogge en 1 sister rogge, Bossche
maat, die aan Dirck Buc,
zoon van wijlen Godfried van der Sporct,
toebehoorde, in een erfpacht van 16,5 mud rogge, erfelijk te voldoen op
Lichtmis uit een hoeve genaamd t Goet te Velde
gelegen in de parochie van Boxtel op de plaats genaamd Liempde en uit de
aangehorigheden van diezelfde hoeve en uit 18 bunder
land gelegen in Liempde , welke pacht van vier mud rogge en 1 sister rogge Ludolf verworven had van Dirck Buc, zoon van wijlen Godfried van der Sporct.
Ludolf, zoon van wijlen Ludolf
van Boemel, heeft de erfpacht overgedragen aan Willem Bac,
zoon van Mathias van den Molengrave.
1400, BOSCH’ PROTOCOL BP 1182 fol. 69, 08-07-1400 / door Jan
Toirkens
Lambrecht Ghijben zoen die Bont verkoopt aan Willem Willems van den
Velde t.b.v. Jan Willems van den Velde ¼ e deel in de watermolens, Lijemde, Casteren [Kasteren], ¼ e in 2 bunder beemd Casteren [Kasteren] in den Wert rondom in de Dommel. ¼ e in een erf met houtwas in Luttellijemde en ¼ e
in de watermolen in Alsel (watermolen huidige Meulekensweg), Lijemde. Lasten :
40 schillingen payment en 4 mud rog en 4 mud gerst
uit het ¼ e.
1400 Tafel van H. Geest van 's-Hertogenbosch
door Ton Kappelhof. Deel V. pag. 4., 1274b, datum: 17
augustus 1400
Testament Henricus van den Cloot c.s. Erfcijns
goederen Liempde en erfpacht goederen Oss.
Voor: notaris Theodoricus Heym
van Vechel, clericus Luik
Van: Henricus van den Cloot, poorter en gehuwd met
Agnes dochter van wijlen Franco Hoefslegher. Zij zijn
gezond van lichaam en geest.
Betreft:
1. Een legaat aan de Tafel van de Heilige Geest namelijk een erfcijns van 10
pond te vestigen op de goederen geërfd of nog te ervan van zijn ouders.
2. Henricus van den Cloot heeft de helft van de onder
1. vermelde goederen vermaakt aan zijn natuurlijke dochter Sophya,
mocht zij overlijden zonder wettig nageslacht na te laten, dan vervallen deze
goederen aan de Tafel van de Heilige Geest, maar in dat geval vervalt legaat
1.; Agnes voornoemd heeft het vruchtgebruik van deze goederen.
3. erfpacht van 2 mud rogge uit goederen gelegen in het dorp [villa] Oss minus
1/3 mud rogge vermaakt aan de Tafel van de Heilige Geest.
Plaats: in het huis [domum seu
hospitium] van de Tafel van de Heilige Geest, waarin zij thans wonen in een /
de nederkamer [camera bassa];
zij plegen daar te slapen.
Getuigen: Arnoldus zoon van wijlen Arnoldus van Dijk, Albertus zoon van
Lambertus van Dynter, Johannes zoon van Luytgardis Hannensoen, Arnoldus
zoon van Crispianus.
In dorso: 10 pond goederen te Liempde; wat
later van de abdij van Averbode [Hoeve c.s. Ten Kerckhove te Liempde]
N.B.: de datering geschiedt volgens de stijl van het hof van Luik.
1400 Tafel van H. Geest van 's-Hertogenbosch
door Ton Kappelhof. Deel V. pag. 7. datum: 30 oktober
1400
Aanvulling testament Henricus van den Cloot erfpacht
ligging onbekend.
Voor: notaris Paulus Borchardis van Zulichem, priester Luik
Van: Henricus zoon van wijlen Arnoldus van den Cloot
rector sue provisor van Tafel van de Heilige Geest.
Hij is gezond van lichaam en geest.
Betreft:
Een legaat aan de Tafel van de Heilige Geest van een erfpacht van 2 mud rogge
te vestigen op al zijn goederen; al zijn overige niet reeds gelegateerde
goederen vermaakt hij aan zijn natuurlijke dochter Sophya,
verwekt bij Katherina dochter van wijlen Jordanus van der Vloet van Oerscot;
mocht zij overlijden zonder wettig nageslacht na te laten, dan vervallen deze
goederen aan de Tafel van de Heilige Geest.
Hij wenst begraven te worden bij de minderbroeders.
Bijzonderheden: Hij herroept alle eerdere testamenten behalve dat, wat gemaakt
is ten overstaan van notaris Theodoricus Heym van Vechel, met instemming
van wijlen zijn echtgenote Agnes.
Plaats: in het woonhuis van de Tafel van de Heilige Geest, in de bakkerij van
dat huis
Getuigen: Johannes van Scijndel, de bakker en zoon
van Luytgardis Hannen soen;
Arnoldus zoon van Christiani van Nuenrebeke;
Arnoldus zoon van wijlen Arnoldus van Nuenen; Rodolphus
zoon van wijlen Ghibo Vette; Johannes zoon van wijlen
Henricus Voet van Schindel; Elijsabeth
dochetr van Noutdonis; Oda
dochter van Walterus Bul; Agnes dochetr van Nycolaus Reynkini; Arnoldus zoon
van wijlen Arnoldus van Dijk, Albertus zoon van Lambertus van Dynter, Johannes zoon van Luytgardis
Hannensoen, Arnoldus zoon van Crispianus.
In dorso: 2 mud rogge uit het goed van Averbode te Liempde [Hoeve c.s. Ten Kerckhove te Liempde]
1400-1401
STADSREKENING ‘SHERTOGENBOSCH,
inventarisnummer 1351 (door S.J.M.M. Ketelaars)
Item gecoft op sente
Severijns avont (vr 22-10-1400) tegen Korstiaen (dg: -s) Pauwels soen
van Liemde [Liempde] III vierdel
eijkenre rijs om IIII sc
1401, BHIC, 1232
Illustre lieve vrouwe
broederschap in 's-Hertogenbosch, (1291) 1318 - 2005,
datum 1401-06-28.
In vigilia Beatorum Petri
et Pauli apostolorum
Mechteld, dochter van Hendrik, zoon van Jordaan van
Oirschot, heeft verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Jan Vynninc, goudsmid, voor de broederschap:
erfpacht uit Den Groten Acker in Liempde in Boxtel en uit andere
goederen daar en in Den Houwe.
1402, BOSCH’ PROTOCOL BP 1182 fol. 417v, 08-05-1402 / door Jan
Toirkens
Gerit van der
Aa verpacht voor 6 jaar vanaf Pinksteren a.s. aan Willem Wautghers
van Casteren [Kasteren] de hoeve
"tguet ter Aa ", Bucstel
om 15 mud rog Bossche maat, op Lichtmis
en 10 kapoenen, 2 zesteren raapzaad en 4 steen vlas,
tot hekelen bereid. Pachter krijgt de helft van de opbrengst van ´t eerste jaar
en aan ´t eind der pachting de helft van ´t koren van het 6e jaar. Pachter moet
een roede moer uitsteken, naar Gerits huis in Den
Bosch brengen. Last : een grondchijns.
1402, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: augustus 20
Ghevart van den Venne, Jan Colensoen, Willem van Bychelaer, Willem van Meydensvoert, Jan Godevarts Crommensoen, Jan Wantgerssoen en Henric Enghelensoen, schepenen
van Liempde, verklaren, dat Jacop van
Vrillekoven [Vrilkhoven] verkocht heeft aan
Lambrecht den Monyc, een beemd, geheten die Tyentbeempt, gelegen te Vrillekoven onder Liempde,
tussen Jan Parman Loyen Luntenssoen en Pauwel Jan Coppenssoen.
1403, Tafel van H. Geest van 's-Hertogenbosch
door Ton Kappelhof. Deel V. pag. 19. datum: 9 juni
1403
Overdracht erfcijnzen-pachten Sint-Oedenrode-Vressel, Helvoirt, Liempde onder
Boxtel, Oirschot, Aarle, Berlicum, Rosmalen, Boxtel-Lennisheuvel.
Theodoricus Buc en Nycolaus genaamd Coel zoon van
wijlen Wynricu Screynmaker.
Aan: Theodoricus van den Hoevel
zoon van wijlen Lambertus en gehuwd met Agnes en aan Henricus van den Zande
gehuwd met Gertrudis beide dochters van Godefridus Visscher en Heiligis
natuurlijke dochter van wijlen Johannes Slotel.
Van: de helft van de volgende goederen:
1. de erfcijns van 5 ponden
2. erfcijns van een oude schild
3. erfpacht van 1 mud rogge
4. erfpacht van 5 mud rogge
5. erfpacht van een halve mud rogge
6. erfpacht van 4 mud rogge
7. erfpacht van 4 mud rogge
uit:
1. een huis in de straat die loopt van de Hinthamerstraat naar de Windmolenberg
2. huis c.a. en aangelgen erfgoederen in
Sint-Oedenrode in Veretsel [Vressel] aan drie zijden
grenzend aan de gemeijnte en uit een beemd in Onstaden.
3. een stuk land in Helvoirt in Ghesel
4. het stuck c.a. Te Laer
in Arle [Aarle]
5. een stuk land gelegen in Berlicum en in Rosmalen An Die Audee
Moelen
6. de hoeve van wijlen Henricus Paep in Oirschot in
Noetellen [Notel] en uit een erfpacht van van 2,5 mud rogge, Oirschotse
maat uit een huis, schuur en hof, grenzend aan aan
Daniel van der Noetellen, priester, en uit een beemd in Oirschot naast de Langendyck en nog uit een erfpacht van een halve mud rogge,
Oirschotse maat uit een stuk land met zijn gebouwen
en uit een beemd genaamd Jan Bollaerts Beemd en uit
een beemd aldaar genaamd Die Blaecbeemt en nog uit
een erfpacht van 10 l. uit een stuk land naast de kerk van Oirschot en ten slitte uit vier lopense rogland grenzend aan het erfgoed der Joffrouwen
Erfgenamen Van der Noetellen en nog uit een akker in Boxtel in Lenneshovel [Lennisheuvel]
7. Zeven bunder erfgoed in Boxtel in Lyemde
[Liempde].
Deze renten zijn gekocht door de transportanten in hun kwaliteit van executeurs
van het testament van wijlen Johannes Slotel met het
geld gekomen van de huizen van Johannes voornoemd in de Zadelmakersstraat.
Voorwaarden: Mochten Agnes en Gertrudis streven
zonder wettig nageslacht na te laten, dan vervallen deze goederen zoals bepaald
in het testament van Johannes Slotel voornoemd aan de
Tafel van de Heilige Geest
1403, Tafel van H. Geest van 's-Hertogenbosch
door Ton Kappelhof. Deel V. pag. 20, nr. 1325a,
datum: 12 juni 1403
Overdracht goederen Theodoricus van den Hoevel zoon van wijlen Lambertus en gehuwd met Agnes en aan
Henricus van den Zande gehuwd met Gertrudis beide
dochters van Godefridus Visscher en Heiligis natuurlijke dochter van wijlen Johannes Slotel.
Aan: Henrius Matheeus ten
behoeve van Tafel van de Heilige Geest.
Van: 1/5 deel van de op 9 juni 1324 genoemde goederen [zie hierboven] [O.a.
Zeven bunder erfgoed in Boxtel in Lyemde
[Liempde]
1403, BOSCH’ PROTOCOL BP 1181 fol. 205, 12-10-1403 / door Jan
Toirkens
Lambrecht Ghijsbrechts die Bont heeft opgedragen aan
Boudewijn Josephssn. van Casteren de helft van de
helft van de molens (van wijlen Willem Willems Cortroc
van Casterle) in Casterle
{Kasteren], verder ¼ e deel van land en houtwas,
Boxtel, Lutgherlyemde aen
die Vorst. Lasten : ¼ e deel der lasten uit de molens aan de heer van Bucstel, ½ mud rog aan Henrick
Pauweter.
1403, BOSCH’ PROTOCOL BP 1181 fol. 208v, 24-10-1403 / door Jan
Toirkens
Jan Wautgerssn. van Casterle
[Kasteren] verkoopt aan Willem Willems van den Velde t.b.v. diens broer Jan van
den Velde, den Nennensacker, Lyemde,
Casterle [Kasteren], land "dat Schildeken"aldaar, een streep land aldaar en 1/8ste
deel in drie molens in Casterle [Kasteren]. Lasten grondchijnsen
uit de landerijen, pachten en cijnzen aan de heer van Bucstel
uit 1/8ste deel van de drie molens.
1403, BOSCH’ PROTOCOL BP 1183 fol. 89, 15-02-1403 / door Jan
Toirkens
Jan nat. zoon van heer Willem, heer van Bucstel, geeft in erfpacht aan Willem van Dormalen een beemd in Groter
Lijemde.
1403, BOSCH’ PROTOCOL BP 1183 fol. 105v / door Jan Toirkens
Jan Perman nat. zoon van wijlen Eligius geheiten
Loy Luntenssoen, man van Lijsbeth
Zeghers van der Heyden (Lijemde).
1404-1406 / SCHOUTSREKENINGEN ARA BRUSSEL,
inv. nr. 12990 door Henk Beijers
van DIRC VAN LYEMDE die
JONG ALEITEN VOSS ten Bosch ontscaicte daer mede waren GHERYT VANDEN LAER, JAN HERMANS ZOEN, JAN
VAN WABRAKEN (?), JAN VAN STRYEN ende GOESWIJN VAN ELEKEM DIE JONGHE ende vuerdense met hem tot Arlebeke in
DIRCS ROVERS heerli¬cheit ende om dat sy anxt hadden dat sy daer aen
ge¬broect hedden als die scoutheit meynde dat sy deden, soe werden sy daer om vluchtich
uten lande van Brabant, mer
om dat arme gesellen waren, soe
heeftse die scoutheit laten
punten om beden wil van goeden luyden om lxviii licht
gulden valent v l. ii s. gr. linkermarge
[dubieuze interpretatie]: doorslagen om dat onredelic
is ende heeft Roeloeft sijn
brie¬ven weder gecrigen
vanden selven lieden soe
dat si staen op hoer vorste voers.
alst blijct by brieven van geloefte des voirs. Roelof hem overgegeven dair
inne geloeft dat
.........¬.... brieven vanden .....in mijne heerlicheit
verwaert ende sijn heerlicheit in mijns heren hant geset van welken somme DIRC VAN
LYEMDE voirs. gevangen was ende opten
HUZE TOT RIXTEL gelevert ende is by
nacht utghebroken
Van
JAN GHYSBRECHTS SOEN van Lyemde, GOESSEN natuerlic soen MOELS VAN DER DONC, AERT ARNTSSOEN VAN IECKENDONC,
GHERT GHERTSSOEN VANDER LAER, AERT WILLEMSSOEN ende HENRIC AERTSSOEN die van
live ter doot bracht hadden JAN PETER CLAESSOEN in
enen gevechten mids ongevalle
met enen boge geschoten tot Lieshout in dronckescape, dair om sy vlochtich slants
worden ende selver egheen goet achter en lieten ende onder HER DIERC DEN ROVER tot
Aerle wonende waren mer metten lantrecht
bedwongen worden, also dat sy
metten wederpertien soenden
also datse die schouteit oec met hem heeft laten
poenten ter bede ende by
rade sHEREN VAN HELMONT, GOESSEN VAN BERKEL, MOEL
VANDER DONC ende vele goeden manne om clviii arnems guldenen valent xxviii l. xix s. iiii d.
gr.
1405, BOSCH’ PROTOCOL BP 1184 fol. 106v, 2 april / door Jan
Toirkens
Erembrecht Lodewijckssoen
vander Scoervoert, man van Katherijn Jan vanden Callenberch
verkoopt aan Willem vanden Velde ten bate van diens broer Jan vanden Velde een voer tiendhooi uit die Haverbeempt in Lyemde tussen die Dommel en die gemeyn
Beemt. (dat hooi moest daaruit vroeger geleverd worden door wijlen heer Eligius
geheten Loy vanden Aker, priester, wijlen Eligius geheten Loy Luntenssoen en wijlen Eligius geheten Loy vanden Bergess aan Jan
vanden Callenberch
1406,
RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond,
1300-1781, inv. 284 Sint-Oedenrode (284-17, blz. 4,
folio 19) Cijnsregister 1406-1421
Johannes filius Walterus de Vrijllenbrake
de veteri VIII denarii ex hereditate Eligius de Spanct de domistadio Ada de
Casteren quondam Margareta de Beke
1406,
RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond,
1300-1781, inv. 284 Sint-Oedenrode (284-14, blz. 3,
folio 1 v,) Cijnsregister 1406-1421
Arnoldus filius Petrus de Fonte
de novi VI denarii et de veteri I ob et ort ex hereditate quondam Godefridus Fennen
Idem de novi IIII denarii
ex hereditate quondam Udela
Idem de novi XVIII denarii
ex hereditate in Elde quondam
liberi Ghybonis de Casteren
Idem de novi XVIII denarii
et de veteri II denarii I ort ex bonis Tonlande quondam
Henricus de Merlaer
1406
RCHe 12063 Heerlijkheid Helmond-284 cijnsregisters
Liempde 1406-1420
Cijnsregisters
Liempde (door Jan Toirkens) ======================22-r====================== 1406.001.
Agnes filia Everardi de Meyelsfoert ex hereditate
Willelmus Coelborner junior dictam
Wilhelmi de Meyelsfort, III den. novo (=nieuwe en latere bijschrijving) 1406.
002. (21) Primo Arnoldi filius Johannis de Meijelsvoert
ex hereditate quondam Henrici Sporbossche,
X ½ den. nov. 1406.
003. (19) Aleijdis filia
Wilhelmi de Meyelsvoert, XII den.nov.
et ex hereditate Johannes de Bruxella,
IIIII den. vet. 1406.004.
Arnoldus fi Goswini Octoms
(Octonis?) de bonarium
quondam Henrici Reghenberch, XII den. nov. 1406.005.
Idem ex hereditate quondam Arnoldi der Kinder, XVI
den. nov. 1406.006.
Arnoldus fi Johannis Mercs de ....., I
den. nov. et II den. vet. ..... 1406.007. Aleijdis filia
Ioseph de Casteren ex hereditate
relictam et liberorum Henrica fi de Boextel ex bonarium Clynkardi in Elde, II ½ sol. nov. 1406.008. Arnoldus filius Henrici de Rilant ex bonis Nijkoli Sartoris et de Vlasspreijen et ex orto dito rect... ortim Turnouts 1406.009.
(39) Agatha fi Johannes Monachi ex hereditate quondam ... de Keysers
quondam ... Cocs (?), I ob. nov 1406.010.
Arnoldus filius Godefridi Kemps ex parte Wilhelmi de Dormalen, I
sol. nov. et XI den 1406.011.
(17) Albertus fi Zeberti de Collenberch
de patris suis juxta Hamsfoort,
I den. nov. 1406.012.
Idem de domistadis ten Collenberch,
VII den. vet. 1406.013.
Idem ex hereditate Agnes fi Everardi
de Meyelsfort, III den. nov. 1406.014.
(18) Bartholomeus fi Johannes Mogghei de domo et orto, II den. nov. 1406.015.
(26) Baudewinus filius Thome, ex hereditate sita in Vlasspreijen, VIII ½ den. nov I
ort. 1406.016.
Bertholomeus fi Henrici Collarts
de agro quondam Johannis de Meyelsvort,
I den. nov. 1406.017.
Idem ex hereditate liberorum
Gerit de Loe quondam relicte
Baldewini de ..... (?), III den. nov. 1406.018.
Idem ex hereditate liberorum
Gerit de Loe quondam .... fi Gerit de Loe, III den. nov. 1406.019. (19) Dominus Marcelius fi..... temporalis colonus mortalis Altare hosptalis in Rode, presbiter,
de domistadie Mette Roveri
(?), V den. nov. 1406.020.
(6-45) Dominus Rudolphus dictus Vosse et Johannis
dictus Vosse fratri
ipsum, VIII sol. nov. 1406.021.
Idem ex aliis suis bonis
in Lyemde sitam, X sol. nov. VII den. 1406.022.
(2?) Elisabeth filia Johannis de Rielant, ex domo et orto patris suis, IX den. nov. 1406.023.
(8) Elizabeth fi Johannis de Piro dictim Perre et liberi, ex hereditate relictem et liberorum Johannes filii Arnoldi de Piro, VI den. vet. et III den. nov. ======================22-v====================== 1406.024.
(20) Elisabeth filia Laurencii
fi Johannis de Antiqua Mola relicta Johannes fi
Delis, de hereditate Laurencij
predictam de bonarium in Hamsvort, XII den.
nov. 1406.025. Eva de Uden dictam Eeffken et Elizabeth soror eius, IX den. vet eadem XXI
den. nov. 1406.026. Elisabeth filia quondam Baldewini de Liemde relicta Gerit fil. Hesselmi ex domistadio et orto Ghevardi, IX den. vet. 1406.027.
Eadem ex bonis Johannis de Hoemborch
I den. nov. et ex palude
Gerit de Aa XVIII den. nov. 1406.028.
(55) Ermgardis fi quondam Arnoldi dictam Viri, ex hereditate
quondam Johannis, V den. nov. et I den. vet. 1406.029.(55) Eadem ex domistadio Aleidis de Vrilichoven, VII den nov. et ex hereditate
quondam Arnoldi van den Ors, quondam Heilwigis de Vrilichoven VI
den. nov. 1406.030.
Everardus fi. Johannis de Laerscont, ex orto mole quondam Johannis fi Johannes Josephus, VI den. nov. 1406.031A. Gerardus fi Johannes Mennekens dictus Hulsbosch, ex domo novo liberorum Johannes Mennekens, VI den. nov. 1406.031B. Idem ex eadem hereditate necnon ex agro dictam dat Ruet, sita juxta hereditate
Lamberti de Agro, ex ... et Johannes filiu
Wilhelm de Biechlaer ex altera...
..ex agro .... propio
agro ... plateam, IIII sol. nov. 1406,032. (32) Goswinus de Lapidea via de Buscho, de bonaroim Clijnkardi ...... Goeskinus, XV den. nov. et III sol. nov. 1406.033. Gerardus fi Ghevardi de Venne, ex hereditate Elizabeth filia Baldewini, VIII den vet ½ orth.
1406.034. (24) Gerardi fi Gerard Baliaert de hereditate quondam Batholomeus de Meghen de bonis suis, IX sol. nov. 1406.035. (21A) Godefridus fi Lamberti nepos
Baudekini de Liemde, de palude Gerit de Aa, IIII den. nov. 1406.036.
(21B) Idem ex domo Johannis de Hoemborch, I den. nov. 1406.037.
(31) Gerardus fi Gerardi filii domino Albertis, ex hereditate Jacobi Lichtwegge
quondam Gerarde Zegers, VI den. nov. 1406.038.
Godefridus fii Henricus de Valant (?) ex Baudewinus Sartoris ... Vlasspreijden....,
IIII den. nov. 1406.
039. Gerardus fi Everardi de Dumo, de bonis Johannes de Hoemberch
quondam liberorum Thome fi Boudekini,
I den. nov. 1406.040.
Godefridus fi Lambert Keijser, ex hereditate Elizabeth Baldewini,
III ½ orth. ======================23-r====================== 1406.041.
Henricus dictus Scutken van Zebert Loect, VIII den. nov. 1406.042. Idem ex Rekendonc, II ½ sol.
nov. 1406.043. Henricus filius Johannis de Biechlaer ex hereditate Johannis de Bruexella, IIII ½ den. vet. 1406.044A. Idem ex hereditate Johannis de Bruxella olim
Willem de Biechlaer, IIII den vet. 1406.044B. Idem ex hereditate Johannis de Bruxella olim Petri
Jacobi de Hamsfort, III ½ den. vet. 1406.045. (25) Henricus fi Hesselini de Liemde de petia terre dictam
Vlasspreijde, VI den. nov. 1406.046. Henricus (et Elizabeth Piro)
Goijari Crommen ex hereditate in Vrillichoven, V
den. vet, 1406.047. Idem ex bonis Theodori de Vrilichoven III den. nov. Idem II den. nov. II orth. 1406.048. Idem ex domo orto et agro quondam Johannis Taijen, II den. vet II
orth. 1406.049. (128) Henricus fi Elisabeth
de orto quondam Elizabeth
filie Alberti de Hoemborch,
IIII den. nov. 1406.050. (117) Henricus fi Henrici filii Enghelberte, I den. nov. 1406.051. (11) Henricus fi Godefridi Crommen de hereditate quondam 1406.052.
Henricus Moerkens de hereditate Johannes Crispine
quondam Eliz. Moerkens, VI den. nov. 1406.053.
Idem ex hereditate quondam Heilwigen
Moerkens, XIII den. nov. 1406.054. (61) Henricus fi Johanns Mathie et Elizabeth filia eius, ex hereditate liberorum Elizabeth
de Vrilichoven, III den. nov. 1406.055. (77) Henricus Maes Boudekens
soen ex hereditate Jacobi
de Monte, III den. vet. 1406.056. (26) Heilwigis et Yda fiie Gerardi
filii dominum Alberti ex hereditate sita juxta Vlasspreijde de Willem de
Capel, IIII den. nov. 1406.057. (33) Henricus fi Arnoldi Mercs de bonis Pauli Textoris, III den. nov. 1406.058. (98) Henricus fi Petri de Piro, ex hereditate Johannis fi Liscij
de Piro qundam patris sui, III den. nov. 1406.059. Heijliwigis fi Gerit fi Alberti, ex palude Gerit de Aa qundam
Elisabeth Baldewini, XIII½ den. nov. 1406.060. Idem ex palude Gerit de Aa quondam Elizabeth Baldewini,
III ½ den. nov. 1406.061. Henricus fi Henricus Jonkers
(?), ex Rekendonc quondam
patris sui, XII den. nov. 1406.062. Idem ex hereditate Rekendonc quondam Henrici dictam Scutkens, II½ sol.nov. 1406.063.
Hermanus fi Henricus Appels, II den. vet, ... III den. nov.
1406.064. lius Godefridi Scutkens ex hereditate Rekendonc quondam
Henrick Scutkens, II½ sol. nov.
1406.065. Henricus Bloks fi Jacobi Pauli ex hereditate Petri Balle (?) III ½ den. nov. 1406. 066. Idem ex hereditate Jacobi
de Hamsfort dictam
Regenmortel olim Johannes de Piro, XV den. nov. ======================23-v====================== 1406.067.
Johannis Roetart ex tertia partem trium bonarum et sexta parte bonarum
quondam Henrici de Fine olim Johannes Lobken, I
sol. nov . I den. 1406.068.
Johannes dictam van den Acker, ex hereditate Jacobi Lichtwegge
quondam Gerardi Zegers 1406.069.
Johannis de Zeelst fi Johannis Zaest,
ex hereditate Eve dictam Eefken et Elizabeth sororis eus, IX den. vet., idem XXI den. nov. 1406.070.
(96) Johannis fi Johannis filii Zeberti
de Collenberch, van Oeden Bosschelken,
I den. vet. 1406.071.
(112+ 111) Johannes fi Reijneri. ex hereditate Henrici Viri, quondam Johannes Monchi, V den. nov et I den. vet. 1406.072. (59) Jacobus de Manso, VII½
den. nov. 1406.073. (21) Jacobus de Hamsvoert de
hereditate Alberti dictam
Reghenmortel, XV den. nov. 1406.074. (42 en 125)
Johannes fi Delie
de hereditate puerorum Mechtildis de Leemputten, XXII den. nov. 1406.075. (42 en 125) Idem ex hereditate
quondam relicte et liberorum Gevardi de Casteren patris predictam Johannis, III den. nov. et II den. vet. 1406.076. (101) Johannes dictus Perman fi. Eligii,
uten Crommen Streep te Vrilichoven, IIII den. vet 1406.077. Idem van enen Uitfange uit Rewieren Geloect quondam Johannes Monchi, VII
den. nov. 1406.078. (65) Jacobus fi Jacobi de Vlasspreide, de domo et orto in Vrillichoven, III den.
vet. 1406.079.
(102) Idem de hereditate Johannes Centum (?) liberorum, III den. vet. 1406.080.
Johannes fi Arnoldi Drinchellinc de domo VII den. nov. et de hereditate Goijart Henrici Collaert.(?) II
den. vet. 1406.081.
Johannis der Laerscot fi Everardi
dictam Lichtwegghe, VI
den. vet. 1406.082. (132) Jutta, Elizabeth et
Sophia filie Arnoldi flii Arnoldi fi Reijneri, de hereditare Goswini de
Regenmortel, III den. nov. 1406.083. Johannes dictus Merck, ex hereditate Goesswini de Reghenmortel, ...., III den. nov. 1406.084. Johannes dictus Merck ex hereditate predicta Johannes Gibonis de Collenberch, IIII
den. vet. 1406.085. Idem de ....., VI den. nov. ======================24-r====================== 1406.086A. Jacobus fi Henricus
Engelen, ex hereditate in Vrilichoven,
V den. vet. 1406.086B. Idem Godefridi ....... ex
bonis Theodorici de Vrillichoven
olim Petri de Krabbendonc, IIII den. Nov 1406.087. Johannes et Petrus liberi Gearrdi van den Loe, de hereditate
Elizabeth quondam fi Henrici de Loe, II den. nov. 1406.088. Johannes fi Heilwigis uxoris Boudekini de Agua, van den Hoenredonk, XV den. nov. 2 orth. 1406.089. (72) Johannes fi Walteri de Bruggen, VI den. vet. et III ob. nov. 1406.090. (137) Idem de hereditate Johannis filii Henrici de Achel, XII den. nov. 1406.091. (138) Johannes dictus Snoec, ex orto ... , I den.
nov. 1406.092. Johannes fi Crispianus Arnoldi, ex quarta parte de orto de Valle, olim Johannes Lobken, I ½ den.
nov. 1406.093. (59) Johannes Apes, de orado Arnoldi Olle, quondam Baldewini fi Goijardi, IIII den. nov. 1406.094. (66) Jacobus de Meyensvort
de hereditate liberorum Jucte de Vrilichoven, VI den.
nov. 1406.095.
(91) Johannes fi Johannis filii Goswini,
de Hoenredonc, XVI den. nov.w 1406.096. (78) Idem ex orto Mole, VI den. nov. 1406.097.
(52) Johannies Lobken fi
Elisabeth Arnoldi, ex tribus bonarium
et tertia parte bonarium
quondam Henrici de Fine, III sol. nov. 1406.098. Idem de orto de Valle, VI den. nov. 1406.099. Idem de herditare relicte et liberorum Arnoldi ..... X den. nov. 1406.100. Johannes fi Wilhelmi de Loe, ... de bonis Metke
Joseph quondam Wilhelmi predicti, V den. vet. 1406.101. Johannes fi Laurencij van Luden Valewinkel, quondam Zebert de Collenberch, XVIII
den. nov. 1406.102. Johannes fi Everardi de Meijelsvoert, ex hereditate Johannes de Bruxelle,
II den. vet. et I ob. nov. 1406.103.
Johannes fi Henrici Scutkens ex Rekendonc
quondam patris suis, XVIII den. nov. 1406.104.
Idem van Zebert Loect, quondam hereditate
patris suis, VIII den. nov. 1406.105.
Johannes fi Arnoldi de Meijelsfort, ex hereditate quondam Henrici Sporbosch, XI den. nov. 1406.106.
Johannes fi Petri de ..... ex hereditate Jacobi de Hamsvoert dictum......, XV den. nov.
1406.107.
Idem ex hereditate Walteri
Coelborner junior, olim Wilhem de Meyelsfort, VI den. nov. 1406.108.
Johannes fi. Goesewinus, ex hereditate
..... fi Aleid ...., V den. nov. et I den. vet. 1406.109.
Johannis fi Arnoldi de Meyelsfoert et Johannis fi
Petri de Piro, VI den. nov, ex hereditate
Walteri Coelborner junioris quondam Wilhelmi fi Johannes de Meyelsfoert ======================24-v====================== 1406.110.
(126) Katharina filia Johannis fi Rutgheri, de hereditare quondam
Johannis Monchi. V den. nov. et I den. vet. 1406.111. (127) Katharina filia
Johannes de Tilia et liberi
de ultimo thoro ex hereditate
Henricus Mertemanus, VI den. nov. 1406.112. Katharina fi Henrici Scutkens ex Rekendonc quondam patris sue, XVIII den. nov. 1406.113. Katharina fi Johannes Ruthgheri ex hereditate Lamberti Monchi, V den. nov. et
de hereditate Henrici fi Henricus dictam Vrilhoven ,V den. nov. 1 den.vet 1406.114.
Liberi quattor Henrici fi Henrici Scutkens ex Rekendonc quondam
Henrici predictam, VII sol. nov.
1406.115. Liberi Johannis
de Bijchlaer de hereditare ohannis de Bruxella, XI den. vet. 1406.116.
Iidem et eadem hereditate, XI den. vet. 1406.117.
(5-29) Liberi Johannes filii Noijen
et liberi Odianis sorora Johannis predictam, ex
de bonariun juxta Hamsvort,
XII den. nov. 1406.118.
(28) Liberi Johannis de Meyelsvoert, de agro quondam Johannis de Meyelsvoert,
I den. nov. 1406.119.
(73) Liberi Johannis Chrispianus de hereditate Johannis fi Chrispianus
XII den. nov. 1406.120. (122) Lambertus filius Monchi, de Merica, II sol. nov. 1406.121. (122) Idem ex hereditate Johannis fi Rutgeri
quondam Helie de Vrilichoven, III den. nov. 1406.122. (122) Idem de hereditate
.... Johannes Monchi, I den. nov. 1406.123. (122) Idem de hereditate liberorum Johannis fi Arnoldi van den Ors nondonis quondam Helie de Vrilichoven, II½ den. nov. 1406.124. Liberi Johannis
Menneken de domo et orto, VII den. nov. 1406.125. Idem ex parte Helie de Vlasspreijde, VBI den.
nov. 1406.126A. Idem ... Gerit de Platea,
II sol. nov. 1406.126B. Iidem de palude Geit de Aa, III sol. nov. 1406.127. (37) Liberi III Arnoldi de Piro junior, II den.
vet. et II ½ den. nov. 1406.128.
Liberi Thome fi Boudekini de Liemde,
de bonis Johannis de Hoemborch,
I den. nov. 1406.129. (113) Iidem de palude Gerit de Aa, XVII den. nov. ======================25-r====================== 1406.130. (9) Liberi Arnoldi Coppelmans de quartem (?) parte bonarum siti juxta altare plateam, III den. nov. 1406.131. (25) Liberi Wilhem de Campo, ex hereditare Arnoldi fi Arnoldi
de Piro, I den. nov. et II den. vet. 1406.132. (74) Liberi Jacbi de Monte pro Hermano Cleijnale de hereditare in Laerscot, VII½ den. nov. et III den. nov. 1406.133. Liberi quinquam
Elisabet filie Godefridi de Woensel, ex bonis Ny
(=Nicolaes?) Sartoris,
III ob. nov. 1406.134. (7) Idem van den Vlasspreijden,
VI den. nov. et III den. nov. ex orto sito retro ortum Turnouts 1406.135.(34+54+6) Liberi II quondam Wilhelmi filii Arnoldi de Piro ex bonis Merte Joseph, XI
den. nov. 1406.136. (34-54-6) Iidem ex hereditate quondam Eve et
Elisabeth de Uden dictam te Culen,
XIIII den. nov. 1406.137. Liberi Nycolai
de Beerze ex hereditate quondam
Elizabeth uxori Gijbonis
de G... ina (?) 1406.138. (100) Liberi Johannis Roetart ex bonis suis
in Liemde Godescalci de
Bladel, XV den. nov. 1406.139. (100) Iidem ex prato quondam Everardi de Larscot, III den.
nov. 1406.140. (100) Idem ex orto de Valle VI den. nov. et ex hereditate
relicte et liberi Arnoldi Puerorum, III½ den.
vet. et XI den nov. 1406.141. (104-116) Liberi Rodolphi dictam Roefken fi. Wilhelmi,
de hereditate Godescalci
de Bladel in Liemde, XV den nov. 1406.142. Liberi quondam
Johannis Drinckhellinc de
domo VII den. nov., de hereditate
quondam Henrici Collaert III den. vet.
1406.143. (93) Lambertus die Bont ex hereditate
quondam relicte et liberorum Henrici Rufi de Boxstel ex bonarum Clynkardi in Elde, II½
sol. nov. 1406.144. (44) Lambertus de Agro, ex hereditate
Eligij de Monte, I den. vet. et I den. nov. 1406.145. Michael fi Wilhelmi de Campo ex hereditate liberorum Boudekini de Liemde de palude Gerit de Aa, XVII den. nov. ======================25-v====================== 1406.146.
(126) Magister Jacobus Groy de hereditare Godefridi Baldewini quondam
Johannes Monchi, V den. nov. et I den. vet. 1406.147. (61) Margareta relicta Mathie et liberis eius, de hereditate liberorum Elizabeth de Vrilichoven,
XI den. nov. et I den. nov. 1406.148. (61) Iidem de domo et orto in Vrillichoven, IIII den. nov. 1406.149. (50) Matheus fi Gerit Ghiben de Casteren ex orto in
Casteren 1406.150. Mathias fi Govardi Clercke.. (?) ex palude
Gerit de Aa quondam ..Baldewinus,
III½ den. vet. 1406.151. Margareta fi. Henrici Scutkens ex Rekendonc quondam patris suis, XVII½ den. nov. 1406.152. Nycolaus van der Hoert, I
ob. nov. (in alio... , zie hierna 153) 1406.153. (96) Nycolaus van der Hoert.
I ob. nov, 1406.154. (96) Oda filia Arnoldi Symonis de Liemde (?) ex hereditate conventa (?) Doradis 1406.155.
(96) Eadem ex orto Monchi, VII den. nov. 1406.156.
(96) Eadem pro Gerit fi Thome II den. nov. et por
L..... (?) II den. nov. 1406.157. (96) Eadem pro Henrico de Erkel II den. nov. et ex heredite
... Everardi Hulsmans, III ob. nov. 1406.158. Petrus filius Jacobus de Hamsfort ex hereditate Johannis de Bruxelles, IIIII den. vet. 1406.159. Pettrus fi
Johannes de Collenberch, ex prato
Wijscamp (?) Loect, olim liberorum .... (?) IX den. nov. 1406.160. Petrus fi Gerit de Loe, de hereditate liberorum Gerit de
Loe, III den. nov. 1406.161. (129) Petrus fi Aleijdis de hereditate Jacobi fi Lamberti de Vrilichoven, V den. nov. et I den. Vet 1406.162. (123) Petrus Henrici de Veken (Beken?) de bonis suis, XXII den. nov. (de verwijzing naar 123 is
onjuist?) 1406.163. Paulus fi Ghevardi Sporbos, ex hereditate dictam Laerscot, VI den. vet. et III ob. nov. 1406.164.
Petrus Roetart , ex tertiam
partem ex tertiam (?), trium
bonarium et sexta parte bonarium quondam Henrici
de Fine, olim Johannes Lobkens, I sol I den. nov. 1406.165. Idem ex medietate de orto de Valle, olim Johannes Lobkens, III den. nov. 1406.166. Idem ex hereditate reliacta et liberorum Arnoldi Puerorum, olim Johannes
Lobkens, III den. vet et X den. nov. ======================26-r====================== 1406.167. (88+98) Petrus
et Abertus liberi
Johannes de Piro, de hereditate
Johannis fi Lijsen de Piro, V den. nov. 1406.168. (65) Petrus filius Jordani ex herditate Johannis patris sui, II den. vet. 1406.169. Petrus fi Egidiij de Crabbendijc, ex hereditate in Vrilichoven quondam Govardi Crommen, V den. vet 1406.170. Idem ex bonis Theodorici de Vrilichoven, IIII den. nov. 1406.171.
Idem. II den II ort. nv. 1406.172. Idem ex domo et orteo et agro quondam Johannis Taijen, II den. II ort. vet. 1406.173. Relicta et liberi Godefrido de Gheldrop, ex piscaria, I den. nov. 1406.174. (103) Relicta Gerit fi Gerardi filii
Henrici Sporbosch, ex hereditate Henrici predictam, XI den. nov. 1406.175. (114) Rutgherius filius Moedelim, unium nigra 1406.176. (136) Relicta Wolteri Duutis (?) et liberi eius, ex hereditate Wilhelmi Mathei, V½ den. vet.
1406.177. (33) Relicta Pauli fi Henrici Viri
et Jacobus filius suus,
de hereditate Petri Hille, IIII den. nov.
1406.178. (30+119) Relicta et liberi Ghijselberti de Laerscot, ex hereditate Ghijselberti predictam, VI den. vet et III ob. nov.
1406.179. (102) Relicta et liberi Wilhelmi filius Mali Abi, II den. vet.
1406.180. (9) Rutgherius fi Henrici Voskens gener Eligij, de hereditate Godefrridi Schenkel,
quondam Everardi de Acht
(?)
1406.181. (29) Relicta et VII liberi Henrici Mutsarts ex domo et orto ten Collenberch, II den I ort nov.
1406.182. (29) Idem ex hereditate Wilhelmi de Campo, III den. nov.
1406.183. (115) Relicta Johannis filii Zeberti, van Oeden Bosschelken,
I den. nov.
1406.184. Relicta Eligij
de Monte, de hereditate in ...(?), I den. vet et I den. nov.
1406.185. (70) Relicta et liberi
Chrispianus fi Arnoldi Puerorum
ex hereditateChrispianus predictam,
II sol. IIII den. nov.
1406.186. Rodolphus
fi Wilhelmi de quarta parte de orte de Valle, olim Johannes Lobkens, I½ den. nov.
======================26-v====================== 1406.187A. (118A). Relictam Baldewini fi Elizabeth de Rielant et filia sua, de hereditate Baldewini de Rielant quondam Goswini de Reghenmortel, III
den. nov, d
1406.187B. (118B) Iidem ex hereditate liberorum Gerit de Loe, III den. nov.
1406.188. (119B) Relictam et liberi Henrici Berten de Vlasvort de hereditare liberorum Johannis Arnoldi de Ors quondam Heilwigis
de Vrilichoven, VI den. nov.
1406.189. Relicta
Petri de Casteren ex hereditate Wautgherie
de Casteren, XVIII½ den. nov.
1406.190. Idem ex hereditare Wautgherie de
Casteren quondam Woltherie
Ghiben, XVIII½ den. nov.
1406.191. (43) Relicatam quondam Johannis de Ven et liberi, ex hereditate liberorum Ghevardi de Ven, III½ den. nov.
1406.192. (92) Secretarius spectionis de Boextel, Johannes Forestarius (
=Johannes de Halle) de Boextel, temporalis nuncius mortalis, IX den. vet.
1406.193. Severinus fi Laurencij Candelator (=Kersmekers) et
Mechtildis fi Johannes nondonis, ex herdeditate
Johannes Ghibonis de Collenberch,
IIII den. vet. Idem de bonarium VI den. nov.
1406.194. (28) Sijmon fi Johannis Moens de
domo et orto Johannis maritus
(?) Mechtildis quondam Johannis de Collenberch,
IIII ½ den. nov.
======================27-r======================
1406.195. Theodoricus fi Johannes Roetarts ex
Ludensvels Winckel quondam Zebertus
de Collenberch, VI den. nov.
1406.196. Idem teritam partem ex tertia parte tertium bonarium et sexta parte bonarium
quondam Henrici de Fine, I sol I den. nov.
1406.197. (51) Theodoricus de Hezelaer, III
den. nov.
1406.198. (120) Theodoricus filius L.
(=Lambertus) Roetarts de hereditate Elizabeth de Piro, VI den. vet.
1406.199. (120) Idem de hereditate Wilhelmi filii Conegundis, III den. nov.
1406.200. (84) Theodoricus filius quondam Godefridi
Crommen ex domo et agro
quondam Johannis Tayen, IIII½ den. vet I ort
1406.201. (84) Idem IIII½ den. vet I ort
1406.202. Wilhelmus fi Johannes de Laerscot,
de bonis Merte Joseph quondam Wilhelmi de Loe, V den. vet, 2 ort.
1406.203. Idem ex hereditate quondam Eve et
Elizabeth de Uden dictam den Culen
quondam Wilhelmi de Loe, XIIII den. nov.
1406.204. (95) Wilhelmus fi. Aleidiis de Bijchlaer, de hereditate
quondam Henrici Sporbossche, XI den. nov.
1406.205. Idem ex hereditate Johannis de Bruxella, IIII den. vet.
1406.206. (123) Wilhelmus fi. Henrici Spruijt,
de hereditate patris sui,
VI den. nov.
1406.207. Wilhelmus fi Wilhelmi de Campo, ex hereditate
Johannis fi Henrici de Acghel quondam Johannis de Brugghen, XII den. nov.
1406.208. Idem ex hereditata sita juxta Vlaspreyden, II den. nov.
Idem de palude Johannis Mennekens, I½ sol. nov.
1406.209. Wilhelmus fi Rodulphi, de dimidio prato juxta Hamsfort quondam Zeberti de Collenberch, quondam Gerardi de Aa, I den. nov.
1406.210. (11) Walteris Coelborner
junior, ex hereditate Merte de Rodenburch,
II den. nov.
1406.211. (31) Wilhelmus fi Johannis de Meyelsvort
de Reghenmortel, ex hereditate
Walteri Coelborner junior
quondam Alberti filii, XV den. nov.
1406.212. (69) Idem de hereditate Johannis filii Henrici de Achel, XII den. nov.
1406.213. (81) Woltherius fi Arnoldi de Essche, de hereditate Johannis
fi Arnoldi van den Ors, quondam Heilwigis
de Vrilichoven, VI den. nov.
1406.214. Woltherius fi Wolteri
fi Ghiben ex hereditate Wauthgheri de Casteren, XVIII½
den. nov.
1406.215. (53) Willems de Dormalle ex palude Gerit de Aa, II sol. nov.
1406.216. (85) Idem ex eadem palude, XI den. nov.
|
1406 / BOSSCHE ENCYCLOPEDIE
Betalingsbelofte
erfpacht er erfcijns goederen Liempde
door: Wijchmannus Mesmaker zoon van Nycholaus Wijchmans soen en
Sophia
natuurlijke dochter van wijlen Henricus van den Cloot
(DE GLOBO)
aan: Eustacius van Hedichusen t.b.v.
de THG
betreft:
een erfcijns van £ 10 en een erfpacht van 2 m. vermaakt aan de THG (zie nr.
1274b)
uit:
al zijn goederen geërfd van zijn ouders
voorw.:
zij staan garant voor de betaling van deze renten; de THG zal niet meer eisen
In dorso: Liempde
2 m. rogge uit het goed van Averbode
[Hoeve c.s. Ten Kerckhove te
Liempde]
Nr
1413a | 23 september 1406
1407, BOSCH’ PROTOCOL BP 1185 fol. 211, 26 september / door Jan
Toirkens
Heer Willem
van Meerhem, heer van Bucstel,
verkoopt aan Gerit Bathensoen een cijns van 8 gulden
peter op St. Lambrecht, uit al zijn molens, tienden, renten, cijnzen en pachten
in zijn dorp en heerlijkheid Bucstel en in Lyemde en uit al
zijn andere goederen. (Willem kan die cijns binnen 6 jaar lossen met 324 gulden
peter.)
1407, BOSCH’ PROTOCOL BP 1185 fol. 244, 9 december / door Jan
Toirkens
Everart en Lijsbeth,
kinderen van Aert van Casteren
[Kasteren], timmerman, en van wijlen Yda Aelbrecht Heynendochter, verkopen aan Jan Bont 1/6 deel geerfd van hun grootmoeder Yda,
weduwe van Aelbrecht Heynen, in een huis en erf, Bucstel, binnen de bruggen, tussen een erf van 't Gasthuis
in Bucstel en Jan Bont, strekkende van een straat tot
een beemd van de heer van Bucstel. (last: 6
cijnshoenderen uit heel 't huis)
Gerit
Brugman, man van Aleyt Gerit Brugman verkoopt aan Jan
Bont 1/3 deel en 1/6 deel in dat huis.
1407 of 1408, BOSCH’ PROTOCOL BP 1185 fol. 077 of 177
of 277 of 377, door Jan Toirkens
Conrart van Lyemde heeft opgedragen aan Aert vander Heyden,
bakker, een huis en erf, Bucstel aan die Strijpt tussen Sophie van die Cloet
en Yda Dircs. (Conrart had dat huis gerechtelijk gekocht van Pauwels Henricss van Geffen, bakker. (Niet gepasseerd)
1408, BOSCH’
PROTOCOL BP 1185 fol. 433, 6 september / door Jan Toirkens
Willem, zoon
van wijlen Willem Bastart van Bucstel
heeft opgedragen aan Aert en Willem van Meyelsvoirt,
broers en hun schoonbroer Henrick Engelensoen
de helft in 5 ½ buunder beemd min 10 roeden Lyemde in Wijchmansbroec. (de
andere helft is van Gerit Hessels van Lyemde) en een
kamp in Groter Lyemde (die Willem in erfpacht
gekregen had van Katherijn, weduwe van Jan Houbraken
c.s.)
1409, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: juni 8.
Jan Colensoen, Willem van Meydelsfoert,
Jan Wantgerssoen, Henric Enghelensoen, Henric van den Perre, Peter Jacopssoen en Arnt Goeswynssoen, schepenen van Liempde,
verklaren, dat Boudewyn, zoon van wijlen Maes Boykenssoen, verkocht heeft aan Dirc
Jan Rotartssoen, een cijns van 2 oppers hooi, gaande
uit de Roesbeempt [Roesbeemd], gelegen te Liempde
tussen de koper en Meuws Jan Rutgherssoens
soen.
1410, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: februari 27.
Jan Colensoen, Willem van Meydensvoert,
Henric Enghelensoen, Henric van de Perre, Arnt Goeswynssoen en Peter Jacobssoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat
Jan, zoon van wijlen Jan Rutgherssoen, verkocht heeft
aan Dirc Janne Rotarts, Meuws Jan Rutgherssoen en Laurens
E......... Coelburressoen, de hooitiende,
die hij heeft uit een erve onder Liempde.
1410, BOSCH’
PROTOCOL BP 1187 fol. 26v, 27 november / door Jan Toirkens
Lambrecht die
Bont verkoopt aan Willem Petersz van Casteren
[Kasteren]
- ¼ deel
in een watermolen, Lyemde, Casteren [Kasteren] en in de watermolen van Audsel
(watermolen huidige Meulekensweg)
- ¼ wei ( voorzover
toebehoord hebbende aan de heer van Bucstel)
- ¼ bos in die Vorst te Bucstel
en
- ¼ oliemolen in Lyemde
Willem
belooft aan Lambrecht 10 franse kronen en 2 mud rog
te betalen op Kerstmis over een jaar.
1412 Archief Groot Ziekengasthuis
door H.J.M. van Rooij, datum: 7 november 1412
Willem van Meydensvoert, Jan Woutgherszoon,
Dyrc Roc...., Peter Crabbe, Willem Roefszoon, Henric
van Bychghelaer en Laureyns
van Leemputten, schepenen in Lyemd [Liempde],
oorkonden dat Heylwich, wettige dochter van wijlen Gherats Heren Aelbrechtszoon;
Maes, haar natuurlijke zoon, en Willem van Pot , als man van Katharina, dochter
van Heylwich voorschreven, aan Andries de Scoteldreyer van Boxtel hebben verkocht een erfpacht, groot
8 lopen rogge 's jaars, Boxtelse
maat, te leveren binnen de twee bruggen aldaar, verschijdende
op 1 november en gevestigd op een stuk beemd gelegen onder de dingbank van Lyemde, ernerzijds naast het erf
van Willem van Doermalen, anderzijds naast het erf
van Michfgiel van den Velden.
1413, Tafel van H. Geest van 's-Hertogenbosch
door Ton Kappelhof. Deel V. pag. 40. datum: 27
september 1413
Betalingsbelofte en erfpacht en erfcijns goederen Liempde.
Door: Wijchmannus Mesmaker
zoon van Nycholaus Wijchmans
doen en Sophia natuurlijke dochter van wijlen Henricus van den Cloot [de Globo]
Aan: Eustachius van Hedichuseen ten behoeve van de
Tafel van de Heilige Geest
Betreft: een erfcijns van 10 pond en erfpacht van twee mud rogge; deze goederen
waren door Henricus van den Cloot vermaakt aan de
Tafel van de Heilige Geest.
Uit: Al zijn goederen geërfd van zijn ouders
Voorwaarden: Zij staan garant voor de uitbetaling van deze renten, de Tafel van
de Heilige Geest zal niet meer eisen
In dorso: Liempde 2 mud rogge uit het goed van Averbode [Hoeve c.s. Ten Kerckhove te Liempde]
1414 Census domini nostri
ducis in lyemde recipientes
in Rode in die beati Dionisii Delia
relicta quondam Zeberti de Collenberch et liberi IIII de dimidio bonario
et quinque virgatis vutfangh
vel circiter recepto
de communitate de Lyemde
anno LXIX per litteris consensis
domini ducis sito juxta molendinum
aquatile dictum die Antselse moelen penes hereditatem suam ibidem VI d 1.2 poit nov marge .. post obitum Henrici, Andreae et Delie liberiorum ad opus Joannis fratris liberi VI, Paulus filius Everardi filii Johannis Everits Everardus
filius Johannis Everardi de quarta parte unius bonarii
vutfangh vel circiter recepto de communitate de Lyemde anno LXIX per litteris consensis domini ducis sito ad locum dictun
aen Hoenborch III d nov marge Elisabeth, Mechtildis et Everardus liberi Everradi resignaverunt parte ipsorum[?] aliis IIIbus liberis Elias filius Laurens Spoirbosch Aleydis
relicta et liberi II, Hesselo filius Foto P 1220174 Aleidis relicta et III liberi Johannes filius naturalis
Johannis Coppens de iiibus
quartis partibus unius
bonarii vel circiter recepto de communitatie de Lyemde
anno LXIX per litteris consensis
domini ducis sito ad locum
dictum Oyendonck IX den nov marge post obitum trium
liberorum Jo ad opus eorum matris Johannes de Dessel de XCVI virgatis vutfangh
vel circiteer recepto
de communitate de Lyemde
anno LXIX per litteris consensis domini
ducis sito al locum dictum die Vluetstraet penes
heridatem suam ibidem II
den III 1/2 poit nov de
primo thoro Ida
relicta liberi III, Henricus filius de
primo thoro, Henricus
filius Godefridi de Hedel de Lyemde anno LXIX per litteris consensis domini ducis heridatem
ibidem III den nov marge liberi iii Johannis de primo thoro censum post mortem patris liberi duo predicti resignaverunt Henrico fratri Petrus filius Laurencii
Gerits de VIIII virgatis vutfangh Heilwigis relicta et liberi II Foto P 1220174 Vicini
de Lyemde de certis quantitatibus communitatis ex eorum
chartris jacentidus quibus utebantur absque consensu domini
ducis et quibus aliis privilegiis et libertatibus eis per litteris donini
ducis anno
LXVIII concessum tenentis solvent ipso domino duci XX
gros vet Johannes filius Henrici
dic Hoesch de XL virgatis vutfangh
Laerschot
penes hereditatem suam ibidem I den poit nov Henricus filius, Katharina relicta et Heilwigis filia Rodolphus
filius Henrici Reyniers de Coc XXVI virgatis vutfangh
vel circiter recepto de communitate de Lyemde anno LXX sito ad locum
dictum die Laerschot penes
hereditatem suam
ibidem III d III 1/2 poit nov
marge ... post Henricus unius liberorum [Jutta] filiae naturalis liberi VIII Henrici filii Petri Goirts Foto P 1220175 Aleidus filia Agnes
relicta et libid VI et
III liberi Johannes filius Antonii Ruelens dictum Vrillichoven penes hereditatem suam ibidem 1 den ob nov |
1415, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: januari 25.
Jan Coelensoen, Willem van Meydensvoert,
Jan Wantghers, Arnt Goeswijnssoen, Henrick van Bychghelaer en Peter Crabbe,
schepenen van Liempde, verklaren, dat Katheryne,
dochter van wijlen Steven van der Steghen, verkocht
heeft aan Dyrck Roetart, de
helft van een beemd, geheten Smallaer, gelegen te
Liempde tussen de erfgenamen van Heer Vlecken,
ridder, en een erve geheten die negene geswade, strekkende aan de Dommel.
1416,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 54, pag.
2v, d.d. 1416
16 Laureijs (?) natuurlijke zoon van heer Henrick
Costers verkoopt aan Yden wettige vrouw van Claes
Lambers een pacht van een malder rogge maat van
Boxtel, steeds te Boxtel binnen de bruggen te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis en tuin gelegen te Onroij waar de schuldenaar woont, belendend ... van Vucht
en haar kinderen, de gemeenschappelijke straat. Nog op onderpand van een eeuwsel genoemd het Wehaghe (Wedehagen?),
gelegen onder Casteren, belendend .... Baudewijn
Josephs, de kinderen van Lonijs ... Vuchts, De
schuldenaar belooft de onderpanden in goede staat te houden voor de pacht en
alle lasten daarin af te handelen, behalve een malder
rogge en behalve de grondchijns en nog 20 lopen rogge
uit het huis . ... Den Bosch. Datum op St. Valentijnsdag (1416), getuigen Zuermont en ....
1416,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 54, pag.
4v, d.d. 3 april 1416
31 Gerit wettige zoon van Gerit van
Kasteren verkoopt aan zijn wettige broer Jan het vierde deel van een stuk
land ... (genoemd?) het Hoij Hemmeneijnt
(?), belendend Jan van Nergenae, Danckolf,
Nog het vierde deel van een stuk land genoemd de Ernttuijn
gelegen onder Tongeren, belendend Danckolf, de
kinderen van Willem (?) Nijs Scoenvoets. Nog verkoopt
hij het vierde deel van een ploegrecht op de gemeijnte
van Kempen. De verkoper belooft alle lasten af te handelen, behalve de grondchijns. Datum 3 april (1416), getuigen Zuermont, Zeben en Wolf.
1416,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 54, pag.
7v, d.d. 1416
57 Jan Willems van de Molengraef verkoopt aan Jan Coppelmans ten zijnen behoeve en ten behoeve van diens
zwager Dirck Gerit Arnts, een pacht van 11 lopen
rogge per jaar maat van Boxtel, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag
ten huize van genoemde Gerit, op onderpand van een huis met tuin etc. gelegen
te Tongeren, belendend gerit Arnts, Jan Gerits van Kasteren. De schuldenaar belooft
het onderpand in goede staat te houden voor de pacht en alle lasten af te
handelen behalve de chijns aan de heer en 2 en een
half Bosch pond paijment aan diegene die daar recht
op heeft. Datum op Maria Ontvangenisdag, getuigen
Emmen en Zeland.
1416, BOSCH’
PROTOCOL BP 1189 fol. 271, 23 januari / door Jan Toirkens
Willem Peters
van Casteren [Kasteren] geeft in erfpacht aan zijn broer Jan Peters van
Casteren [Kasteren]
- ¼ deel in een watermolen, Casteren [Kasteren], Lyemde;
- ¼ deel in een de watermolen van Autsel (watermolen huidige Meulekensweg)
aldaar
- ¼ deel van een oliemolen aldaar
- en ¼ wei en ¼
bos bij die Vorst
om 2 mud rog
Bossche maat op Lichtmis. ( Willem had die vierde delen verkregen van Lambrecht
die Bont.)
1417, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: maart 7 . Jan Coelensoen, Willem van Meydensvoert,
Jan Wangers, Peter Crab, Heynric van den Per en Jan Arntssoen,
schepenen van Liempde, verklaren, dat Jan Reynerssoen,
Lysbeth zijn zuster, met Aelbrecht
die Steerre haar man en Jan Jutten Reynesdochter soen verkocht
hebben aan Dyrck Roetart,
hun mede-schepen, 2/3 van 1 1/2 geswade beemds, gelegen in Smallaer
tussen de erfgenamen van Jan Vossen en de koper.
1417, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: december 2.
Rodolphus Berwout en
Johannes die Lu, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes, zoon
van wijlen Gerardus zoon van wijlen Johannes van Casteren verkocht heeft aan Willelmus, zoon van wijlen Willelmus
van den Velde, een erfpacht van een half mud rogge, gaande uit een stuk land,
gelegen in de parochie Boxtel onder de dingbank van Liempde, tussen
wijlen Henricus Mu(t)sart en wijlen Laurencina van
der Andermolen, alsmede uit een halve bunder heide,
gelegen mede aldaar tussen Theodericus Roetart en Paulus Jan Coppensoen.
1419, BOSCH’
PROTOCOL BP 1191 fol. 146, 13-07-1419 / door Jan Toirkens
Jan zoon van
wijlen Henrick Mutsart, Goyart van der Spanc man van Aleijt Henrick Mutsart, en Gerit van den Kerkchove
man van Luytgard Henrick Mutsart, geven in erfpacht aan Henrick
Henrix Mutsart 3/5e van
huis, erf, hof (van wijlen Henrick Mutsart in de parochie Bucstel in
't gericht van Lijempde om 10 lopen rog Bossche maat,
te betalen half aan Jan, en half aan Goijart op
Lichtmis en de lasten.
Henrick zet als pand : de helft van de beemd " Autsel (watermolen huidige Meulekensweg)"
1420, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: maart 8.
Godefridus Berwout em Henricus van den Borchacker,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Petrus Loeckart
verkocht heeft aan Theodericus, zoon van wijlen
Johannes Roetart, het derde deel van een stuk land,
geheten Reylantbeemdeken, gelegen in de parochie
Boxtel onder de dingbank van Liempde in Smallaer,
tussen het erve van wijlen Johannes Vos en de abt van Averbode,
[ Hoeve Ten Kerckhove] strekkende van de Dommel tot
aan Lambertus van den Acker.
1421, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: juni 19.
Godefridus Smeds en Godefridus de Dommelen, schepenen van 's-Hertogenbosch,
verklaren dat Theodoricus, Rodolphus
en Arnoldus, zonen van Lodewicus de Bladel, alsmede
Henricus Boerman, man en momber van Elysabeth, Daniel
Janssoen, man en momber van Luytgard,
dochter van Lodewicus voornoemd, Ghiselbertus
de Dorhout, man en momber van Godescalus
de Bladel, Jacobus Oedensoen, man en momber van Elysabeth, dochter van wijlen Anna, dochter van wijlen
Gerardus Vos, hebben opgedragen aan Theodericus, zoon
van wijlen Johannes Roetart, een stuk land gelegen
onder de dingbank van Liempde int Smaller, tussen de koper aan beide
zijden, strekkende aan de Dommel, alsmede een stuk land, gelegen als voren
tussen Theodericus Hoet en
de Dommel, met Lambertus van den Aker aan beide einden.
1421, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
285 Schijndel (Fiche 64, blz. 4) Cijnsregister 1421-1446
Relicta et liberi Wautgherus filius Johannes de
Casteren ex hereditate Wautgherus
predictus de novi VI dinarii in marge: post relicta ??
?? ?? ?? in Boxtel et ?? in Casteren prope Liemde
1421, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
286 Sint-Oedenrode (blz. 5, folio 20 v)
Cijnsregister 1421-1446
Liberi II Johannes filius
Walterus de Vyllenbraken ex hereditate
Eligius de Spanct et domistadio
Ada de Casteren quondam
Margareta de Beke de veteri Viii
denarii
1421, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
286 Sint-Oedenrode (285-35, blz. 6,
folio) Cijnsregister 1421-1446
Daniel filius Johannes de Weechgreijden
ex parte liberum Arnoldus filius Emondus Lanten ex hereditate dicta Bemelken de veteri IIII denarii ort
1421, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
285 Schijndel (Fiche 64, blz. 4) Cijnsregister 1421-1446
Rodolphus filius Petrus de
Spina Reynerus filius Reynerus de Casteren
pro liberis Petrus Johannes de Spina de veteri IIII dinarii ex hereditate Aelbertus de Dynter Idem Rodolphus
1421, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
285 Schijndel (Fiche 64, blz. 2) Cijnsregister 1421-1446
Yda filia Hnericus filius quondam Arnoldus Egonis Mathias
et Yda liberi Henricus filius Arnoldus Egonis ex hereditate patris eorum quondam ?? weels et hereditate Hermannus Ferbitoris? de veteri IIII dinarii ort in marge: Libertus filius Johannes Libertus habentis? Idem ex hereditate predicta de novi I dinarius Idem ex bonis Rijsborch de veteri IIII dinarii III ort / II dinarii II ort Idem ex hereditate dicta Cloetken de veteri I dinarii Mathias filius Henricus Egonis habentis? Idem ex bonis
Mathias filius Henricus Novi Coloni
quondam Heylwigis de
Houthem de veteri VI dinarii
Idem ex hereditate Mathias predictus
sitis in Hermalen de novi
II stuivers Liberi natuiralis
Henricus Egonis heredes
Idem ex bonis Arnoldus de Beke et liberi eius de novi VI dinarii Mathias filius Henricus Egonis habentis? Idem ex bonis Aleydis Hilla de veteri VI dinarii et ort
1421, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
285 Schijndel (Fiche 64, blz. 3) Cijnsregister 1421-1446
Reynerus de
Casteren et Rodolphus de Spina habentis? Petrus filius Johannes
de Spina ex hereditate Albertus de Dynter et liberi eius de veteri VI dinarii in marge: post mortem
Johannes unus liber Idem ex hereditate Henricus filius Mathias de Hermalen de novi
II dinarii Idem ex hereditate
Henricus predictus quondam
Henricus Vetermans de veteri V dinarii
Idem ex hereditate Henricus predictus
quondam Johannes Zonnemans de novi
V dinarii Idem ex hereditate
Henricus filius Johannes de Schoet
quondam Henricus de Eijck de veteri
II dinarii minus septem parte dinarius
1421, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
285 Schijndel (Fiche 64, blz. 3) Cijnsregister 1421-1446
Katharina filia Gherardus de Casteren ex parte
Kathrina relicta Matheus Gueden ex domo et orto quondam Goeswinus
de Woensel de novi II dinarii
In Schijndel
1422, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: april 26
Jan Colensoen, Jan Wantgerssoen,
Willem Roefssoen, Henric
die Taye, Gevart Ghevarts, Reyner van Vynckescoet en Goessen Janssoen van der Laerscot,
schepenen van Liempde, verklaren, dat Lambrecht, zoon van wijlen Jacob Lambrechtssoen van Vrillinkoven,
verkocht heeft aan Laureyns van Leemputten ten
behoeve van Arnt Weerners,
een erfpacht van 12 lopen rogge, gaande uit een beemd, gelegen in Wychmansbroeck [Wichmansbroek]
tussen Willem van Meydensvoert ter ene zijde en
Willem van den Velde en Rombout Janssoen van den
Velde ter andere zijde, strekkende van de jonckeren
van Boxstel tot aan de steeg.
1422, BOSCH’
PROTOCOL BP 1192 fol. 447v, 17 mei / door Jan Toirkens
Peter Steenwech, man van Christijn Hugo
van Wije (weduwe van Willem van Bucstel),
zoon van wijlen Willem Bastart geeft aan Mechtelt dochter van wijlen Willem Bastart
een pacht in Liemde.
1422, BOSCH’
PROTOCOL BP 1193 fol. 218, 17 mei / door Jan Toirkens
Wouter Henrix van Lyer heeft opgedragen
aan Michiel van den Velde ¼ e deel afkomstig van Rombout Janssn.
vanden Velde in de watermolens van Casteren
[Kasteren] en Liemde, in 2 buunder
beemd inden Weert in Casteren [Kasteren] rondom tussen die Dommel en in een erf
met hautwas in Luttel..., alsmede ... (rest valt weg
in rand)
1422, Sint-Jan Bouwloods 's-Hertogenbosch nr. 338 (327). Datum
01-08-1422
Henricus Steenwech en Arnoldus Wolphardi,
schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes,
Franco, Adam en Ghibo, kinderen van wijlen Ghibo Heester, en Delyana en Aleidis, hun zussen dochters van Ghibo,
Petrus natuurlijke zoon van wijlen Arnoldus Zegers soen,
wettige echtgenoot van Margaretha, dochter van Ghibo,
aan Henricus Heester, zoon van wijlen Johannes Heester, overgedragen hebben elk
deel en alle rechten die zij bezaten in een erfpacht van 1/2 mud rogge uit:
1) Halve bunder beemd in de parochie Bucstel in het
rechtsgebied van Liempde [Liempde] op de plaats Die Vloet op de plaats
die Hamsvoirt tussen het erfgoed van de kinderen van van wijlen Johannes Nonden aan
een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Laurencius
van der Hamsvoirt aan de andere zijde,
2) een huis en erf op de plaats Die Vloet tussen het erfgoed van de kinderen
van wijlen Laurencius aan een zijde en de openbare
weg aan de ander zijde,
3) 1,5 lopenzaat rogge in het rechtsgebied van Liemde tussen het erfgoed van wijlen Gerardus Vos aan een
zijde en het erfgoed van Willelmus de Byechelaer aan de ander zijde
welke pacht Johannes, zoon van Gerardus Heester de Luyssel,
van Johannes, zoon van wijlen Gerardus de Casteren, gekocht had.
1422, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel, datum: november 19.
Henricus Dicbier en Goeswinus
Moedel van der Donc,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, Margareta en Digna
genoemd Dingen, kinderen van wijlen Willelmus, zoon
van wijlen Theodericus de Dormalen, alsmede Willelmus van den Hove, man van Elisabeth, Johannes Willemsoen, man en momber van Agneta, en Quirinus Kareynwreynsen, man en
momber van Bile, allen dochters van wijlen Willelmus voornoemd, verkocht hebben aan Theodoricus, zoon van wijlen Johannes Rotart,
de helft van een akker, geheten Heerschenecker,
gelegen onder de dingbank van Liempde tussen de erven van wijlen
Arnoldus de Meyelsvoirt en de erven van wijlen
Henricus van de Biechelaer, strekkende van de gemene
weg tot aan de erve van wijlen Henricus Hesselssoen,
welke helft de verkopers is aangeërfd van wijlen Johannes Rotart.
1423? BOSCH’ PROTOCOL BP 1192 fol. 438 / door Jan Toirkens
de helft der
molens in Casteren [Kasteren] is van Willem Willemss Cortroc.
1423
BOSCH’ PROTOCOL BP 1194 fol. 47v, 14 december / door Jan Toirkens
Henrick Hermanss Brant heeft opgedragen aan een sekretaris
ten behoeve van zijn natuurlijke kinderen Henrick en Lijsbeth, verwekt bij Katherijn
vanden Berge, een mud rog uit grond in Lyemde,
Casteren [Kasteren] en uit ¼ deel van
die Hovebeempt aldaar aan die Dommel; Henrick had die pacht gekocht van Aleyt
Josephs van Casteren [Kasteren]); 33
lopen rog uit erven in die Vloet (transcribent:=
Vleut) en Gunterslaer in de parochie Oirscot. (Henrick had die pacht
verkregen van Gerit Wouters die Snijder van Bucstel
en diens kinderen; Jan Aertss van Gunterslaer
had die pacht beloofd aan Gerit Wouters die Snijder).
1423, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel, datum: september 26
Jan Colensoen, Jan Wantgherssoen,
Henric Taye, Willem Roefssoen, Peter Crabbe en Goessen van der Laerscot,
schepenen van Liempde, verklaren, dat Peter Jan Roetartssoen
bekend heeft schuldig te zijn aan Dyrck zijn broeder,
een erfpacht van 4 1/2 lopen rogge, gaande uit het huis c.a. van wijlen Jan
Roetarts, gelegen in Liempde tussen Willem Roefssoen
en de strate.
1423, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel, datum: september 30.
Jan Colensoen, Jan Wantghers,
Henric Taye, Willem Roefssoen, Dyrc Roetart, Peter Crabbe en Goessen van der Laerscot,
schepenen van Liempde, verklaren, dat Jacob, zoon van wijlen Korstiaen Jan Roetartssoen,
verkocht heeft aan Gherart Henric
Hesselssoenssoen, de helft van een stuk land, geheten
de Heerschenecker, gelegen onder de dingbank van
Liempde tussen Arnt van Meydenvoerts
erfgenamen en Henric van de Bychelaers
erfgenamen, strekkende van Henric Scutkens
erfgenamen tot aan de gemene weg, alsmede de helft van een beemd, gelegen in Andsel [Antsel] onder Liempde,
tussen Henric van den Perre
en Jan Arntsoen ter ene zijde en Henric
Mutsarts erfgenamen ter andere zijde, strekkende aan de gemene weg.
1424, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel, datum: april 1.
Jan Colensoen, Jan Wantghers,
Henric Taye, Willem Roefssoen, Dirc Roetart, Peter Crabbe en Goessen van der Laerscot,
schepenen van Liempde, verklaren, dat Peter Jan Roetartssoen
verkocht heeft aan Gerart Henrick
Hesselssoen, 1/6 van Bredebeempt,
vroeger toebehoord hebbende aan Ghevart van den Venne; 1/6 van een beemd, gelegen aan Brede Eyke tussen Willem van Meydensvoert
en Jan Scutkens erfgenamen; 1/6 van die Tiendebeempt, gelegen tussen Jan Colensoen
en Lambrecht van den Ecker; 1/6 van een beemd, gelegen in Andsel
[Antsel] tussen Arnd Goessenssoen en Jan van den Perre;
1/6 van een beemd, geheten die Hogendonc, gelegen
tussen Willem van den Velde en Herbrecht Colensoen; 1/6 van een beemd, gelegen voor de Hogendonc.
1424 / BOSSCHE ENCYCLOPEDIE
Overdracht
erfcijns erfgoed [Schilderstraat]
Petrus
Becker zoon van wijlen Petrus Becker
aan:
Petrus zoon van wijlen Jacobus van Groterliemde [Liempde]
van:
erfcijns £ 3
uit:
een stukje erfgoed uit een zekere hofstad en een straatje dat loopt van de
Hinthamerstraat naar de MANSIO van wijlen Henricus Schilder en grenst aan het
erfgoed van mr. [MAGISTER] Arnoldus Buc, CYRURGICUS.
Nr
1678 | 29 mei 1424
1425 BOSCH’ PROTOCOL BP 1195 fol. 152, 2 februari /
door Jan Toirkens|
Joseph
Lambrechts die Bont heeft opgedragen aan Jan en Boudewijn, zonen van wijlen
Peter van Herentham, zijn deel en het deel van Jan en
Aleyt, kinderen van wijlen Lambrecht die Bont, in
¼ deel van de molen van Casteren [Kasteren] (Jan vanden Velde
had vroeger van Lambrecht die Bont een Bossche schepenbrief ontvangen over dat
3/4e deel; Willem vanden Velde had die brief ten behoeve van Jan vanden Velde
verkregen.
Als Jan en Aleyt mondig zijn, zal Joseph hen afstand laten doen.
1425 BOSCH’ PROTOCOL BP 1195 fol. 123v, 5 juli / door
Jan Toirkens
Joost Reyneers van Vinckenschoet heeft
opgedragen aan Josep Bandewijn Josephs van Casteren
[Kasteren] zijn deel in de watermolens
(vroeger van Willem Cortroc) in Vasterle
[Kasteren] en in land en houtwas in Bucstel, Lutgherliemde in die Vurst en in erf "die Weert". (Joost had dat deel
verkregen van Mychiel
de jonge natuurlijke zoon van wijlen Michiel van Halle (man van Luytgart Boudewijn Joseps van Casteren [Kasteren]
1425?? BOSCH’ PROTOCOL BP 1196 fol. 152, / door Jan
Toirkens
Jan Peters
van Herenthem belooft de kinderen van Lambrecht die
Bont schadeloos te stellen wegens die belofte van afstand doen.
(Lambrecht
die Bont had vroeger verkocht aan Willem Peters van Casteren [Kasteren] ( zie ook R 1195 fol123v en 152) ¼ deel van de watermolen van Casteren
[Kasteren] in het gericht Liemde en ¼ deel van een oliemolen en ¼ deel van wei en houtwas
bij die Vorst.)
1427 BOSCH’ PROTOCOL BP 1196 fol. 79, 7 november / door
Jan Toirkens
Heer Gielis Voegel, pitancier ( JT:
persoon in klooster die er voor moet zorgen dat elke religieus zijn rantsoen
krijgt) van Everbode (Averbode),
verpacht voor 4 jaar vanaf Pinksteren laatstleden aan Jan Wautgers
van Casteren [Kasteren] de hoeve "tguet ten Keirckhove" te Liemde bij de
kapel om 26 arnems gulden op Lichtmis, (te betalen op
de wissel te Diest of naar believen van de pitancier
elders in Brabant) - en de lasten-; de pachter moet
- jaarlijks 100 willigenpoet
planten
- eykenpoet, die 't
klooster levert, planten in die 4 jaar
- 6 vimmen stro dekken in nieuw dak.
Alle beesten
zijn van de pachter. De opbrengst in het 4e jaar is half van de pachter en half van verpachter; de pachter hoeft in
het 4e jaar de 26 gulden niet te betalen.
1429, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: januari 10.
Jan Colensoen, Jan Wantgerssoen,
Dirc Roetart, Henrick Taye, Peter Crabbe, Willem Roefssoen,
schepenen van Liempde, verklaren, dat Goeswyn
van der Laerscot hun medeschepenen, verkocht heeft
aan Rutgherus Dirc Roetartssoen, 4 lopen rogge per jaar uit een akker, geheten
Willem Duffelmans hove, gelegen tussen de gemeint van
Liempde en Jan van der Bruggen, welke erfpacht de verkoper is aanbestorven van
Jan, zijn vader.
1429 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1200, f149 31 okt 1429 / door
dr. Geertrui van Syngel
Hendrik die Weker, zoon van wijlen Dirk die Weker, en Albert, zoon van wijlen
Arnold Minnemer, hebben erfelijk verkocht aan Elias, zoon van wijlen Jan van Luyssel, een erfpacht van 1 mud rogge Bossche maat, te
voldoen op de eerstkomende Sint Maarten in de winter voor de eerste
betaaltermijn uit een stuk weiland genaamd die Hoedert
[is die plaatsnaam correct of bekend?] en een klein stukje land hiertoe
behorend gelegen in de parochie van Boxtel op de plaats genaamd aan Veller [Velder, Liempde] , gelegen tussen het erfgoed
van de heer van Boxtel enerzijds en tussen het erfgoed van Egidius,
zoon van [Peter] Heijmericszoon anderzijds,
grenzend met ene eind aan het erfgoed van Peter Coppenzoon
en met het andere eind aan erfgoederen het erfgoed van Jan Colenzoon, alsmede
te betalen uit een huis en tuin en andere aangrenzende erfgoederen daartoe
behorend, gelegen op de plaats genaamd Lennensheuvel
(Lennisheuvel), tussen de gemene plaats enerzijds en
tussen een zekere [XX] daar anderzijds
1430 BOSCH’ PROTOCOL BP 1200 fol. 72v, 12 maart/ door
Jan Toirkens
Jan Dirx van Halle en Henrick Enghelenzoen man van
Lyemde, H.Geestmeesters
van Bucstel.
1430 BOSCH’ PROTOCOL BP 1200 fol. 148, 31 oktober/ door
Jan Toirkens
Jonker Dirck van Meerhem, heer van Bucstel, verkoopt aan Wouter Dirx
Godescalx een rente van 166 ½ oude groten, die hij (Dirck) beurt op St.Marten uit 27
3/4 buunder land "die Scheeyck" in Liemde, strekkende van een gemeynt
van Rote tot een weg in die Vluet.
Deze rente of cijns staat "te bueten ende te gewyn".
Gerit Herman
Brant ziet af van vernadering van die rente.
1431, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: juni 2.
Reynerus Loden en Gerardus Balyart,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Lambertus, zoon van wijlen
Jacobus te Vrillichoven verkocht heeft aan Elysabeth de Zonne, weduwe van Johannes de Zonne, een
erfpacht van 1 mud rogge, gaande uit 2 bunder moerasland, gelegen in de
parochie Boxtel onder de dingbank van Liempde, tussen het erve van het
Huis van Boxtel en Laurencius Sporbosch,
strekkende van de gemene weg tot aan Hesselonus van
de Loe, onder voorwaarde, dat de verkoper de pacht na dode van de koopster en
haar zoon Johannes mag lossen.
1431, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: augustus 31.
Johannes de Erpe en Gerardus Balyart, schepenen van
's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes die Wuest
van Knechtsel, gehuwd met Mechteld
de oudere, en Waltherus Spierinc, gehuwd met Mechteld de jongere, natuurlijke dochters van wijlen Willelmus Voet, priester, hebben opgedragen aan Theodericus, zoon van wijlen Johannes Roetart:
a. 3 lopense land in de parochie Boxtel onder de
dingbank van Liempde in de Bredenacker, tussen
Johannes Troestkens ter ene zijde en Godefridus Dunrox en Petrus Goutsmyt ter andere zijde, strekkende van de gemene straat
tot aan Johannes de Laerscot;
b. 1 lopense land aldaar tussen Ludovicus
Luttensoen ter ene zijde en Godefridus
en Petrus voornoemd ter andere zijde;
c. 1 lopense land aldaar, met Ludovicus
voornoemd en de kinderen Van der Laerscot aan beide
zijden, strekkende van de Hoelstraat tot aan de
kinderen van wijlen Ludovicus van Essche;
d. 1 lopense land aldaar, tussen wijlen Marcelis van Collenberch en wijlen
Johannes van Homberch;
e. een aandeel in twee weiden op die Tangel bij der Runnemoelen;
f. enige tienden uit de Bredenbeempt, uit het huis Hezelaer [Hezelaar], uit het Coppelke
en het huis ten Kerckhove.
1432 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1203, fol. 117 (112 stempel onder) /
door dr. Geertrui van Syngel
Hendrik Steenweg, man van vrouwe Margareta, dochter
van wijlen Willem Bac, zoon van wijlen Mathias van
den Molengrave, heeft een erfpacht van vier mud rogge en een sister rogge,
Bossche maat, uit de helft die aan Dirk Buc, zoon van
wijlen Godschalk van der Sporct toebehoorde in een
erfpacht van 16,5 mud rogge, erfelijk te voldoen uit een hoeve genaamd t Goet te Velde, gelegen in de parochie van Boxtel op de
plaats genaamd Liempde en uit de aangehorigheden van
dezelfde hoeve en uit 18 bunder land gelegen in Liempde , alsmede een
erfpacht van vier mud rogge en 1 sister rogge uit de helft die Dirk Buc, zoon van wijlen Godschalk van der Sporct,
toebehoorde, [ hierna hele passage gevlekt en onleesbaar, er wordt nog een
pacht genoemd] welke genoemde pachten die aan Hendrik Steenwech
toegevallen waren door de dood van zijn vrouw, hij erfelijk overgedragen heeft
aan Dirck van Rode, koopman, zoon van wijlen Jacob Smeeds van Rode. (naam Roelof Coenen staat ook nog in de
aant. van Ferdinand Smulders)
1432 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1203, fol. 144 (145 stempel onder) /
door dr. Geertrui van Syngel
Dirck van Rode, koopman, zoon van wijlen Jacob Smeeds van Rode heeft een erfpacht van vier mud rogge en
een sister rogge, Bossche maat, die aan Dirck Buc, zoon van wijlen Godfried van der Sporct, toebehoorde, in een erfpacht van 16,5 mud rogge,
erfelijk te voldoen uit een hoeve genaamd t Goet te
Velde gelegen in de parochie van Boxtel op de plaats genaamd Liempde en
uit de aangehorigheden van dezelfde hoeve en
alsmede uit 18 bunder land gelegen in Liempde; alsmede een erfpacht van vier
mud rogge en 1 sister rogge die aan Dirck Buc, zoon van wijlen Godfried van der Sporct, toebehoorde, (in de genoemde pacht van 16,5 mud
rogge), welke pachten van 4 mud en 1 sister en 4 mud en 1 sister Dirck van Rode, zoon van wijlen Jacob Smeeds
van Rode, verworven had van Hendrik Steenwech, man en
wettig voogd van vrouwe Margareta, zijn echtgenote,
dochter van wijlen Willem Back, zoon van wijlen Mathias van den
Molengrave, en die Dirck van Rode erfelijk overgedragen
heeft aan de stadssecretaris van Den Bosch ten behoeve van Margaretha, dochter
van wijlen Hendrick van Broekhoven.
1432 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1202, fol. 213 door G. Beelen (?)
Gerardus zoon van wijlen Gerardus Coppen, gehuwd met
en voogd van zijn echtgenote Jut, gehete Bele,
natuurlijke dochter van Nicollas geheten Coel, zoon van wijlen Daniel van Vrillichhoven
draagt op een stuk land, genaamd Rondenberch (Rondenborch) gelegen in de parochie van Boxtel en in de
jurisdictie van Liempde ter plaatse Vrillichoven (Vrilkhoven), beledingen: de
straat, de erfgenamen en kinderen van Bartholomeus van Vrillichoven,
aan de andere zijde strekkend van de straat tot aan de erve van Johannes Avenysoen, zoon van wijlen Henricus Abenysoen.
Het stuk land wordt erfelijk verkocht aan de eerdergenoemde Johannes Avenysoen, uitgenomen een cijns aan de heer van Helmond.
1432, BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303)
1465-1641 (1653) door dr. Jan Sanders, datum: 1432-06-18.
Heilwigis, dochter van Christianus Roesen, heeft verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch
aan Petrus, zoon van Petrus de Herenthem, een akker
land geheten Den Dorenacker met een weitje en 2
strepen land in Liempde, gerecht van Boxtel.
1432, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: december 1.
Godefridus de Erpe en Rutgherus
de Geldrop, schepenen van s'-Hertogenbosch, verklaren, dat Lambertus, zoon van
wijlen Jacobus Lambrechtssoen van Vrilichoven
verkocht heeft aan Theodericus, zoon van wijlen
Johannes Henrixsoen, een erfpacht van 4 lopen rogge,
gaande uit een weide, gelegen onder de dingbank van Liempde in Wychmansbroec [Wichmansbroek],
tussen Willelmus de Meydensvoert
ter ene zijde en de erfgenamen van wijlen Willelmus
van de Velde en de erfgenamen van wijlen Egidius Heymerixsoen ter andere zijde, strekkende van de heer van
Boxtel tot aan de steeg, alsmede uit een kamp heide, gelegen aldaar tussen
Henricus van der Perre en Willelmus
de Meydensvoirt ter ene zijde en de gemene straat ter
andere zijde.
1433 BOSCH’ PROTOCOL BP 1204 fol. 4v en 9v, / door Jan
Toirkens
Jan die
Vorster natuurlijke zoon van wijlen heer Willem, heer van Bucstel,
had vroeger een mud rog beloofd aan Jacob en Fissie,
kinderen van Jacop vanden Berghe, uit land "Goessensbuenre" (Goossenbunder) in Liemde.
1433 BOSCH’ PROTOCOL BP 1203 fol. 150v, 17 januari/
door Jan Toirkens
Gerit Gerit Bathensoen heeft opgedragen
aan een secretaris ten bate van jonker Dirck van Meerhem, heer van Bucstel, een
cijns van 18 peters op St. Lambrechtsdag. ( Heer
Willem van Meerhem, heer van Bucstel,
ridder, had die cijns verkocht aan Gerit Bathen
(vader van voornoemde Gerit) uit zijn hoeven, molen, tienden, renten, cijnsen en pachten in zijn dorp en heerlijkheid Bucstel en in Liemde en Os en uit
al zijn andere goederen.)
Jan Bathensoen ziet af van vernadering
van die cijns.
Gerit Gerit Bathensoen
heeft opgedragen aan Jan Bathensoen het deel van
Lambrecht Jan Bathensoen en de voornoemde cijns; (dat
Gerit van Lambrecht verkregen had): en de tocht van broeder Jan Gerit Bathensoen van Porta Celi, in 1/3 deel van die cijns, Gerit had die tocht
verkregen van broeder Jan.)
1433
BHIC 245, inv. nr 112
Klooster Sophiae Domus in
Vught, (1303)
1465-1641 (1653), nr 71 d.d. 19 juni 1433
71 1433-06-19. Willemus geheten Willegeman,
zoon van Henricus die Wyt, heeft overgedragen voor
schepenen van 's-Hertogenbosch aan Johannes van Buttel,
zoon van Mattheus van Bottel, een erfpacht van 1 mud roge
uit een pacht van 3 mud rogge en 3 mud gerst en 3 steen vlas uit goederen in Kasteren onder Boxtel, te weten 2
kampen land, Wedehage en Die Nuwebuenre geheten, 4
stukjes land daar, een halve streep in Die Nuwebuenre,
Den Dorenecker en 2 aanliggende weilanden, een akker
land op Die Brake en toebehoren, Dat Voertken, een stukje roggeland, een halve wei en de helft
van een hoeve in Boxtel op Tzavendonck.
1433 BOSCH’ PROTOCOL BP 1203 fol. 184v, 16 april / door
Jan Toirkens
Wouter van
Lier, weduwnaar van Margriet Jan vanden Velde, heeft opgedragen aan zijn zoon
Jan: zijn vruchtgebruik in een voer tiendhooi uit de beemd "dat Haverlant", Lyemde aan die Dommel. (Willem vanden Velde had dat
tiendhooi t.b.v. Jan vanden Velde, zijn broer, verkregen van Erembrecht Lodewichss vander Scoervoert)
(Jan van Collenberch beurde dat tiendhooi vroeger;
dat Haverlant was vroeger van heer Eligius, geheten
Loy vanden Aker, priester, Eligius geheten Loy Luntenssoen
en Eligius vanden Berghe)
Jan Wouter van Lier geeft die levering van een voer tiendhooi over aan Michiel,
natuurlijke zoon van wijlen Michiel van Hall en van Lijsbeth
Berneers.
1433 BOSCH’ PROTOCOL BP 1203 fol. 91v, 9 juni / door
Jan Toirkens
Lijsbeth, weduwe van Mychiel
vander Velde, geeft aan haar zoon Willem;
- haar vruchtgebruik in ¼ deel in de
watermolens van Casteren [Kasteren], Lyemde
- in ¼ deel in 2 buunder
beemd Casteren [Kasteren], in den Weert,rondom
tussen die Dommel
- ¼ deel in een erf met houtwas in Luttellyemde
- ¼ deel in de watermolen in Alsel (watermolen huidige Meulekensweg)
(Mychiel had die vierde delen verkregen van Wouter
Hannen van Lyer)
Willem Michiels vanden Velde geeft die vierde delen over aan Aert Henrix Werner.
1433 BOSCH’ PROTOCOL BP 1204 fol. 6, 22 oktober / door
Jan Toirkens
Aert Henrix Waerneer heeft opgedragen
aan Jan Peters van Herenthom
- ¼ deel (afkomstig van wijlen Michel vanden
Velde) in de watermolens van
Casteren [Kasteren], Liemde;
- ¼ deel in 2 buunder
beemd in den Weert, Casteren [Kasteren], rondom tussen die Dommel
- ¼ deel in een erf met houtwas
in Luttelliemde
- ¼ deel in de watermolen in Alsel
(watermolen huidige Meulekensweg)
(Aert Waerneer had die vierde-delen verkregen van Willem Michiels
vanden Velde)
1434 BOSCH’ PROTOCOL BP 1204 fol. 278, / door Jan
Toirkens
heer Willem
van Bucstel, ridder, zoon van wijlen heer Henrick van Bucstel, ridder,
beurde vroeger een cijns van 32 pond oud uit "die Weybuenre"
in Lyemderwaut,
tussen gemeynt van Rode in het oosten en een gemeynt van Oirschot in het westen en strekkende met een
eind aan de gemeynt van Lyemde.
1434, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: februari 20.
Danccolf Henric Zeland, Matys Molener,
Deric van der Horst, Arnt Rulenssoen, Henrick Peter Heymericssoensoen en Arnt de
Smit, schepenen van Boxtel, verklaren, dat Henric,
Jan en Lysbet Henricskinderen
van der Laer verkocht hebben aan Gerrit Henric Hesselssoenssoen, hun drie
gedeelten van een stuk land, geheten die Streep, gelegen te Mulsel
tussen Meeus Geritssoen en Henric
Jans Hoefschensoen; drie delen in de Langestreep,
gelegen op Savendonck [Savendonk,
Liempde] tussen wijlen Jan Wantgerssoen aan beide
zijden; 3 delen van een bunder broekland, gelegen in Bordelaer
tussen Henric Mutsaers en Deric
Janssoen van den Wyel; drie
delen van een heytveld, gelegen in Bordelaer tussen het wederdeel
van Henric Jan Hoefschensoen
en de kinderen van wijlen Bauden Grietensoen;
drie delen van een beemd, geheten het Loe, gelegen te Cleynre
Lyemd tussen wijlen Alaerd
van Emmichoven en Wouter van Desschel;
voorts het derdedeel van een ploegrecht in de gemeint
van Kempen.
1434, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: mei 26.
Arnoldus Ghiselberti Monix
en Johannes Nolleken, schepenen van 's-Hertogenbosch,
verklaren, dat Gerardus, zoon van wijlen Henricus Hesselssoen,
heeft opgedragen aan Reynerus, zoon van Reynerus van Vynckenschoet, een
stuk land, gelegen in de parochie van Boxtel onder de dingbank van Liempde
in Casteren [Kasteren], ter plaatse geheten den Nennensecker,
met aan beide zijden Johannes Wantgerssoen,
strekkende van Henricus, zoon van wijlen Johannes sHoefschen
tot aan de steeg tegen een erfpacht van 1 1/2 lopen rogge, met 2 1/2 lopen uit
landen, welke Reynerus eerder verkregen heeft, tesamen 4 lopen erfpacht.
1435, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: november 5
Peter Bollant, Dirc Roetart, Peter Crab, Jan Arntssoen, Roelof Loywichssoen,
Jan Peterssoen en Henric Bloeys, schepenen van Liempde, verklaren, dat Willem
Dirc Roetartssoen beloofd
heeft aan Gherart Henric Hesselsoen, dat deze het 2/3 part van 24 lopen rogge uit
geen ander onderpand zal beuren dan uit de helft van een bunder beemd, gelegen
in 's Heren Buynre onder Liempde, tussen Geertruyd van Reytsel en Baudewijn Maessoenssoen, welke
erfpacht Dirc Jan Roetarts placht te geven uit dit
land en uit het stuk land, geheten 's Monycsstuc.
1435, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: november 5
Peter Boelant, Dirc Roetart, Peter Crab, Jan Arntssoen, Roelof Loywichssoen,
Jan Peterssoen en Henric Bloeys, schepenen van Liempde, verklaren, dat Dirc Dirc sWyttensoen,
man van Marie, natuurlijke dochter van Dirc Roetarts,
heeft opgedragen aan Gherit Henric
Hesselssoen, het derde part van een erfpacht van 24
lopen rogge, gaande uit Vrillichover ecker [Vrilkhoven], gelegen onder
Liempde tussen Willem van den Velde ter ene zijde en Willem Arnts van Meyelsfoert en Aleyt Loyen wijf ter andere zijde.
1436 BOSCH’ PROTOCOL BP 1206 fol. 28, / door Jan
Toirkens
Heer Willem
van Bucstel, ridder, zoon van wijlen heer Henrick van Bucstel, ridder,
beurde (vroeger) 32 pond payment op St Marten uit die
Weybuenre in Liemderwout in de
parochie Bucstel tussen de gemeynt
van St Oedenrode en een gemeynt van Oirscot en strekkende tot de gemeynt
van Liemde.
1437 BOSCH’
PROTOCOL 1
febr. 1437 (fol. 42v) door dr. Geertrui van Syngel
Jan Loyt zoon van wijlen Aart Loyt
verkoopt aan Goijaert Gijben van der Sporct een erfpacht van
·
half mud
rogge (Bossche maat) te leveren op Pasen.
·
Levering van
twee tonnen appels bestaande voor de helft uit POETAPPEL en voor de andere
helft uit CRUIJSAPPEL op de H. Remijs (1 oktober) in
Den Bosch te leveren
Het e.e.a te leveren uit elf lopense
land en een wei daarbij in Kasteren
te Liempde en uit de wei “Bemerken”
met een stukje land.
1437, BHIC 1245,
Klooster Sophiae Domus in
Vught, (1303) 1465-1641 (1653) door dr. Jan
Sanders, datum: 1437-05-04
Reynerus, zoon van Reynerus
de Vynckenschoet, heeft overgedragen voor schepenen
van 's-Hertogenbosch aan Ghiselbertus Kesselman, zoon
van Johannes, het vierde deel in een erfpacht van 2 mud rogge uit een stuk land
van 10 lopenzaad gerst, geheten Nennens Ecker, in Liempde
onder Boxtel, ter plaatse geheten Zavendonc, een
stukje wei in Bordelaer en een kamp in Boxtel geheten
Wedehage.
1437, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: juli 22.
Peter Boelant, Dirc Roetart, Jan Arntssoen, Roelof Loywichssoen, Jan Crab, Jan Mecus en Peter Crab, schepenen
van Liempde, verklaren, dat Dirc Segherssoen van der Heyden verkocht heeft aan Jan Dircs sMoenixsoen, een visserij
met de dijken dwars door het veld in de Mortel, met de verkoper aan beide
zijden, strekkende van Dirc Roetart
tot aan Ermgart Korstkens,
gelegen onder de dingbank van Liempde.
1438, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: mei 15.
Arnoldus Ghyselbertssoen Monicx
en Willelmus Johanssoen Dicbier, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat
Lambertus, zoon van wijlen Jacobus de Vrilichoven,
verkocht heeft aan Theodericus, zoon van wijlen
Johannes Roetarts, een stuk weiland, gelegen in de parochie Boxtel onder de
dingbank van Liempde in Wychmansbroeck [Wichmansbroek], belend ter ene zijde Hesselonus,
zoon van wijlen Henricus Hessels, ter andere zijde Laurentius, zoon van wijlen
Gerardus Sporbosch en de erfgenamen van wijlen
Arnoldus, zoon van wijlen Henricus Engelensoen,
strekkende van het erve den Perrick tot aan het huis
van Boxtel en de gemene steeg alsmede een stuk bouwland, gelegen alsvoren in Vrilichoven, tussen
Johannes, zoon van wijlen Godefridus die Cromme en Johannes Arntssoen de Meyensvoert, strekkende met beide einden aan de gemene weg.
Lasten : 2 oude groten aan de Heer van Boxtel en 28 lopen rogge aan diverse
niet nader genoemde personen.
1438, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: mei 15.
Arnoldus Ghyselberti Monix
en Willelmus Johannis Dicbier, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat
Johannes, zoon van Theodericus Monix,
voor schepenen heeft bewezen, dat hij op grond van vernaderingsrecht
de wederkoop heeft van een stuk weiland, gelegen in
de parochie Boxtel onder de dingbank van Liempde in Wychmansbroec
[Wichmansbroek], alsmede van een stuk bouwland,
gelegen in Vrilichoven, welk land Theodericus,
zoon van wijlen Johannes Roetarts, gekocht heeft van Lambertus, zoon van wijlen
Jacobus van Vrillichoven. Theodericus
heeft dit recht erkend en doet afstand van de koop.
1438, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: juni 9.
Peter Boelant, Dirc Roetart, Jan Arntssoen, Roelof Loywichssoen, Peter Crab, Loywich Korstiaenssoen en Jan Peterssoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Arnt Peter Roetartssoen, Lysbeth zijn zuster, Jan Jan Achttemanssoen en Agnes zijn vrouw, alsmede Hube Ghenen Ghevartssoenen
en Margriete zijn vrouw, tesamen
kinderen van Peter Roetart, hun moederlijk versterf
gedeeld hebben, waarbij aan Arnt Peter Roetartssoen is toegevallen een stuk beemd, gelegen tussen
Andries, natuurlijke zoon van Dirc van der Lake en Pouwel Berten, strekkende aan de gemeint;
nog een stuk land, gelegen tussen Dirc van der Loe en
de gemene waterlaat, strekkende aan Jan Arken; nog een stuk land, gelegen
tussen Jacop van Hamsvoirt
en Hube voornoemd; alsmede een stuk land, gelegen
tussen Hube voornoemd en Hesel
van Loe, strekkende aan de gemene weg, onder voorwaarde, dat hij de cijns van 4
1/2 oude grote en 1 loop rogge daaruit gaande, zal betalen.
1438, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: juni 9
Peter Boelart, Dirc Roetart, Jan Arntssoen, Roelof Loywichssoen, Peter Crab, Loywich Korstiaenssoen en Jan Peterssoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Arnt Peter Roetartssoen, Lysbeth zijn zuster, Jan Jan Achttemanssoen en Agnes zijn vrouw, alsmede Hube Ghenen Ghevartssoen
en Margriete zijn vrouw, tesamen
kinderen van Peter Roetarts, hun moederlijk versterf gedeeld hebben, waarbij
aan Lysbeth is toegevallen de helft van een beemd,
geheten de Odendonc, gelegen onder Liempde tussen de
erfgenamen van Willem van Meyelsvort en Jan Gholen; een stuk land, geheten de Veltacker,
gelegen tussen Roef Pelmans en Jan Gholen; een stuk land, geheten de Steltacker,
gelegen tussen de erfgenamen van Willem van Meyelsvort
ter ene zijde en Jan Parre en Hein Bloeys ter andere zijde; alsmede een stuk land bij de gemeint, tussen Willem Roefs erfgenamen en Henniken Korstkens, onder
voorwaarde, dat Lysbeth gelden zal het vierendeel van
8 1/2 lopen rogge, het vierendeel van de cijns in het boek van Helmond, 7 lopen
rogge uit de beemd, alsmede de grondcijns.
1439, BHIC 1245, Klooster Sophiae
Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653) door dr. Jan Sanders, datum: 1439-01-14
Petrus, zoon van Petrus de Herenthem, heeft
overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Nycholaus
de Deyl Den Dorenecker met
een weilandje en drie strepen aanliggend land in Liempde in Boxtel.
1439, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: februari 19.
Godefridus de Erpe en Johannes de Oude Willelmi,schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Theodericus, zoon van wijlen Johannes Henrixsoen,
heeft opgedragen aan Johannes, zoon van Theodericus Roetaert. de erfpacht van 4 lopen rogge, welke hij gekocht
heeft van Lambertus, zoon van wijlen Jacob Lambrechtssoen
van Vrilichoven, gaande uit een stuk land, gelegen
onder de dingbank van Lyemde [Liempde] in Wychmansbroec [Wichmansbroek],
tussen Willelmus de Meydensvoert
ter ene zijde en Hendricus, zoon van wijlen Willelmus van der Velde en Hendricus
Egidius Heymericssoen ter
andere zijde.
1439 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1210, fol. 90 / door dr.
Geertrui van Syngel
Michael senior, natuurlijke zoon van wijlen Michael, zoon van wijlen Michael
van Halle, heeft een erfpacht van twee mud rogge, Bossche maat, erfelijk
te voldoen uit 2/5 delen die aan Arnoud, zoon van wijlen Willem Mynnemeer, toebehoorden in het goed Ten Assche
in de parochie van Boxtel en de aangehorigheden van
dit goed, alsmede in drie bunder beemd genaamd die Zyldonc,
gelegen op de plaats Vellaer [Velder, Liempde]
alsmede in een stuk weiland naast de plaats genaamd Hoggendonk,
welke pacht Michael senior verworven had van Michael, zoon van wijlen Michael
van Halle, en Michael senior heeft deze erfpacht erfelijk overgedragen
aan Dirk die Weker, zoon van wijlen Dirk die Weker. Dirk (die Weker) heeft
beloofd dat hij aan Michael senior een lijfrente zal geven van drie mud rogge,
elk jaar uit al zijn erfgoederen.
1439, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: maart 27.
Johannes Bathensoen en Henricus de Arennest,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes, zoon van Theodericus Roetart de Vrillichoven, heeft opgedragen aan Lambertus, zoon van Chrispianus de Doernen, de
erfpacht van 1 mud rogge, welke hij verkregen heeft van Elyzabeth,
dochter van wijlen Arnoldus Wouterssoen de Wemel,
gaande uit een huis, erf en hof met een weiland, gelegen in Vrilichoven
[Vrilkhoven] onder de dingbank van Liempde,
tussen Peter Crabben en Petrus Coppensoen.
1439, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: maart 27.
Marcelus die Lu, Godefridus
de Erpe, Johannes Bathensoen en Petrus de Erpe,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Godefridus
van der Spanck heeft verkocht aan Johannes, zoon van
wijlen Theodericus.Roetart, een akker land, geheten
die Stoeracker, gelegen in de parochie Bucstel in de jurisdictie van Lyemde
[Liempde], in Vrilichoven [Vrilkhoven],
met aan beide zijden Jacobus en Willelmus, kinderen
van wijlen Johannes de Meyel, alsmede 2 bunder beemd,
gelegen in de parochie alsvoren bij de "perric" van Bucstel in Wychmansbroec [Wichmansbroek],
tussen Willemus de Meyelsfoirt
en de erfgenamen van wijlen Wolterus Mariensoen, strekkende tot aan de "perric"
voornoemd, welke landen de verkoper verkregen heeft van Theodericus
zoon van wijlen Jan henricssoen, die ze verkreeg
wegens gebrek aan betaling van een pacht van 11,5 malder
rogge, welke pacht Jacob van Vrilichoven bij acte van
17 augustus 1396 gevestigd had ten behoeve van Dirck Uyttenvalckhuijse.
1440, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: februari 20.
Danclof Henric Zeland, Mathys de Molner, Arnt Ruelensz, Henric Peter Hemericz, Tieleman
van der Meer en Arnt Smit, schepenen van Boxtel,
verklaren, dat Lizebeth Arnt
Woutersdr.van Wemel heeft opgedragen aan Jan Dirc Roetartsz van Vrilichoven, een schepenbrief van Boxtel, sprekende van 1
mud rogge, die zij gekocht heeft van Lambrecht Jacopsz
van Vrilichoven, gaande uit een huis, hofstad en
beemd te Vrilichoven [Vrilkhoven]onder
Liempde
1440 BP 1211, fol. 199r, 10 mei 1440 / door dr. Geertrui
van Syngel
Susanna, dochter van wijlen Jacob Wisseleers, met
haar voogd, heeft het hele recht en levend bezit daar haar toekomt een erfpacht
zolang dat ze zolang ze leefde bezit in een erfpacht van vijf mud rogge, Oirschotse maat die Jan, zoon van wijlen Wouter Bruijstenszoon beloofd had erfelijk te zullen geven aan
genoemde Suzanne uit huizen en tuinen en de erfgoederen die daar aan grenzen,
gelegen op de plaats Heerbeeck in de parochie van
Oirschot, gelegen tussen het erfgoed genaamd Vellaer
enerzijds en tussen het erfgoed en met het ene eind naast de gemene gronden en
met andere eind aan het erfgoed van Jan van Boert, zoals in de schepenbrieven
van Oirschot staat. Ze heeft dit recht dat zij bij leven heeft, overgedragen
aan mij, Ghiselbert Roesmont
de stadssecretaris met de schepenbrieven en het recht, en deze Ghiselbert Roesmont draagt dit
weer erfelijk over aan Susanna [aparte schepenoorkonde]
1440, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: mei 13
Henricus Dicbier, Rodolphus
Lonys, Richmannus de Spina
en Henricus Beerwout, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Godefridus van der Spanck
verkocht heeft aan Theodericus Roetart,
2 bunder land, gelegen in de parochie Bucstel, in de
jurisdictie van Lyemde [Liempde], welk land de
verkoper is aangekomen van Petrus Michiels, procurator en rector van de H.
Geest Tafel te Bucstel, die het samen met 3 bunder
heide verkregen had wegens gebrek aan betaling van een pacht van een half mud
rogge, welke pacht magister Martinus de Zoemeren
behoeve van genoemde Tafel gekocht had van Lambertus, zoon van wijlen Jacobus
de Vrilichoven
1440
BHIC 2006, Mechelse aanwinsten van het Bisdom Den Bosch 1330-1791, inv. nr. 44, regest 44 d.d. 18 juni 1440
Notaris Johannes Gruyter oorkondt dat, in
aanwezigheid van deken Petrus Crom en het kapittel van Sint-Jan in
's-Hertogenbosch, jonkvrouw Katherina, weduwe van
Johannes Hoernkens, en haar zoon Gerardus, meester in
de kunsten, inwoners van 's-Hertogenbosch, een vicarie
of kapelanie gesticht hebben in de Sint-Jan aan een nog te bouwen altaar in het
schip van de kerk achter de preekstoel aan de rechterzijde in zuidelijke
richting, waar ze ook hun grafplaats kiezen, ter ere
van de Heilige Drie-eenheid, de Maagd Maria en de heiligen Filippus, Anthonius en Agnes. De minstens 24-jarige rector moet
wekelijks vier missen lezen, bij verwaarlozing waarvan hij boete moet betalen
aan de schrijver, de koster en de roededrager van het kapittel. Hij moet de
canonieke uren met het kapittel meevieren, voldoende geschoold zijn in de
zangkunst, verwant zijn aan de stichters en geen ongeoorloofde omgang met
vrouwen hebben. Na de dood van de stichters komt de collatie toe aan deken en
kapittel en aan de bezitter van een kamp land in Meerwijk in Polsbroeck. Uit deze kamp komt een erfcijns toe aan deken
en kapittel die hiervoor een jaargetijde moeten houden voor de twee stichters,
Arnoldus Hoernkens en Gerardus de Eyck en zijn vrouw Heylwigis. Hiervan krijgt de plebaan of vicepastoor
een deel om hun namen zondags af te lezen. Voor deze kapelanie schenken ze een
deel van een erfcijns die heer Wilhelmus de Boxtel, ridder, zoon van heer
Henricus de Boxtel, ridder, vroeger moest betalen uit goederen geheten Die Weyeboenre in de parochie Boxtel ter plaatse geheten Lyemderwalt
tussen de gemeint van Sint-Oedenrode in oostelijke
richting en de gemeint van Oirschot in westelijke
richting, grenzend aan een zijde aan de gemeint van Liempde.
Ze presenteren als eerste rector heer Theodericus Nobell, meester in de kunsten, die deken en kapittel zullen
benoemen na wijding van het altaar. Gedaan in de kapittelzaal met als getuigen
de notarissen Rutgerus de Arkel en Johannes Pels.
1441 / SCHOUTSREKENINGEN ARA BRUSSEL,
inv. nr. 12992 door Henk Beijers
van JANNE VANDEN DIJCK van SCHIJNDEL want hy
gestolen hadde tot LYEMDE vier ossen ende ter merckt vercoft welke sijn niet en waeren ende dair nae ten Bosch quam ende die scouthet dede hem op die poert
leggen ende want hy mynre
vrouwen ondersete was van HOESHSTRATEN [vgl. Hoechstraten] ende gheen goet onder mynen genedigen heer en hadde mer onder mynre Vrouwen voirs. lyet hem die scouthet syn poyntinge
maken om veertich gulden rijns qui
valent x l.
1441, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: januari 26.
Gerardus de Vladeracken en Arnoldus Beerwout,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Theodoricus,
zoon van wijlen Johannses Henricssoen,
heeft opgedragen aan Henricus, zoon van wijlen Johannes Henricssoen,
een erfpacht van 12 lopen rogge, gaande uit een stuk weiland, gelegen in Wychmansbroeck [Wichmansbroek]
onder de dingbank van Liemde [Liempde], tussen
Willelmus de Meyensvoirt
ter ene zijde en Willelmus van den Velde en Romboldus Janssoen van den Velde
ter andere zijde, welke hij verkregen heeft van Arnoldus Veerners
1441, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: april 11.
Petrus de Erpe en Henricus de Arennest, schepenen van 's-Hertogenbosch,
verklaren, dat Lambertus, zoon van Chrispianus de Doernen, heeft opgedragen aan Ghiselbertus
Roesmont ten behoeve van Johannes, zoon van Theodericus Roetart van Vrilichoven, de erfpacht van 1 mud rogge, hem aangekomen
van Theodericus Roetart
voorn., gaande uit een huis, erve en hof met een weiland, gelegen onder de
dingbank van Liemde [Liempde] in Vrillichoven [Vrilkhoven] tussen
Peter Crabben en Petrus Coppensoen
1442, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: mei 17.
Arnoldus de Erpe en Martinus Goeby, schepenen van
's-Hertogenbosch, verklaren dat Woltherus, zoon van
wijlen Willelmus zoon van wijlen Willelmus
van den Velde, heeft opgedragen aan Elysabeth, weduwe
van Reynerus Loenman, messemaker, een erfpacht van een half mud rogge, gaande uit
een stuk land, gelegen in de parochie Bucstel onder
de dingbank van Lyemde [Liempde]_tussen
Henricus Mutsart en wijlen Laurencius
van der Andermolen, alsmede uit een halve bunder
heide, gelegen mede aldaar, tussen Theodericus Roetart en Paulus Jan Coppensoen,
welke pacht wijlen Willelmus voorn. gekocht heeft van
Johannes, zoon van wijlen Gerardus zoon van wijlen Johannes van Casteren
1442-1443 BP BP 1213 fol. 144v
door dr. Geertrui van Synghel (12 juni 2015)
Hendrik, zoon van wijlen Jan Moeys, heeft
erfelijk verkocht aan Jan, zoon van Paul Coppensoen,
een stuk weiland van Jan Beekman naast de plaats genaamd Vellaer,
tussen het erfgoed van de heer van Boxtel enerzijds en het erfgoed van Gerard Balyart anderzijds, strekkend vanaf het erfgoed van Jan Arntssoen van Meyensvoert naar
het andere erfgoed van Hendrik met de tussenliggende gracht samen met de gehele
voornoemde gracht, zoals genoemd stuk weiland daar gelegen is, samen met het
recht om te gaan vanaf het stuk weiland door het genoemde erfgoed van genoemde
Jan Arntsoen tot aan de gemene plaats. Hij heeft
beloofd te vrijwaren, behalve voor de helft van anderhalve oude groot
grondcijns en de hooitiend uit genoemd stuk weiland, en met de toegevoegde
voorwaarde dat de verkoper vanaf zijn erfgoed mag gaan door het stuk weiland op
de kortste manier en dat de koper het zal omheinen.
1444 RHCe
15240 Schepenbank Helmond, 1396-1810, inv. nr.
3793, akte 246 d.d. 19 oktober 1444
Aert, Jan, Goesswijn, Henric
+ Yden kn. v. Aert van Ieckendonck Aert Schoermans man
v. Yden dr. v. Aert v. Ieckendonck
hebben erflic gedeilt in 5
delen die gueden van hun vaeder
en moeder 1)Aert huys hofstat
+ hoff met enen beemde gecocht tegen Willem Noens (?)
van Gemert gelegen op griende (Beek) 2)Jan - een rille beempts
in die rietbeemde (Helmond) die Aert van Ieckendonck aengestorven was van Doeden Aerts Andries soen sijns wijfs (Margriet) vaeder -een stuc lants bij die voertbrugge (Beek) dat 1/4 van 6 mudden utter
hoeve ter vorst 3)Goesswijn 1/2 vanden huysse schueren etc. daer Aert van Ieckendonck in plach te woenen inder prochie van Aerle bij
erfenis v. Heer Claes van Liemde vykeris van Aerle
(vgl. vicaris?) 4)Henric die ander helft van den huyse fol. 105. blz. 168 5)Aert Schoermans
man van Yden -een stuc lants
bij die coude maeze (Aarle)
Aert van Ieckendonck aengestorven
deels van Heilwich van Rut zijn moeder deels van Ermgart vr. v. Diric Joerdaens en tegen Joerden haeren zoene ende tegen Lijsbetten van Rut Jans dr. -een stuc beempts
te Aerle in die nuwe beemde
(Aarle) gecocht tegen Lijsbet
+ Yden dr's. v. Henric Kosters volgens een schepenbrief van Aarle -een stuc
lants voer dat goet ten eijnde (Aarle) Jan broer van Aert van Ieckendonck
volgens een Bossche schepenbrief -een stuc lants in
die coppel (?) (Aarle) -een stuck
lants geheiten dat beerstuc
gecocht tegen (volgens schepenbrief van Aarle) Jan
nat. zn. v. Jan van den Vijfeijken W. Eijndhouts - schepen Peter Machiels - schepen 19 oktober
1444 met latijns onderschrift!, 1443/1448
1444, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van
Rooij, pag. 146. Datum: 01-12-1444
Schepenen in 's-Herogenbosch oorkonden, dat
Mejuffrouw Katherina, weduwe van wijlen Johannes Hoernken, dochter van wijlen Arnoldus aan Lambertus van Doerne, Crispinszoon, ten behoeve
van het gasthuis gesticht door wijlen Reynerus van
Arkel aldaar, overdraagt eenen erfelijken
cyns, groot twintig schellingen 's jaars, verschijdende op 2
februari en gevestigd op land, genaamd die Putacker,
gelegen in de parochie van Boxtel onder de Dingbank van Liempde, ter
plaats genaamd op Zavendonk [Savendonk], tusschen erf van Joseph, molenaar, van Casteren [Kasteren],
eenerzijds en dat van Wautger
van Casteren en Gerardus van Leemputte anderzijds,
alsmede gaande uit land, gelegen alsvoor, ter plaatse
genaamd Casteren.
1444
BOSCH’ PROTOCOL BP 1214 fol. 3v, 14 februari / door Jan Toirkens
Reyner Wouters van Vynckenschoet heeft opgedragen aan Peter Willem Peters van Herentham 1/6 deel (van Reyner en
zijn zuster Luytgart) in een watermolen van wijlen
Peter van Herentham, Lyemde,
Casteren [Kasteren].
1445 SAB Bossche
protocollen, inv. 1216, fol. 269v
Henrick Henrix
van Arkel bezit een hoeve in Casteren in
Zavendonk. De armen in Reijneer
Arkels gasthuis in Den Bosch
1446, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van
Rooij, pag. 147 nr. 59. Datum: 16-09-1446
Schepenen in 's-Hertogenbosch oorkonden, dat Henricus van Arkel, zoon van
wijlen Henricus, heeft beloofd te geven en te betalen aan meester Arnoldus van Weilhusen, ten behoeve van de armen van het gasthuis,
gesticht door wijlen Reynerus van Arkel, zoon van
wijlen Henricus aldaar een erfelijke pacht, groot negen en een halven zester rogge 's jaars, Bossche maat, verschijdende
op 2 februari en gevestigd op een hoeve, gelegen in de parochie van
Boxtel onder de Dingbank van Liempde, ter plaats genaamd op Casteren
[Kasteren] op Zavendonck [Savendonk].
1446, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van
Rooij, pag. 147 nr. 60. Datum: 16-09-1446
Schepenen in 's-Hertogenbosch oorkonden, dat Henricus van Arkel, zoon van
wijlen Henricus, heeft beloofd te geven en te betalen aan meester Arnoldus van Weilhusen, ten behoeve van de armen van het gasthuis,
gesticht door wijlen Reynerus van Arkel, zoon van
wijlen Henricus aldaar heeft verkocht eene erfelijke
pacht, groot een half mud rogge 's jaars, Bossche
maat, verschijdende op 2 februari en gevestigd op een
hoeve, gelegen in de parochie van Boxtel onder de Dingbank van Liempde,
ter plaats genaamd op Casteren [Kasteren] op Zavendonck
[Savendonk].
1447, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: april 3.
Roloff Loywichssoen, Goyart: Wouterssoen, Loywich Korstiaenssoen, Peter Goyartssoen, Dirc Roetart, Marten jan Danensoenssoen
en Michiel Peter Boelantszoen, schepenen van Liemde [Liempde], verklaren, dat Gherit Henric Hesselszoen, man
van Agnese, Jan Pauwelssoen, man van Heilwig, beiden dochters van Dirc
Roetart voorn., laatstgenoemde tevens voor Yde,
dochter van zijn zoon Jan Roetart, alsmede Luytgard Jan van Bekersdyck,
hebben gedeeld de nagelaten goederen van Aechte, in
leven vrouw van Dirc Roetart
voorn., alsmede de goederen, welke Dirc zal komen na
te laten
1447 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1217, fol. 401, 27 april
1447/ door dr. Geertrui van Syngel
Lambert, zoon van Dirkx Roetart,
Jan zoon van wijlen Lambert van den Acker, Nicolaas, zoon van wijlen Willem
Colenzoon, Jacop, zoon van wijlen Jacop
van der Hamsvoirt, en Hubert, zoon van Gerard Gerartszoon, hebben onverdeeld beloofd aan Lodewijk, zoon
van wijlen Erenbert Lodensoen
27 beyerse gulden met Lichtmis te betalen.
Lodewijk, zoon van wijlen Erenbert Lodenzoon[1] heeft
alle eikenbomen, aanwezig bij en op de hoeve genaamd Ten Velde, in de
parochie van Boxtel in de jurisdictie van Groter Liempde, zoals
die daar gemerkt zijn, erfelijk verkocht aan Lambert, Nicolaas en Hubert
[1] deze informatie staat niet in deze registratie, maar in de vorige.
1447 BOSCH’ PROTOCOL BP 1217 fol. 171, 1 juni / door
Jan Toirkens
Reyner Wouters van Vynckenschoet heeft opgedragen aan Jan Wouters van Lyer: ¼ deel (dat
vroeger van Jan Wouters van Lyer was) in de molen van
Casteren [Kasteren] te Casteren
[Kasteren] in de parochie Bucstel. (Reyner had dat ¼
deel in erfpacht gekregen van Jan Wouters van Lyer)
1447 BOSCH’ PROTOCOL BP 1217 fol. 282v / door Jan
Toirkens
Bucstel, Cleynreliemde, beemd "die cleyn
Hoydock" bij erf "die Zijldonc
en bij Vellair
(dit is Velder!)
1447, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van
Rooij, pag. 149 nr. 64. Datum: 22-11-1447
Schepenen in 's-Hertogenbosch oorkonden, dat Henricus van Arkel, aan Rutgerus van Arckel ten
behoeve van de arme gasthuis, gesticht door wijlen Reynerus
van Arkel aldaar heeft verkocht een erfelijke pacht, groot een mud rogge 's jaars, Bossche maat, verschijdende
op 2 februari en gevestigd op een hoeve, gelegen in de parochie van
Boxtel ter plaats genaamd op Casteren [Kasteren, Liempde] op Zavendonck [Savendonk]
1447, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: december 7.
Ludolphus Buck en Merselius
de Uden, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Gerardus, zoon van
wijlen Henricus Hessels, heeft opgedragen aan Johannes, zoon van wijlen
Johannes de Zonne, een stuk weiland, gelegen in de parochie Bucstl
onder de dingbank van Lyemde [Liempde]
in die Pranghe, tussen de erfgenamen van wijlen
Johannes Arts de Meyensfoert en de erfgenamen van
wijlen Johannes de Biechlaer ter ene zijde en
Johannes, zoon van Paulus Coppensoen en een weiland,
genaamd de Roesbeempt [Roesbeemd] , ter andere zijde,
strekkende van Lambertus Meeussoen tot aan Yda, dochter van wijlen Johannes Roetart,
tegen een erfpacht van 5 pond, stellende tot onderpand een huis, erve en hof,
gelegen alsvoren in Vrillichoven
[Vrilkhoven], tussen Lambertus Meeussoen
en de gemene strate, strekkende van Martinus Anemyoens tot aan de gemene strate
1447, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
286 Schijndel (Fiche 110, blz. 6) Cijnsregister 1447-1465
Roedolphus filius Petrus de
Spina ex hereditate Reynerus
filius Reynerus de Casteren quondam
liberum Petrus Johannes quondam
Albertus de Dinter de veteri
IIII dinarii Idem ex hereditate
Albertus de Dinter quondam liberum Petrus de Spina de veteri
II dinarii
1447, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
286 Schijndel (Fiche 110, blz. 2) Cijnsregister 1447-1465
Relicta et III liberi
Mathias filius quondam
Johannes de Laet Relicta et
liberi Rutgherus de Zavendonc nepotis liberum Petrus ex hereditate quondam Wautgherus de novi VI dinarii ex hereditate Casteren et Zavendonc
1447, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
286 Schijndel (Fiche 109, blz. 4) Cijnsregister 1447-1465
Liberi V Wautgherus filius Johannes de
Casteren ex hereditate relicta
et liberum Wautgherus predictus de novi VI dinarii
1447, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
286 Schijndel (Fiche 108, blz. 4,) Cijnsregister 1447-1465
liberi IIII-or Ida filia
Henricus filius quondam
Arnoldus Egonis ex parte
Mathias et Yda liberorum
Henricus filius arnoldus Egonis ex bonis Tijsbosch de veteri III dinarii in marge: Ghijsbertus filius Henricus de
Kessel ?? ?? Johannes unus liberi ad hinc ?? ?? Rycoldus unus liberi ?? ?? obitum Henricus unus
liberi ad opus relicta et
unus X liberorum Eadem ex hereditate dicta Cloetken de veteri I dinarius Eadem ex bonis quondam Mathias filius Henricus
Novi Coloni siti in
Hermalen de novi II stuivers
1447, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
286 Schijndel (Fiche 108, blz. 5) Cijnsregister 1447-1465
Katharina filia Gerardus de Casteren ex parte Katharina relicta Mathias Gueden ex domo et orto quondam
Goeswinus de Woensel de novi
II dinarii Eadem ex hereditate predicta quondam Goeswinus filius Johannes de Voert de novi
II dinarii
1447, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
286 Schijndel (Fiche 106, blz. 8) Cijnsregister 1447-1465
Katharina filia Gerardus de Casteren heres Goeswinus
filius Johannes de Voert ex XII parte
trium bonariorum quondam Aleydis filia Johannes de Kith? de novi II dinarii
1447, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
286 Sint-Oedenrode (286-66, blz. 8,
folio 4, no) Cijnsregister 1447-1464
Daniel filius Johannes de Merkstheijden?
ex parte liberum Arnoldus filius Emondus Lonten ex hereditate dicta Bemelken de veteri IIII denarii et ort
1447, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
286 Sint-Oedenrode (Fiche 106, blz. 8)
Cijnsregister 1447-1464
Mathias filius naturalis quondam Joannes Multoris /
Arnoldus filius quondam
Johannes Custodis Liberi
duo Joannes filius Wolterus
de Villenbraken ex parte patris
ex hereditate Eligius de Spanc
et de domistadio Ada de Casteren quondam Martinus de Beke de veteri VIII denarii
1447, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
286 Sint-Oedenrode (286-69, blz. 2,
folio 19,) Cijnsregister 1447-1464
Mercelius filius Petrus Piscatoris de Bocxtel op Zavendonc quondam Lambertus filius Ghijsbertus Bonten de veteri XII denarii
in marge: Dominus Ludolphus de Aqua heres
1447, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781,
inv. 286 Sint-Oedenrode (fol 45, item nr 136 (scan 00089) Cijnsregister 1447-1464
Wilhelmus filius Reineri Horkens (Willem Hoerkens?) ex parte Matthei filio
Wolteri de Moy quondam liberorum Wolteri Duuts, V½ den. vet.
1447 RCHe
12063 Heerlijkheid Helmond-286 cijnsregisters Liempde 1447-1464
cijnsregisters
Liempde 1447-1464 (door Jan Toirkens) ======================34-v====================== 1447.001 . Bertholomeus
filius quondam Bartholomei Crommen ex I ½ bonarium prati sitam apud locum dominus Goeswinus
Buijnre quondan Thome de
Campo, XVIII den. nov. 1447.002.
(87) Agata fi Godefridi fi Lambert Keyser ex hereditate Godefridi predictam quondam Elizabeth Baldewini,
III½ ort. vet. 1447.003.
Johannes Breijbart de Buscho ex duobus
bonarijs sitam in Rekendonc quondam Wilhelmi fi Ro. Rodolphi
, II sol. III den. nov. 1447.004.
(26) Boudewinus filius Thome ex hereditate sita in Vlasspreijde, VIIIII ½
den. I ort. nov. 1447.005.
Boudekinus filius Thome ex hereditate
sitam juxta Vlaspreyden quondam Yde filie Gerardi fi dominus Alberti, II den. ½ ort. nov. 1447.006.
(13) Dominus Ludolphi de Aqua ex hereditate Arnoldi
de Fine (?) quondam Petri de Casteren, XVIII ½ den.
nov. Idem ex eadem hereitate qundam Wolteri Ghibonis XVIII½ den. nov, 1447.007.
Ermigardus relictam Wilhelmi filia Rodolphi ex hereditate quondam Godschalci
de Bladel, dictam Heyligenbuner, VII ½ den. nov. 1447.008.
(67) Elizabeth filia Henrici de Bichlaer ex parte patris ex hereditae quondam
Johannes (vervolg 35recto) de Bruxella, IIII½ den. vet. 1447.009.
Eadem ex hereditate predictam et hereditate quondam Wilhelmi de Bichlaer III
den. vet (zie 35 recto) 1447.010.
Eadem ex hereditate predictam quondam Petri fi Jacobi de Hamsfort, IIII½ den.
vet (zie 35 recto) ======================35-r====================== 1447.011. (131, is fout,
moet zijn 132). Edigius filius Edigii Crab ex hereditate quondam liberorum
Arnoldi fi Reneri, III den. nov. 1447.012A. (9A). Eligius dictis Loy Hillen, ex quartam parte bonarium sita juxta altari plateam quiodam liberorum Arnoldi Coppelmans,
III den. nov. 1447.012B. (9B) Idem ex parte relictem et liberorum Rutgera fi Henrici Voskens quondam Godefridi
Schenkel, III den. nov. 1447.013. Gerardus filius Gerardi Baliaert ex hereditatem quondam
Bartholomei de Meghen de bonis suis, IX sol. nov. 1447.014. (27) Gerardus filius Everardi de Dumo ex bonis de Homberch quondam liberorum
Thome filie Boudekini, I
den. nov. ======================35-v====================== 1447. 015. (16+94) Gerardus filius
Henrici Hesselini ex hereditate
quondam Rodolphi Vosse et
Johannes fratris eius videlis, ex tribus pratis site in loco dictam
Andel, II½ sol. nov. 1447. 016. (40) Goeswinus
filius Johannis de Laerschout, ex hereditate Wilhelmi fratris
sui, V den. nov. 1447.017A (83A) Godefridus filius
Henrici fi Godefridi Croex
ex hereditatem in Vrilichoven
quondam Godefridi filius Henricis
predictam, V den. vet. 1447.017B.(83B).Idem ex bonis Theodorici
de Vrilichoven IIII den. IV den. et I ½ ort nov. 1447.017C. (83A) Idem ex domo et orto quondam Johannes Tayen de Crabbendijck,
II den. I ½ ort vet. 1447.018A (84A). Idem ex domo et orta quondam quondam Theodorici filius Godefridi predictam, IIII ½ den. I ort nov. 1447.018B (84B) Idem ex domo agro quondam Theodori predictam , III½ den nov. et II
ort. 1447.019. (54) Gerardus fi Johannis fi
Wilhelmi de Loe ex parte patrem y mater ex bonis quondam
Mette Joseph, V den. vet et I ort vet. 1447.020 (68) Gevardus
filius Paulus Sporbosch, ex I ½ bonarium prati sitam in Rekendonc ... Wilhelmi
filii Rodolphi quondam
dominus Rodolphi Rodolphi
Vos, 1 sol nov. III den 1447.021.(17) Idem ex prato sito in de Hamfort, quondam liberorum
Alberti fi Zebert de Collenborch, I den. nov. ======================36-r====================== 1447.022. (48) Henricus filius Renier ex
parte Rodolphi Pelmans ex dimidio prato juxta Hamfort quondam
Wilhelmi Rodolphi, I den. nov. 1447.023. (25) Hesselinis
filius Henrici fi Hesselinia de Leyemde
ex petia terre dictam Vlasspreyde, VI den. nov. 1447.024. (69) Idem ex Wilhelmo fi Johannis de Meyelsvort,
XII den. nov. 1447.025. (98) Henricus filius Petri de
Piro, ex hereditate Johannis fi Lysen de Piro, II½
den. nov. ex orto de Homberch 1447.026. (85A) Hwenreicus
fikius Giverdi Scutkens ex Rekendoncquondam henrici NScutkens, II½ den. nov. 1447.027. (85B) Idem pro liberi Katarine Scutkens ex Rekendonc, VI den. nov. 1447.028. (33A) Henricus Blois filius
Jacobi Pauli ex hereditate Petri Hille, IIII den. nov. 1447.029. (33B) Idem pro Henrica fi
Arnoldi Maes ex bonis Pauli Textor, III den. nov. 1447.030. (49) Henricus filius Johannis Carpentator ex parte relictem quondam Johannis fi Henrici Scutkens
ex Rekendonc, XII den. nov. ======================36-v====================== 1447.031.(25A) Hesselino filius Henrici Hesselmi
ex hereditate Arnoldi filii
Johannis Mercs, I den. et I½ den. nov. 1447.032. (61) Heijlwigis
filia Catharina fi Henrici Mathie pro Henrico fi
Mathie ex hereditae liberorum
quondam Elizabeth de Vrilichoven, III den. nov. 1447.033. (77A) Henricus filius Henrici
Thome ex hereditate Henrici Maes Boudekens son, III de vet. 1447.034. (77B) Idem ex hereditate librorum Henrici Scutkens, III den. nov. 1447.035. (77C) Idem ex hereditate Theodori fi Katarina
Scutkens ex Rekendonc, III den. nov. 1447.036. (131) Henricus filius Henrici Reyneri ex hereditatem qundam liberorum Rodolphi dictam Roefken fi Wilhelmi dictam Heyligen Buynre, VII½ den nov. 1447.037. (116A) Henricus filius Henrici
Reinier ex hereditate quondam liberorum
Rodolphi dictam Roefken fi Wilhelmi dictam Heylgen Buynre, VII½ den. nov. 1447.038. (116B) Henricus filius Reni ex
domistado Johannes Drinckhellinc
III den. vet. 1447.039. (77D) Henricus et Theodori liberi Johannes
Timmermans ex Rekendonc quondam Marte.. (?) filii Henrici Scutkens, XVIII
den, nov. ======================37-r====================== 1447.040. (96A) Henricus filius Nijcoli van der Hort ex hereditare
patri quondam Ode fi Arnoldi Symonis
de Heedel, I ob. nov. 1447.041. (96B) Idem ex hereditate quondam Odradis, VII
den. nov. 1447.042. (96C) Idem ex orto Monachi, VII den. nov. 1447.043. (96D) Idem ex parte prati ex hereditate quondam Gerardi fi Thome, II den. nov. II den. (?) 1447.044. (96E) Idem ex hereditate quondam Henrici de Eerkel,
II den. nov. 1447.045. (96F) Idem ex herditate Everardi Hulsmans, III ob. nov. 1447.046. (77F) Henricus filius Henrici
Thome ex Rekendonc quondam relicte
Johannis fi Johannis Scutkens ex Zelen Loect quondam relictem Johannis
predictam, VIII den. nov. 1447.047. (34) Hubertus filius Wilhelmi
de Laarscot ex hereditate
patris quondam Mette Joseph, V den. et I ort. vet. 1447.048. (32) Henricus filius Nycoli fi Goeswinus de Lapidea via de Boscho, ex bonus
Clinckardi, XV den nov.
et II½ sol. nov. 1447.049. (108) Henricus filius quondam
Hermanus Daems, ex Rekendonc quondam liberorum Everardi de Casteren, XI den. nov. 1447.050. (35) Johannes filius Toomaes de Oerscott pro Wilhelmo fi Johannis Laarscot,
I den. vet ======================37-v====================== 1447.051. (134A).Jacobus filius Henrici Engelen ex
hereditate in Vrilichoven, quondam Godefridi Crommen, V den. vet. 1447.052. (134B). Ijdem
ex bonis Theodoricus in Vrilichoven
quondam Petri de Crabbendijck, IIII den. nov. 1447.053. (134C). Ijdem
per Arnoldo van den Cloet, Sophia sorore eius et liberis Zanne soror dictam Arnoldi, ex hereditate quondam Arnoldi Voss et Johannis, sororis eius dictam Rekendonc, 1 sol. IX den.nov. 1447.054. (38) Johannes fi Crispiani Arnoldi ex quarta parte orto de Valle quondam
Johannis Lobken, I ½ den. nov. 1447.055.
(3A). Johannis fi Petri de Piro ex
hereditare Wolteri Aelbert (?) quondam
Wilhelmi de Meyelsfort, VI den. nov. 1447.056.
(3B). Ijdem pro parte Johannes Arnoldi de Meyelsvoert VI d. nov. 1447.057.
(28) Johannes filius Wilhelmi de Meyelsfort pro Bartelomeo fi Henrici
Collaerts ex agro qundam Jhannis de Meyelsfort, I den. nov. 1447.058. (71A) Idem ex hereditate liberorum Gerardi de
Loe quondam relicte Baldewini de Rilant, III den. nov. 1447.059.(71B) Idem ex hereditate liberorum Gerardi predictam quondam Petri fi Gerardi de Loe,
III den. nov. 1447.060. (53A) Johannes filius Wilhelmi
de Dormale de palude Geerardi de Aa, 1 sol nov. 1447.061. (53B), (de vermelding
86 is onjuist) Idem et eadem
palude, I den. ======================38-r====================== 1447.062. (58) Jacobus de Manso III ½ den. nov. 1447.063. (59) Johannes Apes de ortulo Arnoldi Olle quondam Baldewini
fi Godefridi, IIII den. nov. 1447.064.(44A) Johannes filius Lambert
de Agro pro Sophia er liberi
Zanne liberorum Arnoldi de Cloet ex hereditare dominum Rodolphi et Johannes dictam
Vos, II sol. nov. 1447.065. (37A) Johannes filius Bartholmei de Vrilichoven pro
Hermano filio Henrici Appels, II den. vet et II½ den.nov. 1447.066. (29) Idem pro Henrici filio Henrici Mutsarts, II den.
et I ort. nov. 1447.067. (37B) Idem pro Arnoldo fi Goeswini Ottonis ex bonarium quondam Henrici Regenbergh,
VI den. nov. 1447.068. (37B) Idem pro Arnoldi predictam ex hereditare quondam
Arnoldi der Kinder, V den. nov. 1447.069. (37B) Idem ex du bonarium quondam liberorum Everardi de Casteren, VI den. nov. 1447.070. (39) Johannes Pauli, gener Theodori Rotarts ex parte Aghate filie Johannes Monachi, I ob. nov. 1447.071. (18) Johannes filius Johannes
de Zonne ex domo et ortum quondam Bartholomei filii Jhannes Rutgeri, II den. nov. 1447.072. (101) Johannes filius Johannis
Perman utem Crommen Strepe te rilichoven
quondam patris, IIII den. vet. 1447.073. Idem ex domo et orto Wilhelmi fi Wilhelmi Mali Aben, II den. vet. 1447.074. Bartholomeus filius quondam Barttholomei Crommen ex I½ bonarium prati de palude Gerardi de
Aa, quondam Johannes fi Wilhelmi de Dormalen, IX ½ den. nov. 1447.075. Idem ex eadem
palude quondam Mathie fi Jacobi Kemps, IX ½ den. nov. ======================38-v====================== 1447.076.(36)
Johannes ilius Henrici de Biechlaer
ex ortum van den Honredonc
quondam Johannes filius Heijlwijgen uxor Boudekini de Aqua, VII ½ den ½ ort nov. 1447.077.
(72) Johannis filius Goswini ex hereditate
quondam Johannis filius Everardi nde Meylsfort, II den. vet et I
ob. nov. 1447.078.
(60A) Johannes filius Petro de Piro ex hereditate
Johannis fi Nycolai dictum Coel van der Sceeken quondam dominum Rodulphi
Vos, 1 sol. nov. 1447.079 (60B) Idem ex Honredonc quondam Johannes filus
Heilwigis de Aqua, VII ½ den.et ½ ort nov.
1447.080.(44)
Johannes filius Lamberti de Agro, ex hereditate patrem quondam Eligij de Monte, I den. vet et I den. nov. 1447.081.
(29) Johannes filius Bartholomei de Vrilichoven ex prato Wijsdonx Loect, quondam Petri filii
Petri de Collenberch, IX den. nov. 1447.082.
(15) Johannes de Heel ex parte liberorum naturalis dominum Theodori de Geldrop, ex pisceria. I den.nov. 1447.083.
(70) Johannes filius Crispiani filii Arnoldi Puerorum, ex hereditatibus patris, II sol.
IIII den. nov.. ======================39-r====================== 1447.084. (43) Johannes filius Johannis
ven den Ven ex hereditate liberorum
Gerardi de Ven, IIII½ den. vet. 1447.085. (72) Johannes filius Goeswini pro tertia parte et
Aleydis filia Johannis de Bobbelaer
pro alijs duabus partibus ex hereditate relictem et liberorum quondam Wolteri filii Johannes de Bruggen, III den. vet. et I den. nov. 1447.086. (92B) Ida filia
quondam Petri de Veken
(of Beken?), ex hereditate in de Loect prope Vloetstraat,
quondam Spiritus Sancti de Boixtel, IX den. vet. 1447.087. (5) Johannes filius Wilhelmi
de Meyelsvort ex bonarium
juxta Hamsvort, quondam Severini fi Laurenti Kersmeckers, XII den. nov. 1447.088. (82) Jacobus filius Paula
Johannes Jacobi ex I ½ bonario prati
sitam in Rekendonc, ....
Wilhelmi filii Rodolphi
quondam dominum Rodolphi
Voss, I ½ sol et III den. nov. ======================39-v====================== 1447.089. (88) Katherina filia Aben filius Johannis W.. (?) van der Par ex hereditate
Johannis filii Lizen de Piro, II½ den. nov. 1447.090. (2) Katharina filia Godefridi de Rielant ex domo et ortu quondam
Baudewini de Eesche, III
den. nov. 1447.091. (61+63) Katherina filia Wilhelmi de Laerscot ex hereditate patris quondam Eve
et Aghate Uden, XIIII den. nov. 1447.092 (73) Liberi Johannis filie Chrispine ex hereditate Johannis fi Chrispine,
XIII den. nov. 1447.093. (74) Liberi Jacobi de Monte
pro Hermanno Cleake (?)
ex hereditate in Laerscot,
X den. nov. 1447.094. (109) Liberi duo Everardi filii Arnoldi van Casteren ex bonarium quondam
Arnoldi filii Goeswini Ottonis, VI den. nov. 1447.095. (108) Idem ex parte Arnoldi predictam ex hereditare quondam Arnoldi der Kindere,
XI den. nov. ======================40-r====================== 1447.097.(23) Laurentius filius Govardi Spoirbosch ex bonus
Arnoldi filii Henricii Rilant et de Vlasspreii et ex orto sita retro ortum Turnouts, II et tertiam parte den. nov. 1447.097. (17) Liberi II Alberti filii Zeberti de Collenborch, ex prato sito juxta Hamfort I den. nov. Idem ex domistadio Ten Colleborch, VII den. vet. 1447.098. (110) Idem ex hereditate patris quondam
Agneta filie Everardi de Meylsfort, III den. nov. 1447.099. (123) Liberi II Henricxi Collaerts ex hereditate Henrici filii
Johannis quondam Aleijdis et Gertrudis liberorum
Wilhelmi filii Henrici Spruit, VI den. nov. 1447.100. (20) Liberi quattor Wilhelmi Wandelaers ex bonarium sito in Hamfort, quondam Elizabeth filie
Laurentii filie Johannes
de Antiqua Mola, XII den. nov. 1447.101. (123B) Liberi II Henrici Collaerts ex hereditate Henrici
filii Johannes de Vloet,
XI den. nov. 1447.102.(123C) Idem ex hereditate Bartoldi filii Henrici Collarts, XI den.
nov. 1447.103.(97) Lambertus filius Johannis filio Johannis Zeberti de Collenborch, van Oden Boschelken,
I den. vet. 1447.104. (111+112) Liberi quinquam Johannes Reineri ex parte patris ex hereditate quondam Henrici Viri, V den. nov. et I½ den. vet. ======================40-v====================== 1447.105. 200 (42+43+115). Liberi II
quondam Johannes Delien ex parte
patris, ex hereditate
quondam liberorum Mechtildis de Leemputten,
XXI½ den. nov. 1447.106. 201 (42+43+115).Idem ex hereditare quondam relictam er liberorum Gevardi de Casteren, III½ den. nov. et II
den. vet. 1447.107. (124) Ludovicus filius
Johannis Perman, van enen uutfange
uit Rewiten Geloect quondam patrem sui, VII
den. nov. 1447.108. Liberi duo Everardi
de Casteren pro Johanni filio Gevardi van den Venne,
quondam Jacobi filii Jacobi de Hamfort,
III den. vet. 1447.109. (4) Laurencius filius Zeberti ex hereditate quondam Laurencij, IX den. nov. 1447.110. (87) Liberi duo Gevardi filii Johannes Delien ex hereditate quondam
Johannes Laurencij, XI den. nov. 1447.111A. (21) Lamberftus
filius Johannes Arnoldi ex herediate quondam Johannies filii Arnoldi de Meylsfort et postea Wolteri fi Wolteri de Hezeacker XI den. nov. 1447.111B. Idem ex hereditate
dictam Regenmortel
quondam Wolteri predictam,
XV den. nov. ======================41-r====================== 1447.112A. (126) Liberi III johannis ilii Wilhelmi de Biechlaer, et Johannis naturalis
Wilhelmi Jacobi ex hereditate Katerine fi Rutgeram, V den. nov et I den.
vet 1447.112B. (126) Idem ex eadem hereditarie, V den. nov. et ex hereditarie predictus Henrici
de Vrelichoven V den. nov.
et 1 den vet. 1447.113. (127) Liberi III Katarine filii
Johannes de Tilia, de ultimo thoro, ex hereditate predictam quondam
Mette Manus VI den. nov. 1447.114.(63) Liberi duo Katherine fi
Henrici Scutkens sito
juxta ex Rekendonc, IX den. nov. 1447.115.(28) Laurencius filius Zeberti Laurentii ex domo et orta quondam Henrici fi Henrici, IIII½ den. nov. 1447.116.(120) Lambertus filius Theodori Rotaerts ex partem liberorum ex Theodori Rotaerts, VI den. vet. 1447.117.(120) Idem ex eadem hereditate quondam
Wilhelmi fi Conegondis, III den. nov. 1447.118.(113) Liberi duo Aelberti fi Zeberti de Collenborch ex parte patris ex hereditate quondam
Michaeli fi Wilhelmi de Campo, ex palude Gerardi de
Aa, XVII den. nov. 1447.119.(50) Liberi duo Mathei fi
Gerardi Ghiben de Casteren
ex orto in Caste.. (?) ... colonus
mortalis... presbitorum
de Boixtel, V½ den. vet. ======================41-v======================
1447.120.(126) Liberi III Johannis
filius Wilhelmi de Bichlaer ex parte patris ex hereditate quondam
magister Jacobi Groy, V den. nov. et I den. vet. 1447.121.(78) Lambertus filius Aben de
Pyro, ex ortum Molo quondam Nycolai
filii Henrici de Bichelar,
VI den. nov. 1447.122.(41) Liberi duo Petri fi
Gerardi van den Loye ex hereditate patris, quondam Henrici de Loye, II den. nov. 1447.123.(103) Laurentius fikiusa Gevardi Sporbosch ex hereditate patris, quondam
Henrici Sporbosch, XI den. nov. 1447.124. (64) Laurentius filius
Johannis Arnoldi, de bonarium quondam relicte et liberorum Johannis dictam Mark, VI den. nov. 1447.125. (10) Liberi quattor Zeberti filii Laurenti tanquam coloni mortales Altari Hospitale in Rode ex domistadio quondam patris et
Mette Reineri (?), V den. nov. 1447.126.
(130) Liberi IIi Zeberti filii Henrici de Collenberch,
ex dimidio bonario prope Hamfort, quondam patris, VI den. nov. ======================42-r====================== 1447.127. (86+89) Mathias filius Jacobi Keijmps ex palude Gerardi de
Aa, quondam Arnoldi fi Gerardi Keijmps, I sol. et X ½ den. vet. 1447.128. (79) Martinus filius Wilhelmi
de Campo, ex palude Gerardi de Aa, quondam Johannes
filius eius et Johannis Mennekens,
IX den. nov. 1447.129. (11A) Martinus filius Johannis
filii Henrici Avenioen ex
parte patris quondam
Henrici fi Goijardi Crommen,
XI den. nov. 1447.130. (61C) Matthias filius Arnoldie Mathei ex hereditate
quondam Martine relicte Matie et liberorum eius quondam liberorum Elizabeth de Vrilichoven
, XII den. nov. 1447.131. (61D) Idem ex domo et orto in Vrilchoven IIII den.
vet. 1447.132. (11B) Martinus filius Johannis
de Avenioen ex parte patris ex hereditate quondam Nycoli dictam Coel filius
Daniel van den Bongart, II den. nov. 1447.133. (75) Martinus filius Johannis
de Avenions ex parte
Petri Rotaerts ex preditam
prati dictam Rekendonck quondam Johannis dictam
Lobkens, XII den. nov. 1447.134. (90A) Mathias filius Jacobi de
Meyslvort ex Rekendonck,
quondam relictem et liberorum
Henrici Scutkens, et postea
Lamberti Tilmanni (?), XII den. nov.
1447.135. (91A) Michael et Johannes liberi
Petri fi Theodori fi Michael de Halle, ex Hoenredonc quondam Zeberti fi
Johannes de Collenberch, XVI den. nov. 1447.136. (91B) Idem ex hereditare Zeberti predictam quondam Johannis de Bruxella,
IIII ½ den.
vet. ======================42-v====================== 1447.137. (80A) Niclaes dictus Coel
filius Wilhelmi, ex hereditate quondam Martini
filius naturalis Henrici Morkens,
VI den. nov. 1447.138.(80B) Idem et eadem hereditate quondam Heilwigis Morkens, XIII den. nov. 1447.138. (99) Petrus Rotart ex tertia parte trium bonarium quondam Henrici
de Smede, 1 sol. nov. 1447.140. (100A) Idem ex dim.. (?) de orto de Valle quondam Johannis Lubkens,
I den. nov. 1447.141. (100B) Idem ex hereditate relicte et liberi
Arnoldi Puerorum quondam Johannes Lubkens, IIII den. vet. 1447.142. (105) Paulus filius Johannis Reneri ex domo et ortu Gevardi filii Johannes Mennekens, VI den. nov. 1447.143. (106). Idem ex eadem hereditate et agro
dictum dat Ruet sitam juxta hereditate Lamberti de Agro et ex uno ... agro
prope plateam, III ½ sol. nov. 1447.144.(128) Petrus filius Judoci Reyneri ex orto
quondam Henrici filii Henrici Elizabeth, IIII den. nov. 1447.145. (107) Paulus filius Johannis Reneri ex parte hereditate fi Johannis Monneken
ex hereditate Johannis predictam
quondam Helye de Vlaspreyde,
et Gerardi de Aa, ex palude, VI den. et ½ sol. et
II den. nov. ======================43-r====================== 1447.146. (100C) Petrus filius Jo. Rotarts ex bonis in
Lyemde quondam patris sui et Godeschalci de Bladel, XV den. nov. 1447.147.(100D). Idem ex prato quondam
patris et Everardi de Laerscot, III den. nov. 1447.148.(100E) Idem ex orto de Valle
II½ den. vet 1447.149.(100F). Idem ex hereditate
relicte et liberi Arnoldi Puerorum, X ½ den. nov. 1447.150.(95) Relicta
Wilhelmi filia Aleydis de Bijchlaer,
Wilhemus et Laurentius filii
Wilhelmi de Bigelaer ex hereditate
quondam Henrici Sporbosch, XI den. nov. 1447.151.(76) Rodolphus
filius Waltheri ex quarta
parte orto de Valle,
quondam Johannis Lubkens, I ½ den. nov. 1447.152. (114) Rutgerus
filius Modelini, unum nigera 1447.153. (116) Relicta
Johannis filii Zeberti
van Oeden Bosselken, I den. nov.
1447.154. (32) Rodolphus
filius Lodewici de Bladel, pro liberi
Lodewici preditam et Ghibo de Dorhaut, ex domistadio quondam dominus Rodolphi
Vos et Johannis fratris, I ½ ort. nov. ======================43-v====================== 1447.155. (93) Relictam
et duo liberi Gerardi filii
Hermanni Eckers pro Lamberto die Bont quondam relicta en liberorum Henrici
Rufi de Buxtel ex bonario
Clinckardi in Elde, II½ sol. nov.
1447.156. Relicta
et tres liberi Henrici filii Gerardi Sporbosch ex hereditate
Gerardi filii Gevardi de
Venne, VIII den et ½ ort. vet. 1447.157. (121A) Rudolphus filius Lodevici de Bladel ex
palude Gerardi de Aa, quondam Gerardi filii Lamberti nepos Boudekini de
Leyemde, IIII den. nov. 1447.158.(121B). Idem ex parte Govardi predictam ex bonis quondam
Johannis de Homborch, 1 den. nov. 1447.159.
(7A) Relicta et quinquam liberi Godefridi filia Henrici de Rijlant ex
bonus Nycolai Sartoris et Vlaspreyde
et ex orto retro ortum Tornouts quondam patris, III½
den. nov. 1447.160.
(7B). Idem pro Arnoldo fi de Rilant, ex hereditare et alia parte et ... (?) 4
denarii et duas terceras partes den. nov. 1447.161. (12A) Rodolphus
filius quondam Wilhelmi Rodolphi, ex domo et orto quondam Johannis filii
Johannis Lippen et patris
Arnoldi Rilant, III den. nov.
1447.162. (12B) Idem ex domo et orto predictam quondam Johannis
filii Henrici de Rilant,
III den. nov. 1447.163.
(65A) Relictam et quinquam
liberi Jacobi filii
Jacobi de Hamfort, ex domo et orto
sita in Vrilichoven
quondam patris, IIII den. vet. ======================44-r====================== 1447.164. (119A) Relictam
et quinquam liberi Pauli
filius Gevardi Sporbosch ex hereditate
dictam Laerscot, quondam patris, III den. vet et I ½ ob. nov.
1447.165. (119B) Idem ex parte relicte et liberorum Henrici Berten ex hereditate
quondam Johannis fi Arnoldi van den Ors, VI den. nov. 1447 166.(65) Relictam
et quinquam liberi Jacobi
filii Jacobi de Hamfort,
ex parte patris ex hereditate quondam Petri filii
Jacobi Jordani, II den. vet. 1447.167. (46A) Relictam
et quinquam liberi Everardi filii Eremberti ex parti patris ex hereditate quondam relicte et liberorum Johannis
de Zeelst, IV den. vet. 1447.168. (46B) Idem et eadem hereditate quondam Eve
dictum Eeffken et Elizaberh soror
eius, XXI den. vet. 1447.169.(47A) Relictam et liberi sex Baldekini filii Baudewini Josephs ex hereditate sita juxta
Vlaspreyden quondam Wilhelmi filii Wilhelmi de
Campo, II den. et ½ ort. nov. 1447.170.(47B) Idem ex palude Gerardi de Aa quondam Wilhelmi predictam
IIII ½ den. nov. 1447.171. (61A) Rodolphus
filius Wilhelmi Rodolphi ex duobus
bonarijs sita in Rekendonc, ...
Wilhelmus patris eius
quondam Rodolphi Vos et Johannes, II sol. nov. et III den. nov. 1447.172. (133) Idem ex hereditate quondam Rodolphi
Vos, ½ sol.
nov. ======================44-v====================== 1447.173. (138) Relictam
et quattor liberi Marcheli (of Mathei?) filii
Henrici de Bichelaer ex orto
patris quondam Zanne fi Johannes dictum Snoec, I den. nov. 1447.174. (118A) Simon de Campo ex parte Aleijdis quondam Ode Driepont
ex hereditate relictem et
liberorum dictam Johannes
Merck, III den. nov. 1447.175. (118B) Idem et eadem hereditate quondam Ghibonis de Collenberch, IIII
den. vet. 1447.176. (81) Theodoricus filius Wolteri filii Arnoldi de Esche
ex hereditate patris
quondam liberorum Johannes fi Arnoldi van den Ors, VI den. nov. 1447.177 (122A) Theodoricus filius
Johannis Rotaerts ex Ludens Velswinkel,
quondam Zeberti de Collenberch,
VI den. nov. 1447.178.(122B). Ijdem ex tertia parte trium
liberi quondam Henrici de Fine, 1 ½ sol. nov. 1447.179.(122C). Ijdem pro Lamberto filio Monachi
de Merica, II sol. nov. 1447.180.(122D). Ijdem ex hereditate Johannes fi
Rutgeri quondam Helie de Vrilichoven, III den. nov. 1447.181.(122E). Idem ex hereditate
Johannis Monachi, I den. nov.
et I den. vet 1447.182.(122F). Ijdem
ex hereditate liberi
Johannes filius Arnoldi van den Ors, nondonis quondam Helie de Vrilichoven,
II ½ den. nov. 1447.183. (51) Theodorus de Heseler, III den nov. 1447.184. (55A) Theodorus filius Zeger
de Merica ex herditate Ermigardus fi quondam Arnoldi de Viri, V den. nov. et 1 den.
vet. 1447.185. (55B). Idem ex domistadio
Ermigardus predictam
quondam Aleydis de Vrilichoven, XIII den. nov. 1447.186. (57) Thomos filius
Wilhelmi de Campo ex palude Gerardi de Aa quondam Heilwigi
fi Aelberti, XIII ½ den. nov.
Idem ex eadem hereditate,
III ½ den. nov. ======================45-r====================== 1447.187. Wilhelmus filius Wilhelmi van
den Velde pro Baudewino filius Baudewini
ex prato dictum Goessenbonre,
III ½ den. nov. 1447.188. (102) Wilhelmus filius
Wilhelmi filij Mali Abi pro relictam et liberi Wilhelm
filii Mali Abi, II den. vet. 1447.189. (135) Vicini de Leyemde ex palude
quondam Johannis de Beke, XXXIII sol. IX den. nov. 1447.190. (52A) Wilhelmus filius Henrici van
den Hove ex tertia parte trium bonarium et sexta parte bonariorum quondam
Johannis Rotart , 1 sol. 1 den et tertia partem den. nov. 1447.191. (52B) Idem ex sexta parte
bonariorum quondam Theodorici et Petri liberi Johannes Rotaert, II den. et
duas teratias partem den. nov. 1447.192. (66) Wolterius
filius Wolteri Rostenberch
ex hereditate Jacobi de Meylsvort, V½ den nov. 1447.193. (129A) Wolterius
filius Gerardi Collars ex hereditate Johannes
filius Goewini, V den. nov.
et I den. vet. 1447.194. (129B) Idem ex Westerkern, quondam Johannes filius Johannes Goswini, ½ sol. nov. 1447.195. (56+62) Wilhelmus Hinkart et liberi
Merceli de Beerze ex parte relicte Mercelij Luwen quondam Johannes fi
Mercelij de Beerze, II½ sol. III den nov. 1447.196. (136) Wilhelmus filius Reineri
Horkens ex parte Matthei filio Wolteri de Moy quondam liberorum Wolteri
Duuts, V½ den. vet. 1447.197. (62) Johannes dictam van Dessel, filius quondam Johannis Grieten, gener Godefridi filius quondam Wolteri
Roestenberch ex hereditate
dat Rilant, quondam Godefridi predictam, I den. nov. ======================45-v====================== 1447.198.
(137) Wilhelmus filius Aelberti fi Zeberti de Collenberch ex hereditate quondam Wilhelmi filii
Wilhelmi de Campo, XII den. nov. 1447.199.
Zebertus filius Theodoroci
de Hall ex hereditate Henrici filii
Henrici Engelbertus, I den. nov. |
1449 BOSCH’ PROTOCOL BP 1220 fol. 173, 11 december /
door Jan Toirkens
Michiel Aert Michielssoen van Hall, Henrick Reynerssoen van Vinckenschoet en
Jan Henrixsoen die Wise, H.
Geestmeesters in Bucstel, geven erfpacht aan heer Lud(olf) vander
Water, kanunnik in Den Bosch, "sheiligengeestecker"
Lyemde [Liempde] Casteren [Kasteren] om 12 lopen rog
jaarlijks. (en de last: 1 oude grote) ( Ludolf kan
binnen 10 jaar die pacht lossen met 30 peters) (NB Ludolf
van der Water koopt volgens
- folio 165 ( R 1220 fol
165) op 8 november 1449 een hoeve in Ollant
- folio 169 ( R1220 fol 169) op 24
november 1449 een hoeve en landerijen in Casteren [Kasteren]
( Liempde)
- folio 173 ( R1220 fol
173) op 11 december 1449 land in Casteren [Kasteren] , Liemde
en
- folio 193 ( 1220 folio 193) op 7 februari
1450 tgoet "ten Acker" in Lyemde [Liempde]
1450 BOSCH’ PROTOCOL BP 1220 fol. 232, 22 juni / door
Jan Toirkens
Aleyt, natuurlijke dochter van wijlen Dirck van Westphalen, heeft
opgedragen aan Mr Marten van Zoemeren, kanunnik in
Den Bosch, haar tocht in 9 pond oud frans geld uit 10 pond van Mechtelt Henrix Vilt in een cijns
van 32 pond, welke heer Willem van Bucstel, ridder,
zoon van wijlen heer Henrick van Bucstel,
ridder, vroeger beurde op St. Marten uit die
Weybuenze in Lyemderwout tussen den gemeynt van St. Oedenrode en een gemeynt
van Oerschot. Metta (= Mechtelt) Henrix Vilt had 10 pond
daaruit verkregen van Elisabeth Henrix van Westphalen.
1451 BOSCH’ PROTOCOL BP 1221 fol. 282v / door Jan
Toirkens
Bucstel, heiveld "Geerlaer" (De Geelders) bij
die Cromvolder in Eilde
[Bodem van Elde] ( samen met een huis in Olland gekocht door heer Lud(olf) vanden Water !)
1451 BOSCH’ PROTOCOL BP 1222 fol. 232, 8-12-1451 / door
Jan Toirkens
Corstiaen Matthijss.
Haze heeft opgedragen aan Giselbrecht Jans van Coelen ¼ e deel in de Casterse
molen, Casteren [Kasteren] in de
parochie Bucstel. Corstiaen
had dat ¼ e deel verkregen van Jan Wouters van Lyer.
1451 BOSCH’ PROTOCOL BP 1222 fol. 232, 17-12-1451 /
door Jan Toirkens
Ghiselbrecht van Coelen
geeft dat ¼ e deel van de Casterse molen over aan
Willem Aerts van Rode.
1452 BOSCH’ PROTOCOL BP 1223 fol. 19 / door Jan
Toirkens
Kathelijn,
dochter van wijlen Henrick Henrick
Manssoen van Lyemde, weduwe
van Jan Ghijsselen (kinderen: Jan, Gijsbrecht, Henrick, Kathelijn en Geertruyt
echtgenote van Corstiaen Coenen)
1453 BOSCH’ PROTOCOL BP 1223 fol. 46v / door Jan
Toirkens
Lyemde , land "Bekelaec"
1453 BOSCH’ PROTOCOL BP 1223 fol. 320v / door Jan
Toirkens
Lyemde,
beemd "Smaellaer" en die Berenbeempt aan de
Dommel, bij land van de "hoeve te
Wedehamer"
1453, BHIC 1245, Klooster Sophiae
Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653) door dr. Jan Sanders, datum: 1453-02-20
Johannes,
zoon van Ghiselbertus Kesselmans, heeft overgedragen
voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Jacobus Cuper,
zoon van Egidius, het vierde deel van een erfpacht
van 2 mud rogge uit een stuk land van 10 lopenzaad gerst, geheten Nennens Acker, in Liempde onder Boxtel ter plaatse geheten Zavendonc, uit een stukje wei in Liempde ter plaatse
geheten Boudelaer en uit een kamp daar op een plaats
geheten Wedehaghe.
1453, BHIC 1245, Klooster Sophiae
Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653) door dr. Jan Sanders, datum: 1453-02-23
Johannes en
Elisabeth, kinderen van Theodericus Stijnen soen, hebben verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch
aan Simon, zoon van Willelmus van den Velde, het
vierde deel van een wei, geheten Die Ruwebeemt in
Liempde onder Boxtel ter plaatse geheten Kasteren, en een wei geheten Braendonck in Boxtel
1453 BOSCH’ PROTOCOL BP 1223 fol. 105v, 16 juli / door
Jan Toirkens
Heer Gielis Vogels van Maeseyck, pitansier des convents van Everbode, heeft verjairpacht aan
Jan Meeus van Vrellichhoven: een hove in groter Liemde
bi der capellen voor 6 jaar vanaf Pinksteren
jongstleden tegen 24 Willelmus-scilde jaarlijks, te
betalen half op Kerstmis, half op St. Jan. en de lasten.
Jan
- moet"den heykamp"
opmaken, bevreden
en met berken bepoten op kosten van 't klooster;
- moet op de huysinge 8 vymmen gedreven daecks dekken,
- moet elk
jaar 25 willigen poten zetten en poten op de hoeve
- moet om die
myssen vander hoven maken
een gelijndt van planken
- moet
als 'seynde"
elk jaar in 't klooster leveren vyer vette ganse,
vier vette capuyn,
- twee boterweggen elc
van thien ponden en twee groet tootweggen van enen zester
terwenblomen,
- moet dat duyfhuys opter hoven toemaken en beeselen
ende opgemaect ende gebeselt
laten
- in sinen afsceiden mag bij zijn heengaan geen messe
of ruwaer meenemen
- moet den pitansier de
kost geven als die op de hoeve komt
- en mag
slechts 3 roeden bleckelincs slaen
op de heycamp elk jaar.
1454 BOSCH’ PROTOCOL 6 juli 1454 / door Geertrui Van
Synghel
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Willem Hinckart,
man van vrouwe Gizenrade,
dochter van wijlen Leonius van Erp, zoon van wijlen
Jan, door Leonius en vrouwe
Postuluna, dochter van wijlen Gerard van Beerze, zoon
van wijlen Nicolaas van Beerze, verwekt, en vrouwe Hadewich, weduwe van Nicolaas van Beerze, zoon van wijlen
Gerard van Beerze, een jaarlijkse erfpacht van 1 mud rogge, die Wouter, zoon
van Godfried Roestenberch beloofd had te geven aan
Willem Hinckart, voor de ene helft en aan vrouwe Hadewich voor de andere en
te betalen uit 2 bunder weiland in de parochie van Boxtel, in de plaats Liempde, tussen het erfgoed van
Nicolaas Coel van der Linden enerzijds en het erfgoed
van Lambert, zoon van wijlen Deenkin van den Ecker
anderzijds, welke 2 bunder nu gelegen zijn tussen de gemene weg enerzijds en
tussen het erfgoed van Godfried Colenzn. en enkele
andere mannen anderzijds, en die Wouter, zoon van Godfried van Roestenberch van Willem Hinckart,
vrouwe Hadewich en Emond Rover in pacht verworven had, wettelijk en erfelijk
hebben overgedragen aan Dirk Hoeghe, zoon van wijlen
Arnoud. Willem Hinckart en vrouwe
Hadewich hebben verdeeld beloofd als
hoofdschuldenaars, namelijk elk voor de helft, dat zij Dirk Hoege
over deze erfpacht de verschuldigde waarschap zullen
bieden en dat zij ervoor zullen zorgen dat de onderpanden voor de lossing van
de pacht voldoende zullen zijn.
Getuigen zijn schepenen van ’s-Hertogenbosch: Jan Waerloes,
zoon van Jan, en Gozewijn van Beeck.
1454 BOSCH’ PROTOCOL BP 1225 fol. 4v, 17 oktober/ door
Jan Toirkens
Meeus Gerits de Momber verkoopt aan heer Lud
(olf) van den Water, kanunnik in Den Bosch en Jacop Jacops Cuper
een visserij, strekkende van 't goed van Henrick van Achel tot in Ollande beneden die
Brugge (d.i van bij de Liempde kapel tot de Bubnagelse brug). De
verkoper kan zolang hij leeft daarin vissen. Last 12 oude groten aan Jacop van Geffen. De helft van die visserij moet lands- en
geburenlasten betalen.
1455, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: januari 9.
Petrus Steenwech en Johannes Spiker,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Martinus, zoon van Henricus de Elmpt, heeft opgedragen aan Lambertus, zoon van wijlen Theodericus Roetart:
a. 1,5 lopense bouwland in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde
[Liempde], tussen Lambertus voorn. en Rodolphus, zoon
van wijlen Lodovicus de Bladel, strekkende van Wouter
Corstiaenssoen tot aan Lambertus voorn.
b. 1 lopense bouwland, gelegen alsvoren,
tussen de erfgenamen van wijlen Paulus zoon van wijlen Johannes Coppensoen en Petrus van de Perre,
strekkende van Willelmus van den Assch
tot aan Lambertus voorn.
c. een stuk bouwland, gelegen alsvoren tussen
Lambertus voorn. en Rodolphus de Bladel, strekkende
van Henricus en Baudewinus, zonen van wijlen Baudewinus Maessoen tot aan het
huis, geheten die hoeve te Wederhamer.
d. een stuk weiland, gelegen alsvoren tussen
Johannes, zoon van wijlen Johannes Promans,en meer
anderen t.e.z. en de Dommel t.a.z.,
strekkende van de erfgenamen van wijlen Zebertus de Collenberch tot aan de erfgenamen van wijlen Lambertus de Collenberch.
e. 1/9 van 2 weilanden, gelegen alsvoren tussen de
Dommel t.e.z. en de erfgenamen van wijlen Johannes de
Cremer en Wolter Corstiaenssoen t.a.z.,
strekkende van Rodolphus de Bladel tot aan het huis
die hoeve te Wederhamer.
f. 1/4 en 1/8 van een weiland, gelegen alsvoren
tussen de gemene strate en Petrus de Perre en meer anderen, strekkende van Hessel en Gerardus,
zonen van wijlen Henricus Hesselssoen tot aan
Gerardus, zoon van wijlen Henricus Hesselssoen, en
meer anderen;
g. 1/4 en 1/2 van een tiende uit 2 stukken land, genaamd de Coppelken
en den Bredenbeempt;
h. 1/4 en 1/8 van een tiende uit 2 stukken land genaamd Vossenbeempt
en Bredenbeempt
Tegen een erfpacht van 1 mud rogge.
1454, VONNISBOEKEN VAN DE RAAD VAN
BRABANT ARA BRUSSEL inv. nr. 527 fol. 174 d. 26 juni 1454
door Henk Beijers
De GEBUEREN van GROOT LYEMDE in een kwestie met die van LEMMENSHOEVEL [vgl. Lennisheuvel] en LUYTGER LYEMDE (vgl. Luttel of Klein
Liempde)
1455 BOSCH’ PROTOCOL BP 1226 fol. 3v, 8 oktober/ door
Jan Toirkens
Willem nat. zoon van Dirck nat zoon van wijlen heer Willem van Meerhem, heer van Bucstel, geeft in erfpacht aan Aleijt
weduwe van Dirck Zegers soen
en haar zoon Zeger, den Perrenbeempt,
Lijemde, Vrillichoven om 2 mud rog op Lichtmis.
Willem had die beemd verkregen
van Marten Jan Avenyoen.
1457, BHIC 1245, Klooster Sophiae
Domus in Vught, (1303)
1465-1641 (1653) door dr. Jan Sanders,
datum: 1457-04-04
Symon, zoon van Willelmus
van den Velde, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan
Arnoldus Stamelaert, handelaar, het vierde deel in
een wei, geheten Die Ruwenbeempt, in Kasteren in Liempde in Boxtel en een
wei, geheten Die Braendonck, in Boxtel.
1459 BOSCH’ PROTOCOL BP
1229 fol. 269, 29 maart / door Jan Toirkens
Heer Peter Geroncssoen van der Heijden, pitanzier
des convents van Everbode (Averbode) heeft namens dat convent verjairpacht
aan Jan Meeus van Vrillichoven een hoeve (="tguet ten Keirckhove") in Groter Lyemde
bij der capellen voor 5 jaar vanaf Pinksteren
aanstaande om 23 rijnsgulden op Pinksteren etc. etc. Als de pachter hout nodig
heeft voor timmering moet hij dat vragen aan Dirck Jannis. Men geve deze brief aan Dirck Jannis.
1459 BOSCH’
PROTOCOL BP 1229, 12 januari 1459
50 Goijaert Claess van Deil
heeft opgedragen aan heer Ludolf van den Water uit
Den Bosch verscheidene erven uit Kasteren (aan die Hogestraete
en bij die Wedehage etc.) ende heeft een hoeve op Zavendonk.
1459 BOSCH’ PROTOCOL BP 1229, fol. 120v d.d. 10 mei 1459
Peter, zoon van wijlen John Peterssen van Herentham (Crabbe), over een stuk
land akker geheten Dat Cloetken, gelegen in de
parochie van Boxtel in de jurisdictie van de genoemde dingbanck
van Liempde ter plaatse Casteren,
met inbegrip van de nalatenschap van Johannes genaamd Crabben
aan de ene zijde; Ludolph van den Water, en tussen de erfenis van de heer, kannunik in Den Bosch, aan de ander zijde trekken in de
richting die we gaan op naar de erfgoed van Katherine, weduwe van wijlen John Peterssen, Ook, in en op het stuk van de weide land een
droge plaats, in de parochie en in het rechtsgebied van de bovengenoemde, op de
plaats die dag, op Hoybeempde, onder de erfenis van
Henry Bloys van den Aker, van het ene einde, en Dan
onder de erfdelen van Hubert van de Loo aan de andere kant van het zich
uitstrekt van de generaals van de weilanden in de dezelfde plaats op de plaats
genaamd Den Moelenbosch, Ludolphus
de eigenaar van een stuk grond en weiden, waarin ik werd geroepen om Johannes,
de zoon van de genoemde overleden John Peterssen van
de Herentham, het zei Peter, zijn broer, zijn
verworven vee, lijkt het in deze brief op de Buscoducis
die zouden zijn vervat, uit de Ludolphi om een
erfdeel te geven door de wet voor het werk dat hij wordt genoemd, en maakte
rapport. Veelbelovende boven alles wat ze hebben de verplichting om een geldige
claim voor de rol van geweld en Rudolph te houden, aldus Van Doren, zoon Soms sororii zei Peter, en hun erfgenamen en opvolgers van de
regen. Getuigen bovenstaande
1460
/ SCHOUTSREKENINGEN ARA BRUSSEL, inv. nr. 13005 door Henk Beijers
HENRIC PETERSSOEN VAN LYEMDE
146*, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: februari 21.
Johannes Steenwech en Johannes Neve, schepenen van
's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes, zoon van wijlen Paulus zoon van
wijlen Johannes Coppensoen,heeft opgedragen aan
Martinus van Elmpt, visser, een stuk land, genaamd
den Roesbeempt [Roesbeemd], gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde
[Liempde] in Vrilichoven [Vrilkhoven],
tussen Aleydt, weduwe van Martinus Anensoen en haar kinderen en Martinus de Elmpt voorn. ter ene zijde en Johannes de Zonne, Johannes,
zoon van wijlen Henric Lybensoen,
Willelmus van den Hulzen en Johannes de Biechelaer ter andere zijde, strekkende van Johannes de
Zonne tot aan de kinderen van wijlen Zebertus Laureynssoen
1465, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: februari 9.
Johannes de Arkel Peterss en Lucas Pieck Jacobss, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat
Johannes van den Pas, zoon van wijlen Johannes Laurencius
Zebensoen en Elisabeth, dochter van wijlen Aelbertus van den Dyck, hebben
opgedragen aan Martinus de Elmpt, visser, hun aandeel
in een kamp land, hen aangekomen van Johannes Wreynsen,
gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van
Lyemde [Liempde] in Vrilichoven
[Vrilkhoven],, tussen Laurencius
Zebensoen en Martinus de Elmpt
1465,
pag. 104v, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Verschenen is Henrick Goijaerts
van Weert, verder Jacop Henrick Jacops van Strijp, Herman Aert Vos en Willem Dircks van Hagelaer en hebben hoofdelijk zowel als samen beloofd
om aan Gijsbrecht Pauwels van Liempde en aan Lambrecht Jan Aerts en aan aan Lijsken en Hadewijch gezusters en kinderen van wijlen Dirck Wilneven, die 31
peters te zullen betalen, tegen 19 stuivers voor elke petyer gerekend, de helft ervan per a.s. O.L. Vrouwendag te 'later" (?) en de andere helft per a.s Maria Lichtmisdag. Actum als boven. Voetrnoot
: Genoemde personen zullen elkaar voor deze belofte vrijwaren.
1465,
pag. 107r, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Verschenen zijn hier heer Dirck de Crom, priester en Willem Vos de jonge onze collega-schepen,
beiden als kerkmeesters en hebben beloofd aan Gijsbrecht Pauwels
van Liempde (Vlemmincks?, JT) en aan Lambrecht Jan Aerts en aan
Lisbeth en Hadewich, gezusters en kinderen
van wijlen Dirck Wilneven,
die 47 peters van elk 18 en een halve stuiver te gaan
betalen, de helft ervan per a.s. O.L. Vrouwedag te .... ( er staat nog iets
achter dat ik niet thuis kan
brengen, JT) en de andere helft per a.s. Maria Lichtmisdag. Datum als boven, getuigen Jan in Heerbeeck, Henrick de Crom en Huijskens.
1466
Bosch Protocol
1466-1467, fol. 53v
Jan Dirx van den Marselaer
bezit huis en hof op Savendonc onder Casteren.
Heer Ludolf van de Water
1466, BHIC 1245, Klooster Sophiae
Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653) door dr.
Jan Sanders, datum: 1466-04-23
Johannes van den Dael, zoon van Johannes Thijssoen, heeft verkocht voor schepenen van
's-Hertogenbosch aan heer Ludolphus van den Water,
priester, een erfcijns van 2 pond uit 4 lopen land in Kasteren in Liempde onder
Boxtel, op een plaats geheten Int Broeck.
1467,
pag. 171v. (16v) , Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Verschenen zijn de groep
personen met hun voogden etc. en verkopen nu aan genoemde Jan (waarschijnlijk betreft het de
voor-voorgaande akte zie Jan Jan Rolofs
van der Ameijden, JT) die een
pacht van een half mud rogge, maat van Oirschot, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een perceel beemd
gelegen hier in Oirschot onder Erdbruggen achter de Vleesslag daar, b.p. de kinderen van Peter
Janssen, Gerart Jan Coppens van Liempde, de gemeenschappelijke
straat, het erf dat eerder van Willem Rutgers van Oudenhoven was. Datum 1 april 1467,
1467, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: april 14.
Martinus de Rode en Symon de Gheel,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, zoon van wijlen
Johannes de Zonne, vruchtgebruiker van een stuk weiland, geheten Roesbeempt [Roesbeemd] , en eigenaar van 1/4 deel, dit deel
heeft opgedragen aan zijn zonen Johannes en Adrianus, mede ten behoeve van zijn
dochters Elisabeth en Mechteld, zoals het gelegen is
in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde [Liempde], tussen Martinus de Elmpt en Willelmus Hessels,
strekkende van Johannes Molyman alias Bredebaert en meer anderen tot aan Godefridus
van den Huls
1467, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: april 14.
Martinus de Rode en Symon de Gheel,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes en Adrianus de Zonne,
gebroeders, Godefridus de Yngen,
man van Elisabeth de Zonne, en Johannes de Wyntelre,
man van Mechteld de Zonne, hebben opgedragen aan
Martinus de Elmpt, 1/4 van een stuk weiland, geheten Roesbeempt [Roesbeemd] , gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde
[Liempde], tussen Martinus voorn. en Willelmus
Hessels.
1467, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: april 14.
Martinus de Rode en Symon de Gheel,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Mr. Arnoldus Doremans,
chirurgijn, voor schepenen bewezen heeft dat hij op grond van vernaderingsrecht de wederkoop
heeft van 1/4 van een stuk weiland, geheten Roesbeempt
[Roesbeemd], gelegen in de parochie Bucstel onder de
dingbank van Lyemde [Liempde], dat door
Johannes en Adrianus, zonen van Johannes zoon van wijlen Johannes de Zonne, Godefridus de Yngen en Johannes
de Wyntelre is opgedragen aan Martinus de Elmpt. Martinus voorn. erkent dit recht en doet afstand
1467, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: april 14.
Martinus de Rode en Symon de Gheel,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Mr.Arnoldus
Doremans, chirurgijn, voor schepenen bewezen
hebbende, dat hij op grond van vernaderingsrecht de wederkoop heeft van 1/4 van de Roesbeempt
[Roesbeemd] onder Lyemde [Liempde]
(zie vorig regest), zijn recht heeft overgedragen aan Martinus de Elmpt
1468, BHIC, 7633 Dorpsbestuur Sint-Oedenrode, (1232)
1315-1811, datum 1468-08-08
Karel (de Stoute), hertog van Bourgondie Lotharingen,
Brabant etc., oorkondt dat gedeputeerden van
Oirschot, Sint-Oedenrode en Liempde
in 1465 met zijn vader, hertog Philips de Goede, hebben onderhandeld over de
verdeling en aankoop van een stuk gemeenschappelijke grond tussen de dorpen,
bij welke gelegenheid die van Rode hun gedeelte hebben gekocht voor een bedrag
van 150 Rijnse guldens en een jaarlijkse erfcijns van 20 oude Tournoois alsmede onder zekere gebruiksvoorwaarden. Hertog
Karel heeft een akte van overeenkomst daartoe opgesteld hetgeen tot nog toe
niet was gebeurd wegens drukte en verzuim, hoewel afspraken over het gebruik
van die gronden wel gemaakt zijn en ook hebben gegolden. De goede luiden van
Rode mogen die gronden gebruiken ten eeuwige dagen, maar daarvan verkopen
slechts met toestemming omdat van elke doorverkochte bunder nog een oude groot
zal moeten worden betaald aan de hertog, hetgeen in de chijnsboeken
van de hertogelijke rentmeester van 's-Hertogenbosch moet worden geregistreerd.
1468, Scheeken d.d. 8 augustus
1468 (in dr. D. Th. Enklaar, Gemeene Gronden in Noord-Brabant in de Middeleeuwen, 1941,
pag. 156)
88. Hertog Karel de Stoute wijst den goeden lieden van St. Oedenrode een stuk vroente, gelegen tusschen de
gemeenten van Oirschot, St. Oedenrode en Liemde [Liempde], dat hertog Philips de Goede hun verkocht heeft, toe, stelt
zich daarvoor borg, geeft hun het recht om voor hun erven boomen
poten, veertig voeten de gemeente op, mits de houtschat betaald worde, de
eikels gemeen zullen zijn en de wegen niet bellemmerd
worden, en machtigt hen, door hun schepenen en gezworenen de gemeente te doen
uitgeven tot twintig bunder, teneinde voorlijf en erfcijns te kunnen betalen.
1469, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: november 20.
Johannes Ghysselen Johanness
en Willelmus de Busco,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Jacobus, zoon van wijlen Godefridus van der Heze, en zijn
vrouw Aleyda, dochter van Henricus zoon van wijlen Reynerus Loenmans, messemaker, en
Elisabeth, hebben opgedragen aan Martinus de Elmpt,
een erfpacht van een half mud rogge, gaande uit een stuk land, gelegen in de
parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde [Liempde] , tussen Henricus Mutsart
en de erfgenamen van wijlen Laurencius van der Audermoelen, alsmede uit een halve bunder heide, gelegen
mede aldaar, tussen Theodericus Roetart
en Paulus Jan Coppensoen, welke pacht Elisabeth,
weduwe van Reynerus Loenmans, verkregen heeft van Wolterus, zoon van wijlen Willelmus
Willelmi van der Velde
1469, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag. 6v,
d.d. 1469
14 Jan wettige zoon van Jan Haijwigen
draagt aan zijn wettige broer Elias, de helft van een Bossche brief inzake een
half mud rog over, maat van Boxtel, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag , welke pacht staat te betalen uit een akker
genoemd de Veltakker groot 4 en en half lopenzaad,
gelegen in de parochie van Boxtel in de dingbank
van Liempde, belendend Mercelis die Lu, Bessels
van den Loo, Zebrecht Laureijns.
Nog verkoopt hij hem het derde deel van een malder
rogge, welke pacht onze schepen Jan Elias van de Laerschot
daarvan heft. De verkoper belooft alle lasten af te handelen. Getuigen Jan
Elias en Willem Nicolaessen. Datum als voor.
1469, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag.
22v, d.d. 27 augustus 1469
57 Henrick wettige zoon van Henrick Hoessen verkoopt aan
Lambrecht Dirck Ruetaerts
een vierde part van een heiveld gelegen te Boxtel ter plaatse genoemd Velder en de Vorst, belendend de gemeijnte van Oetendonck, de
erfgenamen van Henrick Mutsaerts, Gerit Jan Jacops. Nog een deel in hetzelfde heiveld, belendend Jan Moelimans, de erfgenamen van Henrick
Mutsaerts, genoemde Gerit, de gemeijnte. De verkoper
belooft alle lasten af te handelen, behalve de chijns.
Getuigen Jan Elias en Jan Lucas. Datum op St. Agathedag
in het octaaf van Assumtionis,
1470, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag.
33v, d.d. 20 februari 1470
88 Genoemde Gerit en Jan vanwege hun vrouwen (dochters van Gerit
Lambrechts van Lucel), hebben een deling gemaakt van
het bezit dat ze hebben geerfd na dood van Gerit
Lambrechts van Lucel. Genoemde Gerit krijgt de halve
*hoevijnge* (hoeve) met de halve boomgaard en een
akker, nabij het Huijsven en de helft in het weiland
genoemd Van Het Vierdegedeelt, belendend genoemde
Jan, de erfgenamen van Aelbrecht van Lucel. Nog krijgt hij een stuk weiland genoemd de Hofstad
dat eerder van Jan Haijwigen was, rondom gelegen in
de gemeijnte van Kempen. Nog krijgt hij een stuk land
genoemd Vossenhoef, nog een stuk land gelegen in de Lucelsche
Hoeve tot aan het huisven daar. Nog de helft van een
stuk land gelegen in de Tongercamp, belendend Aert
van Lijemdt. Nog een stuk land genoemd de Langenakker, nog de helft van een stuk land genoemd dat Haverlant, belendend de erfgenamen van Aelbrecht
van Lucel. Nog een heidevelt
nabij de Donck, nog de helft van een heiveld nabij
het nieuwe land naast de erfgenamen van Jan Haijwigen.
Nog een deel van een heiveld zoals daar is afgepaald naast de erfgenamen van Aelbrecht van Lucel. Nog een deel
van een heiveld genoemd de Vijterste Heide tot aan
het Lange ven, nog een beemd genoemd dat ven, nog d e helft van een beemd
genoemd de Nepel gelegen achter Nergentna.
Nog de helft van een beemd genoemd de Deemer, nog een
beemd genoemd de Nuwenbeemd, nog de helft van een
beemd gelegen in de parochie van Belveren, Nog krijgt hij een pacht van een malder rogge per jaar volgens schepenbrief van Den Bosch
uit bezit onder Liempde. Nog de
helft van 14 lopen rogge per jaar, die wordt betaald door de erfgenamen van Henrick van Weert. Nog krijgt hij een keuterrecht op
Kempen. Jan doet afstand van aanspraken op het erfdeel van Gerit. De delers
beloven deze deling gestand te doen en Gerit belooft voortaan anderhalf mud
rogge te betalen aan diegenen die er recht op hebben en nog 12 oude groten min
een halve penning , nog een braspenning aan het St. Geertruijdenaltaar
te Oisterwijk. Als er op het bezit meer lasten blijken te drukken, zal men die
samen betalen. Verder zal men elkaar overpad verlenen waar nodig. Ook zal elk
de sloten omheinen zodat er geen schade voor de ander ontstaat. Verder krijgt
Gerit van Jan nog 4 lopen rogpacht per jaar. Genoem de Jan krijgt een huis, tuin, hofstad etc. gelegen
te Boxtel onder Lucel, waar Gerit Lambrechts van Lucel in gestorven is, met de helft van de tuin en de helft
van het vierde deel van het weiland richting van Lucel
naast die Banck. Nog een weiland genoemd de Donck, nog een stuk land genoemd dat Nulant
met een heiveld er aan, nog een stuk land genoemd de Oude Brake,
nog een stuk land genoemd dat Geerken, nog een
akkertje genoemd dat Strijpken, nog een half stuk
land genoemd het Haverlant, nog een stuk land de Midacker, een stuk land genoemd de Cloet,
nog een stuk land genoemd de Casbrake, nog een stuk
land gelegen in de Lucelsche hoeve, nog een stuk land
genoemd de Acker bijt Huijs, belendend de erfgenamen van Aelbrecht
van Lucel, Gerit van de Loo. Nog krijgt hij de helft
van de grote heide daar, waarvan Gerit de andere helft heeft. Nog krijgt hij
een stuk heiveld in de Bijterste heide waarvan Gerit
ook de andere helft heeft. Nog krijgt hij een beemd aan de Belverse
dijk, met het einde daar aan de brug. Nog een stuk beemd in het Kockelse broek, nog een stuk beemd genoemd den Eckers Puel, nog een stuk beemd genoemd de Wellensbeemd, nog een
halve beemd genoemd de Nuwenbeemd waarvan Gerit de
andere helft heeft. Nog een halve beemd aan Gheenheesackter
waarvan Gerit ook de andere helft heeft. Nog een half ploegrecht op Kempen, nog
4 lopen rogge die worden betaald door Gerit van Weert dat wordt geheven te
Helvoirt, nog de helft van 14 lopen rogge dat wordt betaald door de erfgenamen
van Henrick van Weert. Uit dit erfdeel moet 2 mud
rogge Bossche maat per jaar worden betaald, en daarvoor krijgt Jan van Gerit
een vergoeding van 4 lopen rogge, verder te betalen 12 oude groten chijns min een halve penning, twee smal hoenderen en een vastenavondhen. Verder moet hij een stuk dijk onderhouden
op de Belversdijck dat eerder van Gerit Lammens was. Getuigen Jan Lucas en Jan Elias. Datum 20
februari (1470).
1470, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag.
40v, d.d. 6 april 1470
104 Genoemde Steven belooft aan Willem van de Dijk op onderpand
van zijn persoon en bezit om hem 7 peters te zullen betalen, elke peter van 18
stuivers per a.s. Maria Lichtmisdag over twee jaar,
samen met een rente. En Henrick Peters van Liempde
belooft aan de zelfde Willem 13 peters op de zelfde c ondities.
Datum 6 april (1470)
1471, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag.
91r, d.d. 27 augustus 1471
249 Onze schout heeft daarop gezegd tegen de schepenen dat het hem
bekend is dat Jan van den Heesakker rechten meent te hebben als erfgenaam en
dat deze Antonis daarin niet wilde meewerken. Daarop
heeft Antonis gewenst dat er recht zou worden
gesproken en dat hij de aanspraken van Jan niet erkent omdat het bezit, roerend
en onroerend hem bij testament door Luijtgaerd was
vermaakt en hij is bereid dat testament te overleggen. Daarna heeft de schout
opdracht gegeven aan de schepenen dat ze uitspraak zouden doen. We hebben
uitgesproken dat Jan bij dit geding zijn bewijs zou overleggen omdat hij
eisende partij is. Die heeft als geuigen Jan van Meijensvoirt en Lambrecht Aerts als schepenen van Liempde laten verschijnen en d ie zijn
toegestaan hier getuigenis af te leggen waarbij die verklaren dat Luitgaert destijds de persoon van Henrick
Boijens als voogd heeft gehad en de schepenen
verklaren dat deze voogd indertijd door Luijtgaerd is
aangesteld geweest om beheer over haar bezit te hebben omdat Luijtgaerd had gezegd zelf niet meer de zaken voor haar te
kunnen afhandelen. Ze had gevraagd of hij haar voogd wilde zijn. Verder
verklaren Willem Martens van de Velde en Henrick
Peters van de Parse dat eerder Henrick
Boijens en Jan van den Heeaacker
bij elkaar waren gekomen en die hadden samen besloten dat Luijtgaert
bij Henrick van den Heesacker
in de kost zou komen en daar *haar eigen brood, vlees en boter * zou eten, maar
dat Henrick Peters haar wel andere zaken zou geven
(andere *spijse en ameningen*)
en daarvoor zou hij een jaarlijkse pacht krijgen van 2 en een half mud rogge en
van de betaling (van die pacht ) hadden deze Henrick Boijens en Jan van de Berselaer
bewijs overlegd waarmee toen Henrick Peters (van de Parse) tevreden was. De genoemde schepenen hebben nog
verklaard dat geen enkele vrouw afstand van haar vruchtgebruik kan doen anders
dan met een voogd. Verder verklaren
Michiel Bolants, Goijaert
Peters, Jan van Meijensvoirt en Lambrecht Aerts als
schepenen dat Willem Martens van de Velde het bezit gekocht zou hebben van deze
Luijtgaert en dat toen een zekere Ruijt
Raymakers kwam die de koop *ontsloeg* (meer heeft geboden) en dat toen Willem
(van de Velde) weer de koop *ontsloeg* (weer meer had geboden) zodat Willem het
bezit had verkregen. Wij hebben toen horen zeggen dat deze Ruijt
de persoon van Luijtgaerd had doen dagen voor diens
slaggeld. Daarop is toen Willem Mertens gekomen en heeft geld in onderpand
gegeven zodat als er iemand slaggeld etc. te vorderen had, dat Luijtgaerd daarvoor zou zijn gevrijwaard. Voor ons is
verder verschenen Michiel Bolants als destijds
schepen te Liempde en verklaart dat Thonis Crabben twee schepenen in diens huis had uitgenodigd te
weten genoemde Michiel en nog Laureijs Aben en
daarbij had Anthonis gezegd dat hij graag zou hebben dat Luijtgaerd
hem Antonis machtiging zou geven om voor haar te
handelen. Daarop had Michiel gezegd, dat mogen wij niet doen, daarvoor zijn 4
schepenen nodig en daarna heeft Anthonis de schepenen ongemoeid gelaten. Verder
is er een schepenverklaring van Liempde waarin Jan van de Heesackers
moeder en Luijtgards moeder, zijnde twee gezusters
van elkaar, daarin worden vermeld, maar of Jan al dan niet een erfgenaam is van
Luijtgaert dat is hen niet bekend. Verder verklaart
Willem Martens van de Velde dat de moeder van Willem en Jan van den Heesacker met de andere broer en zusters als erfgenamen van
Luijtgaerd... (wat staat er niet bij). Daarna heeft Antonis Crabbe het bewuste
testament aan de schepenen voorgelegd met de volgende tekst (latijn). Vandaag
27 januari 1471 om 9 uur in de morgen verscheen voor mij notaris en getuigen,
onder het pausschap van Paulus in de 4e indictie van diens funktie,
de persoon van Luijtgaerd dochter van Dielis Crabben inwoonster van
Boxtel en maakt haar testament op. Ze vermaakt daarin haar bezit aan Anthonis Crabbe en diens vrouw Elizabeth. Aldus opgemaakt in het
huis van Anthonie en Elisabeth gelegen te Liempde in de parochie van Boxtel te Savendonck.
Getuigen daarbij waren Aert de Necker , verder Joost en Zeben
broers en zoons van genoemde Aert ,verder Peter Jan Peters, Everaert Janssen,
Jacob Janssen zoon van Emont Goijaert
Emonts van de Heesacker.
Verder verklaren heer Johan van der Achter en Leonis
Aert Kosters dat Aert Boekelmans ook wel genoemd Vrient,
een openbaar notaris is voor het hof van Luik en dat die het testament dat door
Antonis Crabbe is overlegd,
zelf had geschreven en ook ondertekend. Verder verklaart Aert de Necker dat
toen zij in het huis van Thonis Crabbe
waren ontboden dat ze zagen dat Luijtgaert een doos
met brieven aan deze Thonis overgaf en dat Luijtgaerd toen volledig bij haar verstand was. Of Jan van
den Heescker al dan niet erfgenaam van Luijtgaerd is, weet hij niet. Verder verklaren de schepenen
van Liempde dat zij er nimmer bij waren of erbij wilden zijn als Luijtgaerd bezit had willen overdragen zonder een voogd te
hebben. Nog verklaart Aert de Necker met zijn beide zoons en nog Peter Crabbe een testament te bezitten waarin Thonis
Crabbe een verklaring heeft laten vastleggen dat
zulks zo is gebeurd en dat Luijtgaerd toen zij haar
testament opmaakte wel bij haar volle verstand was. Schepenen van Liempde
verklaren nog dat het gebruikelijk recht is dat geen enkele vrouw die geen man
of voogd heeft, dan zelf haar voogd kan kiezen, maar dat ze dat alleen kan doen
bij de heer van Liempde in het bijzijn van 4 schepenen en dat daarvan dan een
vonnisbrief wordt uitgemaakt.
249a [VERVOLG AKTE] Michiel (vervolg 93 verso) Bolants
en Henrick Bloijs als
schepenen te Liempde verklaren dat Anthonis Crabbe
destijds een oude grote heeft gegeven ten behoeve van de erfgenamen van Luijtgard direkt na haar dood te
betalen om daarmee de kosten of schade te voldoen. Daarmee heeft Anthonis hier
zijn bewijsvoering beeindigd. Beide partijen vragen
nu aan de schout en heren schepenen uitspraak te willen doen. De uitspraak is
dat Anthoni s Crabbe
kwijting krijgt voor alle aanspraken die door Jan van de Heesacker
werden gemaakt tot aan deze dag toe. Datum 27 augustus in bijzijn van alle
schepenen. (1471)
1471, BHIC 1245, Klooster Sophiae
Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653) door dr. Jan Sanders, datum: 1471-12-13
Nadat Ludolpus van den Water, vroeger kanunnik van de
Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, in aanwezigheid van frater Walterus de Leend van het huis van de Heilige Maria van Bethlehem in
Roermond en frater Arnoldus de Curia van het huis van
Insula Regine Celi bij
Wezel, prioren, de volgende hoeven en goederen
geschonken heeft: een hoeve in Rode ter plaatse Olland, gedeeld met zijn broer Everardus; de hoeve daaraanliggend,
die Ludolphus verkregen had van de kinderen van
Gerardus Ceelen; zijn hoeve daar bij de plaats
geheten Houthem, verkregen van Johannes van den Laer
en zijn vrouw; zijn hoeve daar tegenover een plaats geheten Hermalen, vroeger
van Johannes Hoernken en anderen; zijn hoeve in
Boxtel, ter plaatse geheten Casteren [Kasteren], rechtsgebied van Liempde,
samen met een eikenbos, verkregen van Johannes Spaeybaet;
een hoeve in de parochie en plaats voorschreven, die Ludolphus
verkregen had van Gerardus de Deyl en enkele anderen;
een hoeve in Son ter plaatse geheten Aenschot samen
met verscheidene erfpachten tot 15 mud en 1 zester
rogge toe, en met erfcijnzen tot 44 pond en 4 schelling, die eerst uit die
hoeve betaald moesten worden en later door Ludolphus
verkregen en gelost zijn; een halve hoeve in Liempde op een plaats geheten
Casteren, gekocht van Gerardus de Cymiterio; een
akker bouwland, gelegen naast de genoemde halve hoeve, door Ludolphus
verkregen van Adriana, dochter van Engbertus de Slaepbroeck; een kamp land deels bouwland, deels broekland,
geheten Berendes Buenre,
gekocht van Marcelius van den Langenborch;
zijn hoeve geheten Die Hoeve aen die Heyde, deels in
Gemonde, deels in Schijndel; zijn hoeve of 18 morgen land in 's-Hertogenbosch
op Die Poeldonck, vroeger van Theodericus
Wellens; zijn hoeve of 18 morgen ter plaatse geheten Eyckendonck
in Den Dungen; zijn visrecht in Rode, beginnend bij de plaats geheten Beneden
Bruggen alias Bubnagel, een mijl doorlopend tot het
goed van Henricus de Achel, ongeveer tegenover de
kapel van Liempde; met alles wat erbij hoort, met uitzondering van een kamp
land in Schijndel, vroeger van Henricus de Arkel en gereserveerd voor heer Ludolphus; en wel aan de kartuizers Johannes de Monte,
rector, en Thomas de Dryel, procurator van het nieuwe
kartuizerklooster van Sint-Sophie [...] bij 's-Hertogenbosch ten behoeve van
genoemd nieuw klooster, zoals blijkt uit een daarover gemaakt notarieel
instrument, is heer Ludolphus van den Water
verschenen voor onderstaande schepenen ter bekrachtiging van het voorstaande en
heeft hij alle genoemde zaken overgedragen aan meester Willelmus
de Busco ten behoeve van het nieuwe kartuizerklooster
met uitzondering van 3 mud rogge erfpacht voor Johannes, zoon van Aelbertus Valkensoen, leerlooier,
uit genoemde hoeve op Casteren in Boxtel, en 3 mud rogge erfpacht voor Goeswinus Heer, leerlooier, uit genoemde hoeve in Olland,
en een lijfrente van 2 mud rogge en 4 pond geld voor Aleydis,
dienstmaagd van Ludolphus, na zijn dood uit de 18 morgen
op Die Poeldonck, en met uitzondering van de eerder
gemaakte bepalingen en een lijfrente voor Ludolphus
van 100 peter, die frater Johannes de Monte en Thomas de Dryel
heden beloven hem te zullen betalen uit de hoeve in Son, uit de 18 morgen op
Die Poeldonck en uit alle andere goederen van het
klooster.
1472, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: maart 5.
Willelmus de Bochoven en Theodericus die Borchgreve,
'schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes, zoon van wijlen
Paulus Coppensoen, heeft opgedragen aan Martinus de Elmpt, de helft van 4 lopense
land, gelegen in de parochie Bucstel onder de
dingbank van Lyemde [Liempde] in den Herschenacker [Heersenakker],
voorts zijn aandeel in de kampen land in de Bredenbeempt
[Bredebeemd] in Andsel [Antsel], zijn aandeel in een heideveld, genaamd dien Stuelt, bij Goeswinus van den
Velde, alsmede zijn aandeel in een kamp land, geheten Smalart
[Smalder], gelegen bij de Dommel
1472 BOSCH’ PROTOCOL 1 april 1472 / door Geertrui Van
Synghel
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Jan, zoon van Paul genaamd Gevartszn., man van Heilwich,
dochter van wijlen Jan Paimans, wettelijk en erfelijk
verkocht heeft aan Jan van Meyelsfoirt, zoon van
wijlen Willem, een jaarlijkse erfcijns van drie pond uit een stuk weiland met
de omvang van drie vierde van 1 bunder in de parochie van Boxtel in de
jurisdictie van Liempde, tussen het
erfgoed van Lambert, zoon van wijlen Dirk Roetart
enerzijds en van Hendrik van Tulden anderzijds, en
met het ene einde, strekkend met het andere eind tot het erfgoed van Hendrik
van der Hoerc.
Getuigen zijn de schepenen van ’s-Hertogenbosch: Hendrik Monix
en Godfried die Lu.
1472
BOSCH’ PROTOCOL 31 juli 1489 / door Geertrui Van Synghel
Schepenen van Boxtel oorkonden dat Peter en Jan, broers, wettige kinderen van
Peter van Broegel, wettelijk en erfelijk een
schepenoorkonde van Boxtel d.d. 19 oktober 1446 verkocht hebben aan Hendrik Peterszn. van Liempde,
waarin staat dat Katrien, wettige dochter van Jan Cattelaer,
aan Peter van Broegell, wettige zoon van Peter van Broegel, een stuk land in de parochie van Boxtel heeft
verkocht, geheten ‘Scuerwisbraect’, met meer percelen
van erfgenamen, maar dat Hendrik geen
van de percelen mag gebruiken voor zijn eigen erfgenamen behalve het stuk land
‘Scuerwisbraec’ en een stuk land aan de Mijlstraat.
Ter meerdere zekerheid heeft Jan de Momber Lucaszn.
afstand gedaan van zijn recht op die twee percelen en heeft hj
beloofd dit eeuwig zo te houden, behalve dat de koper de erfpacht van zes lopen
rogge zal voldoen.
1472,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag.
117r, d.d. 31 mei 1472
328 Joerden Pauwels als man van Agnesen dochter van Aert Ruetaerts
(ik twijfel een beetje, er kan ook staan Everaerts)verkoopt aan Jacop Aert Ruetaerts en aan Aerden Dierck Ruetaerts
en aan Adriaen en Lisbetgh als kinderen van genoemde Dierck Ruetaerts, alle bezit dat
ze onder Boxtel en Liempde hebben geerfd van Aert Ruetaert Didden en diens wettige vrouw Lisbeth.
De verkopers beloven alle lasten af te handelen. Datum 31 mei (1472) getuigen Dierck Wouters en Aert van Vught.
1472,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag.
128v, d.d. 13 november 1472
369 Jan, Aert, Pauwels en Everaert wettige kinderen van Everaert
Jan Everaerts, verder Thomaes Jan Pauwels als man van
Lijsbeth wettige dochter van Everaert Jan Everaerts,
Elias zoon van Laureijs Sporbosch als man van
Machteld wettige dochter van genoemde Everaert Jan Evertaerts,
hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van hun vader Everaert en hun
moeder Machteld dochter van Aert Ruelens hebben geerfd. Genoemde Jan krijgt een half stuk land gelegen in
de parochie van Boxtel onder Liempde, genoemd de Westacker,
belendend de erfgenamen van Jan Jan Coppens, daarvan
gaat een zesterzaad en 9 roedes van zijn helft. Nog
krijgt hij een stuk land aldaar gelegen genoemd de Crommenacker,
nog de helft van een stuk beemd aldaar gelegen genoemd de Moerkensbeemd,
belendend de erfgenamen van wijlen Henrick Reijnaers en meer anderen. Nog krijgt hij een stuk land
gelegen onder Boxtel, ter plaatse genoemd Cleijnder Lijempde, genoemd de Beecke,
belendend Peter van der Staet, Goijens
van de Veken, zijn broer Everaert, de gemeijnte van het Mosven. Nog
krijgt hij een stuk heide gelegen onder Kleijnder Lijempde, onder Boxtel in het midden van de Beecke, belendend Goijens van den
Huls, genoemde Thomas. Nog krijgt hij een derde deel van een huis, tuin,
hofstad etc. gelegen in de dingbank van Liempde, belendend Peter van den Perse,
de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij het derde deel van een stuk land
onder Liempde genoemd de Hoenberchshof. Uit dit
erfdeel de chijns te betalen aan de heer van Boxtel.
(volgen de algemene voorwaardes bij een deling). Genoemde Aert krijgt een stuk
land in de dingbank van Liempde,
genoemd de Gheere, belendend Lambrecht Jan Aerts,
genoemde Thomas, Nog krijgt hij een stuk land aldaar gelegen op de *Bijchelaersweg* daar, belendend Hendrick Adriaens van den
Perse, de gemeenschappelijke weg. Nog krijgt hij een stuk land aldaar gelegen
op de Vrillickhoven akkers, belendend Ghenen Pauwels, Lambrecht Diercks en meer anderen. Nog
krijgt hij een stuk land aldaar gelegen in de Borendonck
tot aan de sloot toe, belendend Jan van Meijensvoirt,
Goeijens Heijen. Nog een beemd aldaar gelegen in de Wallare (?), belenden Adriaen van den Perse, de Goeijensheije. Nog krijgt hij het derde deel van een huis,
tuin, hofstad etc. gelegen zoals voor, nog het derde deel van een stuk land
genoemd de Hoenberchshof. Genoemde Pauwels krijgt een
half stuk land gelegen in de dingbank van Liempde genoemd de Westaker en Pauwels krijgt daarvan 9 roedes land meer dan
Jan en nog een zesterzaad dat van het deel van Jan
wordt afgedeeld.Nog krijgt hij een stuk land aldaar
gelegen aan de Laeckacker, belendend Jan van Dessal, Marten Moerkens. Nog krijgt hij een hooiveld
gelegen in de Moerkensbunders, belendend de loop
daar, Lambrecht Jan Aerts, Gijsbrecht Jan Meeus en meer anderen. Nog krijgt hij
het derde deel van het huis, tuin en hofstad. Nogh
het derde deel van het stuk land genoemd de Hoenberchshof,
nog een stuk beemd met een heiveld onder Kleijnder Lijempde in de jurisdictie van Boxtel, belendend Goeijens van den Huls, Peter van Straten. Nog krijgt hij
een heiveld onder Boxtel, belendend aan Goeijens van
den Huls, Marien Avengoens. Nog een stuk beemd binnen
een beemd gelegen te Boxtel , belendend een erf eerder eigendom van Goeijens van den Huls en meer anderen, genoemde Thomas, de
loop van de beek daar. Nog krijgt hij de helft van het erf met de houtwas gelegen onder Kleijnder Lijempde in het midden van de Beek, belendend Goijens van den Huls. Nog krijgt hij een jaarlijkse pacht
van 6 lopen rogge die nu wordt betaald door Jan Goessens van de Ven. Uit dit
bezit moet hij zelf 6 lopen rogge betalen. Genoemde Everaert krijgt een stuk
land gelegen onder Liemdpe ter plaatse genoemd de Hesellaersdoren, nog een stuk land genoemd de Velakcker eveneens onder Liempde. Nog een lopenzaad land
daar, belendend Lambrecht Diercks, de erfgenamen van Hubrecht
Gerit Gerits. Nog krijgt hij een hooiveld in SHeren Bunders in Velder
in de jurisdictie van Liempde. Hieruit jaarlijks 4 oude groten te betalen
aan de heer van Boxtel. Nog krijgt hij een stuk land genoemd het Haverlant, gelegen onder Liempde, belendend Henrick Jan Hessels. Nog krijgt hij een stuk land onder Kleijnder Lijempde onder Boxtel
in de Beecke, belendend Godevaert
van de Veken, Peter van de Straten. Nog krijgt hij
een half erf met de houtwas ook aldaar gelegen in de Beecke, belendend Goijaert van de
Veken, Peter van Straten, Marien Avengoens.
Nog krijgt hij een keuterrecht op de gemeijnte van
Kempen, nog een heiveld achter in de Beeck in de jurisdictie van Boxtel,
belendend Peter van de Straten, Wouter van den Steen, het groesveld daar van
Pauwels. Genoemde Thomas krijgt een akker gelegen in de jurisdictie van Liempde
genoemd de Aertsacker, hieruit jaarlijkse een mud
rogge te betalen, belendend genoemde Aert, genoemde Elias. Nog krijgt hij een
stuk land gelegen in de jurisdictie van Liempde, genoemd de Scoeracker,
nog de helft van de hofstad zoals is afgedeeld, richting van de erfgenamen van
Bouwen Josephs. Nog krijgt hij een stuk beemd van de half Moerkensbunder
achter aan in de jurisdictie van Liempde, belendend Lammen Aerts. Nog krijgt
hij een akkertje onder Liempde, achter het schuurtje van Willem Hessels. Nog
een jaarlijkse pacht van een half mud rogge die wordt betaald door de
erfgenamen van wijlen Goossen Meeus. Nog krijgt hij een stuk beemd onder Kleijnder Lijempde jurisdictie
van Boxtel in de Beeke, belendend Peter van Straten,
de loop daar, Goijaert van de Veken
en meer anderen. Nog krijgt hij een heiveld in de zelfde jurisdictie in het
midden in de Beecke, belendend Peter van Straten,
zijn zwager Jan. Nog krijgt hij 3 koterrechten op de gemeijnte
van Kempen.
1472
BP 1241, fol. 338v, door dr. Geertrui van Synghel
Wouter en Engbert xxx , broer, kinderen van wijlen Christiaan van Eerdbruggen hebben een bunder weiland gelegen in de
parochie van Boxtel op de plaats genaamd Kleinder
Liempde, Aen Vellaer,
tussen het erfgoed van de heer van Boxtel aan de ene kant en het erfgoed van de
erfgenamen van wijlen Hendriks Pauwels anderzijds, grenzend met het ene eind
aan het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Godfried Engbrechs
Wouter en Engbert hebben dat stuk weiland erfelijk verkocht aan Peter van
Straten , belovend de verkoop van waarde te houden en elke verplichting af te
doen met uitzondering voor een erfcijns van twee gouden Hollandse penningen en
vier Hollandse plakken aan Willem, kramer daaruit eerst te betalen.
1473, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv.
nr. 55, pag. 153r, d.d. 1473
449 Boedeldeling van de kinderen van Willem Jan Coppens nadat de moeder afstand
van haar vruchtgebruik heeft gedaan. Genoemde Jacop
zoon van Willem Jan Coppens krijgt een stuk land gelegen onder Tongeren genoemd
de Kerckbraken, belendend de kinderen van Engelbert
van de Berselaer, Peter Jan Meeus en meer anderen,
zijn broer Willem. Hieruit jaar anderhalve Leuvense penning te betalen. Nog zal
Jacop door Engelbert diens *moer* laten gebruiken als
dat *moer* is uitgeturfd op 4 roedes na en hem dat
laten gebruiken en op zijn veld laten drogen. De genoemde kinderen van Willem
Jan Coppens krijgen een stuk land gelegen onder Tongeren genoemd de Scuerhof, belendend Peter Elias van de Braken, Willem zoon
van Willem Coppens. Nog krijgt hij een deel in de Sluijsbeemd aldaar gelegen.
Hieruit een Coelse penning te betalen en anderhalve
Leuvense penning, nog een een lopen rogge. Genoemde
Willem Willem Jan Coppens krijgt een huis, tuin,
hofstad etc. gelegen onder Tongeren, belendend de erfgenamen van Peter
Beeckmans, de gemeijnte van Zelissel.
Nog een stuk land met een weilandje eraan genoemd de Kerckbraek,
belendend Dierck Jannis en
meer anderen, Jan Vlemmincks. Nog een beemd genoemd
de Scauvaertsbeemd aldaar gelegen belendend Michiel
Gijsberts van der Aa, Adam Aelbrechts van den Broeck.
Hieruit 11 Leuvense penningen te betalen, een lopen rogge en 2 hoenderen. Nog
krijgt hij een stuk land genoemd de Kerckbraecks Loect, belendend de Peter Jan Meeus, de straat, Nog een
stukje land aldaar gelegenm belendend Willem Jan
Elias, de straat. Genoemde Peter Jan Meeus krijgt een beemd genoemd de Hoedonck, gelegen in de parochie van Boxtel onder de
dingbank van Liempde, belendeend Gerit Jan Coppens, Jan Pauwen en meer anderen.
Nog krijgt hij een stuk akker gelegen onder Tongeren, belendend genoemde
Willem, Peter Elias. Hieruit jaarlijks een oude grote en een halve Leuvense
penning te betalen. Genoemde Wouter krijgt een akker genoemd de Straetacker gelegen onder Brukelen,
belendend Jan Peters en meer anderen, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt
hij een deel van een perceel genoemde Voerhoede, nog een deel van Saerlbosch, nog een stuk land genoemd de Kuijlen, nog een stuk beemd genoemd de Pinxtelaer,
nog krijgt hij een koterrecht op Kempen. Maar hij moet wel het deel van het hek
onderhouden te Tongeren genoemd het Kerckbraeckshek.
Uit dit lot moet hij een vierde deel betalen van een voeder tiendhooi. Alle
bezit van Wouter is volgens overeenkomst in handen van Engelbert gegeven die
daar het beheer over voert. Genoemde Engelbert krijgt een moerven
onder Tongeren, belendend genoemde Willem en meer anderen, de erfgenamen van
Jan van Houwescoets. Als dit moerveld is uitgestoken
en uitgeturfd, behalve op 4 roedes na, zal Engelbert
en zijn erfgenamen dat mogen gebruiken om zijn turf daar neer te leggen en te
laten drogen en de weg loopt zowel op het erf van Jacop
als van Willem ieder een gelijk deel. Nog krijgt hij een stuk land aldaar
gelegen genoemd ´t Rullen. Hieruit zal hij 9 Leuvense penningen betalen. Datum
op St. Lenaerstdag. Getuigen Jan de Momboir en Engelbert van de Berselaer.
(1473)
1473 BHIC 2131 Clarissen Megen,
regest 31 d.d. 1 april 1473
1 april 1473 (gedateerd volgens paasstijl, gehanteerd door de schepenbank van
Den Bosch).
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Jan, zoon van Paul Gevartszn., man van Heilwich,
dochter van wijlen Jan Paimans, een jaarlijkse
erfcijns van drie pond aan Jan van Meyelsfoirt, zoon
van wijlen Willem, verkocht heeft uit een weiland van drie vierde van een
bunder in de parochie van Boxtel, in de jurisdictie van Liempde, tussen het
erfgoed van Lambert, zoon van wijlen Dirk Roetart,
enerzijds en van Hendrik van Tulden anderzijds en met
het ene einde, strekkend met het andere einde tot het erfgoed van Hendrik van
der Hoerc.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Hendrik Monix
en Godfried de Lu.
1473,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag.
188v, d.d. 11 maart 1473
575 Lambrecht Jan Wijsen verkoopt aan
Laureijs zoon wijlen Engelbrecht van de Berselaer een
schepenbrief van Boxtel waarin Jan Henricks van den Laer aan Jan de Wijse onze
medeschepen ten behoeve van diens zoon Daniel, 3 malder
rogge overdraagt maat van Boxtel, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag te Zelissel, welke 3 malders Jan Cheris van de Wiel
die men ook wel Jan van de Laer noemt, had verkocht
aan Jan Henriks van den Laer en aan Henrick en Lijsbeth wettige
kinderen van Hendrick van de Laer, volgens de
schepenbrief. De verkoper doet afstand van alle brieven daarvan hetzij van
Boxtel of Liempde en belooft alle
lasten af te handelen. Datum 11 maart 1473 (attentie jaartal !), getuigen
Engelbrecht van de Berselaer en Goijaert
Ruestenberchs (akte is doorgestreept en geannuleerd).
1473 Actuarium
Crabbense pag. 31, nr. 50
Goeswinus de
Beke / Herenthom / Wedehage / loco dicto Zavendonck / Symoniss dicti de Leemputten
1473 pag. 177v Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen zijn Gijsbrecht Pauwels van Liempde (=Vlemmincks,
JT) als man van Heijlwig dochter van Dirck Wilneven, verder Lambrecht Aerts als
man van Aleijt dochter van genoemde Dirck en Wouter Thomaes van de Venne als
man van Hadewijch ook dochter van genoemde Dirck en verkopen met
schepenbrief van Oirschot aan Korstiaen Henricks van de Velde ten behoeve van
de tafel van de H. Geest te Oirschot, een pacht van 7 lopen rogge, maat van
Oirschot, welke pacht Aert Joerdens van der Braecken met schepenbrieven van
Oirschot had verkocht aan Didderick Willem Wilneven en zij als
echtgenotes van hun vrouwen van genoemde Dirck hadden geerfd. Die pacht had
Henrick Heijman eerder aan Aert Joerdens van der Braeken beloofd, steeds te
betalen op Maria Lichtmisdag, op onderpand van een akker gelegen in herdgang
Hedel, b.p. Henrick van Helmond, zoals dat bezit aan Aert was toebedeeld. Dat bezit had Henrick van genoemde Aert voor die 7 lopen rogge gepacht met schepenbrief van Oirschot. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te
handelen. Actum als boven.
1473
pag. 178r Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Lisbeth weduwe
van Dirck van de Hagelaer met haar
voogd en haar wettige zoon verwekt bij genoemde Dirck en verkopen met schepenbrieven aan Jacop van Dormalen onze collegaschepen een stuk beemd
groot ca. 2 bunders, gelegen in de gemeente Boxtel onder Liempde in de Braeck, genoemd
het Wijchmansbraeck (of Broek?) [Wichmansbroek],
b.p. de gemeijnte daar genoemd de Verdonk (of Beverdonck? Veerdonk), Willem van de Velde, de kinderen van Jan van de Velde, Jan de Kremer van Aerle, Everaerts van der Vloege. Dat perceel hadden Lisbeth en Dirck geerfd
van wijlen genoemde Dirck, zijnde resp. haar man en zijn vader, en wijlen Dirck had het voor 1/8ste deel
geerfd en de andere 7/8e delen had hij van zijn broers en zusters verkregen. De verkoopster belooft alle lasten van haar kant etc. af te
handelen, behalve 2 oude groten in Boxtel te betalen en 16 lopen rogge per jaar, maat van Oirschot. Datum als boven, getuigen
Jan Vos en Willem van Geldrop.
1473
pag. 205V Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen zijn
Michiel Wilneven. Lambrecht Jan Aerts als man van Aleijt dochter van wijlen Dirck Wilneven, verder Gijsbrecht
Pauwels van Liempde (=Vlemmincks, JT) als man van Heijlwig dochter van wijlen Dirck Wilneven, nog Wouter van
den Heesakker als man
van Mechteld dochter van wijlen
Jan Aerts van Meijensvoort, Henrick Herman Daems als man van Margriet dochter van genoemde Jan Aerts (=van Meijensvoort,
JT), Jacop Jacop Keijmps als man van Johanna dochter van
Henrick Pauwels en hebben een
deling gemaakt van het bezit dat ze na
de dood van Jan Jan Wilneven hebben geerfd.
1473
pag. 210v Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Henrick Herman Daems als man van Margriet dochter van wijlen Jan Aerts (van Meijensvoort,
JT) en verkoopt aan Jacop Jacop Keijmps die de 2 delen (lees twee derde delen, JT) van een vierdedeel van een beemd genoemd de Geerlicksbeemd, gelegen onder Best, b.p. de kinderen van Dirck van de Hagelaer,
Gijsbrecht Pauwels van Liempde waarvan is afgedeeld, zoals hij een deel
ervan had geerfd vanwege zijn vrouw en hem in de deling was toebedeeld samen met Wouter van den Heesakker
en genoemde Jacop, en het andere
deel had verkregen van genoemde Wouter, volgens de deelbrief ervan. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te
handelen. Datum 5 november
1473, getuigen Huijskens en
Lieveld.
1473
BP 1243, fol. 294r, Geertrui 31 oktober 2014 en 9 juni 2015:
Hendrik van Erp, de schout van Peelland, heeft zijn weiland/beemd geheten Die Braexschbuenre gelegen in de parochie van Boxtel, in het
rechtsgebied van Liempde tussen het
erfgoed van Godfried Peterszoon enerzijds en het erfgoed van Rover Rolofsz. anderzijds, grenzend aan de gemene plaats
met het ene einde, verhuurd aan Christiaan Voermans, zoon van wijlen Willem, en
aan Thomas, zoon van wijlen Joannes Pauluszoon, voor vier jaar voor vijf gouden
Peters elk jaar aan Hendrik te betalen, onder de voorwaarde dat Christiaan en
Thomas de grondcijnzen aan de heer van Boxtel en de hooitiend daaruit rechtens
te voldoen, zullen betalen, zodat voor Hendrik aan hem en over hem en zijn
weiland geen schade toekomt in de toekomst; ook zullen Christiaan en Thomas de
bomen mogen omhakken de bomen die daar staan en groeien op het erfgoed genaamd
Den Wall of Den Omloop [rondlopende wal van Velder?] en in deze
bossen (of met dit hout) het genoemde weiland gemeenschappelijk maken wat in de
volkstaal beheimen heet. Ook zullen
Christiaan en Thomas gedurende de genoemde jaren tot hun eigen gemak het hout
hebben en verwerven dat daar groeit, den werft genaamd , samen met de wilgen
die daar niet langer groeien, genaamd doefwilligen,
met uitzondering dat ze voor elk van deze wilgen zo door hen uitgeroeid
daar opnieuw een nieuwe wilgenplant zullen planten.
1473,
Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis"
te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, nr. 114.
Zinnelooshuis Anthonis Jan Peterss
Crabbe bezit een huis in Casteren op Zavendonk.
1474,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag.
157r, d.d. 1 januari 1474
460 Jan, Engelbrecht, Elias en Willem, broers en wettige kinderen
van Jan Elias van de Braken, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van
hun vader en diens vrouw Aleijt Engelbrechts Gijben
hebben geerfd. Genoemde Jan krijgt een stuk land aan
de Roent, genoemd de Scendelt,
belendend zijn broer Willem. Nog krijgt hij een stuk land gelegen op de Herendonck in het Ottenbosch. Nog
een stuk beemd onder Tongeren genoemd de Langenbeemd,
jaarlijks met een andere beemd te wisselen. Nog een stuk land gelegen aan de Laerbrake. Nog het derde deel in een beemd op Luttelaer, belendend Peter Stoets,
nog het derde deel van een heiveld genoemd de Tongercamp
achter Nergentnae. Nog een vierde deel van twee
morgens beemd gelegen op het Oeteren. Nog krijgt hij
een jaarlijkse pacht van 5 zesters rogge die wordt
betaald door Gijben Jan Meeus te Liempde.
Nog krijgt hij het derde deel van het recht dat hun vader had op de gemeijnte van Oetendonck. Uit dit
lot zal Jan 6 oude groten en 4 penningen betalen, nog 2 en een half chijnshoen. Genoemde Willem krijgt het huis, tuin, hoifstad etc. met 11 lopenzaad land waarin hun vader is
gestorven, gelegen aan de Roent. Nog anderhalf
ploegrecht op Kempen, nog een hoefke ook aldaar
gelegen, genoemd de Coelhof, nog twee akkers, de ene
genoemd die Brake, de andere genoemd die Brakehoeve. Nog 2 stukken land de Hoeffe
ook aldaar gelegen. Nog een stuk land genoemd dat Brekel en een stuk land
genoemd de Coelkensbrake,welke percelen eerder
eigendom waren van Gerit Gherit Molengrafs
en de broers hadden dat van deze Gerit gekocht volgens schepenbrief van Boxtel.
Nog krijgt hij een akker ook genoemd Coelkensbrake
dat van hun vader was. Uit dit lot moet hij jaarlijks 4 lopen rogge betalen.
Nog krijgt hij een stuk land in het Kleijn Vierddeel
genoemd de Brede Eijke, nog een stuk land aan de Weetensbrug genoemd de Hogen acker.
Nog een akker in de Ottenbosch genoemd Keerbraecksloeckt. Nog een akker aldaar genoemd de Middelraet, nog twee stukken land gelegen op de Naeckeren. Hieruit moet hij jaarlijks 10 lopen rogge
betalen aan het klooster op de Baseldonck. Nog krijgt
hij de 2 delen van een beemd gelegen aan de Vorst, waarvan zijn broer Jan het
andere derde deel heeft. Nog een beemd genoemd de Langenbeemd,
die wordt gewisseld met de beemd genoemd de Oude beemd eigendom vanb Aert Michiels. Nog krijgt hij een beemd genoemd de Haselbeemd aan de vijver gelegen daar. Nog een daarbij
gelegen beemd genoemd dat Hoefken, nog een heiveld in
de Heijbunder, nog een beemd achter Nergentnae
genoemd de Aanrueck. Nog de twee delen van een
heiveld genoemd de Tongercamp, nog de helft van 2
morgens beemd gelegen op het Oeteren, nog de twee
delen van het recht dat hun vader had op de gemeijnte
van Oetendonck. Hieruit moet Willem jaarlijks 12 en
een halve oude grote betalen en 5 chijnshoenderen.
Genoemde Engelbrecht krijgt een jaarlijkse pacht van een mud rogge te betalen
in Boxtel die nu wordt betaald door Gijben Willems in Liempde. Nog een
jaarlijkse pacht van een mud rogge die nu wordt betaald door Thijs Smolenaers. (1474)
1474,
Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis"
te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, pag. 166 nr. 117. Datum: 21-02-1474
Schepenen in 's-Hertogenbosch oorkonden, dat Anthonius,
zoon van wijlen Johannes Peterszoon Crabbe, aan Franconis van Langel ten behoeve
van het hospitaal voor zinnelooze menschen
aldaar, gesticht door wijlen Reynerus van Arkel,
verkocht heeft eenen erfelijken
cyns, groot vier pond 's jaars,
verschijdende op 2 februari en gevestigd op een huis,
erf en hof, gelegen in de parochie van Boxtel onder de Dingbank van Liempde,
ter plaats genaamd Casteren [Kasteren] op Zavendonck
[Savendonk], tusschen het erf van Henricus van Arkel eenerzijds en dat van Gerardus van den Leemputten
anderzijds, alsmede gaande uit land, gelegen alsvoor,
genaamd den Rondenacker [Rondenakker], den Langenacker [Langenakker], die
Smalle Strepe [Smalle Strepen] en het Bemerken.
1474 Actuarium
Crabbense pag. 48, nr. 8
Willelmus filius Arnoldi Dirxens / Elisabeth / Stephani de Leemputten / Zavendocnk
/ Zavendoncksehen Akker / Anthoni
Crabbe / Bemelken /
kartuizers
1475 pag. 32v Oirschot vrijwillige
rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Woutera (Tswetters alias Wouter
Hollen, JT) als weduwe van Jan Bruijstens die men ook wel van Heerbeeck noemt
en haar zoon heer Daniel, priester en verder haar zoons Wouter en Jan, nog
Daniel van Petershem als wettige man van Heijlwig dochter van Jan Bruijstens,
voor henzelf handelend en voor hun andere broers en zusters en verkopen nu een
pacht van 1 mud rogge, maat van Oirschot, steeds te betalen op Maria
Lichtmisdag op onderpand van een stuk land groot 3 en een halve lopenzaad,
gelegen onder Boterwijk hier, ter plaatse genoemd de Hesselsdijk, b.p. Jan
Luijten Henricks (Aleijten, JT) van Liedeveld, Henrick van Liempde. Dat mud rogge had Henrick de
Wetter eerder verkregen van
genoemde Jan Luijten
Henricks van Liedeveld volgens
een schepenbrief van
Oirschot. Ze verkopen de pacht
nu aan Jan Peters de oude (Sannen = doorgestreept, JT).
Datum 16 januari 1475, getuigen
Haest en Crom. Voetnoot : Woltera belooft dat ze aan Jan een bedrag van 4 peters en 2 stuivers zal geven.
1475 pag.
38v Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Peter van Berckt
en belooft aan Henrick zoon
wijlen Jan Cremers te Liempde
die per a.s. Maria Lichtmisdag
een bedrag van 14 peters te gaan betalen,
samen met een rente van een half mud rogge. Datum als boven, getuigen Gerit Huijskens en Crom.
1475
pag. 32r
Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Verschenen is Dirck Willems van de Hagelaer en verkoopt Jacop van Dormalen
het 4/8e deel van een beemd van 2 bunders, gelegen in de gemeente Boxtel, ter
plaatse genoemd in het Wijchmansbroek [Wichmansbroek]
onder Liempde nabij de gemeijnte daar genoemd de Veerdonk, b.p. de
kinderen van Jan van de Velde. Dat perceelsdeel had Dirck Dircks van de
Hagelaer eerder van zijn broer Willem geerfd en die had het weer
van zijn moeder geerfd volgens schepenbrief van Oirschot. Datum 16 januari
1475, getuigen Huijskens en Geldrop.
1475, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: februari 9.
Johannes de Arkel en Lucas Jaobi Pieck, schepenen van
's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes, zoon van wijlen Johannes van den
Pasch, heeft opgedragen aan Martinus de Elmpt,
visser, een kamp heide, gelegen in de parochie Bucstel
onder de dingbank van Leymde [Liempde] in Vrilichoven [Vrilkhoven], tussen
Martinus voorn. en Aleyda, weduwe van Martinus Anemyous, strekkende van Martinus voorn. tot aan Laurencius Zebensoen
1475, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: augustus 3.
Ghiselbertus Haeck en Johannes Kanapert
Johanss, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren
dat Johannes, zoon van wijlen Paulus Coppensoen, en
zijn vrouw Heilwiga, dochter van wijlen Theodericus Roetarts, hebben opgedragen aan Martinus, zoon
van wijlen Henricus de Elmpt, de helft van een stuk
bouwland, geheten die Stoerecker, groet 3 lopense, gelegen in de parochie Bucstel
onder de dingbank van Lyemde [Liempde] ,
tussen Aleyda Martens en Arnoldus van der Perre ter ene zijde en Thomas, zoon van wijlen Johannes
zoon van wijlen Paulus Coppensoen ter andere zijde
1475, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: augustus 3.
Ghiselbertus Haeck en Johannes Kanapert
Johanss, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren
dat Johannes, zoon van wijlen Paulus Coppensoen,en
zijn vrouw Heilwig, dochter van wijlen Theodericus Roetarts, hebben opgedragen aan Martinus de Elmpt:
a. 1/4 van een erfpacht van 4,5 lopen rogge, gaande uit een erve, gelegen te Lyemde tussen de gemene strate en
Willelmus Roefssoen,
alsmede uit een stuk land, geheten Heilwigs buenre,
gelegen tussen de gemeint en Johannes van den Hoeve,
welke erfpacht Petrus, zoon van Johannes Roetart,
gevestigd had ten behoeve van zijn broeder Johannes, die hem overdroeg aan
Gerardus, zoon van wijlen Henricus;
b. 1/4 van een erfpacht van van 8 lopen rogge, gaande
uit een stuk land onder Lyemde [Liempde]
, tussen.Wilelmus de Dormalen en Michaelus
van den Velde, welke erfpacht Gerardus zoon van wijlen Henricus Hesselssoen, verkregen had van Theodoricus,
natuurlijke broeder van wijlen Andreas Scoteldreyers
de Bucstel en Arnoldus de Roesel,
man van Katherine, natuurlijke dochter van Andreas voorn.
c. 1/4 van een cijns van 40 solidi, gaande uit 1,5 hont land, gelegen onder Lyemde
tussen Willelmus de Engelen en Alardus
Reymbouts, voorts uit 2 hont
land tussen het erve van de abt van St.Truiden en
Hubertus Claessoen, welke erfpacht Gerardus, zoon van
wijlen Henricus Hesselssoen, verkregen had van
Sophia, dochter van wijlen Henricus Roeskens, zoon
van wijlen Franciscus Roeskend, van Johannis, zoon van wijlen Henricus Libensoen,
Johannes de Aerle en Rutgherus, zoon van wijlen
Henricus Hessels
1475, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag.
201r, d.d. 1475
620 Hillegont dochter van Dirck
Valcks verkoopt aan Peter natuurlijke zoon van Dirck
Bastaerts een schepenbrief van Boxtel waarin heer Roelof van Hijndert, priester te Boxtel aan Hillegont
wettige dochter van Dierck Valcks van Ghastel een schepenbrief van Den Bosch overdraagt waarin Aleijt Sciemans en haar dochters Katarijn en Machtelt aan Aleijden
Reijners een hofstad met toebehoren hebben verkocht,
gelegen te Boxtel op de Borchacker, volgens de brief
van Boxtel. Nog draagt Hillegont een brief over
waarin Aleijt Reijner Jacops van Lijmpde aan Aleijt wettige dochter van Gherit
van Bree een huis en hofstand verkoopt gelegen te
Boxtel op de Borchackker voilgens
de schepenbrief van Boxtel. Nog draagt Hillegont een
brief over waarin Henrick zoon van Jan van de Roest
als man van Aleijt dochter van Gerit van Bree aan Jan
natuurlijke zoon van Peter Jan Deckens een huis met
tuin etc. verkoopt dat Aleijt dochter van Gerit van
Bree had verkregen van Aleijt Reijner
Jacops van
Liempde volgens de schepenbrief van Den Bosch. Thans is hier verschenen Jan
natuurlijke zoon van Peter Jan Deckens en Willem
wettige broer van Jan en dragen aan heer Roelof van Hijndert,
priester te Boxtel de drie schepenbrieven over van Boxtel en de ene van Den
Bosch. Ze doen er afstand van en beloven alle lasten van hun kant af te
handelen. (1475)
1475, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag.
203v, d.d. 30 augustus 1475
629 Michiel wettige zoon van Aert van Nergentnae
verder zijn zusters Ida en Fije, nog Lisbeth weduwe
van Willem Brants dochter van wijlen Aelbrecht Scheers, verkopen aan Engelbrecht Engelbrechts van de Berselaer de rogpacht die wijlen
Laureijs Willems steeds betaalde in de dingbank van Oerle waarvan de brieven
zijn verbrand en die nu wordt betaald door een vrouw genoemd Conegont Raijmakers. Nog een
jaarlijkse pacht van een mud rogge die nu wordt betaald door Jan Lijbis te Liempde.
De verkopers doen afstand van die rogpachten en
beloven alle lasten van hun kant af te handelen. Daum
30 augustus (1475), getuigen Jan Haijwigen en Willem Henricks.
1475, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: september 28.
Ghiselbertus Haeck en Johannes Kanapert,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Petrus, zoon van wijlen-Johannes
de Herenthom, en zijn vrouw Mechteld,
dochter van wijlen Johannes de Zonne, hebben opgedragen aan Martinus de Elmpt, een akker, genaamd die Brake,
groot 8 lopense, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde
[Liempde] in Vrilichoven [Vrilkhoven],
met Martinus voorn. aan een zijde en aan een einde en Johannes, zoon van wijlen
Paulus Coppensoen aan de andere zijde en aan het
andere einde, tegen een erfpacht van 1 mud rogge, te betalen zolang zij leven
en na hun dood aan Petrus, zoon van Petrus voorn. en wijlen zijn eerste vrouw
Elisabeth, alsmede aan Petrus, zoon van Nycolaus Reynerssoen.
1475, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: september 28.
Giselbertus Haeck en Johannes Kanapert
Johanss, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren,
dat Martinus de Elmpt beloofd heeft te betalen aan
Petrus, zoon van wijlen Johannes de Herenthom, en
zijn vrouw Mechteld, dochter van wijlen Johannes de
Zonne, een erfpacht van 1 mud rogge, gaande uit een akker, geheten die Brake, gelegen in de parochie Bucstel
onder de dingbank van Lyemde [Liempde]
in Vrilichoven [Vrilkhoven],
onder voorwaarde,' dat Martinus deze pacht mag lossen met 36 gouden
peterskronen.
1476, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: februari 5.
Johannes de Os en Reynerus van den Hoevel, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat
Petrus, zoon van wijlen Johannes de Herenthom en zijn
vrouw Mechteld, dochter van wijlen Johannes de Zonne,
beloofd hebben, dat Martinus de Elmpt 8 mudden van
een pacht van 11,5 mud rogge mag lossen, welke pacht gaat uit een huis, erve en
hof, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank
van Lyemde [Liempde]
te Vrilichoven [Vrilkhoven],
tussen Martinus de Elmpt en Johannes Pauwels, alsmede
uit een stuk land, gelegen aldaar. De lossing moet binnen tien jaar geschieden
met 18 goudgulden
1476,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag.
351r, d.d. 1476
1192 Aert Robben heeft beloofd aan Henrick
van Erckelen om terecht te zullen staan per a.s. rechtzitting op straffe van 4 rijders aan de heer van
Boxtel als men het te Liempde niet
eens wordt.
1476, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: februari 5.
Johannes de Os en Reynerus van den Heuvel, schepenen
van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Petrus, zoon van wijlen Johannes de Herenthom, met zijn vrouw Mechteld,
dochter van wijlen Johannes de Zonne, hebben opgedragen aan Martinus de Elmpt, een huis, erve en hof, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Liemde
[Liempde] in Vrilichoven [Vrilkhoven],
tussen Martinus voorn. en Johannes Pauwels, strekkende van de gemene straat tot
aan Johannes Maessoen, alsmede een stuk bouwland,
gelegen 'aldaar tussen Johannes Maessoën aan een
zijde en aan een einde en de gemene straat ter andere zijde, strekkende met het
andere einde aan zeker land genaamd die Cluyse tegen
een erfpacht van 11,5 mud rogge per jaar, zolang zij leven
1477, pag. 10v Oirschot vrijwillige
rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen zijn Aert zoon wijlen Aert de Smijt
(Smeets, JT) , zijn broer Korstiaen, verder Heijlwig, Aleijt en Elisabeth
gezusters en alle kinderen zijnde van wijlen Aert de Smijt met hun voogden en
hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van wijlen hun vader Aert en
wijlen hun moeder Margriet hebben geerfd. Genoemde Aert en Korstiaen krijgen
samen een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Straten, b.p. Dirck de
Hoppenbrouwer de jonge, de gemeenschappelijke straat, Willem Ceelen. Hieruit
moeten ze jaarlijks een pons paijment betalen aan het altaar van St. Barbara,
nog 6 stuivers aan Gerard de Harnismaker, nog aan die van Postel (de
abdij, JT) een rente van 9 stuivers en 3 lopen rogge, verder 1 vlaamsche als
chijns aan de hertog, nog 10 lopen rogge in Den Bosch. Genoemde Heijlwig en
Aleijt krijgen samen twee stukken land, ter zelfder plaatse als hiervoor
gelegen, waar tussenin een weg loopt, b.p. Adriaen van den Doeren met meer
anderen, de erfgenamen van Henrick Daniels met meer anderen. Nog krijgen ze een stukje land genoemd de Castaert ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen,
b.p. Jan van Best, Heijmerick
Schepens. Hieruit moeten ze
jaarlijks een pacht van 14 lopen rogge betalen aan
heer Willem Vos, nog een half Bosch mud rogge in Den
Bosch ook te leveren. Genoemde Elisabeth krijgt de helft van een stuk beemd
genoemd de Oijendonk gelegen in de gemeente Boxtel onder
Liempde daar, b.p. Heijlwig van Meijensvoort, Heijlwig Lucas, Bartholomeus van Beerwinkel,
Jan van Hulst. Hieruit moet
Lisbeth jaarlijks 3 ´budkens´
(boddedragers, JT) als chijns aan de joffrouw
van Hoodonk betalen. Genoemde delers beloven de gebruikelijke bepalingen bij een deling. Als er meer lasten op iemands erfdeel drukken zullen ze die samen betalen. Actum als boven.
1477 BOSCH’ PROTOCOL BP 1246 fol. 200, 5 mei / door Jan
Toirkens
Heer Willem Becker, pitancier (persoon in klooster die er voor zorgt dat een ieder zijn rantsoen
krijgt) van 't klooster Averbode (in Belgie zuid van
Geel), en Wouter Henrixs Schuerman,
commissaris hiertoe gemachtigd, hebben opgedragen aan Marcelis
Goyart Byerkens van Weerde
( die reeds pachter was) 't goed "ten Kerckhove"
in Lyemde.
Hubrecht van Gemert had dit goed na opwinning in Den Bosch gekocht; het was eerst van Aert
vanden Cloot. Hubrecht had
het goed overgegeven aan aan heer Jan Blauwverver,
prior van Averbode, ten behoeve van dat klooster).
(lasten: - 6
oude groten grondcijns aan de heer van Bucstel
- 37 oude groten aan Mr Aert vander Cluyten
- 5 cromstarden aan
St. Odakapittel in Rode
- 5 beierse gulden
en 2 mud rog aan de H.Geest in Den Bosch
- 2 pond oud geld aan deken en kapittel in Den
Bosch )
Marcelis Goyart Byerkens en zijn broer Goyart en zijn
schoonbroer Lucas Jan Stemkens beloven aan Averbode gedurende 4 jaar op St.Jan
- 24
rijnsguldens te betalen
- 180
rijnsguldens te betalen op St.Jan over 4 jaar
- 12
rijnsgulden St.Jan over 5 jaar
- 12
rijnsgulden St.Jan over 6 jaar
- en 12
rijnsgulden en 180 rijnsgulden op St. Jan over 7 jaar.
1477 BOSCH’ PROTOCOL BP 1246 fol. 230, 9 juli / door
Jan Toirkens
Willem Scoeff van Mechelen verhuurt die Vlasstyende
in Lyemde
voor 4 jaar.
1477 BOSCH’ PROTOCOL BP 1246 fol. 299 2 januari / door
Jan Toirkens
Brueder Thomas van Driell,
procurator des convents vanden Carthusen,
Vucht, verhuurt voor 8 jaar vanaf Pinksteren laatstleden aan Jan Sanders een
hoeve, Rode, Ollant, metten Aecker
ende cleynen hoefken om 17
pond payment, 5 steen vlas te hekelen bereet, 2 peters, en 100 eyer op
Lichtmis (en de lasten). De huurder moet elk jaar 300 elsenpoeten
en 100 willigen poeten zetten, en elk jaar 300 rijs
houwen ende bijnden en naar Vucht brengen. Alle
beesten op de hoeve, ook de ijmen oft
bijen, en de vervaderinge daerraf,
en 't gewas van 1000 hopkuylen en al 't oeft zal wezen halff ende halff. Mist ende andere ruwaer
moet op de hoeve blijven. De laet kan aan 't eind der
huur afvaren met halver scharen.
1477 BOSCH’ PROTOCOL BP 1246 fol. 255, 1 september /
door Jan Toirkens
De Kartuizers
van Vucht verkopen aan Anthonis Jan Peters:
- twee
heivelden "die Laren" in Casteren
[Kasteren], parochie Bucstel en
- de
daarnaast liggende 3 strepen land "den Wuestenhoff"
en
- een weiveld
bij den Zoutcopersacker en bij ScHoesschenacker
aldaar.
Anthonis
belooft aan de Kartuizers 12 peters binnen 14 dagen te betalen alsmede 6 peters
en 3 pond payment op Lichtmis aanstaande.
6 peters en 5
pond op Lichtmis over 1 jaar
6 peters en 4
pond op Lichtmis over 2 jaar
6 peters en 3
pond op Lichtmis over 3 jaar
6 peters en 2
pond op Lichtmis over 4 jaar
6 peters en 1
pond op Lichtmis over 5 jaar
1477 BOSCH’ PROTOCOL BP 1246 fol. 255v, 1 september /
door Jan Toirkens
De Kartuizers
van Vucht verkopen aan Andries Corstiaen Hellinx een hoeve (vroeger
van heer Ludolf vander Water) in Ollant,
parochie St. Oedenrode, nl een huis, erf, hof, schuur, scop,
visserij, land "die Donck" , land
"Jannes Hoernkens-hoeve", een beemd achter
den Akar bij de Dommel, een beemdje bij de Dommel,
een wei- en broekveld; een heiveld onder Gemonde Beerselaer.
(lasten:
enige pachten en cijnsen)
Andries
belooft aan de Kartuizers 177 peters, 7 ½ stuiver, 24 mud en 3 zesteren rog te betalen, verdeeld over 7 jaar.
1477, BHIC 392 Schepenbank
Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag.
240v, d.d. 1477
752 Genoemde
kinderen (Henricks) hebben een deling gemaakt van het
bezit dat ze van hun vader hebben geerfd. Genoemde
Laureijs krijgt een halve beemd genoemd´t Hilbroeck waarvan zijn broer Henrick
de andere helft heeft. Nog een half weiland genoemd de Boocum,
waarvan Henrick de andere helft heeft. Nog een halve
akker gelegen onder Tongeren genoemd de Kerckbrake.
Nog een halve akker genoemd de Hophof gelegen op Ladonck waarvan Henrick de andere
helft heeft. Nog een halkve akker ter zelfder plaatse
gelegen bij het erf van Andries Salen waarvan Henrick ook de andere helft heeft. Nog de helft van een
weiland daar nabij het erf van Jan Grauwen, welke percelen allen van zijn vader
waren. Hieruit moet hij de helft van 4 en een halve oude grote en van een denarius chijns betalen, nog 14
lopen rogge, nog de helft van een pond paijment per
jaar. Genoemde Henrick krijgt een huis, tuin, hofstad
etc. gelegen te Boxtel binnen de bruggen genoemd *´t Wijlt Wercken*
(het Wild Varken). Nog krijgt hij een akker gelegen op de Haechacker,
nog de helft van alle percelen zoals in het vorige lot vermeld. Uit het huis
jaarlijks een oude grote te betalen en 6 en een halve denarius
paijment aan de heer en 16 schellingen aan de H.
Geest in Den Bosch, nog 5 chijnshoenderen aan de
heer, verder 14 lopen rogge uit de vermelde akker, nog 13 lopen rogge uit de
andere vermelde akkers, verder de helft van alle kosten zoals vermeld in de
brief van Laureijs. Genoemde Emont krijgt een huis,
tuin, hofstad etc. gelegen te Boxtel binnen de bruggen aan de Strijpt, belendend de erfgenamen van Jan Visschers. Nog een
stuk land achter Stapelen genoemd de Hamacker, nog
een stuk beemd genoemd den Pinxtelaer die van zijn
vader was. Nog een stuk beemd genoemd de Ruwebeemd
gelegen in de jurisdictie van Liempde,
waarvande andere helft eigendom is van de erfgenamen
van Henrick Nennen. Nog
krijgt hij jaarlijks een voeder hooi dat men aan zijn vader betaalde uit de Ruwenbeemd. Nog
krijgt hij een stuk heide en weiland genoemd de Braeijendonck,
gelegen in de gemeijnte van Kempen. Hieruit jaarlijks
2 oude groten te betalen, 2 Coelse penningen , nog
een pond paijment, een kwart wijn en 3 chijnshoenderen uit het huis aan de Strijpt.
Verder 14 lopen rogge, nog 4 vlaamschen uit de Braeijendonck aan de priesters hier, verder het tiendhooi
voor zover bekend. Genoemde Willem krijgt een huis, tuin, hoftstad
met een akker en weiland gelegen op Ladonck waarin
zijn vader is gestorven, belendend Jan Momboirs, de gemeendschappelijke straat, Jan Grauwen, de erfgenamen van
Margriet Vissers. Nog krijgt hij een hoefke met een
bakhuis er op gelegen op Ladonk aan de oostkant van
het huis en de hofstad. Nog krijgt hij een halve akker gelegen ter zelfder
plaatse genoemd de Heijn Aertsakker, waarvan Michiel de andere helft heeft. Nog
krijgt hij een halve veemd genoemd de Weert gelegen
te Onroij aan de Dommel waarvan Michiel de andere
helft heeft. Nog een halve beemd genoemd de Tastvonder gelegen achter Stapelen
waarvan Michiel de andere helft heeft. Hieruit moet hij 7 oude groten en 3
penningen paijment betalen, nog de helft van 2 oude
groten en 3 penningen, nog de helft van een *kleijken*
aan de gezamenlijke priesters, nog 14 lopen rogge per jaar. Genoemde Michiel
krijgt de andere helften van de percelen zoals vermeld in de brief van Willem.
Hieruit jaarlijks 14 lopen rogge te betalen, nog de helft van 2 oude groten en
3 penningen, nog de helft van een *kleijken*. (1477)
1478, BHIC 392 Schepenbank
Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag.
269r, d.d. 1478
865 Heer Jan Roelofs, priester, belooft
aan Henrick zoon wijlen
Henrick Scutkens, Willem van Weert als man van Agnesen,dochter van wijlen Henrick Scutkens, Jan
Aerts Haijwigen als man van
Margriet dochter van wijlen
Henrick Scutkens, een jaarlijkse pacht van een half mud rogge, maat van Liempde en daar ook te leveren
steeds op Maria Lichtmisdag, die nu wordt betaald uit
het vierde deel van een akker genoemd
de Hogenacker, gelegen onder Liempde en nog
uit een hofstad
aldaar gelegen die eerder van Heijn Scutkens was nabij het erf van wijlen Wouter Scutkens. Nog uit
een bunder beemd ter zelfder plaatse gelegen aldaar, genoemd de Rijkendonck, belendend de gemeijnte, de Hertogelijke weg. Verder nog op onderpand van alle bezit van Jutten dochter van wijlen Henrick Scutkens zijnde de vrouw van
Lambrecht Tielman de Vette. Dat bezit had Lambrecht als echtgenoot verkocht aan Gijsbrecht
Christiaen Gijsbrechts volgens
de schepenbrief van Den Bosch en deze
pacht had heer Jan
(Roelofs) gekocht van broeder
Willem van Veerle, priester binnen
het klooster van Korssendonck
nabij Turnhout in het bisdom
van Kamerijk, volgens de gezegelde brief van dat klooster. De verkoper belooft alle lasten af te handelen.
(1478)
1478 BOSCH’ PROTOCOL BP 1247 fol. 287, 2 april / door
Jan Toirkens
heer
Boudewijn Evert Jan Erberts, priester, geeft in
erfpacht aan zijn broer Henrick
- 1/3 deel in
een hoeve (die afkomstig is van hun vader Erbert) in Groter Lyemde
aan die Weghesceydingh tussen Thomas die Cort en Kathelijn, weduwe van Henrick
Boyenssoen enerzijds en Rutger Rolofssoen
van Bladel en Lambert Jans vanden Ecker, strekkende van de straat tot den gemeynen moelenwech
- 1/3 in 1/3
beemd "die Oyendonck" 3 buunder
op Oyendock aldaar,
- 1/3 deel
in 1/3 beemd (geheel 3 buunder)
- 1/3 deel in
de Schelenbeempt in die Moerkensboeme
- 1/3 in
beemd "die Wedehage"
-1/3 van
bouwland in de akkers van Smadelaer
om een
erfpacht van 2 mud 11 lopen rog aan Boudewijn, en de lasten.
1478 pag. 143r
Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is heer
Willem van Geldrop, priester
en zijn wettige broer Peter, kinderen van wijlen Willem van Geldrop en verkopen (verkopen hier in de betekenis van beloven) aan heer
Henrick Belaerts, priester,
ten behoeve van hemzelf en
ten behoeve van zijn wettige zuster Heijlwig en Margriet, een jaarlijkse pacht van 8 lopen rogge, maat
van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag te betalen op onderpand
van een stuk land gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. Vranken Mols, Peter Jacops van Esch, het erf eerder van Jan zoon wijlen Aert Heijlgheenen, Gijben Pauwels van Liempde
(=Vlemmincks, JT). De schuldnaars
beloven het onderpand in goede staat te
houden. Datum 19 augustus
1478 getuigen Willem van Geldrop
en Loij van Hersel. (naast
twee Willemen van Geldrop
in de akte hebben we ook nog een
derde Willem van Geldrop als schepen, JT)
1478 BP 1247, fol. 216r, / door dr. Geertrui van Synghel 31
oktober 2014 en 9 juni 2015
Heer Bartholomeus en vrouwe Petra, zijn zuster,
hebben een erfpacht van 4 mud rogge en 1 sister rogge Bossche maat uit 1) een
erfpacht die aan Hendrick Buc zoon van Dirck Buc etc. toekwam in een
erfpacht van 16,5 mud te voldoen elk jaar erfelijk uit de hoeve genaamd tgoet Te Velde, van wijlen Bartholomeus, zoon van Dirk gelegen
in de parochie van Boxtel in de plaats Liempde, samen uit alle
aanhorigheden van de genoemde hoeve waar dan ook gelegen 2) Uit 18 bunder land
gelegen onmiddellijk naast het erfgoed van Paulus, zoon van Hendrik. Thomas Boudewijnszoon en Fyssia van den
Berghe. Ze (Bartholomeus en Petra) hebben deze erfpacht overgedragen aan de
stadssecretaris ten behoeve van Sint-Geertruiklooster
in ’s-Hertogenbosch. [Betreffende klooster staat in volgende akte genoemd]
1479, pag. 167v, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Jutta weduwe van Henrick vander
Capellen met haar voogd en verkoopt (=belooft, JT) aan Aert Dirck Goossens (Neven, JT) een
pacht van 1 mud rogge, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag
te voldoen en voor de eerste keer na
de dood van genoemde Jutten, op onderpand van een stuk land groot ca. 3 lopenzaad genoemd de Bittishoeve, met een stuk heide eraan
dat tot land is gemaakt, gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Henrick Heesters, Henrick Meeus van
Liempde, de gemeenschappelijke straat,
Jan Cuijpers. Voor het heiveld zijn
de b.p. de kinderen van Gijben Everits, Henrick Heesters, Henrick Cremers, Henrick Meeus
van Liempde. Nog op onderpand
van een stuk land genoemd de Oijenbraeck, groot ca.
2 lopenzaad, b.p. Peter Francken, Wouter Rutten, Gerit Geerlicks,
Henrick Heesters. Nog op onderpand van een stuk land genoemd de Philipsakker, b.p. de kinderen van Gijben Everits, Henrick van der Capellen genoemde
Jutten. Nog op onderpand van een stuk land genoemd de Hoerkensakker, groot ca. 2 lopenzaad,
b.p. Wouter van den Arennest,
Dirck van Hoeven, de erfgenamen
van Jan van der Capellen, Gijsbrecht Everits. Nog op onderpand van een huis, tuin met schuur etc. b.p. Wouter Rutten,
de gemeenschappelijke straat,
Nog op onderpand van een stuk land genoemd
de Winkelen (?), gelegen bij de steenoven van Gerit Cuijpers, b.p.
de gemeenschappelijke straat,
Henrick Beertkens. Nog uit een stuk
land groot 1 lopenzaad, b.p.
Willem Dolcks, de erfgenamen
van Geertruid Gielis,
Willem Haecks, de gemeenschappelijke
straat. Nog op onderpand van een stuk land groot anderhalf lopenzaad, b.p. Wouter van den Arennest, genoemde Jutken, de Hoernkensakker, Gijsbrecht Everaerts.
Nog uit een
stuk beemd genoemd de Twaalf Bunders waarin het deel van Henrick van
de Laeck in het midden ligt,
met beide kanten de delen van Jutken, verder b.p. Jan de Cuijper, de gemeenschappelijke
straat. Datum 10 dagen in
de oogstmaand 1479, getuigen
Ellaer en Spina.
1479 Archief Groot Ziekengasthuis
door H.J.M. van Rooij, datum: 15 juli 1479
Willem van Meyensvoert, Goyaert
Petersoon, Jan Eeverits,
Maes Henricszoon, Jan van den Ven en Henrich
(Hermans), schepenen in Liempd [Liempde], oorkonden, dat Jan en Arnt, gebroeders, kinderen van Everits
Jan Eevritszoon, aan Pouwel,
hun broeder, hebben overgedragen 2 delen van een stuk land, gelegen in het
gerecht van Liemd, genaamd 'Homborchshof'.
1479, pag. 177r, Oirschot vrijwillige rechtspraak,
regesten door Jan Toirkens
Komen is Jut weduwe
van Henrick van der Capellen en belooft aan Jan van den Doeren ten behoeve
van Aert zoon Dirck Goossen Neven die een jaarlijkse pacht van 3 mud rogge, maat van Oirschot, steeds
op Maria Lichtmisdag te voldoen, op onderpand van een stuk land groot 3 lopenzaad genoemd de Bittishoeve met een stuk heide dat
tot land is gemaakt, b.p.
Henrick Meeus van Liempde, Henrick Haest, de gemeijnte, Jan de
Cuijper. Het heiveld is b.p.
de kinderen van Gijben Ervaerts, Henrick Haest, Henrick
Cremers, Henrick Meeus van Liempde. Nog op onderpand van een stuk land groot 2 lopenzaad, genoemd de Meijenbreack, b.p. Peter Francken, Wouter Rutten, Henrick Heesters,
Gerard Geerlicks van de Melcroth.
Nog op onderpand van een stuk land genoemd
de Philipsakker, b.p. de kinderen van Gijsbert Ervaerts,
Henrick van der Capellen, genoemde Jut zelf. Nog op onderpand
van een stuk land groot 2 lopenzaad, genoemd de Hoernkensakker, b.p. Wouter van
den Arennest, Dirck van Hoerne,
de erfgenamen van Jan van der Capellen, de gemeijnte, Gijsbert Ervaerts. Nog op onderpand van een huis, tuin etc. met de schuur daar, b.p.
Wouter Rutte,de gemeijnte. Nog op onderpand van een stuk land genoemd
dat Weijnkel bijde steenoven, b.p. Gerit de
Cuijper, de gemeijnte, Willem Dolcks,
Gerard Gielis, Willem Haecks,
de gemeeijnte. Nog op onderpand van een stuk land van een half lopenzaad, b.p. Wouter van den Arennest, Jutta zelf, de Hoernkensakker, de kinderen van
Gijsbert Everits. Nog op onderpand van een stuk beemd in de Twaalf Bunders, b.p. Henrick van
der Haest die het middenstuk
ervan heeft, genoemde Jutta zelf die de beide zijkanten heeft, Jan de Cuijper, de gemeenschappelijke
straat. (geen datum en geen getuigen vermeld,
akte is van 1478, JT)
1479, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan
Toirkens), inv. nr. 55, pag.
273v, d.d. 1479
882 Elias wettige
zoon van wijlen Jan Elias van de Laerschot
en Aert Gerit Avengoens als
wettige man van Aleijt dochter van genoemde Jan Elias
van de Laerschot, verder
Lijsbeth en Ida wettige dochters
van Jan Elias van de Laerschot, hebben
een deling van hun bezit gemaakt.
Genoemde Elias krijgt een half stuk land genoemd `t Rullen waarvan Aert de andere helft heeft gelegen
aan de Roent, belendend Lambrecht Michiel Aerts en meer
anderen. Nog krijgt hij een
halve akker genoemd de Beeracker, ter zelfder plaatse gelegen waarvan Aert de andere helft heeft, belendend
Henrik Gerits Avengoens de oude. Nog krijgt
hij een zesterzaad
land genoemd de Veltacker, belendend de erfgenamen van Laureijs Willems, Elias Ruelens
Elias. Nog krijgt hij een halve beemd,
waarvan Aert de andere helft heeft genoemd
de Weerbeemd, belendend
Michiel Avengoens,de erfgenamen
van Peter Elias. Nog krijgt
hij een huis, tuin, hofstad etc. met een akker aldaar
ook gelegen, belendend Wouter Eijgens, Aert
Gerit Avengoens, de erfgenamen
van Godevaerts van Erpe en meer anderen, zijn
wettige zuster Lisbeth. Nog krijgt hij
de helft van een deel land dat Jan Elias eerder had in een beemd genoemd de Vaerbossche waarvan Aert de andere helft heeft.
Nog krijgt hij een pacht
van 9 lopen rogge die betaald wordt door Jan Pauwels
Bertens. Nog krijgt hij het vierde deel van een heiveld
waarvan Aert de andere helft heeft, genoemd
de Heijhoeve. Verder mag Elias een
deel van de dijk daar gebruiken richting de gemeijnte van Kempen, maar moet wel samen met Aert imheinen. Nog krijgt
hij een koterrecht
op op de gemeijnte van
Kempen. Hieruit moet Elias jaarlijks een malder
rogge betalen waarvoor hij een
brief aan Aert zal geven die wordt betaald door Goessen van Romen, nog 2 oude groten
en 6 peningen. Genoemde Aetrt krijgt een
half stuk land genoemd ´t Rullen waarvan Elias de andere helft heeft,
belendend Wouter Eijgens. Nog de helft van een akker genoemd
de Breecaker, waarvan Elias
de andere helft heeft, belendend de erfgenamen van Godevaert van Erpe,
de waterlaat daar. Nog krijgt hij
de helft van de Veltacker, belendend Jan Jan Elias van de Braken, de erfgenamen van Michiel
Henricks. Nog een struk lan aldaar
gelegen genoemd ´t Veltken, belendend genoemde Elias, de dijk daar. Nog krijgt hij
het vierde deel van een heiveld genoemd
de Heijhoeve, waarvan Elias
de andere helft heeft. Nog een
heiveld in een beemd genoemd de Sluijsbeemd, zoals Elias eerder gebruikte. Nog krijgt hij
de helft van een deel dat wijlen
Jan Elias had in een beemd genoemd de Zaerbossche, waarvan Elias de nadere helft heeft. Nog
de helft van een beemd genoemd de Weerbeend waarvan Elias de andere helft heeft
, belendend Michiel Avengoens,
de erfgenamen van Peter Elias. Nog
krijgt hij een malder rogge
per jaar dat nu wordt betaald door Jan Elias van
de Braken die men ook noemt * Krum Eelen*. Nog krijgt hij een
deel van de dijk zoals hiervoor beschreven, belendend Godevaert van Erpe, genoemde Aert. Hieruit jaarlijks ca. anderhalve grote en 6 en een halve penning te betalen. Genoemde
Lisbeth krijgt een akker gelegen bij
het huis dat aan Elias toebehoort, belendend Aleijt Gerit Avengoens, genoemde Elias. Nog de helft van een stuk
land genoemd op die Weeten,
waarvan Ida de andere helft heeft, belendend
de erfgenamenvan Godevaert van Erpe.
Nog krijgt ze de helft van een stuk
land genoemd op die Scaeffroede
waarvan Ida de andere helft heeft, belendend
Michiel Avengoens. Nog krijgt ze een weilveld
genoemd de Hegge, belendend
de erfgenamen van Michiel Henrick Wouter Habben. Nog krijgt ze de helft van een akker
genoemd de Sluijsakker waarvan Ida de andere helft heeft. Nog
de helft van een beemd genoemd de Grooten Weerbeemd, waarvan Ida de andere helft heeft, nog
de helft van een deel van 2 beemden de ene genoemd de Voerbeemd, de andere genoemd de Brakkelwijnckel, gelegen onder Groot
Liempde waarvan Ida de andere
helft heeft. Nog krijgt ze een
koterrecht op de gemeijnte
van Kempen. Uit dit lot jaarlijks anderhalve oude grote en 6 en een halve penning te betalen. Genoemde Iden krijgt een
akker genoemd de Veltacker belendend de erfgenamen van Laureijs Willems,
de waterlaat daar. Nog een weiveld
genoemd dat Loeckt, belendend genoemde Elias en Aert, Wouter Eggen en meer
anderen. Nog een half stuk land genoemd op de Weeten waarvan Lisbeth de andere helft heeft, belendend
Michiel Avengoens. Nog een half stuk land genoemd op de Scaeff Roede, waarvan Lisbeth de andere helft heeft, belendend
Peter Molengraefs. Nog de helft van een stuk
land genoemd de Sluijsacker,
waarvan Lisbeth de andere helft heeft. Nog
de helft van een beemd genoemd de Groten Weerbeemd waarvan Lisbeth de andere helft heeft. Nog
de helft van twee beemdem waarvan Elias er een van heeft, de ene genoem
de Werbeemd, de andere genoemd de Brukel Wijnckel gelegen onder Groot Liempde waarvan
Lisbet de andere helft heeft. Uit dit
lot moet Ida 4 lopen rogge per jaar betalen aan de erfgenamen van Jan van Meijensvoirt,
Verder krijgt ze de twee delen
van een malder rogge per jaar die nu wordt betaald door Laureijs van Houweschot. Verder hieruit 2 oude groten en 4 en een halve penning te betalen als
chijns (1479).
1479, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan
Toirkens), inv. nr. 55, pag.
284r, d.d. 20 augustus 1479
924 Henrick Peters van Liempde verkoopt aan Meeus
Simons Scoertels een schepenbrief van Boxtel, waarin
Peter Matheeus van Vonselhoven
aan genoemde Henrick belooft die de som van 19 en een halve peter te betalen, met de rente ervan etc. De verkoper belooft de verkoop te garanderen. Datum 20 augustus (1479), getuigen
Engelbrecht en Aert Vughts.
147?,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 55, pag.
345v, d.d. 147?
1183 Jan Elias van Lucel,
Michiel de Scoemeker, Jan Elias over de Aa,
Engelbrecht van de Berselaer, verklarab
dat Bertelmeeus de Momboir en Peter Crabben indertijd hun kwestie
hadden opgelost over de oliemolen waarin was afgesproken dat Peter jaarlijks aan Bertelmees
500 raapkoeken zou leveren en het meest deel daarvan rond
St. Maartensdag, of omtrent
Maria Lichtmisdag, en wel
voor detijd dat Peter de oliemolen in gebruik zou hebben. Als Peter door de heer het niet meer
was toegestaan de molen te gebruiken, zou
deze verlplichting zijn komen te
vervallen. De genoemde 4 personen en Gerit Coppens als schepenen verklaren dat ze nadien overeenstemming
hebben bereikt over de kwesties die er waren over de korenmolen vanwege het verteer en andere onkosten die er waren gemaakt met Brussel. Afspraak is
nu dat genoemde Peter aan Gerit Coppens 12 peters zal betalen en aan Bertelmeeus 8 peters van de totaal
20 peters die Bertelmeeus Gerit Coppens schuldig was. En over de andere kosten en de raapkoeken is men
het eens geworden. Genoemde 4 personen weten dat de eerste
twist over de raapkoeken is opgelost
omstreeks het jaar 1464 ongeveer met St. Bamisdag.
Michiel Boelants, Henrick Boeijens,
Jan Crabben, Willem Hoerkens
weten dat die oliemoeln waarover de twist was tussen Meeus en Peter dat die nog in Casteren staat en dat Jan Peter Crabben daarmee nog steeds *slaat* (raapzaad wordt geslagen om de olie). Idem Jan Crabben en Willem
Hoerkens weten dat Peter Crabben en diens zoon Jan bij elkaar wonen en samen de kost verdienen
en dat ze de raapkoeken aan hun vee voeren
hetgeen ook door hen beiden is verklaard. Het is de 4 eerste personen verder bekend dat
Bertelmeeus kwijting aan Peter Crabben heeft gegeven op de twee eerste punten te
weten voor de raapkoeken en
van de moeder. De schepenen
verklaren nog dat men geen schepenbankverklaringen
teniet zal doen tenzij door schepenen. Verder verklaren de schepenen dat niemand
van hen erbij was toen Bertelmeeus kwijting had gegeven aan Peter voor die 500 koeken of vanwege zijn moeder. Henrick Boeijen en Jan Crabben verklaren nog dat
Peter Crabben aan Bertelmeeus de Momboir elk jaar 500 raapkoeken was verschuldigd zolang als Peter de oliemolen gebruikte. En als Peter werd ontzegd door de heer etc. om de olimoelen te mogen gebruiken,
dat Peter daarin dan niet gehouden zou
zijn voor die raapkoeken.
Verder weten Jan Elias over de Aa, Engbrecht van de Berselaer, Jan Elias van Luijcel
en Michiel de Schoenmaker dat alles
inderdaad zo is. Verder verklaren
ze nog dat als Peter de oliemolen mocht gebruiken dat Peter dan de oven aan Bertelmeus zou laten gebruiken voor de zelfde prijs dat een
ander zou betalen. Zulks is verklaard oor Henrick Boijens en door Jan Crabben. Bertelmeus verklaart nog dat Peter de oliemolen heeft genomen in de staat van toen en dat Bertelmeus
daarover beraad nam tot aan afgelopen
halfvastentijd. Verder verklaart
Michiel Boelans, Jan Peters en Lambrecht Jan Aerts en
Willemk Hoerkens dat het hen bekend is dat Jan de Wolf voor Kerstavond
was gekomen en heeft Peter Crabben aangemaand voor 36 peters
die Peter schuldig was van die oliemolen
maar omdat Peter niet kon betalen was afgesproken dat Jan de Wolf de molen toen voor 40 peters zou kopen want de molen was verbeterd en er was gezegd dat Peter de molen niet meer
zou gebruiken en dat Jan Wolf de molen zou mogen ophalen
tussen toen en Pinkstern erna en dat Peter die *stede* toen zolang heeft
geleend gehad. Jan Elias
over de Aa, Engbrecht van de Berselaer, Michiel de...
(?) en Gerit Coppens als schepenen
en Michiel Boelandt verklaren
nog dat Bertelmeeus
en Peter nadien tot overeenstemming
waren gekomen over de twist
die ze over de korenmolen hadden
gehad over de verteerkosten
maar niet over de raapkoeken
en dat van de moeder.
Verder is het de 5 personen bekend
dat Peter aan Gerit Coopens dan 12 peters zou betalen en aan Bertelmeeus 8 peters, van de 20 die hij
aan Gerit schuldig was.
Gerit de Smit verklaart nog
dat de verklaring van
Henrick Marijnen z... is. Henneken
Nulaet verklaart dat de verklaring van Lamken Wambiers, Dirck de Visscher en de verklaring
van Jasper (lijkt een niet afgemaakt verslag van wat er in de rechtbank
allemaal is vastgelegd over
dit konflikt).
1480 BOSCH’ PROTOCOL BP 1249 fol. 70 / door Jan
Toirkens
Lyemde,
aen die Wegesceide
1480 BOSCH’ PROTOCOL BP 1249 fol. 330, 20 januari /
door Jan Toirkens
Jan Lambert Meeussoen, Lambert Jan Aertssoen
en Gerit Jan Coppenssoen. H.Geest-meesters
van Bucstel, gemachtigd daartoe door de bisschop van
Luik, hebben opgedragen aan de secretaris ten behoeve van de Kartuizers van
Vucht een pacht van 12 lopen rog, welke Lud. vanden
Water, kanunnik in Den Bosch, beloofd had op Lichtmis te vergelden aan de H.Geestmeesters van Bucstel uit Sheyligengeestecker, Lyemde, Casteren [Kasteren]
(welk land Lud vanden Water te pacht gekregen had van
Michiel Arnt Michiels van Hall, Herman Reyners van Vinckenschot en Jan Henrick die Wijse, H.Geestmeesters van Bucstel).
1480 BOSCH’ PROTOCOL BP 1250 fol. 118, 2 januari / door
Jan Toirkens
Herman Jan Hermanss vanden Berghe (transcribent:
nazaat van Eligius vanden Aker), weduwnaar van Cecila,
heeft opgedragen aan zijn kinderen Jan en Aert: zijn tocht in land in die Kerckacker, Lyemde, met 1
eind en 1 zijde aan een erf van die hoeve ter Wehamel.
(Transcribent: Herman Jan Hermanss
vanden Berghe had dat land verkregen van Kathelijn Jan Gevarts).
Jan en Aert
dragen daarna op aan Laureijns Lambrecht Aben.
1480 Archief Groot Ziekengasthuis
door H.J.M. van Rooij, datum: 19 november 1480
Henric Hermans, Goyart Petersoon, Jan van den Ven, Willem van Meyensvoert,
Maes Henricxszoon, Lambrecht Jan Lambrechtszoon
en Jan Zebenzoon van Collenberch,
schepenen in Liempd [Liempde], oorkonden, dat er tussen Lambrecht en
Jan, gebroeders; Heiliwich en Lysbeth,
gezusters, kinderen van wijlen Jan Lambrechtszoon,
benevens Heilwich, weduwe van Andries, zoon van
wijlen Jan Lambrechtszoon en Arnt
Willemszoon van den Velde, weduwnaar van wijlen Goedscuwe
dochter van wijlen Jan Lambrechtszoon een scheiding
en deling heeft plaats gehad van de goederen hen aangekomen van Jan Lambrechtszoon voornoemd, gelegen 'aan den Berg' in de
dingbank van Liempde en in 'de Boxtelse Hoeve' in de
parochie van Scynle.
1481 pag. 264v, Oirschot
vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Verschenen is Jan Jan Leemans en heeft beloofd om aan Henrick Henrick Wouters van
der Heijden die 15 peters te gaan
betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 40 jaar, met onderwijl steeds een rente van 7 en een halve lopen rogge,m Oirschotse
maat. Actum als boven. (er staat duidelijk over 40 jaar, maar het is de enige keer dat ik
zo´n lange termijn tegenkwam in de protocollen, het komt me dus wat vreemd over, JT).
Daniel zoon wijlen Heijmerick
Scepens (nee is onjuist, hij is de zoon van wijlen
Daniel Heijmerick Scepens, ook wel de Crom
genoemd, JT) verkoopt aan Jan Damen van Berckt die het
1/4e deel van een stuk beemd genoemd
de Buender op de Vloet
(Vleut, JT), groot anderhalve bunder, b.p.de kinderen van Aert van Best, het erf eerder
van heer Jan van Andel, de gemeijnte.
De verkoper belooft alle lkasetn van zijn kant af te
handelen, behalve het 1/4e deel van 9 oude groten als grondchijns.
Datum de maandag na St. Mathijsdag,
de voorlaatste dag van februari 1481, getuigen Huijskens en Meeus. Verschenen is Jan Damen van Berckt
als man van Geertruid dochter van wijlen Daniel Scepens (in een andere akte is deze Geertruid de dochter van Heijmerick Scepens en er is dus verwarring hoe de vader heet, maar uit weer andere aktes
blijkt dat Geertruid de dochter is van
Daniel Heijmerick Scepens
en op deze laatste versie houden we het maar
op, JT) en verkoopt nu aan
Henrick van Esch (secretaris, JT) ten behoeve van Aernt, Henric, Claes, Goijaert en
Lisbeth kinderen van genoemde
Daniel, die de 3/4e delen van de helft
van een stuk beemd groot anderhalve bunder zoals in de vorige akte is vermeld, waarvan hij de ene helft van de anderhalve bunder als echtgenoot van zijn vrouw heeft verkregen en de andere helft gekocht
van zijn zwager Daniel Heijmerick Scepens. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te
handelen behalve het 3/4 e deel van 4 en een halve oude grote als
grondchijns voor de helft
van de genoemde beemd. Actum als boven.
Genoemde Jan Damen verkoopt
nu aan ........ (niet vermeld, maar waarschijnlijk aan de kopers uit
de vorige akte, JT) zijn erfdeel van 7 lopen rogge, dat
ze samen ontvangen van Heijlwich Lucasen of van haar kinderen uit
een pacht van 2 mud rogge, maat van Den Bosch, welke pacht Everaert zoon wijlen Henrick Everaerts had beloofd aan Willem Gijsbrecht
Wellens van Acht op onderpand van de helft van 9 en een halve bunder
...gelegen in de gemeente Boxtel ter plaatse genoemd Liempde te Oetendonk, b.p.
het erf genoemd de Stadakker,
Thomas Lonis Boijdekens, een
vrouw genoemd Fissie, zoals zijn zwager
(hier is bedoeld schoonvader?, JT) Heijmerick die pacht had verkregen van
Gijsbrecht Aert van Straten. (geen datum en geen getuigen vermeld,
JT) Nog verkoopt Daniel (Scepens, JT) aan Jan (Damen van Berckt, JT) de helft van een pacht van 8 lopen rogge te
ontvangen van Henrick Mercks.
(geen datum en geen getuigen vermeld, JT).
1481, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan
Toirkens), inv. nr. 55, pag.
317r, d.d. 1481
1081 Lijsbeth wettige dochter
van Aert Huben verder haar zoons Aert, Meeus en Hubrecht en dochter Katarina, verder Meeus zoon wijlen Jan Meeus als man van Agnesen ook dochter
van Aert Huben, nog Elias wettige
zoon van Jan Haijwigen als
man van Katarina dochter van Aert Huben, hebben een deling
gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd
van Aert Huben en diens vrouw Geerborg
wettige dochter van wijlen Emont Swolfs.
Genoemde Lisbeth met haar kinderen krijgt de helft van een beemd
genoemd de Vlemminckxbeemd,
gelegen in de parochie van Esch aan
de gemeijnte van Zelissel, Nog de helft van een weiland achter het hof van Stapelen waarvan Elias de andere helft heeft. Nog
krijgt ze het derde deel van de Verstic(?) akker gelegen onder
Tongeren, belendend Peter Elias. Nog
het derde deel van de Scaepshuijsacker, belendend Elias
Jan Haijwigen. Nog een jaarlijkse pacht van een mud rogge waarvan Margriet van
Straten en Lijsken van de Steen de onderpanden hebben. Nog een jaarlijkse
pacht van 7 lopen rogge waarvan Meeus
Zuetericks de onderpanden heeft. Nog krijgt
ze een koterrecht op de gemeijnte van Kempen, nog een jaarlijkse pacht van 1 mud rogge uit bezit van Lisbeth Claes
Diercks. Nog een jaarlijkse pacht van een mud rogge uit
bezit van Gijsbrecht Bernaerts,
nog een pacht
van een malder rogge op onderpand van Margriet weduwe van Dirck Emonts Wolfs, nog 13 lopen rogge
op onderpand van de erfgenamen
van Peter van Brogel, verder
het derde deel van een heiveld onder
Lucel, nog het derde deel van een beemd genoemd
e Pinxtelaersbeemd onder Lennesheuvel. Hieruit moet Lisbeth jaarlijks het derde deel betalen
van 14 stuivers en een oude grote. Men zal overpad aen
elkaar verlenen etc. en met
moet omnheinen. Verder zal Lisbeth geen aanspraken kunnen maken op het testament van Heijlwig
dochter van Emont Wolfs behalve wat betreft een bed. Genoemde Meeus Janssen krijgt de helft van een beemd genoemd
de Vlemmincxbeemd, waarvan
Lisbeth en haar kinderen de
andere helft hebben, nog krijgen
ze een tiende voeder hooiland te betalen uit
een beemd genoemd de Rubeemd gelegen in de heerlijkheid Liempde.
Nog krijgt hij een hoefke
genoemd het Hackenhoefke, gelegen aan het einde van de St. Nicolaesacker, nog krijgt hij
een jaarlijkse pacht van een lopen
rogge uit bezit van de erfgenamen van Dirck
Janssen op Ladonck. Nog krijgt hij het derde deel van een akker genoemd
de Verstixakker, belendend
Jan van der Hoeven. Nog het
derde deel van een akker genoemd
de Scaepshuijsakker, gelegen
in het Middelt, waarvan
Lisbet en Elias de andere delen
hebben. Nog krijgt hij een
jaarlijkse pacht van een mud rogge waarvan
Aert de Necker de onderpanden heeft.
Nog de helft van 12 lopen rogge waarvan
Elias de andere helft heeft en wordt betaald door Gerit Smolenaers en
door Michiel Smolenaers. Nog
krijgt hij een half ploegrecht op de gemeijnte van Kempen. Nog krijgt hij het huis, tuin, hofstad etc. gelegen te Boxtel binnen de bruggen, belendend genoemde Elias, de H. Geest van
Den Bosch, de rivier de Dommel. Hieruit
jaarlijks 5 penningen Coels aan de heer
te betalen, nog een halve oude
grote aan het altaar van O.L. Vrouw te Boxtel, nog krijgt hij
een malder rogge te ontvangen
van Jan de Hoesche, nog een rente van een
pond jaarlijks te ontvangen van Jutten van Helmont. Nog krijgt
hij het derde deel van een heiveld
gelegen onder Lucel waarvan Lisbeth en Elias de
andere delen hebben. Nog het derde deel van een beemd genoemd
de Pinxtelaer onder Lennesheuvel. Hieruit moet hij het derde
deel betalen van 14 en en kwart stuiver.
Genoemde Elias krijgt een deel van een
beemd gelegen in Esch genoemd de Postel, zoals Aert
Huben dat gebruikte. Nog krijgt hij
de helft van het weiland waarvan Lisbeth en haar kinderen het andere deel hebben gelegen
achter het Hof van Stapelen. Nog
krijgt hij het derde deel van het *Middelt* (middenstuk) van de
acker genoemd de Versticksacker
gelegen onder Tongeren, nog het derde deel
van de Scaepshuijsacker gelegen
nabij het erf dat van
Marcelis Vissers is. Nog krijgt
hij een jaarlijkse
pacht van een mud rogge waarvan Aeb Beelen te Lennesheuvel de onderpanden heeft. Nog de helft van 12 lopen rogge te
betalen door de erfgenamen
van Gerit Smolenaers en Michiel Smolenaers.
Nog een half ploegrecht op Kempen. Nog het derde deel van een heiveld gelegen
te Lucel waarvan de andere kinderen het andere deel hebben, nog
het derde deel van een beemd genoemd
de Pinxtelaer gelegen onder Lennesheuvel waarvan de andere kinderen een deel
hebben. Nog krijgt hij een
huis, tuin, hofstad etc. gelegeb te Boxtel binnen de bruggen waarin Aert Huben en Geerborg gestorven zijn, belendend genoemde Meeus, Roelof Michiel Smolenaers, de straat daar, de rivier de Dommel. Nog krijgt hij
een oude grote die nu wordt betaald door Aert van Vught.Uit
het huis moet hij 3 chijnshoenderen betalen en aan het altaar van O.L. Vrouw een oude grote.
Verder uit het bezit het derde deel van 14 en een kwart stuiver
chijns en het hooi uit de Postel. Datum als voor, getuigen Engelbrecht van de Berselaer,
Aert van Vught en Wouter van de Loeck. ( 1481)
1481, pag. 265v.
Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Verschenen zijn Daniel die voor hemzelf handelt, verder Aert, Claes en Goijaert broers, Elisabeth met haar voogd voor henzelf en voor hun broer Henrick en nog Jan Damen van Berckt als man van Geertruid, zijnde allen wettige
kinderen van Heijmerick Scepens en hebben een deling gemaakt
van het bezit dat ze van hun vader Daniel (rara, heet hun vader
nu Heijmerick of Daniel?, JT) en hun
moeder Aleijt hebben geerfd. Genoemde Henrik, Aert, Goijaert
en Elisabeth krijgen een
huis, tuin etc., gelegen in
herdgang Aerle, groot ca. 6
lopenzaad, b.p. Dirck Meeus Crommen, de kinderenb van Jan van de Maerselaer,
de straat, een stuk land genoemd de Strepen dat eerder
van Henrick Smeets was. Nog een
stuk beemd genoemd de Oeijendonk [Ooiendonk], groot ca. een bunder gelegen onder Boxtel ter plaatse Liempde, b.p. de kinderen van van der Hulst, de kinderen van de Langeneep, Heijlwich Lucassen, Heijlwich van
Meijensvoort. Nog krijgen ze een stuk beemd gelegen
in herdgang Straten, b.p.
de gemeijnte, de kinderen
van Willem Cuijpers Meeus van der Rijt
(hij is waarcshijnlijk kuiper, JT), Jan Bouwen Bouwmans.
Nog een stuk
beemd gelegen in herdgang Straten, genoemd ´t Maerselaer, rondom in de gemeijnte daar. Nog de helft van een stuk beemd
groot ca. anderhalve bunder genoemd
de Bunder gelegen in het Gunterslaer
herdgang Verrenbest, b.p. de kinderen van Aert van
Best, het erf eerder van heer
Jan van Andel priester, de gemeijnte.
Nog de helft van 3/4e
bunder beemd genoemd de Elsbroek onder Ameijden hier in het Quinckerse Broek, b.p. Joerden Henrik Hoppenbrouwer, de gemeenschappelijke straat, Willem
Goijaert Beckers, meester
Aert van Weijlhuijsen. Nog een stuk land in de Achterste Castaert genoemd de Donk, groot ca. 1 zesterzaad,
b.p. Dirck Hoppenbrouwers,
de straat, de kinderen van
Henrick van Best, Joerden Henrick Hoppenbrouwers.
Nog krijgen ze een stuk beemd
genoemd dat Cleijn Donksken, gelegen in herdgang Straten, b.p. Wouter van Herlaer, de kinderen van Jan Wolfs, de kinderen
van Henrick van best. Nog een
stuk beemd genoemd de Blakenbeemd, waarvan een deel
tot land is gemaakt gelegen
herdgang Straten, b.p. Jan
de Crom, de kinderen van
Henrick van Best, nog 2 stukken
land aan elkaar gelegen, het ene de Grote Hoelt genoemd, het andere de Cleijne Hoelt, b.p. een
perceel genoemd de Ertboer, Willen Goijaert Beckers,
de weduwe en kinderen van
Claes Lijmbeeck (Lijmborg?,
JT), een stuk land genoemd het Haverland, de Blakenbeemd.
Nog krijgen ze de helft van een stuk
land genoemd de Ertboer, b.p. de Grote Hoelt, hun broer Jan en Jan Damen waarvan is afgedeeld, de Blakenbeemd, Wouter Claes Beckers. Nog
krijgen ze de helft van een stuk land genoemd
de Tiendeloze akker, b.p. Gijsbrecht Henrick Hoppenbrouwers,
hun broer Daniel en Jan
Damen, Gerart Jan Stijnen, de straat.
Nog een stuk
land genoemd de Paeijakker,
b.p. Wouter Claes Beckers, de straat,
Willem Wouters, hun broer
Daniel en Jan Damen. Nog een
stuk land groot ca. een
half mudzaad, b.p. de gemeenschappelijke straat, de kinderen van Jan Crommen, Dirck
van de Maerselaer, Jan Gijben
Hoppenbrouwers. Nog krijgen ze een huis, en 2 lopenzaad land gelegen in herdgang Straten, b.p. Daniel en
Jan Damen, Jan de Hoppenbrouwer, de gemeenschappelijke straat. Uit het huis en schuur moeten ze jaarlijks 2 lopen rogge betalen
en 1 mud rogge aan Claes de
Becker, nog 3 lopen rogge aan de H. Geest te Oirschot en 3 hollandse plakken aan het O.L. Vrouwenaltaar in de kapel en het St. Lucia-altaar in
die kapel, nog een halve oude grote als chijns
aan de hertog en 1 obool, nog alle grondchijns uit de genoemde percelen. Nog uit een
stuk land eerder van heer Joerden Ansems,
gelegen in herdgang de
Kerkhof 14 lopen rogge, uit een stuk
beemd genoemd dat Broekelijn nu eigendom van Claes van Lijmborg
(?) 9 lopen rogge, aan Dries Aert Heijen 6 lopen rogge, nog
aan Peter de Raijamaker
2 mud rogge, nog uit de Groortdonksbeemd nu eigendom van Jan Damen van Berckt
2 lopen rogge die Jan verklaart ....... van Henrick de Smijt
...(?), nog 9 lopen rogge aan Henrick Gijben, nog aan
Claes de Becker 6 lopen rogge,
aan Aert Coppens, aan Heijlwich Smollers een mud rogge. Ieder zal zijn
of haar deel hiervan betalen. Daniel en
Jan krijgen samen een huis, tuin etc.,et de schuur die ze later zullen afbreken, met 2 lopenzaad land, gelegen in herdgang Straten, b.p. Peter
Loijen, Joest van Lievendael, de straat,
Aert van Lievendael, het erf waarvan
is afgedeeld. Hieruit zullen ze aan Claes de Becker 1
mud rogge betalen, aan de H. Geest 3 lopen en 7 Hollandse plakken en een halve oude grote als
grondchijns. Nog krijgen ze een stuk beemd groot ca. 4 lopenzaad genoem de Par Hofstad, b.p. Wouter Claes Beckers, de straat,
het erf genoemd de Waerakker,
de andere erfgenamen. Nog krijgen ze de helft van een akker
genoemd de .....akker, b.p. Gielis de Cremer, de genoemde andere kinderen waarvan is afgedeeld, Gerart Jan Stijnen, de
straat. Nog krijgen ze de halve Ertboer, b.p. Ansem Henrick Loijen, het erf waarvan
is afgedeeld, de Blakenbeemd,
het erf van Meeus Jan Eessen
genoemd de Ertboer. Nog krijgen ze de helft van 3/4e bunder genoemd de Elsbroek, b.p. Joerden Henrick Hoppenbrouwers,
de straat, Willem Goijaert Beks, meester Aert van Weijlhuijsen. Nog krijgen ze de helft van anderhalve bunder genoemd de Bunderen gelegen in het Gunterslaer te Verrenbest, b.p. het erf eerder van heer Jan van Andel priester, de kinderen van Aert
van Best, de gemeijnte. Hieruit
zullen ze de grondchijns betalen, aan Heijlwich
Lucas 13 lopen rogge, aan Henrick Mercks te Best 8 lopen rogge, aan Goijaert
van Berckt 4 lopen rogge, nog 1 lopen
rogge aan Willem Bliecks. Datum 12 maart 1481, getuigen Rutger Goessens, Gerart
Mathijssen en Meeus Jan Eessen.
Voetnoot : Jan krijgt 3 en een halve plak.
1482 ,pag. 317v,
Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Lodewijk van Herzel onze mede-schepen en verkoopt nu met een vonnisbrief aan Jan Gijsbrecht
Pauwels van Liempde (=Vlemmincks, JT) het bezit dat was uitgewonnen
en hij had verkregen van
Henrick Jacops van Esch en Henrick op zijn beurt als gemachtigde
voor Henrick van der Heijden had laten uitwinnen. Het
bezit is gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. Jan de Gruijter, Jan van Dormalen,
Jan van Meerwijck. De verkoper
belooft alle lasten van zijn kant af
te handelen. (geen datum en geen getuigen vermeld, JT).
Komen is Henrick zoon wijlen Willem van der Heijden
en staat aan Jan Gijsbrecht
pauwels uit de vorige akte toe dat de 2 verschillende muddes rogge die hij jaarlijks heft uit bepaald bezit
onder Spoordonk, welk bezit eerder eigendom
was van Wouter van der Haestm en nu van deze Jan Gijsbrecht Pauwels (Vlemmincks,
JT) , dat die de rogge binnen de tijd tussen a.s. Maria Lichtmisdag en 8 jaar verder kan aflossen,
tegen betaling van 28
peters voor elk mud rogge, elke
peter gerekend tegen 18 stuivers, mits hij een half jaar
vooraf opzegt. Als hij niet binnen
die 8 jaar aflost dan komt deze brief te vervallen en blijft de pacht permanent. Actum als boven.
1482 Actuarium Crabbense pag. 48, nr. 19 / Stadsarchief ’s-Hertogenbosch Bosch’ Protocol 1481-1482,
fol. 168
Huis van Emonts Lueyts, in
1482 van Anthonis Crabbe (op Zavendonc).
Wilhelmus Filius Arnoldi / Stephanus Edmundi Lueyts nunc Anthonii
Crabbe / Gerardi flii Stephani van den Leemputten / Celenstrepen
1482 Archief Groot Ziekengasthuis
door H.J.M. van Rooij, datum: 2 oktober 1482
Michiel Bolant, Henric
Hermans, Godevaert Peters, Jan van den Ven, Maes Henric, Jan Zeben en Wilhelmus
van Leyelsfoert, schepenen in Lyemde
[Liempde], oorkonden, dat Aert Peters Roeverszoon,
als wettige man van Lysbeth, dochter van Henric Peterszoon van den Pars, aan Eeverardus,
zoon van Everaert Janszoon heeft verkocht een halve heikamp,
gelegen onder de jurisdictie van Lyemd, grenzend
enerzijds aan het erf van Wouter van den Bersellare,
anderzijds aan dat van Anthonys Henric
Boyenzoon en strekkende vanaf de openbare straat tot het erf van de kartuizers
van Vucht.
1482, pag. 329v,
Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Gijsbrecht Pauwels (van Liempde
of soms ook Vlemmincks genoemd, JT) als man van Heijlwig, verder Lambert Jan Aerts als man
van Aleijt, dochters van
Dirck Wilneven en verkopen
met schepenbrief van Oirschot aan
Wouter Thomaes van de Ven hun
2/3e delen die ze hebben in
een pacht van 1 mud rogge, maat Oirschot, welke pacht Gijsbrecht Gijsbrechts van der Dweert eerder had beloofd aan Aleijt dochter
van Jan Wilneven ten behoeve
van Dirck Jan Wilneven, steeds op Maria Lichtmisdag te voldoen op onderpand van een stuk land gelegen
in herdgang Hedel, b.p. de gemeenschappelijke straat, Rutger Zeeben (van Kerkoerle?, JT). Nog op onderpand van een stuk land gelegen in herdgang Hedel, b.p. de erfgenamen van Dirck Seijkens, Jan van Creijelt en meer anderen, Henrick Timmermans.
Nog op onderpand van een stuk beemd
ter zelfder plaatse gelegen, b.p. Henrick van den Toeren (Toerkens, JT), Henrick
van der Rijt, de gemeijnte.
Dat mud rogge hadden ze als echtgenoten van hun vrouwen geerfd
van hun zwager (=schoonvader, JT) Dirck Wilneven. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te
handelen. Datum 4 november 1482, getuigen Vlierden en Haest.
1482,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 56, pag.
1v, d.d. 22 januari 1482
Jan wettige zoon van Goossen van Halle als man van Adriana
wettige dochter van Hubrecht zoon wijlen Hubrecht Laureijns, verder
Elizabeth en Marie, gezusters en wettige kinderen van genoemde Hubrecht met hun voogden, hebben een deling gemaakt van het
bezit afkomstig van hun vader Hubrecht en hun
moeder Margriet Huben. Boxtel. Jan krijgt een
huis, tuin, hofstad etc gelegen in Boxtel ter plaatse
genoemd op t Eghelsvoert waarin zijn vader Hubrecht is gestorven. Nog een beemdje, nog een
weiland daar aan gelegen, nog 9 lopenzaad land, b.p.
Elias Huben, de gemeijnte
van Zelisel. Nog krijgt hij een beemd
aldaar gelegen genoemd de Abroecjk, b.p. Lambrecht Michiel Aerts, Jan Laureijs Huben de jongste, de gemeijnte
van Zelisel, Elias Huben en
meer anderen. Nog een dagmaat beemd genoemd Achter de Berg. Uit dit
erfdeel jaarlijks 4 stuivers en een half plak Bosch geld als chijns aan de heer te betalen en 1 mud rogge aan diegene
die er recht op heeft. Elisabeth en Marie krijg en samen een stuk erf met een
heiveld gelegen op t Egelsvoert genoemd de
Heijhove, b.p. genoemde Jan, de gemeijnte
van Zelisel. Nog een zesterzaad
land gelegen in de parochie van Esch genoemd de Hugenbraeke,
nog een stuk land in de parochie van Esch groot ca. 4 lopenzaad genoemd
de Stapecker. Nog 11 lopenzaad land in de
parochie Esch, b.p. Henrick
Kreijten. Nog een dagmaat beemd in de parochie
van Esch genoemd de Ochell, die gewisseld wordt met
de erfgenamen van Goessen Heijms.
Nog een halve morgen beemd gelegen op Gheen Ooteren bij Den Bosch. Nog krijgen ze een weiland gelegen
in de parochie Boxtel bij de Egelvoert genoemd de Abroeck, nog een weiland genoemd de Heijbuender, gelegen in de parochie van Boxtel tussen Lucel en Nergentnae. Nog 1
mud rog per jaar dat wordt betaald door Jan Colen te Liempde, nog 1 malder rogge dat wordt betaald door de
Brugmanskinderen in de parochie Esch. Uit dit erfdeel jaarlijks 4
stuivers en een halve plak Bosch geld te betalen als chijns
aan de heer. Nog een chijns die wordt betaald
uit de Butenakker te Esch, nog de 2 delen van 1
malder rogge in Den Bosch te betalen. Nog de
verplichting een tuin te houden voor de erven die erin gelegen zijn.
(afrasteren?). Datum 22 januari, getuigen Wouter van den Loeck
en Aert van Vucht.
1482,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 56, pag.
16v, d.d. 4 juli 1482
106 Meeus Zuetericks belooft aan Marcelis vanwege de kapel
te Liempde die per a.s. Maria Lichtmisdag 8
peters min 4 stuivers te betalen. Datum 4 juli, getuigen Engelbert van de Berselaer, Jan de Momber en Jan Laureijs Huben.
1482, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 56, pag.
9v, d.d. 17 april 1482
61 Meeus Willem Zuetericke verkoopt aan
Willem Hoerkens te Kesteren (Casteren, JT) een kapitaal van 10 peters met de rente, welk
kapitaal Jan Jan Pauwels in een schepenbrief van
Boxtel aan Meeus had beloofd. Datum 17 april, getuigen Engelbrecht van de Berselaer en Jan de Momber.
1483, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 56, pag.
39r, d.d. 3 april 1483
261 Godevaert Henricks van Strijpe als man van Margriet wettige dochter van Henrick Hermans verkoopt met alle brieven ervan aan
Lambrecht Aerts anderhalve bunder broekland gelegen in de parochie van Boxtel,
ter plaatse genoemd Vellaer,
b.p. de kinderen van wijlen Jan Beeckmans, Engbrecht van Ertbruggen. (geen
datum en geen getuigen vermeld, JT)
1483, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: februari 27.
Johannes Kanapert Johanss.
en Bernardus Janssoen de Overmeer,
schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Petrus, zoon van wijlen Johannes
de Herenthom, en zijn vrouw Mechteld,
dochter van wijlen Johannes de Zonne, hebben opgedragen aan Martinus de Elmpt, de erfpacht van 11,5 mud rogge, welke deze beloofd
had te zullen betalen zolang zij leven uit een huis c.a. en een stuk bouwland
te Liemde [Liempde] in Vrilichoven [Vrilkhoven]
1483, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: maart 27.
Johannes Kanapert en Bernardus Janssoen
de Overmeer, schepenen van 's-Hertogenbosch,
verklaren dat Petrus, zoon van wijlen Johannes de Herenthom,
man van Mechteld, dochter van wijlen Johannes de
Zonne, heeft opgedragen aan Martinus de Elmpt, al
zijn recht op een erfpacht van 1 mud rogge (gaande uit 8 lopense
land geheten die Brake [Braak,
Liempde]), welke erfpacht Martinus beloofd had te betalen zolang zij leven en
na hun dood aan Petrus, door Petrus de Herenthom
gewonnen bij Elisabeth, alsmede aan Nycolaus Reynerssoen
1483,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 56, pag.
30r, d.d. mei 1483
198 Aert Jan Claessen met zijn vrouw Lisbeth
dochter wijlen Marten Sleuwen, verder Goijaert Aert Goijaerts verkopen
samen aan Bartholomeus Simon Schortels 2 lopenzaad
land gelegen te Boxtel binnen de bruggen achter het huis, tuin, hofstad etc.
dat eerder eigendom was van Jan Mertens Sleuwen
wettige broer van genoemde Lisbeth, af te meten aan
het achterste einde van het erf, b.p. de straat die
naar Liempde loopt, dat Enge Water
daar, de verkoper zelf, de erfgenamen van Willem Sceijmakers.
De verkopers beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten van hun kant af
te handelen. Conditie is dat alle oude schepenbrieven die Meeus van het erf
heeft, dat die altijd op verzoek zullen worden teruggegeven.
1483, pag. 356r, Oirschot vrijwillige rechtspraak,
regesten door Jan Toirkens
Komen zijn
Joerdaen zoon wijlen Goijaert
Delien en Gielis Laureijs van Hulsel als man van Kartarina dochter van genoemde Goijaert Delien door deze Goijaert verwekt
in wettig huwelijk met Ida dochter van Joerden Jonkers en hebben een deling
gemaakt van het bezit dat ze na de dood
van hun ouders hebben geerfd. Joerden krijgt een huis, tuin etc., genoemd dat Groenland
en het Heiligland, samen 6 lopenzaad gelegen in herdgang de Notel, b.p. een waterloop
daar genoemd de Lerpt, Daniel de Metsere, Jan van
Aerle als zwager van Dirck Neven, de gemeenschappelijke
straat. Hieruit
jaarlijks 1 mud rogge te betalen aan de erfgenamen van Korstiaen Peters van de
Venne. Nog krijgt hij een rente van 2 rijnsguldens te Brussel te ontvangen, nog
7 lopen rogge maat van Oirschot in Straten te ontvangen van Peter de Raijmaker
volgens de brieven. Hieruit zal hij jaarlijks aan zijn zuster joffrouw
Henrick te Rothem een pacht betalen van 16 lopen rogge en aan zijn zuster
Geertruid in Marienwater 1 oude grote per jaar, zolang ze beiden leven en niet
langer. ( joffrouw
Henrick zit in het klooster in Rothem
zie 362-v haar zus komt er niet
al te best af met die een oude grote,
JT) Genoemde Gielis krijgt een stuk
weiveld genoemd de Moest, gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. heer Willem van Geldrop, Merten Steemetsers, Jan Goijaerts, Jan
Wilden. Nog krijgt hij een stuk
beemd genoemd dat Heechbroek, b.p. Adriaen van den Doeren, Lisbeth Sbrouwers,
Lich van Hersel. Uit de beemd
jaarlijks een halve oude groet als
grondchijns te betalen aan de hertog, nog een
mud rogge maat van Oirschot
aan Willem Dolks te Best, nog 12 en een halve stuivers per jaar te Liempde, nog 12 gulden aan Aert de Nagelmaker te Straten, nog anderhalf mud rogge aan Henrick Beerskens op ´t Dunne, nog een half mud rogge aan Jan Knoep te
Boterwijk hier. Ieder van hen zal de lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat het erfdeel van de andere daarvoor is gevrijwaard. Als er meer onvermelde lasten op enig bezit drukken zullen
ze die samen betalen. Datum
30 mei 1483, getuiugen Lieveld en Jan Oemen.
1483, pag. 364r,
Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Baudewijn Jan Pauwels van Liempde
als man van …. (niet ingevulde naam, JT) dochter van Goessen Thomaes van Oudenhoven en
verkoopt met schepenbrief
van Oirschot aan zijn zwager Goijaert zoon Goossen van
Oudenhoven een stuk beemd genoemde de Goessen, gelegen onder Ameijden hier, b.p. Aert Bernts, de kinderen van der Bocht, de gemeijnte,
volgens de schepenbrief. De
verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te
handelen, behalve 14 lopen rogge, maat
van Oirschot aan Claes Thomassen. Datum 30 september 1483, getuigen Dormalen, Dormalen en Ansems.
1484 BOSCH’ PROTOCOL BP 1253 fol. 256, 5 april / door
Jan Toirkens
Heilwich, weduwe van Jan van Meyelsvoert, en Henrick Jan Tyelmans, beloven aan Gijsbert en joffrouw
Willem (van Erpe) een pacht van 4 mud en 4 lopen rog, te betalen Lichtmis en te
leveren in Den Bosch, uit 1 buunder beemd "Wijchmansbroeck"(van Heilwich)
in Lyemde;
en uit huis (van Henrick) in Lyemde.
De belovers kunnen binnen 16 jaar die pacht lossen met 40 Peters per mud). Ze
mogen die pacht ook betalen half in rog, half in geld, nl 2 peter per mud.
1484 BOSCH’ PROTOCOL BP 1253 fol. 256v, 5 april / door
Jan Toirkens
Henrick Jan Tyelmans
belooft aan Heilwich, weduwe van Jan van Meyelsvoert een pacht van 8 mud rog en een cijns van 8
Peters te betalen op Lichtmis en te leveren in Bucstel
binnen de bruggen uit een huis in Lyemde en uit een
beemd in Wijmansbroeck aldaar. (Henrick
kan die pacht en cijns lossen met 40 Peter per 1 mud en per 2 Peter)
1484, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 56, pag.
51r, d.d. 9 april 1484
349 Aleijt weduwe van Elias van Lucel
heeft zich beklaagd over een pacht van 1 mud rogge die twee jaar onbetaald is
gebleven, maat van Oirschot, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag,
welke pacht Dirck Gerits
van Vucht eerder had beloofd aan wijlen Jan Vos zijnde de oom van genoemde Aleijt, op onderpand van een huis, tuin, hofstad etc.
gelegen in de parochie van Boxtel ter plaatse Onrode
genoemd aan de Hoechstrate daar, b.p.
Elias van Lucel en zijn kinderen, Henrick
Coppens. Nog op onderpand van 3 stukken land, het ene stuk gelegen in de zelfde
parochie te Casteren, b.p. Peter Gheenkens, Bouwen Josepfs. Het andere stuk is gelegen te Onrode
in de Brake, b.p. Marcelis Oven (?), de verkoper zelf. Het derde stuk genoemd
de Bocum aldaar gelegen b.p.
Peter Conen, Jan van Vucht, Elias van Lucel en zijn kinderen. Nog op onderpand van de helft van
een beemd gelegen in de zelfde parochie in de Bucum, b.p. Jan van Vucht, Matten Geritsdochter. Nog beklaagt Aleijt zich over een pacht van een half mud rogge, te
betalen op Maria Lichtmisdag te Boxtel binnen de
bruggen, welke pacht Willem wettige zoon van Aelbrecht
Smeets had verkocht aan Lisbeth wettige dochter van
Elias van Lucel, op onderpand van 2 stukken land
gelegen in genoemde parochie te Onrode aan de Hoechstrate. Het ene stuk b.p.
Marcelis Willems Wandellaers,
het erf van de verkoper. Het andere stuk land is ook daar gelegen, b.p. Henrick Coppens, Marie de
vrouw van Daniel van den Wegescheijde en haar
kinderen. De koop is gegund aan Aert van Vucht onze medeschepen voor de grondchijns die erop drukt, de pachten van anderhalf mud
rogge en nog voor 2 pond per jaar aan de priesters te Boxtel. Datum 9 april
1484. (attentie jaartal, JT)
1484, pag. 43v, Boxtel
vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Jan wettige zoon van wijlen Willem Hanen verkoopt aan zijn zwager
Jan Willems die het 1/3e deel van een huis, tuin, hofstad gelegen te Lennishovel, b.p. Dirck Wouters, de gemeenschappelijke straat. De
verkoper belooft de verkoop gestand te doen behalve 1/3e van een pond en
het 1/3e deel van de chijns aan de heer van
Boxtel. Genoemde Jan Willems als man van Heijlwig
wettige dochter van Willem Hanen verkoopt aan Jan en aan Dirck, broers en wettige kinderen van Willem Hanen
het 1/3e deel uit een jaarlijkse pacht van 1 mud rogge dat wordt betaald
door Lambrecht Jans van den Acker die in Liemde
[Liempde] woont volgens de brief ervan. De verkoper belooft de verkoop
gestand te doen en alle lasten van zijn kant af te handelen. Genoemde Jan
Willems Hanen belooft dat hij zijn deel van het mud rogge dat aan hem en zijn
broer is gevest (=verkocht) niet zal verkopen dan alleen met toestemming van
zijn neef Emont Dirck
Janssen. Als Emont komt te overlijden zal men iemand
anders als naaste bloedverwant kiezen voor het toezicht daarop. Datum 2 maart,
getuigen Engbrecht van de Berselaer
en Wouter van den Loeck.
1484, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv.
nr. 56, pag. 44r, d.d. 1484
293 Genoemde Jan Willems als man van Heijlwig wettige
dochter van Willem Hanen verkoopt aan Jan en aan Dirck,
broers en wettige kinderen van Willem Hanen het 1/3e deel uit een jaarlijkse
pacht van 1 mud rogge dat wordt betaald door Lambrecht Jans van den Acker die
in Liemde woont volgens de brief ervan. De verkoper
belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten van zijn kant af te handelen.
1484, / BOSCH’ PROTOCOL BP 1234, fol. 188, / door dr. Geertrui
van Syngel
Jan van Mulsen, zoon van wijlen Gerard van Mulsen, heeft een erfpacht van twee mud rogge, Bossche
maat, te voldoen uit een weiland genaamd Den Roesbeempt
[Roesbeemd] binnen de parochie van Boxtel op de plaats genaamd Vrillichoven [Vrillikhoven,
Liempde], tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Martinus Aven[j]oens enerzijds en het
erfgoed van Jan Gulten en de andere buren daar
anderzijds, alsmede uit een weiland genaamd Die Hodonck
[Hodonk], groot twee bunder, in eerder genoemde
parochie en plaats [Vrilkhoven], gelegen tussen het
erfgoed van de erfgenamen van Martinus Aven[j]oens enerzijds en het erfgoed van Willem Zuetrix anderzijds, alsmede uit een stuk weiland
genaamd Beeckmansbuenre [Beekmansbunder],
gelegen in de genoemde parochie op de plaats genaamd Craendonc
[Kraandonk] tussen het erfgoed genaamd Vellaer
[Velder], dat tot de heer Boxtel behoort enerzijds en tussen het erfgoed
van Gerard Balyaert anderzijds, welke pacht de
voornoemde Jan van Mulsen gekocht had van Jan, zoon
van wijlen Paul Jacopszoon, , heeft hij (= Jan van Mulsen) erfelijk overgedragen aan de stadssecretaris ten
behoeve van Wolter van den Loeck, zoon van wijlen
Petrus.
1484 434v, Oirschot vrijwillige
rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen zijn Goijaert, Jan, Dirck en
Bartholomeus, broers en kinderen van Henrick Jan Aleijten (van Tulden, JT)
verwekt bij Katarina dochter van wijlen Goijaert Michiels (Beldekens, soms van
de Velde, JT), waarbij Jan nog handelt voor zijn broer Aert en verkopen nu met
schepenbrief aan Peter Janssen van der Bruggen die een huis, tuin etc., met
eeuwsel en beemdjes, gelegen in de Vloetstraat hier (Verrenbest, JT), b.p.de
Vloetstraat, Claes Thomaessen en zijn kinderen, Jan Henrick Vervloeten, het erf
van de hoeve van Gunterstaler eerder eigendom van Willem Dicbier. Nog verkopen
ze hem 3 stukken land en 2 beemden aan elkaar gelegen, ter zelfder plaatse als
hiervoor, genoemd dat Grimme, b.p. het erf van de hoeve van Gunterslaer
eigendom van Willem Dicbier met zijn kinderen, het erf van Beertken van de
Spijker dat eerder van Goijaert Eckerman was, Meeus Maercolfs. Nog verkopen ze een stukje land genoemd de Gijsenakker, b.p. Mechteld van Gewanden, Jan Speecks. De koper moet hieruit jjaarlijks
de grondchijns betalen en 1
mud rogge aan de erfgenamen van Jacop van Hal in Den Bosch te leveren, nog
4 lopen rogge in Liempde
aan
Mech…. Zeben of aan diegene die er recht op hebben, nog 4 mud rogge aan…. Henrick Aleijten, verder nog voor een jaarlijkse
pacht van 10 mud en 10 lopen
rogge aan genoemde Goijaert, Jan, Dirck,
Bartholomeus en Aert, steeds op Maria Lichtmisdag.
Datum op St. Nicolaasdag 1484, getuigen
alle schepenen. Voetnoot : Geef de brief aan de kinderen van Henrick Rutger Belaerts.
1484 RHCe
15240 Schepenbank Helmond, 1396-1810, inv.
nr. 3798, akte 498 d.d. 9 mei 1484
Diryck Henric Smeets soen heeft overgegeven Jan zn. v. Diryck
Snoecx 11 peters als den selven
Diryck voirtijts
overgegeven sijn van Henric
van Liemd
ende den selven Henric geloeft sijn van Henric Jan Claus soen
schepenbrief van Aerle Hospitis - schepen Jan Spaen -
schepen 9 mei 1484, 1481/1483
1485 BOSCH’ PROTOCOL BP 1254 fol. 336, 17 augustus /
door Jan Toirkens
Jan van Deventheren en zijn zonen Jan, Willem en Gerit, en Wouter
van Stael, man van Elisabeth Jan van Deventheren, en Henrick Goyarts Dicbier, man van Sophie
Jan van Deventher, hadden vroeger in erfpacht gegeven
aan Reyner Janss van Vijnckenschoet 't goed ten Acker in Lyemde (behalve de cijnzen en
cijnshoenderen en 1 zester raapzaad daaruit en
behalve 10 buunder min een dagmaat land in Eylde) om 16 mud rog en 2 zesteren
raapzaad op Lichtmis en 20 steen vlas tot hekelen bereid op Allerheiligen en
met deze voorwaarde Reyner
moet elk jaar in het land in Eylde graven 15 boemeroeden bleckelinck zolang er
turf is in dat veld, en die turven moeten een hamervoet dik zijn, hij moet ze
drogen en in Den Bosch leveren in het woonhuis van Jan van Deventheren
Als 't veld uitgegraven is, is Reyner
ook vrij van de verplichting om turf te graven, te drogen en te leveren. Jan Goyart Scilder, ook namens zijn
moeder joffrouw Heilwich,
weduwe van Goyart Willem Gijsbert vanden Pettelair, Goyart van Lancvelt natuurlijke zoon van Lennis
van Lancvelt, namens zijn vader, Henrick
Scilder natuurlijke zoon wijlen Willem Scilder, Goyart van Lancvelt voornoemd man van Lerya,
natuurlijke dochter van wijlen Willem Scilder en Henrick Yewaars, man van Luytgart natuurlijke dochter van wijlen Willem Scilder, dragen op aan de Kartuizers van Vucht die
voorwaarde over het het turf graven, drogen en
leveren.
1485, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 56, pag.
57r, d.d. 1485
395 Gerit, Elias en Joest, broers en verder Henrick Goedschalk Kreijten als
wettige man van Mechteld, alle wettige kinderen van
Aert Neckers, hebben een boedeldeling gemaakt inzake het bezit van hun vader
Aert en diens vrouw Lisbeth wettige dochter van Elias
van Lucel, zijnde hun moeder. - Genoemde Gerit krijgt
een stuk land genoemd de Berge, gelegen aan de molen te Casteren. Nog een stuk land aldaar genoemd de Casterschen Acker. Nog krijgt hij een zesterzaad
land genoemd de Hofstad gelegen te Onroije. Nog een
beemd genoemd de Brugbeemd gelegen bij de Assche. Nog
een malder rogge met alle brieven ervan die nu wordt
betaald door Reijner in Hermalen te Schijndel. Nog 2
erfponden die worden betaald door Jan Wouters te Schijndel. Uit dit erfdeel
alle chijnsen etc. te betalen die erop drukken. -
Genoemde Elias krijgt een weiland genoemd de Scenckelsbuender
gelegen in de gemeijnte van Elle. Nog een beemd
gelegen te Casteren genoemd ´t Cleijn Beemdken. Nog krijgt hij
een akker te Onroij genoemd de Spapenacker.
Nog een akker genoemd de Elsbroeckschen Acker gelegen
in het Elsbroeck. Hieruit alle chijnsen
te betalen die erop drukken. - Joost krijgt een weiland gelegen te Elle genoemd
den Achtersten Camp. Nog een stuk land genoemd de Quade Brake
gelegen te Onroije. Nog een stuk land genoemd ´t Hooch Munsel gelegen te Munsel. Nog een stuk land genoemd de Strepe
met de houtopstand te Onroije. Nog krijgt hij een malder rogge maat van Peelland, met alle brieven ervan die
nu wordt betaald door Jan Lubben te Roije. Hieruit
jaarlijks 2 pond was te betalen aan de heer van Boxtel en de grondchijns. - Henrick krijgt een
huis, tuin, hofstad met een akker genoemd de Smolenaersacker
waarin hun vader Aert is gestorven. Nog een weiland genoemd de Bocum gelegen te Onroij. Nog een malder rog per jaar met alle brieven ervan dat nu wordt
betaald door de erfgenamen van Peter Beeckmans. Hieruit jaarlijks de chijns aan de heer te betalen en 2 malder
rogge aan diegene die er recht op hebben.
1485 BOSCH’ PROTOCOL BP 1254 fol. 336v, 17 augustus /
door Jan Toirkens
Broeder Tyman Croeck, prior der
Kartuizers te Vucht, belooft aan Heilwich, moeder van
Jan Scilder gedurende 29 jaar 2 Peter te betalen op
Lichtmis, evenveel aan Willem vande Pettelair, evenveel aan Goyart
van Lancvelt ten behoeve van zijn vader Leunis; en
evenveel aan Henrick Scilder,
Goyart van Lancvelt en Henrick Ylivaens samen wegens de
overgave van die turfplicht uit dat land, dat nu van de Kartuizers is.
1485, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: juni 10.
Michgiel Bolant, Gerart Peters, Jan van den Ven, Willem van Meyensvoert, Maes Henricksz, Jan Zebrechtszt van Collenberch en
Jan Lucas, schepenen van Liemde [Liempde],
verklaren dat Lysbet Aelbrechtsdochter
verkocht heeft aan Marten van Helmont, het achtste
deel van een beemd, geheten die Ruynen [Runne], gelegen aan de molen te Ansel
[Antsel], tussen Lambrecht Dirck
Roetartsz en die Voerbeempt
[Voorbeemd], strekkende van Jan Zebrechts van Collenberch tot aan Arnt van den
Pas
1486, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: februari 5.
Michgiel Bolant, Gerart Peters, Willem van Meyensvoert,
Maes Henricksz, Jan Zebrechtszt
van Collenberch en Jan Lucas, schepenen van Liemde, verklaren dat Lysbeth,
weduwe van Thomas Jan Pauwelsz. met Jan jan Pauwelsz. haar momber,
verkocht heeft aan Marten van helmont, een stuk land
gelegen onder de dingbank van Liemde [Liempde]
aan Vrilichoven [Vrilkhoven],
tussen Willem van Huls en Ariaen Pauwels van Akeren, strekkende aan Ghysbrecht
Willemsz.
1486, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS door W.A. Fasel datum: maart 21. Michgiel Bolant, Jan van den Ven, Gerart
Peters, Jan van den Ven, Willem van Meyensvoert, Maes
Henricksz, Jan Zebrechtszt
van Collenberch en Jan Lucas, schepenen van Liemde, verklaren dat Marten van Helmont
gerechtelijk verwonnen heeft zeker stuk land te Liemde
[Liempde] tussen Ghysbrecht Willemsz. en Ghysbrecht Jan Meeuws, strekkende aan Ghysbrecht
Jan Meeuws voorn., wegens een erfpacht van 1 molder rogge
1487, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van
Rooij, pag. 173 nr. 134. Datum: 07-06-1487
Schepenbrief, mentionerende van twee mud ende vier
lopen rogghe, Bossche mate, uijt
huys, erfve, hof in de prochie van Boxtel onder de Dingbank van Liempde, begynnende: Johannes en Wilhelmus broers ende eyndende.
1487, / BOSCH’ PROTOCOL BP 1256 fol. 100v / door dr.
Geertrui van Syngel
Heer Hendrik van Ranst, tijdelijk heer van Boxtel en van Kessel heeft erfelijk
verkocht aan de stadssecretaris van Den Bosch ten behoeve van meester
Marcus van [H]am die in de Raad van Brabant zit, een
erfcijns van veertig Rijnse gulden, die betaald moet worden uit twee huizen,
erven en tuinen in de Postelstraat te Den Bosch tussen het erf van
Martinus van xx en het erfgoed van Lambert Millinc
bij de Dieze, en uit een zeker erfgoed of bos genaamd
Veller [Velder, Liempde] gelegen in de
parochie van Boxtel, met de daarin gelegen woningen en alle rechten en alle aangehorigheden die daarbij horen.
1487, BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303)
1465-1641 (1653) door dr. Jan Sanders, datum: 1487-02-26
Notaris Jacobus de Fine oorkondt dat priester Willelmus Hals en zijn broer Herbertus,
Bosschenaren, een schenking onder de levenden gedaan hebben aan broeder Tymannus Croeck, prior van de
kartuizers in Vught, ten behoeve van het onderhoud van 1 monnik in dat
klooster, bestaande uit: 8 pond erfcijns uit een huis met toebehoren in Oss in
Die Cortvaert; 5 pond erfcijns uit een huis met
toebehoren daar; 8 pond uit een huis met toebehoren in de Vughterstraat
in 's-Hertogenbosch tussen de twee poorten; 1 mud rogge erfpacht uit een hoeve,
vroeger van Johannes van den Velde, in Liempde onder Boxtel; 5 pond erfcijns
uit een huis en erf in de Ridderstraat in 's-Hertogenbosch; 6 pond erfcijns uit
een huis met toebehoren daar in Oudenhuls; 3 stukjes land buiten
's-Hertogenbosch bij Die Rundmoelen, jaarlijks 6 rijnsgulden en 4 stuiver
opleverend; 10 schelling groten Tournoois erfcijns
uit een huis en hofstad van Lemkinus van der Rijt in
Vught en uit 2 stukjes land van hem, geheten Die Schiltberch
en Die Ganspoell; 10 pond erfcijns uit een kamp land
geheten Thonis Hoeveken in
Schijndel; 1 mud rogge erfpacht van 5 mud uit 13 stukjes land in Schijndel; 3
pond erfcijns van 5 pond uit 1 zesterzaad land in
Schijndel. Gedaan in het woonhuis van Willelmus en
Hubertus in de Peperstraat in 's-Hertogenbosch.
1487, pag. 663, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door
Jan Toirkens
Dirck Aert Seijkens
belooft aan Aert
Heijmericks die voortaan een
rente van een rijnsgulden te betalen, elke gulden van 20 stuivers, steeds op St. Gielisdag
op onderpand van een stuk beemd genoemd
de Mortel gelegen onder Ameijden hier, b.p. Dirck Dirck Hoppenbrouwers, Boudewijn Pauwels van Liempde, Gijb
Dircks. De schuldenaar belooft
het onderpand in goede staat te houden
voor de betaling van de rente.
Datum op St. Jansdag 1487, getuigen
Mathijs en Dirck.De rente uit de vorige akte is aflosbaar
tegen betaling van 15 rijnsguldens. (geen datum en geen getuigen vermeld, JT)
1487, pag. 89v, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door
Jan Toirkens
Komen zijn
Henrick en Goijaert kinderen
van wijlen Willem Aelbrechts
van Gheenen en hebben een boedeldeling gemaakt. Genoemde Henrik krijgt een huis, tuin etc. met 3 lopenzaad land, gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. de gemeenschappelijke straat,
Henrick van Gheelst, Dirck van Beerwinkel.
Nog krijgt hij een stuk
land genoemd ´t Sonderen
groot ca. 16 lopenzaad gelegen
in herdgang Verrenbest, b.p. Goijaert Dielis Janssen, Jan
Beertkens, de gemeenschappelijke
straat. Nog krijgt hij een
stuk land genoemd ´t Blaeck Sonderen, groot ca. 4 lopenzaad, b.p. Jan Beertkens, Jacop van Dormalen, de
gemeenschappelijke straat,
Pauwels Henrick Pauwels. Nog krigt
hij een stuk
land genoemd de Hosstadt, gelegen in herdgang Verrenbest bij de St. Odulphuskapel, b.p. de gemeenschappelijke straat, de kinderen van Jan Peter Haecks. Nog een stuk
land gelegen in herdgang Verrenbest genoemd de Broekakker, b.p. Jacop Willem Keijmps, de gemeenschappelijke kerkpad, Hap Goijaert Jacops. Nog krijgt hij
een beemd genoemd de Blakenbeemd gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. de gemeenschappelijke kerkpad,
Mathijs Janssen, Bertken Sbruijnen,
Pauwels Henrick Pauwels. Nog krijgt
hij een stuk
beemd groot een halve
bunder genoemd dat Cleijn Beemdeken, b.p. Dirck van Aerle, Luppen van Berse, de gemeenchappelijke
straat, Jan Everaerts. Nog krijgt hij
een stuk beemd genoemd de Oijendonk [Ooiendonk] gelegen in de gemeente Boxtel onder
Liempde, b.p. de kinderen
van Heijlken Back, de kinderen
van Met Seben, Henrick Huijben. Nog krijgt hij een stuk beemnd genoemd de Boender gelegen
onder Liemde bij het Veller, b.p. Henrick van de Maerselaer, Dielis Janssen, de
kinderen van Aleijt Mertens. Uit dit erfdeel de pachten en chijnsen te betalen die er op drukken, nog 28 lopen rogge die ze samen aan hun
broer Willem hebben beloofd in een schepenbrief van Oirschot. Genoemde
Goijaert krijgt een huis etc., gelegen in herdgang Naastenbest, b.p. Jan Daniels, de kinderen van
Wouter Keester, Michiel Metsers, de straat. Nog krijgt
hij 3 lopenzaad land genoemd het Loo, b.p. de straat, Wouter Coelen (?), Nog een stuk
beemd genoemd de Melcrothstege, b.p. Adriaen Smollers, verder rondom aan de de
straat. Nog een stuk beemd
genoemd de Noeijtenbeemd, b.p. Adriaen Smollers, Henrick
van Best, de straat. Hieruit 4 philipsdenarii te betalen als
grondchijns. Ieder zal de lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat de
erfdelen van de anderen daarvoor gevrijwaard blijven. Datum 6 juli 1488,
getuigen Claes Maes en Aert Vos.
1487 BOSCH’ PROTOCOL BP 1256 fol. 23 / door Jan
Toirkens
Lyemde,
beemd "Wijchmansbroeck"
neven 't stroompje "Ryoel".
1487 BOSCH’ PROTOCOL BP 1256 fol. 96 / door Jan
Toirkens
Lyemde, veld
"Pranghe"
1487 BOSCH’ PROTOCOL BP 1256 fol. 224 / door Jan
Toirkens
Lyemde,
aen die Collenberch
1487 BOSCH’ PROTOCOL BP 1256 fol. 494 / door Jan
Toirkens
Lyemde, "die hoeve tot
Wedehamel"
1487 Bosch’ Protocol 1486-1487, fol. 374v
Jan Henrix van Arkel en Aelbert
en Jacob zonen van w. Evert van Arkel dragen op aan Gerit Aerts die Necker een
hoeve in Casteren op Zavendonk
(van w. Henrick van Arkel)
1488, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: april 19. Gerart
van Eyck en Johan Pynappel, schepenen van
's-Hertogenbosch, verklaren dat Barbara Henric Hesselssoendochter heeft opgedragen aan Marten van Elmpt, het vierdepart van een
beemd, geheten die Rune [Runne], gelegen te Lyempde [Liempde] in de Voerbeemd [Voorbeemd] bij
de molen van Ansel [Antsel],
tussen Lambert Theodoricus Roetartssoen
en de Voerbeemd, strekkende van Johan Zeberts van Collenberch tot aan Arnt van den Parre en meer anderen
1488,
Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis"
te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, pag. 174 nr. 137. Datum: 27-09-1488
Schepen Boschbrief, mentionerende van twee mud ende
vier loepen rogghe, Bossche maat, uyt
huys erfve, hof inde prochie van Boxtel onder de Dinghbank
van Liempde, begynnende: Lambertus, Johannes,
Wilhelmus, Henricus et Arnoldus ende eyndende.
1488 BOSCH’ PROTOCOL BP 1257 fol. 351 / door Jan
Toirkens
Lyemde, beemd "Beecklaeck"
Herzelaer, aan de Dommel.
Lyemde, Audschelbeemde
1488 BOSCH’ PROTOCOL BP 1257 fol. 394v / door Jan
Toirkens
Lympde, beemd "die Runne" bij de molen van Ansel
(nu Meulekensweg) naast die Voertbeempt
1488 BOSCH’ PROTOCOL BP 1258 fol. 38 / door Jan
Toirkens
Willem Engbertss vanden Bersselaer en Elyas Janss vanden Laerscoet, dekens en provisoren van 't Barbara-gulde in de
kerk van Bucstel, geven een pacht uit in Lyemde, aan Yda weduwe van (moeilijk
leesbaar op foto, in vouw papier.??.Aert Gerits??)
1489, BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303)
1465-1641 (1653) door dr. Jan Sanders, datum: 1489-04-09
Judocus die Necker heeft erkend voor schepenen
van 's-Hertogenbosch aan meester Godefridus de
Dommelen ten behoeve van het kartuizerklooster bij 's-Hertogenbosch dat hij
bepaalde lasten zal betalen uit een hoeve geheten Den Leemputt
[Leemputten] in Liempde onder Boxtel en vooral uit een kamp land van 1 bunder
in Sint-Oedenrode int Florijssen, vandaag verkocht
aan meester Godefridus ten behoeve van het klooster.
1489
BHIC 2131 Clarissen Megen, regest 42 d.d. 31 juli 1489
Schepenen van Boxtel oorkonden dat
Peter en Jan, broers, wettige kinderen van Peter van Broegel,
een schepenoorkonde van Boxtel d.d. 19 oktober 1446 verkocht hebben aan Hendrik
Peterszn. van Liempde, waarin staat dat
Katrien, wettige dochter van Jan Cattelaer, aan Peter
van Broegel, wettige zoon van Peter van Broegel, het stuk land ‘Scuerwisbraect’
met meer percelen van erfgenamen in de parochie van Boxtel heeft verkocht, maar
dat Hendrik geen van de percelen mag gebruiken voor zijn eigen erfgenamen,
behalve dit stuk en een stuk land aan de Mijlstraat. Ter meerdere zekerheid
heeft Jan de Momboir Lucaszn.
afstand gedaan van zijn recht op die twee percelen en beloofd dit eeuwig zo te
houden, behalve dat de koper de erfpacht van zes lopen rogge zal voldoen.
1490 BOSCH’ PROTOCOL BP 1259 fol. 131, 20 maart / door
Jan Toirkens
Gerit Willem Scordeels en heer Wouter Henrick
Wouters, priester, voogden van Dirck, onmondige zoon
van Wouter Willem Scordels en Barbara Dirck Wouters hebben opgedragen aan Jan, natuurlijke zoon
van Jan Coppen huis, erf en hof "den Engel"
(dat vroeger was van Gerit Florens (=van der Aa, JT),
daarna van Jacob Pauwels vervolgens van Peter Wouters vanden Loeck, die het opgedragen had aan Wouter Scardeels) in Bucstel binnen
bruggen tegenover Lijnde tussen Henrick van Lyemde en Wouter Janss
die Cremer. Jan, wettige zoon van Jan Coppen behoudt
de huur.
1491
BOSCH’ PROTOCOL BP 1260 fol. 210v / door Jan Toirkens
Lyemde, Audselsche beemde
1491
BOSCH’ PROTOCOL BP 1260 fol. 286v, 14 juni / door Jan Toirkens
Elisabeth Jan
Henrix die Wijze, begijn in 't Klein Begijnhof in Den
Bosch, heeft opgedragen aan Willem Willem van Ammichoven, man van Adriaen, natuurlijke dochter van Jan
van Ranst van Bucstel, een pacht van 1 mud rog Bucstelse maat op Lichtmis (te aanvaarden na de dood van
Elisabeth) uit ¼ deel van 2 buunder broek in Wijchmansbroeck
in Lyemde
bij den Ryoel; (Jan Hendrix die Wijze had die pacht
verkregen van Peter Willem Peters van Herenthom) (na
de dood van Elisabeth, Willem en Adriaen komt die pacht aan de kinderen van
Willem en Adriaen); alsmede land aen die Hoechvonderen en een pacht van 1 mud rog op Lichtmis
Bossche maat uit erven in Uden.
1491,
Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis"
te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, pag. 176 nr. 143. Datum: 23-06-1491
Schepen Boschbrief, mentionerende van twee mud ende
vier loepen rogghe, Bossche maat, uyt
huys erfve, hof inde prochie van Boxtel onder de Dinghbank
van Liempde, begynnende: Alzoe Jan ende Willem, gebruederen
ende eyndende: Gegeven opten
drye ende twentichsten dach der maent van Junio int Jaer ons Heeren duysent vierhondert een ende tnegentich.
1491,
Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis"
te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, pag. 176 nr. 144. Datum: 14-10-1491
Schepenenbrief, wesenden constitutie ende tytel van vercrych van een mudde rogghe, begynnende:
Gerardus zoon van wijlen Arnoldus ende eyndende:
[Pacht was gevestigd op onderpanden te Kasteren, Liempde]
1492, BHIC 5004 MANNENGASTHUIS
door W.A. Fasel datum: mei 19.
Godefridus Grotart de Os en
Yewanus- Bruyst, schepenen
van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, zoon van Lambertus Dirckss. van de Wegesceiden,
heeft opgedragen aan Martinus de Elmpt, 1/7 part en
een heel part van de weide, genaamd Roesbeempt
[Roesbeemd], gelegen in de parochie Bucstel onder de
dingbank van Lyemde [Liempde] in Vrillichoven [Vrilkhoven], tussen
Martinus voorn. en Willelmus Martenssoen,
strekkende van Elisabeth, weduwe van Thomas, zoon van wijlen Johannes Pauwelssoen en haar kinderen tot aan Laurencius
Lathouwers
1492, pag.
315r, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Claes Stevens van der Donck
verkoopt aan zijn vader Steven Henrick Stevens
van der Donck die een jaarlijkse pacht van 9 lopen rogge, maat
van (blanko gelaten, JT) uit een pacht
van 18 lopen per jaar, welke pacht Steven nog heeft wat betreft
vruchtgebruik en welke pacht Claes als zoon na diens dood
zou erven. De pacht wordt jaarlijks geheven op de Smeedskinderen van
Loon, zoals is vermeld in
de boedeldelingsbrief ervan.
Claes als verkoper belooft alle lasten van zijn kant af
te handelen. Datum als boven, getuigen
Esp en Ansems. Genoemde
Steven belooft aan zijn zoon die per de eerste MAria Lichtmisdag na zijn dood,
een bedrag van 10 peters te betalen, elke
peter gerekend tegen 18 stuivers, samen met een rente van 5 lopen rogge. Als extra zekerheid van het genoemde bedrag en de rente, stelt Steven aan Claes een stuk beemd
in onderpand gelegen onder Ameijden hier, b.p. Henrick Gerard
Coppens, Jan Coppens te Liempde, de Heerstraat daar, het Quinckersche Broek. Actum als boven.
1492 BOSCH’ PROTOCOL BP 1262 fol. 84 / door Jan
Toirkens
Joest de Necker, inwoner van Casteren [Kasteren], gemachtigd door de
gebueren des gehuchts van
Casteren [Kasteren] in een proces tussen Casteren [Kasteren] enerzijds en Bucstel, Rode, Scijndel en Gestel
anderzijds ter cause vanden gebruyke
eenre gemeynten aldair
omtrent gelegen, substitueert brueder Henrick van Duvelandia, prior de cartisers in Antwerpen, en diens procurator (transcribent: vermoedelijk om te procederen voor de Raad
van Brabant over het Kasterse deel van de bodem van
Elde)
1492
Bosch’ Protocol 1491-1492,
fol. 526v
Gerit Aert Gerits die Necker bezit een hoeve op Zavendonck Zinnelooshuis
1492 BOSCH’ PROTOCOL BP 1262 fol. 298 / door Jan Toirkens
parochie Bucstel, Casteren [Kasteren],
in de Moye
1493 BOSCH’ PROTOCOL BP 1262 fol. 65 / door Jan
Toirkens
de erfenis Vellair ( Velder, van de Heer van Bucstel) grenst aan land "die Heerbeeck"
in Oerscot in de herdgang
Aerle.
1493 BOSCH’ PROTOCOL BP 1262 fol. 356 / door Jan
Toirkens
Lyemde, beemd "die Oyendonck" op Oyendonck
Lyemde, beemd in die Cloetsche
buenre
Lyemde, den Schelenbeempt
in die Moerkensbuenre
Lyemde, beemd "Wedehage"
Lyemde, land in die Smadelaer
1493 BOSCH’ PROTOCOL BP 1262 fol. 357 / door Jan
Toirkens
Lyemde, ter plaatse Smaler
1493, BHIC 392 Schepenbank Boxtel
(door Jan Toirkens), inv. nr. 56, pag.
171r, d.d. 27 februari 1493
1165 Katarina weduwe van Antonis Willem Joeden met haar voogd en verder Henrick van den Houthoer als wettige
man van Barbara wettige dochter
van wijlen Meeus Simon Schoerssels die deze Meeus bij genoemde
Katarina had verwekt in wettig
huwelijk, verkopen samen met alle brieven ervan aan meester
Johan van Vinckenrode priester,
een huis, tuin, hofstad met aanliggend erf akker- en weiland, eerder eigendom van wijlen Jan Martens Sleuwen, gelegen te Boxtel binnen de bruggen aan het oostwaartse einde, b.p. de gemeenschappelijke weg die naar Liemde loopt, het water de Dommel, de straat,
Meeus Willem Henricks. Dat bezit
was eerder met vonnis en recht van de schepenbank Boxtel aan genoemde Antonis de Joede verkocht. De verkopers beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten af te
handelen ook namens Antonis Joeden en diens erfgenamen, behalve door de koper vanaf nu een braspenning
te betalen vanwege de tienden van Olmen, nog een
erfpond per jaar aan het O.L. Vrouwenaltaar te Boxtel, nog 3 pond per jaar aan de H. Geest te Boxtel, nog 12 lopen rogge
aan Jacop Aelbrechts van de
Dijck, nog 8 lopen rogge per jaar aan de heer van Boxtel, nog 10 en een half pond per jaar die de verkopers daar zelf uit
ontvangen.
1493 BOSCH’ PROTOCOL BP 1262 fol. 376 / door Jan
Toirkens
Henrick Peter Goyart
'sHoessenzoon, weduwnaar van Ermgard
Jacob Bloeys, draagt op aan Michiel Peters van Hall
een pacht van 2 mud rog, welke Aleyt, weduwe van Dirck Zegers, en haar zoon Zeger beloofd hadden te
vergelden aan Willem, natuurlijke zoon van wijlen heer Willem van Meerhem, voorheen heer van Bucstel,
ridder, en op Lichtmis in Den Bosch te leveren uit den Perrenbeempt,
Lyemde, Vrillichoven, uit
beemd "die Kelre", uit hei en land bij Cleynre Lyemde; uit huis met 18 lopense land in Lyemde; en uit
een wei of eeussel in Lyemde.
(Mr gerit Boest had die pacht ten behoeve van de kinderen van Jacob Bloeys verkregen van Henrick Goyart Bartramssoen van Hedel).
1494 pag.
7r, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Dirck Seijkens belooft aan Willem Goijaert Beckers die voortaan een jaarlijkse pacht van 4 lopen rogge te gaan
betalen, steeds op Maria Lichtmisdag
op onderpand van een beemd genoemd de Mortel groot ca.
5 vierde bunder, gelegen onder Ameijden hier, b.p. Dirck Hoppenbrouwers, Boijen Pauwels
van Liempde, Agnees Crommen.
De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden
voor de betaling van de pacht.
Datum 12 februari 1494, getuigen
Henrick en Beertram.
1494, pag. 9v, Oirschot
vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Jan Aernden Baks, voor hemzelf handelend en als voogd over Ruelen zoon wijlen Gerart Arnden Baks, nog
minderjarig zijnde, die hij later alsnog zal laten beloven afstand te doen,
verder Willem Dirck van Dormalen
als man van Aleijt, Jan
Rutten Timmermans als man van Lisbeth, gezusters en dochters van genoemde Aernden Baks, hebben een
deling gemaakt van het bezit dat ze van Aernden Baks en diens vrouw Heijlwich na hun dood
hebben geerfd. Bij deze deling
krijgt Jan Aernt Baks een huis, tuin en een stuk
land van 4 lopenzaad, gelegen
in Oirschot herdgang Aerle,
b.p. Aelbrecht van de Maerselaer,
Merten Verloes, de gemeenschappelijke
straat, Willem Stijnen. Nog krijgt hij
een stuk land genoemd ´t Hagelaer, gelegen in herdgang Aerle, b.p, Jan natuulrijke zoon van Lambrecht van Berze, Wreijs Happen, Jan Houbraken, de Haegstraat daar. Daaruit moet hij
aan het gasthuis van
Oirschot jaarlijks 2 mud rogge
betalen, nog aan Henrick van Hese 10 lopen rogge, nog 4 lopen
rogge per jaar op Maria Lichtmisdag aan Willem Dircks van
Dormalen en nog de grondchijns, nog 3 peters aan Jan Rutten Timmermans binnen
nu en 3 jaar. Nog krijgt Jan ten behoeve van Roelof
Gerart Backs, waarvan Katalijn
de weduwe van Roelof het vruchtgebruik
krijgt, een stuk land groot ca. een half mudzaad, gelegen in de Aerlesche Akkers, b.p. Alijden Brants, Jan natuurlijke zoon van Dirck Stockelmans,
Heijn Goossens van der Achter. Hieruit moet hij jaarlijks
aan Henrick Meeus Crommen een kroon per jaar betalen en de grondchijns. Genoemde Willem
Dircks van Dormalen namens zijn vrouw krijgt een bunder land genoemd het Nuwe Rot, gelegen in hergang Aerle in de Hagelaeren, b.p., Henrick de Crom, de Haegstraat, Aert Celen. Daaruit moet hij
aan Henrick de Crom een mud rogge per jaar betalen en een kroon en een derde van de grondchijns. Verder krijgt hij van Jan Aernt Baks een
jaarlijkse pacht van 4 lopen rogge, maat
van Oirschot uit het erfdeel
van deze Jan. Jan mag die pacht
van 4 lopen altijd aflossen tegen 9 peters, elke peter tegen 18 stuivers. Genoemde Jan
Rutten Timmermans als echtgenoot
krijgt de helft van een beemd genoemd
de Oijendonk [Ooiendonk], gelegen in de gemeente Liempde, in totaal za. 5 vierde bunder groot,
die jaarlijks wordt geruild met Willem Bowens te
Liempde die de andere helft
heeft, b.p. de gemeijnte, genoemde Oijendonk, Met Seben te Liempde, een beemd genoemde de Neepschen Bunder. Hieruit zal hij jaarlijks
aan Jacop Keijmps in Den
Bosch twee Bossche zesters rogge betalen,
nog de grondchijns en de tiende van het hooi aan de heer van Boxtel.Verder krijgt Jan van Jan
Aert Backs per Maria Lichtdag over 2 jaar een bedrag
van 3 peters en onderwijl steeds een
rente daarvan ad 2 lopen rogge. Datum 18 februari 1494, getuigen Joerden en Crom.
1494,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 57, pag.
12v, d.d. 25 maart 1494
79 Henrick Janssen als
man van Johanna dochter van Joest Janssen van Herethum alias Crabben, verkoopt aan Willem Brant als rentmeester van de heer van Boxtel, een pacht van 6 lopen rogge per jaar welke pacht ze heeft geerfd uit
een pacht van 3 mud rogge die heer Henrick van Ranst
had beloofd aan Katarina weduwe van Jan Peters van Herethum
volgens schepenbrief van
Boxtel d.d. 5 november
1471(uit de molen te Casteren is doorgestreept). Genoemde Henrick
en Johanna doen verder afstand van die rogpacht en beloven alle lasten van hun kant af
te handelen. Getuigen Henrick Dircks en Peter Valckener,
datum Maria Boodschapsdag, anno 1494 (attentie jaartal). Maria Boodschapsdag is op 25 maart.
1494, pag. 21r, Oirschot
vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Willem Peter Keijsers
en Gijsbrecht Jan Daniels als man van Margriet dochter van genoemde Peter Keijsers, en verder Katalijn en Janna, gezusters en kinderen van genoemde Peter Keijsers, hebben een deling gemaakt
inzake het bezit dat ze hebben geerfd
van Jutten dochter van wijlen Andries van den Laeck, zijnde hun moeder.
Bij deze deling krijgt Willem een stuk land groot ca. 4 lopenzaad gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. zijn zuster
Janna waarvan is afgedeeld,
de straat, de kinderen van
Willem van Dormalen. Daaruit
moet hij jaarlijks aan de H. Geest van Vught en daar ook te
leveren een half Bosch mud rogge betalen, nog 2 lopen rogge
per jaar aan de rector van
de St. Odulphuskapel, nog een lopen rogge
aan de H. Geest van
Oirschot en nog het vierde deel van 9 lopen rogge aan zijn
tante Lisbeth van de Laeck zolang ze leeft, verder de grondchijns. Nog krijgt hij
een beemdje genoemd de Oude Beemd, groot ca. een vierde bunder, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen,
b.p. Jacop Willems, het erf van St. Petrus, de straat. Daaruit moet hij de grondchijns
betalen en een half mud rogge per jaar danwel 11 peters. Gijsbrecht Jan Daniels als echtgenoot krijgt een pacht
van een mud rogge per jaar, maat van Oirschot op onderpand van een stuk beemd genoemd
dat Swermenveld, gelegen in de Vloet (de Vleut,
JT). Nog krijgt hij een stuk
land genoemd ´t Laer gelegen in herdgang Verrenbest, b.p.de kinderen van
Willem van Dormalen, Kreen (Karijn, JT) Moijes, Peter Henricks, Peter Somakers.
Hieruit moet hij jaarlijks 8 lopen rogge maat
van Oirschot betalen. Nog krijgt hij de helft
van een stuk beemd gelegen in de Vloet, b.p. het eeuwsel van Gunterslaer, Aert Berbiers, Goijaert Raijmakers, Jan Speeck, de Vloetstraat daar. Hieruit moet hij
jaarlijks anderhalve stuiver betalen en het vierde deel van 9 lopen rogge aan
Lijsken van de Laeck, nog de helft van 22 lopen rogge en een viedevat per jaar. Genoemde Katalijn krijgt een stuk land groot ca. 4 lopenzaad genoemd de Grootekker gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Gerart van den Melcroth, de kinderen van Henrick van der Haest,
Jan Cuijpers, Dirck van Beerwinkel. Nog krijgt ze een
stuk beemd genoemd de Nijenbeemd, gelegen in herdgang Verrenbest, groot ca. een halve
bunder, b.p. Jacop Willem Keijmps,
de straat, Frank Vermeer, de kinderen
van Coppen Jacops. Nog krijgt ze de heflft van een stuk beemd
genoemd de Stillenbeemd gelegen in de Vloet, waarvan Jan en Peter Jan Scomakers
de andere helft hebben, de totale beemd ca. anderhalve bunder groot
zijnde, b.p. Aert Berbiers, Jan van den Velde te Liempde,
Jan van Liempd, Jan Everaerts. Die helft zal ze aanvaarden
na de dood van haar vader Peter en niet eerder. Uit
dit erfdeel moet ze jaarlijks de grondchijns betalen, nog anderhalve rijnsgulden per jaar aan Margriet Belaerts, nog 6 lopen rogge
aan het gasthuis van
Oirschot, een mud rogge per
jaar aan Jan Henrick
Heijmans en een vierde deel van 9 lopen rogge aan Lijsken
van de Laeck zolang ze leeft en niet langer.
Genoemde Janna krijgt een stuk land groot ca. een zesterzaad, gelegen in herdgang Verrenbest, genoemd dat Cleijn Grootakkerken,
b.p. de kinderen van
Henrick Verhaest, de Somerweg
daar, Meeus van Beerwinkel. Nog krijgt ze de helft van een stuk beemd
waarvan Gijsbrecht Jan Daniels de andere
helft heeft gelegen in de Vloet, b.p. het eeuwsel van Gunterslaer, Aert Berbiers, Goijaert Raijmakers, Jan Speecks, de Vloetstraat daar. Nog krijgt
ze een schuur met een stukje land eraan groot ca. anderhalf lopenzaad gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. haar vader
peter, haar broer Willem,
de kinderen van Willem van Dormalen,
de straat. Uit haar deel zal
ze jaarlijks de helft van
22 lopen en een vierdevat rogge betalen, nog het vierde deel van 9 lopen rogge en anderhalve stuiver per jaar. Verder beloven de delers elkaar dat
ze ieder de lasten etc. op
het eigen erfdeel zo zullen
betalen dat het erfdeel van de anderen daarvoor gevrijwaard blijft. Datum 12 juni 1494, getuigen Rutger, Henrick en Crom.
1494,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 57, pag.
1v, d.d. mei 1494
5 Jan wettige
zoon van Boijen Maessen belooft
aan Henrick Everts, onze collega schepen (in de lijst staat alleen een
Henrick Dircks) een jaarlijkse
pacht van een malder rogge, maat
van Liempde en aldaar
ook te leveren,
steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand
van een akker aldaar gelegen aan de Wegescheijden, belendend de erfgenamen van
Rutger Roelofs, de erfgenamen van Jan Roelofs, Willem
Janssen van Meijelsfoert, de verkoper
zelf. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te
houden voor de pacht, getuigen Willem van Meijelsfoert
en Willem Laureijs. Datum de dinsdag
na half mei. (1494)
1494, BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303)
1465-1641 (1653) door dr. Jan Sanders, datum: 1494-10-22
Marcelius die Lu, prior, Lambert Vilt, supprior en
Nicolaus Houtappel, kelwerder
van het klooster van de Hemelse
Poort of Bazeldonk bij
's-Hertogenbosch, draagt over aan
de kartuizers te Vught een erfpacht
van 2 mud en 2 zester rogge uit
een kamp van 3? bunder in
Boxtel in Zavendonk [Savendonk] en andere onderpanden, een erfpacht van 1? mud rogge uit een
half mudzaad land in Houthem
onder Sint-Oedenrode, een erfcijns van 3 kapoenen en een erfpacht van 1 mud gerst in Houthem onder Sint-Oedenrode, alle te betalen door de kartuizers, in ruil waarvoor broeder
Tymannus Croeck, prior, Jan
van Meeuwen, vicarius,
Cyriacus van Alckmar, procurator, en Petrus van Westerscouwen, koster van het kartuizerklooster overdraagt aan het klooster van de Bazeldonk een erfpacht
van 2 mud rogge, een erfpacht van 1 mud rogge uit een hoeve,
vroeger van Jan van den Velde, in Liempde, en een erfpacht van 1 mud rogge in Oisterwijk. De kartuizers
nemen bovendien de betaling over van 2? pond aan het
kapittel van Sint-Oedenrode
uit bepaalde gronden daar.
1495, pag. 19r, Oirschot
vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Dirck Dirck Seijkens verkoopt aan
Aernden Wouter Thijs Backs een beemd groot ca. een bunder genoemd de Mortel,
gelegen onder Ameijden hier, b.p. Dirck Hoppenbrouwers en meer anderen, Boijen
Pauwels te Liempde (is hij Boudewijn of is hij bode?, JT). Hieruit moet
de koper jaarlijks een mud rogge betalen aan Margriet Belaerts in Oirschot te
leveren en nog een oude grote als grondchijns. De verkoper belooft alle lasten
van zijn kant af te handelen. Datum 26 juli 1495, getuigen Snepschuet en
Belaerts.
1495 BOSCH’ PROTOCOL BP 1229 fol. 269, 29 maart/ door
Jan Toirkens
Heer Peter Geroncssoen van der Heijden, pitanzier
des convents van Everbode (Averbode) heeft namens dat convent verjairpacht
aan Jan Meeus van Vrillichoven een hoeve (= tguet ten Keirckhove) in Groter
Lyemde bij der capellen
voor 5 jaar vanaf Pinksteren aanstaande om 23 rijnsgulden op Pinksteren etc.
etc. Als de pachter hout nodig heeft voor timmering moet hij dat vragen aan Dirck Jannis. Men geve deze brief aan Dirck Jannis.
1495 BOSCH’ PROTOCOL BP 1264 fol. 202, 6 augustus /
door Jan Toirkens
Er is een
geding in de Raad van Brabant tussen de inwoners van Casteren [Kasteren] en de
Kartuizers enerzijds en Andries Corstiaens van Rode
anderzijds over het gebruik van de gemeynte tussen
Rode, Bucstel, Scijnle en
Gestel. Akkoord.
1496, pag. 25r, Oirschot vrijwillige rechtspraak,
regesten door Jan Toirkens
Gevart Janssen van Geldrop verkoopt nu aan
Joerden Ansems van Liefveld onze collega-schepen, een pacht van een mud rogge,
maat van Oirschot, welke pacht Gevaert zelf had gekocht van Wouter van
Vrieselt, kanunnik te Oirschot en deze Wouter weer had verkregen van
Bertelmeeus Zuetericks te Liempde, welke pacht jaarlijks wordt geheven
op onderpand van een stuk land gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. Daniel
Heijn Omen, de gemeijnte, de koper. Gevert belooft alle lasten van zijn kant af
te handelen. Datum 20 november 1496, getuigen Jacop en Henrik. Wouter Willem
Wouters voor hemzelf handelend en voor Willem Willems van der Schueren en voor
Jan Lambrechts als man van Margriet dochter van wijlen Willem van der Schueren,
nog Jan Willem Wouters die voor zichzelf handelt en ook nog namens Thomas
Goossen Thomas van Oudenhoven, en voor Dirck de Raet als man van Marie dochter
van wijlen Willem van der Schueren en voor zijn broers Willem en Jan en voor
Eva en Dingen zijn zusters, die ook nog handelen namens Jan Gijsbrechts van der
Lijnden en voor Jan Willems van der Schueren en nog vanwege Mercelis Matheeus
van Croonenburg als man van Lisbeth, hebben samen een deling gemaakt van het
bezit dat ze hebben geerfd van hun tante Aleijt, dochter van Jan van der
Schueren. Bij deze deling krijgt Wouter Willem Wouters voor hemzelf en Willems
Willems van der Schueren en voor Jan Lambrechts het vierde deel van een bunder
beemd genoemd dat Maerselaer, gelegen in herdgang Straten, b.p. het erf eerder
van Claes Beckers, Jan Willem Wouters, Aert Janssen van der Schueren, de
gemeijnte. Nog krijgen ze samen een pacht van 4 lopen rogge uit een mud rogge,
maat van Beers, dat jaarlijks wordt betaald door Roef Goijaert Loijen. Nog
krijgen ze het derde deel van een stuk heiveld gelegen onder Eckensrijt. Nog
een half pond paijment jaarlijks te ontvangen van Peter van Esp. Ze moeten
hieruit jaarlijks de gronchijns betalen ieder naar rato van zijn deel ervan.
Jan Willem Wouters, voor hemzelf en voor Dirck krijgt het vierde deel van een
bunder beemd genoemd het Maerselaer gelegen in herdgang Straten, zoals
hiervoor al is omschreven. Nog krijgen ze een pacht van 3 lopen rogge uit
de pacht van een mud, maat van Beers, die wordt betaald door Roef Goijaert
Loijen te Beers. Nog krijgen ze de helft van een akker genoemd de Castaert,
gelegen in herdgang Straten, in totaal groot ca. 4 lopenzaad, b.p. het erf
eerder van Dirck Mathijs Huijskens, Jan Willem Wouters, een pad daar, het erf
eerder van Goijaert Slouwers. Nog krijgen ze het vierde deel van een stuk land
genoemd dat Slouwers Buchtken, b.p. de kinderen van Heijmerick Scepens,
genoemde Jan waarvan eerder is afgedeeld. Nog krijgen ze ca. het derde deel van
een stuk heiveld geleegn op Eckensrijt. Nog een half pond paijment te ontvangen
van Peter van Esp. Uit dit erfdeel moet men jaarlijks een Bosch zester rogge
betalen in Den Bosch te leveren aan de H. Geest en verder nog de grondchijns
ieder na rato van zijn deel hierin. Aert Janssen van der Schueren voor hemzelf
en voor zijn broers Willen en Jan en voor Ida en Dingen zijn zusters en nog
voor Marcelis Matheeus, krijgen samen de helft van een stuk land genoemed
de Castaert, waarvan Jan Willem Wouters de andere helft heeft, zoals hiervoor
al is beschreven. Nog krijgen ze het vierde deel van een stuk land genoemd dat
Slouwers Buchtken waarvan Jan Willem Wouters het andere vierde deel heeft zoals
hiervoor omschreven. Nog krijgt hij een akker genoemd de Reweijten akker, groot
ca. 4 lopenzaad, met de weg daarbij gelegen in herdgang Straten, b.p. Aert
Wouter Thijssen, Daniel Schepens, de kinderen van Heijmerick Schepens, Nog
krijgt hij een deel in een stuk heiveld onder Eckensrijt, nog krijgt hij een
pacht van 5 lopen rogge, maat van Beers uit een heel mud, te betalen door Roef
Loijen te Beers. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 14 lopen rogge worden betaald
aan een altaar te Oirschot in de O.L. Vrouwkapel, nog een Bosch zester rogge in
Den Bosch aan de H. Geest daar en verder de grondchijns. Genoemde personen
beloven de deling altijd gestand te zullen doen en ieder zal de lasten op het
eigen erfdeel zodanig betalen dat het erfdeel vav de ander daarvoor gevrijwaard
is. Alle niet genoemde lasten zullen ze samen betalen. Datum 3 juli 1496, getuigen
Joerden, Peter en Jacop.
1496,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 57, pag.
22v, d.d. 1496
139 Pauwels en Henrick, broers en wettige kinderen van Jan Hoesschen verder
Herman Janssen van Eerdt als man van Lijsbeth wettige dochter van genoemde Jan
Hoesschen, verkopen aan hun wettige broer Loijwijch hun geerfd bezit dat ze van
hun vader Jan hebben geerfd (en van hun moeder Lisbeth dochter van Pauwels
Korstkens = doorgestreept). Te weten een huis, tuin en erf gelegen in de
parochie van Boxtel te Groot Liempde,
belendend het erf genoemd Ruweent (?), de gemeenschappelijke straat. Nog een
stuk erf en houtwas genoemd het Hulsselaer, nog een pacht van een mud rogge dat
Korst van der Donck uit dat bezit ontvangt. Als deze Korst dat mud rogge aan de
kinderen wil vermaken of bezetten zal dat alleen aan Loijwich toekomen zonder
dat iemand daar bezwaar tegen kan maken. De verkopers beloven alle lasten van
hun kant af te handelen. (1496)
1496,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 57, pag.
25v, d.d. 10 mei 1496
159 Gielis wettige zoon van Willem Zuetericks
en Pauwels Henricks als wettige man van Haijwigen wettige zuster van Gielis,
verder Heijlwig, Beelen de oudste en Beelen de jongste en Johanna, gezusters en
wettige dochters van Willem Zuetericks, hebben een deling gemaakt van het bezit
dat ze van hun vader Willem hebben geerfd en van hun moeder Aleijt. Genoemde
Pauwels Henricks krijgt het huis, tuin en hofstad gelegen onder Cleijnder
Liempde aan de gemeijnte van het Mosven,
belendend de Cartuijzers van Vught en meer anderen. Nog krijgt hij een weiland
ter zelfder plaatse aldaar genoemd bij Velder,
belendend de gemeenschappelijke straat, Loijen Pauwels, de erfgenamen van Jan
Bouwens. Hieruit moet hij een jaarlijkse rente van 2 pond paijment betalen, nog
15 lopen rogge , nog 6 lopen rogge, nog 3 chijshoenderen en de grondchijns. Men
zal elk voor de helft de chijns betalen en als er meer lasten op iemands
perceel drukken zullen ze dat verrekenen tegen de factor 30. Genoemde Gielis,
Heijlwig, Beelen en Beelen en Johanna krijgen samen een stuk land onder
Cleijnder Liempde, ter plaatse genoemd de Hoefackers, belendend de Nasstraat
daar, Wouter van der Vlasvoert en meer anderen, de kerkpad daar. Nog krijgen ze
een beemdje onder Groot Liempde op Sprokkelaer, belendend de gemeijnte, de
erfgenamen van Gerit Jan Coppens en meer anderen. Nog een heiveldje aldaar
naast de gemeijnte van Oetendonck achter Swartveldt. Hieruit zal men jaarlijks
een mud rogge betalen, nog 2 rijnsguldens verder de grondchijns, elk van de
delende partijen daarin de helft. Getuigen Henrick Diercks en Gerit Coppens,
datum 10 mei (1496).
1497,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 57, pag.
34r, d.d. 22 februari 1497
213 Alle meningsverschillen tussen Christiaen
Ruelens en diens vrouw ter ener zijde en Pauwels Henrick Pauwels ter andere
zijde, zijn voorgelegd aan arbiters waarbij de schout een boete heeft bepaald
van 50 bourgondische guldens voor diegene die de uitspraak niet nakomt. Als
arbiters treden op Engelbrecht van de Berselaer en Jan de Brouwer namens
genoemde Christiaen en zijn vrouw en verder Bartholomeus de Momber als schout
te Boxtel en Henrick Diercks namens genoemde Pauwels, als overman wordt benoemd
meester Christiaen van der Meijen kanunnik te Boxtel. Genoemde Christiaen
krijgt nu direkt een akker genoemd de Lange Strepen, nog een stuk land genoemd
de Brake, nog een stuk land en beemd gelegen te Groter Liempde, welk bezit eerder van zijn vader was. Dat betreft
de Wolfskele en de Heijmaet is zulks is ter beoordeling van de geburen die
daarover destijds in het huis van Jan Gerits afspraken hebben gemaakt en daarover
zullen ze per a.s. St. Petrus Cathedram aan de arbiters mededeling doen.
Christiaen zal alle pachten betalen die tot en met heden zijn vervallen en ook
de jaarhuur en alles zodanig dat Pauwels daarvoor is gevrijwaard. Alle pachten
etc. die vanaf nu op het bezit drukken zullen Christiaen en Pauwels gezamelijk
betalen, zolang als Christiaan in leven is. Alle percelen die aan Pauwels zijn
toegewezen en die door Christiaen zijn ingezaaid, daarvan houdt Christiaen voor
dit jaar zijn ploegrecht en de percelen die niet zijn ingezaaid, zal Pauwels
ook leeg moeten aanvaarden. Verder moet Pauwels 15 peters aan Christiaen
betalen per a.s. Maria Lichtmisdag, elke peter van 18 stuivers. Als er
onduidelijkheden in de uitspraak zouden zijn, zullen de arbiters daarover
verder besluiten. Getuigen als schepenen Engbrecht van de Berselaer en Gerit
Coppens, datum op St. Petrusstoeldag. (1497). St. Petrusstoeldag is op 22
februari.
1497, pag. 3v, Oirschot
vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Marie dochter van wijlen Wautgaert Jan
Wautgaerts verkoopt aan genoemde Bertelmeeus een rente van 10 stuivers per
jaar, welke rente Lambrecht van de Bichelaer haar had beloofd volgens een brief
van de schepenbank van Liempde op onderpand van bezit ook te Liempde.
Nog krijgt Bertelmeeus van Marie elk jaar een pacht van 3 lopen rogge, maat van
Oirschot zolang als zij het huis en de tuin gebruikt, maar Bertelmeeus zal wel
altijd de 10 stuivers bliiven ontvangen of hij daar nu wel of niet woont. Actum als boven.
1497, pag. 34v, Oirschot
vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Gielis Jan Crijns heeft hier voor schepenen ermee ingestemd dat hij
aan Everaert Willem Rutgers het bezit
zal overdragen en verkopen dat Gielis
eerder had laten uitwinnen,
eerder eigendom van Willem
de Greef. Dat betreft een eeuwsel genoemd de Bijvink met een stuk land eraan gelegen onder Boterwijk
hier, zoals is vermeld in de vonnisbrief, maar Gielis houdt wel
zijn jaarlijkse pacht van 14 lopen rogge per jaar, waarvoor het was uitgewonnen en
de kosten van de procedure, etc. en verder houdt hij
nog wel zijn
oorspronkelijke aanspraken
op het bezit omdat de opbrengst bij uitwinning
onvoldoende was volgens zijn principale brief, welke vordering in totaal 31 stuivers een oort beloopt.
Nog dient de koper een Bosch mud rogge per jaar te betalen die 2 jaar onbetaald is gebleven, welke pacht Ijken Geenen te Liempde jaarlijks uit het bezit ontvangt
en welke pacht Gielis steeds heeft betaald gehad en daarvoor heeft hij per lopenzaad 3 stuivers betaald maakt totaal 4 rijnsguldens en 4 stuivers. (14 lopen x 3 stuivers = 42 stuivers = 2 gulden 2 stuivers x
2 jaar is 4 gulden 4 stuivers,
JT) verder heeft hij daar nog
de rente van een half mud moutkoren over betaald en de kosten voor een deel van het jaar zijnde 3 rijnsguldens van 20 philipsstuivers. En omdat het bezit daarvoor was uitgewonnen, heeft Gielis destijds de koop daarvan verworven
van de rentmeester en de totale
kosten daarvan belopen dus 8 oude
grote vanwege de veiling en
aan de de leenmannen is een bedrag van 5 ´gelten´ wijn betaald, elk kwart voor 3 philipsstuivers maakt samen anderhalve
rijnsgulden. Verder heeft
Gelis nog 2 rijnsguldens ´zwaar´ geld moeten betalen volgens de certificatie van de rentmeester. Nog om de grondchijns te betalen is een
bedrag van een oude grote en nog
9 stuivers betaald, nog voor het jaar dat Everaert het bezit heeft gebruikt is voor de grondchijns die Everaert niet wilde betalen ook
9 stuivers betaald en voor
de genoemde blanken die erop drukken als
grondchijns samen 1 oude grote en anderhalve
stuiver, nog als kosten van de twee uitwinningen samen 17 stuivers betaald. Daarna heeft Gielis
het bezit in het openbaar
in aanwezigheid van schepen laten veilen
en omdat er verder niemand is geweest die er meer voor wilde bieden heeft Gielis
de koop ervan definitief verworven en er is nog 3 stuivers verteerd vanwege de verkoping. Datum op St. Laurensdag
1497, getuigen Crom en Stayakker.
1498, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
288 Schijndel (Fiche 191, blz. 1, folio 196 v) Cijnsregister 1498-1589
Cartusiensis in Vucht Heijlwigis unia VII Adrianus predictus Liberi VII Adrianus predictus
unius duorum ad alio Liberi duo Elisabeth filia
Gerardus predictus Relicta
et liberi VIII / Elisabeth et Dijmpna
liberi Gerardus Gerardus
filius Arnoldus die Necker ex parte Johannes filius
Henricus de Arckel de Busco ex hereditate
V liberi Wautgerus filius
Johannes de Casteren
quondam relicta et Wautgerus
liber Wautgerus predicti VI
denarii novi
in marge:? (zie onder
papiertje in chijnsboek) Note: Copy vuijte Chijnsboeck van de Heer van Helmont
sorterende onder die Heerlijckheijt van Schijndel: Catarina et liber unus pro mediatale Eijmbertus filius Lambertus de Vorstenbosch Elisabeth et
Yda liberi Petrus Reijnerus
predictus Liberi quatuor
Petrus filius Reijnerus de Aggeren
Barbara filia Joannes de Asten Gijsbertus filius
Joannes de Asten ex predicta Hadewigis
relicta Hanricus filius Hanricus van der Pettelaer ex hereditate quondam Wilhelmus filius Henricus van den Waude VII denarii veteri
1498, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
288 Schijndel (Fiche 191, blz. 1, folio 196 v) Cijnsregister 1498-1589
Maria et liberi
III Rodolphus filius Lambertus unius
IIo Katarina relicta et liberi II Relicta et quinque liberi /Lambertus filius Rodolphus Arnoldus Gerardus filius Thomas filius Egidius ex
parte Gerardus filius Martinus Scol
ex hereditate quondam Coenradus filius Gerardus
Petrus ex domo et orto quondam Katharina de Casteren
II denarii novi
Idem ex hereditate quondam Goswinus
de Voort II denarii novi
1498, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
288 Schijndel (Fiche 189, blz. 4, folio 187) Cijnsregister 1498-1589
Anna filia
Gerardus filius Henricus ?? unus VI relicta et liberi VI Gerardus Raijmakers Gerardus filius Henricus Raeymaker
Aleydis filia Mathias filius Johannes de Laeck ex hereditate quondam relicta et liberi Rutgerus de Zavendonc seigneur Casteren et Zavendonck
VI denarii novi
1498, RHCe, 12063 Heerlijkheid
Helmond, 1300-1781, inv. 288 Schijndel (288-134, blz. 4) // 288-202, blz. 4, folio
2, no 10) Cijnsregister 1498-1589
Bemelken IIII denarii ort veteri
Anthonius Anthonius Crabben
filius Joannes ex parte Katharina filia
Wautgerus ex hereditate
Danielis filius Joannes de Werchscheijden (Weechscheijden?)
ex hereditate dicta Bemelken
IIII denarii ort veteri
Daniel filius Anthonius / Joannes filius Adrijanus
Joannes de ?? emptor
Petrus filius Adrianus filius Wilhelmus
Arnoldus filius Joannes de Nova Domo dictus Horkens de Lijmdt
Angela relicta et liberi
duo
1498, RHCe, 12063 Heerlijkheid
Helmond, 1300-1781, inv. 288 Schijndel (scan 0005
0002, 288-202, blz. 4, folio 2, no 10) Cijnsregister 1498-1589
Bemelken IIII denarii ort veteri
Anthonius Crabben filius Joannes ex parte Katharina filia Wautgerus ex hereditate Danielis
filius Joannes de Werchscheijden (Weechscheijden?) ex
hereditate dicta
Bemelken IIII denarii ort veteri
Daniel filius Anthonius / Joannes filius Adrianus Anthonius (Liberi duo)
Joannes de Tangere empor
Petrus filius Adrianus filius Anthonius
Angela relicta et liberi
duo (twee kinderen)
Arnoldus filius Joannes filius Joannes de Nova Domo (nieuw
huis) dictus Horkes de Lijmdt
1498, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
288 Schijndel (Fiche 190, blz. 3, folio 192 v) Cijnsregister 1498-1589
Paulus filius Jeronimus Winaldus de Busco Anna filia relicta Aelbertus de ?? liberi 4-or / Johannes filius Henricus Vighen
Elisabeth relicta Johannes filius Jacobus Bollen ex parte Arnoldus Diemer ex hereditate
in campartsheijde XVII denarii I ort veteri
Eadem ex eadem hereditate
de novi XVIIII denarii
Eadem ex parte Theodorus filius Gerardus de Weteringhe XIIII denarii novi
Eadem ex parte liberi Yda filia Henricus filius Arnoldus Egonis
ex bonis dictus Rijsbosch
III denarii veteri
Eadem ex Cloetken
I denarii veteri
Eadem ex bonis Mathias filius Henricus Novi Colonis sitis in Hermalen II stuivers novi
1498, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
288 Sint-Oedenrode (288-135, blz. 3, folio 7 v) Cijnsregister 1498-1589
Arnoldus filius Joannes de Nova Domo
dictus Horkens de
Lijmdt Angela relicta
et liberi duo Petrus filius Adrianus filius Wilhelmus
Joannes de ?? emptor Daniel filius Anthonius / Joannes filius Adrijanus Anthonius Anthonius Crabben filius Joannes ex parte
Katharina filia Wautgerus
ex hereditate Danielis filius Joannes de Weecherden ex hereditate dicta Bemelken IIII
denarii ort veteri
1498, RHCe,
12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv.
288 Sint-Oedenrode (288-134, blz. 4, folio,) Cijnsregister 1498-1589
Carthusiences in Vucht prope Buscumducis ex parte dominus Ludolphus de Aqua
ex prato in Ollant quondam
Gerardus Bontmans III stuivers
novi IJdem ex hereditate sita op Savendonc
quondam Mercelius piscatoris
de Boextel XII denarii veteri
IJden ex parte dominus Ludovicus
predictus ex bonis in Houthem quondam liberi Ludolphus de Bomel III stuivers I denarii novi et VIII
denarii veteri IJdem ex bonis Tonlande de novi VI denarii et II ort veteri IJdem ex bonis Tonlande de novi VI denarii et de
veteri II ort IJdem ex uno bonario quondam relicta et liberi Ludolphus XII denarii novi IJdem ex parte
dominus Ludovicus de Aqua ex hereditate in Ollant quondam Johannes de Erp filius Lucas XVIII denarii novi et II denarii veteri IJdem ex hereditate in Ollant quondam Petrus dictus van den Born III stuivers II denarii novi et VIII
denarii veteri in marge;Frater
Egidius Geel colonus Frater Wilhelmus de Mijllen Frater Hubertus de Amsterdam colonus
mortalis
1499, pag. 31v, Oirschot
vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Dirck Henricks van Tulden
(doorgestreept is Goijaert
Henricks van Tulden, JT) verkoopt
nu aan Jan zoon wijlen
Willem Suermonts (doorgestreept
is Goijaert Jan Peters van Bergeijk,
JT) een pacht van 1 mud rogge, maat van Oirschot uit een pacht
van 10 mud rogge en 10 lopen
per jaar, welke pacht Peter Janssen van der Bruggen eerder
had beloofd steeds te betalen op Maria Lichtmisdag aan Goijaert, Jan, Bertelmeeus, Aerden en Dirck zijn zwagers en aan Andries Maercolfs als man van Marien, zijnde allen wettige kinderen
van wijlen Jan Aleijten verwekt bij Katharina dochter van wijlen Goijaert Michiels, op onderpand
van een huis, tuin etc., gelegen in de Vloetstraat, b.p.de
Vloetstraat, Claes Thomassen met meer
anderen, Jan Henricks van der Vloeten,
de hoeve van Gunterslaer eerder eigendom van Willem Dicbier. Nog op onderpand van 3 stukken land en 2
beemden met een eeuwsel etc., ter zelfder plaatse gelegen genoemd dat Grimmen,
b.p. de Vloetstraat, het
erf dat eerder van Willem Dicbier was, met meer anderen, Beertken van den Spijker
dat eerder eigendom was van Goijaerden
Ackermans, Meeus Maercolfs.
Nog op onderpand van een stuk land genoemd
de Gijsenakker, b.p.
Mechteld van Gewanden, Jan Speecks.
Dat bezit hadden genoemde schuldenaars als kinderen van Henrick Aleijten verpacht (verkocht tegen een pacht, JT) aan Peter Jans van der Bruggen voor de grondchijns
en voor een jaarlijkse pacht van een Bosch mud rogge aan de erfgenamen
van Jacop van Hal, en aan de Rijke Fraters van Den
Bosch een Bosch mud rogge
en nog aan Mechteld Ceelen te Liempde 4 lopen rogge, en nog 4 mud rogge per jaar aan genoemde Peter van der
Bruggen als huwelijkse
gift. Verder nog voor een jaarlijkse pacht van 10 mud en 10
lopen rogge, die genoemde Peter Jans van der Bruggen daaruit
aan de verkopers had beloofd. De pacht is steeds op
Maria Lichtmisdag te betalen. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af
te handelen. Voetnoot 1 : Is niet gepasseerd (akte is veranderd op enkele punten en ook doorgestreept,
JT) Voetnoot 2 : Datum 18 januari
1503 (?), getuigen Crom en
Maes Gielis. Voetnoot 3 : Akkoord voor vidimusakte voor Jan
van de originele brief vanwege
veranderingen. (op 26 september
1503 laat Cornelis Smeets als gemachtigde
voor Jan Willem Suermonts het bezit
uitwinnen voor de pacht van
1 mud rogge met de achterstand,
JT)
1499,
BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens), inv. nr. 57, pag.
68v, d.d. 26 november 1499
484 Gevaert Gerits
oud ca. 80 jaar en Jan Jan
Pauwels oud ca. 60 jaar en meer
hebben verklaard dat ze hebben gezien
nabij de Schei-eik waar het water over en doorloopt,
in de parochie van Boxtel onder de dingbank van Liempde dat
aldaar een nieuwe waterlaat (afwateringssloot) is gegraven die
ze daar nooit eerder hebben gezien gehad.
Ze zijn van mening dat die van Liempde daar grote schade en last van zullen hebben. De schepenen beschouwen deze getuigen als
mannen met een goede reputatie die geloofwaardig zijn. Datum 26 november, in aanwezigheid van
alle schepenen. (1499)
ARA
Brussel Rekenkamers toegang I 008. Inv. nr. 45090
Jaar 1499 (in
bewerking) Henrick filius Henric filius Willi fiulus buittinxs Aleidis filius Wilhelminus
filius Boudewijn xxx pro Agata relicta
et libiri Wilhelmus filius Wilhelmus filus Albertuss Zeben pro Wilhelmus xxx| xx bona Delia relicta
quondam Zyberti de Collenberch
et liberi IIII de bona et qui xgate
vurste viscini xx de roitate de Lyemde anno lxix per
lutirik censa dii ducis xx Molenduni aquatik-dau die antselse moelen per herditate xxx Zepx obitu hend Jandxx et Delia xxxx Elias filius lanze
Spoirbosch Johannes flius
Loyis de Hethem Gerardus filius Gerardi Gerarts de didio bonare vurst vilrizat scripto de communitate de Lyemde anno lxix per liris
census din ducis sux ad lond dau xlair Alenda pro filoa
et fius hesselo Henricus flius
Hesselonis de lor uno banare vurst vcl rizcit xx de communitate de Lyemde anno lxix per liris
census din ducis sux ad lond dan die Vloet
per aqxx xx xx weteringe Foto P 1220174 Johannes de Dessel de xcvi xx vurste vilrizat scripto de communitate
de Lyemde anno lxix
liris census din ducis sux
ad lond xx
die Vluetstraat per per heridate sua ibidem Liber III de xxxx
Henricus filius de pyroxx Ida relicata
henrxx filius quondam Godefridus de Huctel/Boxtel? Johannes Molymanals
cc Bredebaert de qxx (libi iii Johannes
de filius xx Thomas de filius xx obiit pred libi xxx xxx henr filius) pte xx bonare vurste vilrizat scripto de communitate de Lyemde anno lxix
per liris census xx ducis xx ad londxx aen die Mosvenne penes heridate ibidem Petrus filius Laurentius Gerits de VIII xx vurste vilrizat scripto de communitate de Lyemde anno lxix per liris
census xx ducis xx ad lond
xx Mosvenne xxx heridate xxxx xx uno late et xx rizaxquax
jux xx atem Hillexx relicta et
libri II Roverus filius Rodolphi
lodxxri de xxxvi xgat vurste vilrizat scripto de communitate de Lyemde anno lxix xx ad lond
xx xx Mosvenne per heridate xxx Foto P 1220174 Vicini de Lyemde
de xx qxx ex coze charter jaren
quixx vic baxt xxx grupii sin duce er quibusch Alijx Pinkxx et Albertaxx xxxx xx duce anno
lxviii xx tenens colin io xxx Johannes flius
Henricus dic Hoesch de xl xgatir vurste vilrizat scripto de communitate de Lyemde anno lxx xx
xx censa dii duce xxx xxx Laerschot per heditar sud ibidem xx sua ibidme III Jutta filia nali (?) prty nuchule (xxx x henricus
xx xx libri filisu nalira) Mechteldus relicta ar libri III Johannes flius
Henricus xliben de lxxixz
vurste vilrizat scripto de communitate de Lyemde anno lxx xx
xx censa dii duce xxx xxx dicti Aenden Bleeck per heridate
xxx aben et als rizenquadx ad soitate Libid VIII Henricus flius
Petrus Goirts Henrica flia
Arnoldus er Paulus libid Henricus Bloys de xxx xxx vurste vilrizat scripto de communitate de Lyemde anno
lxx xx censa dii duce xxx xxx Jux in Lyemde
x heridaten xx ibidem Foto P 1220175 Aleidus filia
Agnes relicta et libid
VII Wilhelminus filius Wilhelmus filius Boudewijn
Josphs et III lib Wilhelmus filius Albertus Ziben de Didio Bors vurste vilrizat scripto de communitate de Lyemde anno lxx
xx xx censa dii duce xxx xxx Olant(?) per heridate xxxx Wilhelmus vanden Velde
xx lati et al mt Roend
Platea rizaquaxx adiaten Johannes flius
Antonius Zurlens libid IIII de pv
Theodorus et Aleydis relicta de r theodorus Theodorus flius
Wouter Arts de Esch de quxxx virgxx vurste vilrizat scripto de communitate de Liemde anno lxx xx censa
dii duce xxx
xxx xx Vrillichoven
pex heridaten sua ibidem |
1501 BOSCH’ PROTOCOL BP 1269 fol. 297v, 7 juni / door Jan Toirkens
Willem Henrick Peters zoene verhuurt aan
broeder Dirck van Dynther
ten bate van de Kartuizers van Vucht voor 13 jaar ¼ deel in een leengoed (leenroerig dat ¼ aan de heer van Bucstel)
bestaande in een hoeve Bucstel, Zelisel,
om 35 Rijnsguldens, eens te geven aan Willem Henrick
Peters (en heden betaald) en de lasten: sheeren
diensten die op dit ¼ deel rusten).
1507 BOSCH’ PROTOCOL BP 1276 fol. 336 +337, 19 april / door Jan Toirkens
Anthony, Jan
en Andries, zonen van wijlen Willem Rutgers van Griensvenne
die gehuwd was met Henrica Wauters vander Vlasvoert en Henrick Goyarts Strick die gehuwd is
met Antonia, dochter van Willem Rutgers van Griensvenne
en Henrica, ook namens Rutger, nu te Leuven wonend,
en Henrick, nu ziek, ook zonen van Willem Rutgers van
Griensvenne en Henrica,
verkopen aan broeder Hubrecht van Loen, prior, en Ciriaens van Alcmaer, procurator
der Kartuizers van Vucht, ten bate van de Kartuizers van Vucht een hoeve (
afkomstig van Wouter vander Vlasvoert)
Bucstel, Cleynre Lyemde aent Hoige
Eynde. Lasten:
- 9 ½ oude grote en 3 penningen payement grondcijns aan den Heer van Bucstel;
- ½ oude
grote grondcijns aan 't Convent van Hoedonck;
- 2
cijnshoender en een halff vastelavontshen
en ¼ vracht tiendhooi aan de heer van Bucstel
- 20 lopen
rog en 3 mauwer gerst aan St.Maartensaltaar
in de Bucstelse kerk;
- 5 1/3 zester rog aan de Kartuizers van Vucht)
Hub van Loen
belooft aan Andries en Henrick
- 15
Rijnsguldens op Lichtmis eerstkomend
- 15
Rijnsgulden en 150 Rijnsgulden op Lichtmis over 1 jaar
- 7 ½ Rijnsgulden Lichtmis over 2 jaar
- 7 ½
Rijnsgulden en 150 Rijnsgulden Lichtmis over 3 jaar
De afwezigen
zullen nog afstand doen van die hoeve.
De Kartuizers
betalen terstond 25 Rijnsgulden voor de slagen en 70 Rijnsgulden in gerede
penningen.